KIMLC
kommentaar
over geld
en goed
Financiële regelingen
met kinderen
Landinrichting en de
boekhoudmentaliteit
J. Houtekamer verlaat na bijna
45 jaar Accountantsunie ZLM
Uitbreiding reservaat in
rvk Breskens-Zuidzande
▼V
Als er, zoals de laatste jaren, een te
ruggang valt te konstateren wat be
treft de rentabiliteit in de akker
bouw, is het zaak om nog meer en
nog beter te rekenen. Om met be
hulp hiervan tot betere bedrijfs
beslissingen te komen.
Om de rentabiliteit te verbeteren is
het als vanouds zaak om de totale
opbrengsten zo hoog en de kosten zo
laag mogelijk te houden. Het ver
schil daartussen is immers de winst.
Het is echter overigens lang niet al
tijd zo dat de hoogste kg-opbrengst
de hoogste winst garandeert, dat
weet iedere ondernemer in de
landbouw.
Saldoverhoging
Het is dan ook het proberen waard
om te streven naar een hoger saldo.
Het saldo is het verschil tussen de to
tale bruto-opbrengst van een gewas
of van een geheel bedrijf en de toe
gerekende kosten. De totale bruto
opbrengst is dan de (geld)opbrengst
van hoofd- en bijprodukt(en). De
toegerekende kosten bestaan uit de
direkt vóóraf aan dat gewas bestede
kosten zoals:
- zaaizaad en pootgoed;
- meststoffen (kunstmest, dierlijke
mest)?;
- gewasbeschermingskosten(midde-
len);
- loonwerk.
Ook behoren nog enige kleinere za
ken tot de toegerekende kosten
zoals:
- hagelverzekeringspremie
- droogkosten
- schoningskosten
- keuringskosten
- (extra) transportkosten
- heffingen (per gewas)
- rente (over het geld dat gedurende
het seizoen in het gewas is gestopt).
De laatste post, de zogenaamde toe
gerekende rente wordt nogal eens
weggelaten uit de saldobereke
ningen.
Niet tot de toegerekende kosten be
horen kosten zoals pacht, kosten
van werktuigen en gebouwen, water
schapslasten, ruilverkavelingsrente,
algemene kosten e.d. Dit zijn im
mers kosten die niet direkt wijzigen
als er een bepaald gewas meer of
minder wordt geteeld.
Kortweg zou men kunnen zeggen
dat: kosten zijn als toegerekende
kosten (voor een bepaald gewas) aan
te merken wanneer ze wegvallen als
dat betreffende gewas niet meer
wordt geteeld.
Een snelle saldoberekening
Als we op bovengenoemde manier te
werk gaan, kunnen we vrij nauw
keurig een saldoberekening maken,
zowel van een geheel bedrijf als per
ha (gemiddeld), zie tabel.
Gewassaldo per ha
Met behulp van bovenstaande bere
kening welke veelal snel uit een fis-
kale boekhouding gemaakt kan wor
den kunnen we dus het bedrijfssaldo
en het gemiddelde ha-saldo bereke
nen, doch niet de diverse gewas-
sensaldi.
Om dit te kunnen zal een gedetail
leerde bedrijfsadministratie nodig
zijn. Immers dan moeten de toegere
kende kosten per geteeld gewas wor
den gesplitst.
Dat is uit de normale fiskale stukken
niet mogelijk.
Om bij belangrijke bedrijfsbeslissin
gen echter zo optimaal mogelijk ge
bruik te maken van de diverse ge-
wassensaldi is zo'n kostenuitsplit-
sing wel degelijk noodzakelijk.
De betere ondernemers zullen die
dan ook bijhouden en zodoende de
saldi van de verschillende gewassen
op hun bedrijf kennen.
A. Lindenbergh
Tabel
Voorbeeld: Uit een fiskale boekhouding.
Akkerbouwbedrijf van 40 ha kultuurgrond
Totale opbrengsten bedrijf
af: overige opbrengsten bedrijf
(bijv. Rentesubsidie e.a.)
225.000
15.000
Bruto opbrengst gewassen
Toegerekende kosten:
Zaaizaad/pootgoed
meststoffen (inkl. dierl. mest)
gewasbeschermingsmiddelen
loonwerk
Overige
ƒ210.000
ƒ20.000
18.000
19.000
16.000
7.000
80.000
Het bedrijfssaldo is 130.000
Het gemiddelde per saldo (40 ha) 3.250
Deze zijn niet altijd apart te vinden in de boekhouding.
Ook voor jongeren is het belangrijk
om zelf te kunnen omgaan met geld
en het nut in te zien van begroten,
keuzes maken en sparen. Dit geldt
zowel voor jonge mensen die verdie
nen als voor degenen die geen eigen
inkomen hebben. In beide situaties
verdient het aanbeveling om de kin
deren zelf een gedeelte van hun per
soonlijke uitgaven te laten doen en
ze daarvoor een bepaald budget ter
beschikking te laten stellen. Afspra
ken moeten worden gemaakt over
wie wat moet betalen, zoals: kle
ding, kontributies en overige per
soonlijke uitgaven.
