Heffingen onaanvaardbaar Geen differentiatie bij pachtprijsverhoging ZLM kiest bij reorganisatie KNLC voor blokvorming met Zuid-Holland Zuid Grootste BD-centrum van Europa geopend Hoofdbestuur volhardt in afwijzing liberalisatie pacht Klein comité wil plan stimu lering bedrijfsvergelijking Bestuur KNLC over landbouwstructuurnota: Schapenhouderijproject uitdaging voor Zuidwestelijke schapenhouders Bestuur Landbouwschap: Het bestuur van het KNLC vindt de reactie van het Landbouwschap op de landbouwstructuurnota te lauw. Dit bleek tijdens de bestuurs vergadering van 5 september. Het Landbouwschap moet heffingen op kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen onvoorwaardelijk afwij zen. Het KNLC kan zich op hoofdlijnen vinden in de sectorvisie ak kerbouw. Laat de politiek daar nu maar een uitspraak over doen. De kritiek van het KNLC bestuur op de reactie van het Landbouwschap op de Landbouwstructuurnota richt zich vooral op de lauwe toonzetting van het document. Het Landbouw schap moet zich bijvoorbeeld duide lijk uitspreken tegen een heffing op kunstmest en gewasbescher mingsmiddelen. In maart is onder andere voor dit punt actie gevoerd. Daarbij ergert het bestuur zich aan de soms wollige taal. Fundamentele benadering De structuurnota is in de ogen van het KNLC-bestuur een paragraaf van het nationaal milieubeleidsplan. Een fundamentele benadering van de landbouwstructuur los van de actua liteit ontbreekt. Er wordt nauwelijks aandacht besteed aan de verwerking en afzet van produkten en een moge lijke verslechtering van onze concur rentiepositie. Ook Europa 1992 komt niet aan bod. Van belang voor de ge zondheidszorg, milieuwetgeving en noem maar op. Andere kritiekpunten van het KNLC op de landbouwstructuurnota, die in de landbouwschapsreactie gemist worden of onvoldoende uit de verf komen, zijn: Een van de grote lijnen in de nota is het pleidooi voor extensivering en bedrijfsvergroting. Het gaat volgens het KNLC vooral om vergroting van het aantal sbe's. En dat kan ook in tensivering inhouden. Het KNLC vindt dat het EG- landbouwbeleid voor de akkerbouw moet zijn gericht op kostprijsdek- kende prijzen. Dit geldt ook voor de roodveeproducenten. De reductie van 50% van het ge bruik van gewasbeschermingsmidde len is niet goed onderbouwd. Er wordt te weinig rekening gehouden met het feit dat boeren niet voor hun plezier spuiten. Verder wordt er geen gewag gemaakt van mogelijke alter natieven. Middelen mogen volgens het KNLC pas verboden worden als er alternatieven zijn. Het KNLC-bestuur vindt het zeer belangrijk dat de sectorvisie akker- Het hoofdbestuur van de ZLM heeft met instemming kennis ge nomen van het schapenhouderij project West- en Midden-Nederland. Doel van het project is om langs gestructureer de wegen te komen tot betere re sultaten in de schapenhouderij waarbij gewerkt moet worden via de lijn fokker - vermeerderaar - slachtlamproducent. Voor een beter rendement is no dig een kwalitatief goed lam en een zo hoog mogelijke lampro- duktie per ooi per jaar. De voor zitter van de veehouderij commissie W. van Veldhuizen: "De verenigingen van schapenhouders, de stands organisaties en de Gezondheids dienst voor dieren en de voorlichting hebben geploegd. Het zaaien is nu aan de schapen houders die daarbij moeten be denken dat de kosten voor de baat gaan. Bij de verhoging van de pachtnor men moet geen verschil worden ge maakt tussen bouwland en grasland. De pachtnormen mogen met niet meer dan 4 procent verhoogd wor den; de bedrijfsuitkomsten in de agrarische sector laten alleen een aanpassing toe op grond van de stij ging van de eigenaarslasten, zo vindt het bestuur van het Landbouwschap dat op 6 september in Den Haag ver gaderde. Het bestuur is het niet eens met mi nister Braks van landbouw die voor stelt de pachtnormen voor bouwland gelijk te houden en voor grasland met 8 procent te verhogen. De minis ter wil rekening houden met de slech te bedrijfsresultaten in de akkerbouw. Het pachtbeleid mag geen inkomensbeleid zijn, vindt het Landbouwschap. Bovendien zou de bedrijfsvorm te veel worden vastgelegd. Een boer moet de bestemming van zijn grond als bouwland of grasland steeds kun nen veranderen. Op bedrijven met zowel akkerbouw als weidegrond is bovendien de pachtprijs moeilijk te bepalen. Het Landbouwschap ver wacht bij verschil in pachtnormen veel procedures die de verhouding tussen pachter en verpachter