De maand oktober op het zuidwestelijk akkerbouwbedrijf
Bepaal gewichtsverliezen
aardappelen zelf
Waarom ontbreekt in uw bewaarplaats
nog steeds elektronische meetappara
tuur? Heeft u wel voldoende voelers?
Noteer tijdens de bewaring van uw
aardappelen wanneer, hoe lang en met
welke temperatuur wordt geventileerd.
Dankzij de vroege graanoogst en
het gunstige weer daarbij lagen
we duidelijk voor wat betreft het
uitvoeren van de werkzaamhe
den. Hierdoor was er ruim gele
genheid om stoppelbewerkingen
uit te voeren, te draineren en op
tijd groenbemestingsgewassen te
zaaien. Rond half september wa
ren er al bruine bonen gedorst en
zelfs al uien ingeschuurd. Wan
neer het weer het mogelijk maakt
zal in deze maand ook al een deel
van de vroeg gepote aardappelen
geoogst worden.
Let er op dat de bieterooier goed afgesteld is, zodat er zo weinig mogelijk
verlies ontstaat, maar ook zo weinig mogelijk tarra meegaat op de wagen.
Toch zal de maand oktober nog een
drukke periode worden. Door het la
te poten van aardappelen op de zwa
re grond en de trage ontwikkeling
zal de oogst hiervan zeker in oktober
plaatsvinden. Daarnaast zal het
grootste deel van de suikerbieten ge
rooid moeten worden, en moet er op
zaaivoor en wintervoor geploegd en
wintertarwe gezaaid worden.
Veiligheid
Denk ondanks drukte en spanning
aan de veiligheid van uzelf en ook
van anderen. Dit geldt zowel bij het
werken met machines als ook t.a.v.
medeweggebruikers. Bij dit laatste is
een goede verlichting op al uw voer
tuigen noodzakelijk.
Wintertarwe
Alhoewel het saldo van wintertarwe
matig is, blijft het toch een belang
rijk gewas in het bouwplan. Het is
onmisbaar voor de vruchtwisseling
en de bodem gezondheid.
Rassenkeuze
Bij de rassenkeuze zal naast de op
brengst en de bakwaardigheid de re
sistentie tegen gele en bruine roest en
de geschiktheid voor onderteelten
overwogen moeten worden. Hierbij
blijft het noodzakelijk rassensprei-
ding na te streven om de huidige re
sistenties van onze beste rassen zo
lang mogelijk te behouden. Maak
uw rassenkeuze aan de hand van de
resultaten van rassenproeven en ei
gen ervaringen. Bekijk de resultaten
echter wel over meerdere jaren.
Voor verdere informatie wordt ver
wezen naar het artikel over rassen
keuze wintertarwe.
Grondbewerking
Ploegen voor het zaaien heeft de
voorkeur boven kultivateren. Bij
kultivateren houdt de bouwvoor te
veel vocht vast, waardoor vaak een
te dunne stand in het voorjaar ont
staat. Ook machinaal zaaien, waar
door op gelijkmatige diepte gezaaid
wordt, verdient nog steeds de voor
keur boven breedwerpige zaai. Ook
gekombineerd zaaien en grondbe-
werken in één werkgang, waarbij de
zaaimachine achter de aangedreven
eg hangt, voldoet goed. Voorkom
verder op lichte en slempgevoelige
grond een te fijn zaaibed.
Zaaitijd
Nog steeds is de tweede helft van ok
tober de beste zaaitijd. Erg vroeg
zaaien, dat de laatste jaren meer
werd toegepast, moet in verband
met meer kans op o.a. voetziekten
ontraden worden. Hierdoor kan mo
gelijk op bestrijdingskosten
bespaard worden.
Zaaizaad
De zaaizaadhoeveelheid is afhanke
lijk van het D.K.G., dat op de label
staat vermeld, het zaaitijdstip en het
zaaibed. Het gewenste aantal plan
ten in het voorjaar bedraagt 200 a
220 per m2. Bij rijenzaai onder gun
stige omstandigheden betekent dit
300, bij een minder goed zaaibed of
breedwerpige zaai 350 en bij
november- of decemberzaai 400 kor
rels per m2.
Om de zaaizaadhoeveelheid per ha
te berekenen dient men 3-3,5 of 4
keer het D.K.G. te nemen, dat in on
derstaande tabel is weergegeven.
Hoeveelheid zaaizaad in kg per ha
Korrels per m2
D.K.G.