Het doel is om een verschuiving van
de uitgaven te krijgen van de ouders
naar het kind waardoor de laatste
een grotere zelfstandigheid krijgt.
Een zo rechtvaardig mogelijke ver
deling van de financiële middelen
van het gezin draagt bij tot het voor
komen van moeilijkheden in de
toekomst.
Hoewel het rechtsgevoel dat je de
kinderen gelijk moet behandelen bij
een ieder leeft, kan dit toch in be
paalde gezinnen problemen opleve
ren. Ook de persoonlijke, vaak wis
selende, situatie van de ouders is in
deze belangrijk, terwijl verschillen in
begaafdheid en geaardheid en leef
tijd van de kinderen het vaak moei
lijk maken uniforme regelingen te
treffen. Een goede financiële rege
ling moet in het gezin bespreekbaar
zijn. In het gesprek zal vaak begrip
ontstaan voor een individueel afwij
kende regeling voor één of meer kin
deren. Bij thuiswonende en elders
werkende kinderen dient men te zoe
ken naar een belonings- en bijdrage-
vorm die recht doet aan de werke
lijkheid.
De regelingen die er zijn kunnen we
grofweg onderverdelen in drie kate-
goriën:
1. de gezinsbijdragen betalende
kinderen
2. de kinderen die niets bijdragen
3. de kinderen die alles afdragen en
zakgeld ontvangen
Het spreekt vanzelf dat wanneer de
kinderen niets bijdragen aan het ge
zin dit alleen maar mogelijk is wan
neer de ouders zelf over voldoende
beschikbare middelen beschikken.
Ik acht dit echter geen wenselijke si
tuatie. Immers ook in verband met
regelingen met andere kinderen die
bijvoorbeeld elders wonen en wer
ken, is het beter om tot een regeling
met gezinsbijdrage over te gaan. De
methode dat kinderen alles afdragen
en uitsluitend zakgeld ontvangen is
echter niet geschikt om zelfstandig
heid van jonge mensen te be
vorderen.
Daarnaast bestaat het gevaar dat het
gezin door de ekstra inkomsten roy
aler gaat leven en dat van sparen
voor het kind weinig terecht komt.
Dit is niet gunstig voor het gezin én
niet voor het kind.
Immers wanneer het kind zelfstan
dig gaat wonen heeft het gezin niet
meer de beschikking over het ekstra
geld, terwijl het kind op het moment
van uitwonend worden niet de be
schikken heeft over enig spaargeld.
Het is redelijk dat verdienende kin
deren thuis zelf bijdragen in hun
kosten.
Daarnaast kan ook aandacht wor
den gegeven aan de verschillen tus
sen studerende en werkende kinde
ren. Studerende kinderen komen
i.v.m. allerlei mogelijkheden voor
studiefinanciering en ekstra kinder
bijslag slechts voor een beperkt deel
voor rekening van de ouders. Alle
mogelijkheden op dit gebied moeten
natuurlijk wel worden benut.
Voor studerenden dragen ouders iets
bij wat ze voor de verdienenden niet
doen. Het jaarlijks wegwerken van
deze verschillen kan tot het voorko
men van problemen in de toekomst
bijdragen. Dat hiervoor velerlei ma
nieren bestaan, waarover met elkaar
gesproken kan en moet worden is in
deze een prettige bijkomstigheid.
Het is verstandig dat de ouders in
voorkomende situatie de eerste stap
zetten tot een gesprek. Wacht echter
niet te lang. Een verschil van mening
voorkomen is beter en makkelijker
dan een verschil bijleggen
J.J.C. Zegers
Accountantsunie ZLM b.v.
Bergen op Zoom
GS van Zeeland stellen de kommis
sies Ruimtelijke Ordening en
bestuurszaken voor akkoord te gaan
met een verzoek van de Direktëur
Landbouw, Natuur en Openluchtre-
kreatie om uitbreiding van het in het
kader van de ruilverkaveling
'Breskens-Zuidzande' te verwerven
relatienotareservaatsgebied. De uit
breiding bedraagt 10 ha. De gebie
den zijn gelegen binnen de invloeds
sfeer van de Stichting Het Zeeuwse-
Landschap. Met verwerving van 10
ha kan een versnelde realisering van
in het ruilverkavelingsgebied gelegen
reservaatsgronden worden bereikt.
Met de ekstra uitbreiding is een be
drag gemoeid van 175.000,
De Miljoenennota 1990 meldt
dat het instrument landinrichting
binnenkort zal worden geëva
lueerd, met het oog op een Her
overweging van het beleid voor
de Begroting 1991.
Deze evaluatie wordt ondermeer
ingegeven door lange duur van
landinrichting; gemiddeld 27
jaar. Ontwikkelingen in de land
bouw zijn moeilijk in te schatten
over zo'n lange periode.
Met deze opmerkingen ben ik het
van harte eens. Er schuilt echter
een adder onder het gras. De toe
lichting spreekt namelijk ook
over een "begrotingstechnische
inflexibiliteit" als gevolg van de
lange projectduur. En ook over
"de doelmatigheid en effectivi
teit van de ingezette over
heidsmiddelen". Kortom: het
Ministerie van Financiën lijkt
vooral te willen heroverwegen
omdat de overheidsuitgaven voor
landinrichting voor een zeer lan
ge periode zijn vastgelegd.