kunnen verstoren. Niet in percentages Het Landbouwschap vindt verder dat de pachtnormen niet in percenta ges verhoogd moeten worden maar in bedragen. Dat zou betekenen dat pachters op zee-, klei, rivierklei, Vrijdag 8 september 1989 zand- en dalgronden vijftien gulden per hectare meer zouden betalen en voor veengronden tien gulden. Voor de boomkwekerij en bloembollen teelt zou er 75 gulden per hectare bij komen, voor de fruitteelt vijftien en voor de overige tuinbouwgrond 45 gulden per hectare. bouw in de reactie wordt verwerkt. Het KNLC is een tegenstander van de norm van drie graasvee-eenheden per ha. Het is onlogisch om te plei ten voor afschaffing van de melk quota en weer een nieuwe quotum in te voeren in de vorm van een graasvee-eenheid. Voor de stieren- mesters zal een dergelijke regeling rampzalig uitpakken. De in de nota génoemde scheiding tussen grondgebonden en niet- grondgebonden landbouw wijst het KNLC af. Het is een momentopna me, waarbij geen rekening wordt ge houden met toekomstige ontwikkelingen. Een dergelijke scheiding werkt structuurbevriezend. Het bestuur van het KNLC mist een financiële onderbouwing. In de nota staat niet aangegeven hoe het fiscale beleid kan worden verbeterd. De nota zegt over de varkenshou derij dat mesters nog maar van een fokker biggen mogen afnemen. Dit is funest voor de sector. Het Land bouwschap zelf is voorstander van vier fokkers per afdeling en maxi maal acht per bedrijf. Dit wordt in de reactie van het Landbouwschap gemist. Volgens de reactie van het Land bouwschap is de versoepeling van de pacht de belangrijkste reden voor grondmobiliteit. Het KNLC vindt juist dat bedrijfsbeëindiging de aan- en verkoop van grond bevorderd. De reactie van het landbouwschap gaat daar niet op in. Wat betreft de pacht is het KNLC het eens een vorm van tijdelijke pacht onder bepaalde voor waarden. Sectorvisie akkerbouw Het KNLC bestuur vindt de sectorvi sie akkerbouw, die onlangs is uitge bracht een goed stuk. Het bestuur is blij dat er niet gekozen is voor con- tingentering, maar voor de zoge naamde verplichte vrijwillige braak (verplicht per land, vrijwillig per boer). In de overgangsperiode is substantiële ondersteuning van de sector zeker gewenst, anders kan de akkerbouw geen nieuwe fase ingaan. Op de langere termijn moeten er af zetmogelijkheden worden gevonden in de non-foodsector. Op korte ter mijn biedt dit helaas geen soelaas. Daarom is ondersteuning zeker gewenst. De in de visie genoemde eisen zijn minimumvoorwaarden om de sector overeind te houden. Het KNLC- bestuur vindt dat de politiek nu aan zet is. Wat wil de Tweede Kamer en de minister voor de akkerbouw doen? Gelegenheidsarbeid Binnen het ASF-bestuur is over eenstemming bereikt over de gele- Onlangs is in Lelystad het in Europa grootste (380 ha) biologisch- dynamische landbouwcentrum symbolisch geopend door kommissaris van de Koningin in Flevoland de heer Lammers en de voorzitter van het bestuur van de Landbouwuniversiteit de heer De Zeeuw. De ope ning vond plaats doordat de heer Lammers een pallet met bd- produkten per heftruck in een vrachtwagen tilde, waar de heer De Zeeuw deze in ontvangst nam en verder transporteerde. Het hoofdbestuur van de ZLM heeft zich in haar vergadering maandag 4 september opnieuw uitgesproken te gen een in de Structuurnota Land bouw beoogde verdere liberalisering van de Pachtwet. Men is van mening dat er andere en betere methoden zijn om door de overheid beoogde mobiliteit van de grond en dus een areaalvergroting in de akkerbouw te bewerkstelligen. De voorzitter van de commissie Grondgebruik van de ZLM, de heer A.H. Munters, wees er op dat de in de structuurnota beoogde 2% netto rendement voor de pachtprijzen eveneens afwijzend is gereageerd. Het voorstel om het continuatierecht en de prijstoetsing van los land met beperkte oppervlakte (3 ha) te laten vervallen wordt resoluut van de hand gewezen. Dit zou ernstige gevolgen kunnen hebben voor met name de akkerbouw. Het hoofdbestuur van de ZLM heeft besloten om een klein comité te vor men (bestaande uit secretariaat, SEV en Accountantsunie ZLM) dat zal moeten bezien hoe het vergelijken van bedrijfsuitkomsten tussen boe ren onderling kan worden gestimu leerd. Daarmee werd direct gereageerd op een toelichting die het hoofd van de SEV, de heer J. Mar- kusse de hoofdbestuursleden gaf op het werkverslag van de SEV over het afgelopen jaar en over