300
350
400
x 3
x 3,5
x4
45
135
160
180
50
150
175
200
55
165
190
220
Naast zaaizaadontsmetting tegen
kiem- en bodemschimmels kan het
nodig zijn het zaaizaad te ontsmet
ten tegen vreterij van de made van
de smalle graanvlieg of fritvlieg. De
smalle graanvlieg zet de eieren voor
al af in losliggende grond zoals in
tensief bewerkte stoppels. De made
veroorzaakt schade door het wegval
len van planten in het voorjaar. Om
dit te-voorkomen moet kort voor het
zaaien een aanvullende ontsmetting
met per kg zaaizaad 4 ml Dyfonate
25 EC toegepast worden. De frit
vlieg evenals de kniptor (larve van de
ritnaald) zetten hun eieren af op
grassen in de maanden augustus en
september en veroorzaken respektie-
velijk wegvallen van planten in het
najaar en het voorjaar. Wanneer
kort voor het zaaien gras is onderge-
ploegd is een extra behandeling van
het zaaizaad met 3 gram lindaan
20% per kg zaaizaad effektief en
sterk aan te bevelen.
Slakkenschade
Vooral na de voorvruchten karwij,
koolzaad en erwten en daarbij een
grofliggend zaaibed kwam de laatste
twee jaar ernstige schade door slak
ken aan wintertarwe voor. Ter voor
koming van schade moet op zware
grond getracht worden een niet te
grof en enigszins vast zaaibed te ver
krijgen. Men verkrijgt hierdoor een
vlugge opkomst en de slakken heb
ben minder schuilplaatsen. Wanneer
na bovenstaande voorvruchten tar
we gezaaid wordt en het zaaibed ligt
erg grof en u verwacht schade, dan
kan een bestrijding met slakkenkor-
rels, gemengd met de tarwe, toege
past worden. De hoeveelheid
Mesurol-slakkenkorrels is 3 kg per
100 kg zaaizaad, methaldehyde-
korrels 4 kg per kg zaaizaad.
Onkruidbestrijding
Wanneer in oktober tot begin no
vember tarwe gezaaid wordt en er
duist of kamille verwacht wordt is
een behandeling met een bodemher
bicide nodig. Voor informatie over
de middelen zie aktualiteiten 36:
Kennen en Kiezen. Bij latere zaai en
vooral op zwaardere gronden is toe
passing van een bodemherbicide na
het zaaien veelal niet nodig.
Aardappelen
Wondheling
Tijdens de periode, die 14 dagen
duurt, dient er in de bewaarplaats
gestreefd te worden naar een be-
waartemperatuur van 16°C en
een hoge luchtvochtigheid. Om het
produkt regelmatig van verse lucht
te voorzien, kondens te voorkomen
en de gewenste temperaturen te rea
liseren is het gewenst elke dag een
half uur te ventileren met geschikte
lucht. Wordt er onder natte omstan
digheden of met veel natte grond in
geschuurd of komen er zieke knollen
in de partij voor dan moet er eerst
gedroogd worden tot grond en aard
appelen winddroog zijn. Stort par
tijen met veel zieke knollen niet ho
ger dan 3,5 meter hoog.
Leg tijdens de het vullen van de
aardappelbewaarplaats - of laat
het door bijvoorbeeld een huisge
noot doen als u er tijdens de
drukke oogstwerkzaamheden
zelf geen tijd voor heeft - enkele
uienzakjes met elk 15 kg schone
aardappelen verspreid in de par
tij. Door deze monsters dan later
te wegen kunnen de gewichtsver
liezen tijdens de bewaring wor
den berekend.
Kiemremming
Na een droog en warm groeiseizoen
is de kiemrust van aardappelen kor
ter. Verder zijn afgerijpte gewassen
kiemlustiger dan groene gewassen,
zodat dit jaar de eerste behandeling,
bij vooral de vroeg gerooide partij
en, tijdig moet worden uitgevoerd.
Er zijn poedervormige en vloeibare
middelen beschikbaar.
Poedervormige middelen geven een
goede werking, doch de verwerken
de industrie heeft grote bezwaren.
Bij gebruik van vloeibare middelen
de eerste behandeling toepassen 2 a 3
weken na inschuren. De volgende
behandelingen uitvoeren om de 4 a 5
weken. Werk voor een goede verde
ling van het kiemremmingsmiddel
met een spuitdop van 0,8 mm. Veel
ventileren na de eerste behandeling
is niet goed! Daarom na de wondhe
ling eerst de temperatuur van de
aardappelen enkele graden omlaag
brengen voordat de eerste keer
wordt gegast.
Inkoelen
Na de periode van wondheling dient
het inkoelen snel te gebeuren. Dit
geeft de minste verliezen door vocht-
afgifte en ademhaling van de knol
len. De gewenste streeftemperatuur
ligt voor half oktober op ca. 10°C.
Sluit na het ventileren de luiken om
stijging van temperatuur en ge
wichtsverlies te beperken.