Hieruit spreekt de bekende boek
houdmentaliteit van de Rijks
overheid: investeringen in toe
komst worden voor een belang
rijk deel beoordeeld op hun fi
nanciële gevolgen voor de begro
ting van volgend jaar. De kas
moet kloppen. Nu is daar niets
op tegen, maar de overheid zal
ook moeten investeren in de toe
komst. Landinrichting is zo'n
diepte-investering, die bovendien
voldoet aan de door het Kabinet
gestelde rentabiliteitseisen.
Het is trouwens nog niet zo lang
geleden dat landinrichting ook
onderdeel uitmaakte van een an
dere Heroverwegingsstudie
(1981). Bovendien is er de laatste
jaren zeer driftig bezuinigd op
het landinrichtingsbudget. In
1990 droeg het Rijk nog f 356
min bij. Dit is gedaald tot f 174
min in 1989.
'Links tot rechts'
Nu wil ik niet al te pessimistisch
zijn over deze nieuwe heroverwe
gingsstudie. Zeker niet omdat de
Minister van Landbouw in zijn
toelichting bij de Landbouwbe
groting 1990 opmerkt dat er meer
landinrichting nodig is om te
kunnen voldoen aan alle wensen
in het Natuurbeleidsplan en de
Landbouwstructuurnota.
Dat is hem trouwens onlangs nog
ingefluisterd in een unaniem ad
vies van de Centrale Landinrich
tingscommissie.
De vele overheidsplannen, die
behoren tot de over te nemen
boedel van dit Kabinet, vragen
een grotere inzet van het landin
richtingsinstrument. Dit wordt
erkend van "links naar rechts"
en van "boer tot natuurbescher
mer". Het uitvoeringsprogram
ma zal daardoor in mijn ogen
structureel verhoogd moeten
worden van 36.000 ha tot 50.000
ha per jaar. Bovendien moet het
budget met zeker f 60 min ver
hoogd worden.
Dit kan gefinancierd worden uit
de gelden die men vrij kreeg door
de WIR te schrappen en uit de
gelden die zijn uitgetrokken voor
de Vierde Nota, Natuurbe
leidsplan, Milieubeleidsplan en
Landbouwstructuur nota.
Bij de aangekondigde Herover
weging Landinrichting wordt
ook nog gezegd dat moet worden
bekeken of landinrichting anders
kan worden ingezet. Gedacht
wordt aan eenvoudige, snelle
projecten en projecten, waarbij
vooral één probleem wordt aan
gepakt.
Het accent ligt tot nu toe vooral
op integrale landinrichting: het
afwegen van de vele belangen in
het landelijk gebied.
Dit vraagt inderdaad meer tijd.
Als er slechts één probleem
wordt aangepakt, kan dit sneller
en wellicht goedkoper. Maar hoe
moet dit worden ingepast in
streek- en bestemmingsplannen?
Hoe moet worden omgegaan met
de andere belanghebbenden in
het project? Waar geven wij in
Nederland meer aandacht aan de
land- en tuinbouw, waar krijgt
de natuur voorrang en waar de
recreatie?
Vele vragen, die de her over we-
gingsgroep onder leiding van een
vertegenwoordiger van het Mi
nisterie van Landbouw mag
beantwoorden. Geen eenvoudige
klus, maar voor de toekomst van
land- en tuinbouw van zeer groot
belang.
Jan Brinkman
Algemeen secretaris
Op 3 oktober a.s. zal de heer J.
Houtekamer de Accountantsunie
ZLM na een dienstverband van bij
na 45 jaar officieel verlaten.
Nadat hij op 1 juli 1985 z'n 40-jarig
jubileum mocht herdenken, maakt
hij nu gebruik van de mogelijkheid
J. Houtekamer
om, bij het bereiken van de 63-jarige
leeftijd, vervroegd uit te treden. Ons
kantoor in Bergen op Zoom verliest
in de persoon van de heer Houteka
mer een gewaardeerde kracht. De
periode vanaf 1 juli 1945 wordt wat
het werk betreft gekenmerkt door
vele veranderingen in de belasting
wetgeving, toename van de ingewik
kelde bepalingen, forse uitbreiding
van de dienstverlening en veel aan
passingen in de verslaggeving. Met
een energieke en nimmer afnemende
inzet heeft de heer Houtekamer zijn
werk verricht en heeft hij zich terde
ge verdiept in de voorkomende wij
zigingen. Wij wensen de heer Houte
kamer dan ook te feliciteren met het
behaalde resultaat en hopen dat hij
na zijn uittreden nog vele jaren in
gezondheid van een welverdiende ar-
beidsrust mag genieten.
Kommissarissen, direktie en mede
werkers hebben op 28 september jl.
tijdens een feestelijke bijeenkomst in
restaurant 'De Nieuwe Kloof' af
scheid van de heer Houtekamer
genomen.
Direktie
Accountantsunie ZLM bv
Bergen op Zoom
CidOl:.