het program ma 1989/1990. De heer Markusse zei opnieuw te hebben geconstateerd hoe groot de verschillen zijn wat de kosten betreft op vergelijkbare bedrijven. Door meer naar het bedrijfseconomisch gebeuren op het eigen bedrijf en dat van een ander te kijken kan op menig bedrijf nog veel worden bespaard. Helaas vindt dit volgens het hoofd van de SEV nog veel te weinig plaats. Markusse pleitte verder voor een veel zakelijker houding bij de boeren wanneer met de handel zaken wor den gedaan. Daarmee worden fouten gemaakt die soms ernstige financiële consequenties hebben. Het hoofd bestuur sprak zijn waardering uit voor het werkverslag van de SEV en voor het programma dat het komen de jaar zal worden afgewerkt. genheidsarbeid. Gelegenheidsarbeid wordt toegestaan een periode van ze ven weken tussen half juni en half augustus en in de herfstvakantie. Voor hard fruit en asperges gelden andere periodes. De totale loonsom die vrij te verionen is mag niet uitko men boven de 1050 bruto. Het hoofdbestuur van de ZLM kan zich vinden in het commentaar dat het dagelijks bestuur heeft gegeven op de twee interimrapporten die het KNLC onlangs heeft uitgebracht nl. "Collectieve belangenbehartiging" en "Individuele dienstverlening". In het KNLC rapport "Collectieve be langenbehartiging" wordt o.m. gesteld dat, wil de belangenbeharti ging ook in de toekomst binnen het KNLC optimaal kunnen funktione- ren, er een samenwerking tussen de KNLC-organisaties in de aanliggen de provincies noodzakelijk is: de zgn. blokvorming. Wat deze blokvorming betreft is de ZLM van mening dat dit alleen kan werken wanneer de in de blokken sa menwerkende organisaties (op ter mijn) overgaan tot algehele fusie. Zoniet dan ontstaat er een extra bestuurslaag die eerder nadelig dan voordelig is voor het funktioneren van de KNLC-organisatie. De ZLM is wat de vorming van de blokken be treft verder van mening dat deze moet worden ingedeeld vanuit een blanco situatie, d.w.z. zonder reke ning te houden met de huidige werk gebieden van de provinciale maatschappijen. De ZLM opteert voor één zuidwestelijk blok wat zijn begrenzingen vindt in het Zuidweste lijk kleigebied, dus Zuid-Holland onder Rotterdam, provincie Zeeland en de provincie Noord-Brabant. De ZLM zet grote vraagtekens bij een blok West-Zuid t.w. de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Zee land en Noord-Brabant. Een derge lijk'blok lijkt organisatorisch niet werkbaar. De zorg van hoofd bestuurslid Hartgers dat de veehou derij in het eventuele te vormen nieuwe blok overschaduwd dreigt te worden door de akkerbouw, is onge grond. "We hechten eraan, zo verze kerde voorzitter Van der Maas dat ook sectoraal de ZLM zo algemeen mogelijk zal blijven. De ZLM hecht voorts zeer veel waarde aan een goe de communicatie tussen basis en top binnen het KNLC. Het is derhalve van belang dat de provinciale maat schappijen in allerlei organen van het KNLC vertegenwoordigd zijn. De ZLM zou graag zien dat de pro vinciale secretarissen meer bij het bestuurlijk overleg betrokken zou den worden. Bijvoorbeeld door hen ook als toehoorder bij de bestuurs vergadering aanwezig te laten zijn. Overigens vindt de ZLM het niet no dig dat de secretarissen automatisch plaatsvervangend bestuurslid zijn, maar dat de invulling overgelaten dient te worden aan de provinciale maatschappijen. Verder zet de ZLM vraagtekens bij het KNLC uitgangs punt dat een provinciale voorzitter niet tegelijkertijd ook voorzitter van een sectorale afdeling kan zijn. Vol gens de ZLM is dit niet praktisch. De ZLM pleit er daarom voor dat de mogelijkheid open blijft dat een pro vinciaal voorzitter ook sectorvoor zitter is. De ZLM onderschrijft het uitgangs punt van een vergaande vorm van sa menwerking op het gebied van voorlichting en dienstverlening in blokverband. Dit kan echter alleen funktioneren als de in de blokken sa menwerkende provinciale maat schappijen (op termijn) tot volledige fusie overgaan. Met betrekking tot het profijtbegin sel is de ZLM van mening dat dit in principe acceptabel is mits een zorg vuldige selectie per onderdeel plaats vindt. Voor het overige kan de ZLM zich in grote lijnen vinden in het ad vies van de werkgroep om de sociaal economische voorlichting en de dienstverlening samen te voegen en te organiseren in een beperkt aantal B.V.'s c.q. stichtingen SEV en dienst verlening.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 5