Gewenste bewaartemperatuur
De gewenste produkttemperaturen
voor de diverse bestemmingen bij
bewaring langer dan 3 maanden
zijn:
tafelaardappelen 4a 5°C
aardappelen voor frites en droogin-
dustrie 5 a 6°C
chipsaardappelen 7 a 10°C
Laat uw thermometers en elektroni
sche voelers kontroleren of ze de
juiste waarde aangeven!
Suikerbieten
Ook nu het areaal bieten in het
bouwplan door de quotering iets
verminderd is, blijft grondonder
zoek op bietecysteaaltje noodzake
lijk. Matige bietenopbrengsten door
aantasting van bietecysteaaltjes, dat
door onderzoek en of andere per
ceelskeuze voorkomen had kunnen
worden, zijn niet aanvaardbaar.
Laat vooral bij twijfel over besmet
ting uw percelen waar volgend jaar
bieten geteeld zullen worden nog
snel onderzoeken. Het is wel laat,
maar niet te laat!
Aanbevelingen voor goed rooiwerk
- De snelheid moet aangepast zijn
aan het gewas.
- Nakoppers op de ontbladermachi-
ne goed afstellen.
- Automatische diepteregeling en
aangedreven scharenlichters leveren
goed werk.
- Onder vochtige omstandigheden is
de rooidiepte minimaal 3 a 4 cm; te
ondiep rooien leidt tot puntbreuk,
evenals te snel rijden.
- Zeefraderen moeten enkele centi
meters vrij van de bodem draaien.
- Bij 2-fasen rooien en veel tarra aan
de bieten geeft enkele uren nadrogen
een grote tarrabeperking.
- Benut de gunstige periodes zoveel
mogelijk.
Graszaad
De uiterste zaaidatum van Engels
raaigras ligt rond 1 oktober. Tegen
duist en diverse breedbladige on
kruiden kan na opkomst bij mini
maal 2 blaadjes van het gras 7,5 - 10
liter ethofumesaat (Tramat) worden
toegepast. Overjarige percelen veld-
beemd begin oktober cirkelmaaien
of maaien en afvoeren. In veld-
beemd kan straatgras en/of duist tot
half oktober bestreden worden met
4-5 kg methabenzthiazuron (Tribu-
nil) eventueel gekombineerd met
TCA tegen tarweopslag. In rood-
zwenk en hardzwenk is tegen duist
en tarweopslag Fusilade en tegen al
leen duist ook Fervinal beschikbaar.
Uien
Uien drogen met opgewarmde lucht,
daarna afkoelen en het bewaren
vraagt veel aandacht van de teler. De
belangrijkste punten om een kwali-
teitsprodukt te krijgen zijn:
Na inschuren direkt drogen met op
gewarmde lucht van ongeveer 28°C
tot de halzen goed droog zijn. Dit is
meestal na 4 dagen het geval. De
temperatuur van de uien zal dan ook
ongeveer 28°C zijn.
Daarne moeten de uien worden "af
gekoeld" met buitenlucht die enkele
graden lager is dan de temperatuur
van de uien. De bedoeling hiervan is
om de temperatuur van de uien
slechts een 0,5°C per dag te laten da
len. Door deze langzame daling
wordt er veel uren geventileerd,
d.w.z. gedroogd. Bij te lage tempe
ratuur van de buitenlucht ventileren
met menglucht en/of de buitenlucht
opwarmen tot enkele graden lager
dan de temperatuur van de uien. Na
het ventileren steeds enige tijd intern
ventileren, om grote temperatuur
verschillen in de partij te voorko
men. Met het verlagen met 0,5°C
per dag doorgaan tot de gemiddelde
etmaaltemperatuur is bereikt. Dit is
eind september 14°C, half oktobei
12°C en eind oktober 10°C. Zodra
de temperatuur van de uien tot de et
maaltemperatuur is gedaald deze
temperatuur verder volgen en afkoe
len met 1°C per week.
Met deze wijze van werken blijft het
produkt steeds droog tot de ge
wenste bewaartemperatuur is
bereikt.
Mocht u nog vragen hebben over de
bewaring, dan kunt u steeds bij uw
bedrijfsvoorlichter terecht.
Ploegen
Vroeg en onder droge omstandighe
den op wintervoor ploegen van de
zware grond is gezien de slechte
struktuur, meer dan ooit gewenst.
De grond krijgt dan rust en tijd om
te verweren. Op zwaardere gronden
die erg grof vallen verdient het te
vens aanbeveling direkt na het ploe
gen een egaliserende bewerking uit te
voeren. Dit geldt vooral voor perce
len waar in 1990 fijne zaden gezaaid
of aardappelen gepoot moeten
worden.
Th.P. Hiel
Bedrijfsvoorlichter CAT Goes
Zaaien van wintertarwe voor half oktober geeft meer kans op optreden van
voetziekten en gerstevergelingsvirus.
12
Vrijdag 29 september 1989