Ir. L.ThJ.M. de Wit: Zuidwestelijke akkerbouw moet specialiseren en intensiveren Stimulering Plantaardige Produktie uitdaging Veel lovende woorden bij afscheid Consulent De Wit Bulkprodukten hebben geen toekomst Vandaag, 1 september, vertrekt de consulent van de Landbouwvoor- lichtingsdienst in Zeeland, ir. L.ThJ.M. de Wit. Hij heeft de privatise ringsoperatie van de voorlichting van nabij meegemaakt en er zijn stem in gehad. Juist voor de nieuwe dienst operationeel wordt zwaait hij af. "Laten we maar zeggen, ga ik uit de aktieve dienst." Nog tot zijn pensioen over drie jaar gaat hij de pas in Zeeland opgerichte Stichting Stimulering Plantaardige Produktie van de grond helpen. Doel van deze stichting is het coördineren van talrijke in het land- bouwbedrijfsleven aanwezige initiatieven voor het telen van alterna tieve gewassen, andere aanwendingsmogelijkheden van gewassen en nieuwe verwerkingstechnieken. De Wit werd kort na zijn studie in Wageningen benoemd tot rijksland- bouwconsulent voor Zeeuws- Vlaanderen. In 1963 begon hij in die funktie zijn loopbaan in Axel en sinds de samenvoeging van de 6 Zeeuwse consulentschappen in 1969 werd hij in die funktie benoemd voor heel Zeeland. Hij zegt in die 26Vi jaar nog nooit zo'n snel personeels verloop gezien te hebben bij zijn dienst als de laatste jaren. Hij be treurt dat zeer. Twee belangrijke ver klaringen zijn daarvoor aan te wijzen: de discussie over de privatise ring van de dienst die veel onzeker heid met zich mee heeft gebracht en de toenemende concurrentie. "Maar dat is vriendelijke bedoeld" - op het terrein van de voorlichting door banken, coöperaties en particu liere bedrijven. De Wit wil hier na drukkelijk een misvatting rechtzetten. "Het zijn niet per defi nitie de beste mensen die naar het bedrijfsleven zijn overgestapt, nee het zijn juist de jonge, pas door ons opgeleide voorlichters die zijn ver trokken. Hij heeft daar overigens wel begrip voor. De voorlichters kiezen voor een werksituatie die hen meer zekerheid geeft. Transfersom Bovendien zijn de arbeidsvoorwaar den en de pensioenvoorzieningen bij de overheid de laatste jaren relatief achteruitgegaan. Ook begrip voor het bedrijfsleven dat op deze manier goede medewerkers aantrekt die gra tis zijn opgeleid. Voor dit knelpunt heeft de consulent overigens een oplossing gevonden: De overheid zou net als in. de voetbalwereld de jonge werknemers een contract moe ten laten tekenen en de bedrijven die hen willen aantrekken en transfer som moeten laten betalen. Daarmee kun je deels het snelle verloop van je pas opgeleide mensen temperen, ter wijl je als werkgever dan bovendien een flinke vergoeding ontvangt voor de kosten die zijn gemaakt voor de opleiding." De Wit vreest dan ook dat wanneer de nieuwe Dienst Land bouw Voorlichting (DLV) niet loyaal wordt bejegend er nog meer mede werkers op zullen stappen". En ze staan sterk want de vraag is groter dan het aanbod. Bovendien is de uit gangssituatie met betrekking tot de personele bezetting al niet zo best want veel nieuwe teams zijn nog on derbezet. Er zouden momenteel ca. 160 vacatures zijn bij de nieuwe dienst. Ook het team van De Wit is op dit moment te klein, maar hij heeft er goede hoop dat zijn opvol ger, voorzover daar in de nieuwe si tuatie formeel sprake van kan zijn, op volle sterkte zal kunnen begin nen. Hoewel individuele voorlichting in het DLV-programma staat heeft De Wit het idee dat men daar in de praktijk door de te kleine teams niet veel aan toe zal komen. Groepsvoor- lichting zal het accent wel krijgen. Overigens kan VITAK veel werk overnemen, immers de DLV kan daar haar boodschappen inbrengen vooral over de teelttechniek. Hij ziet voor de DLV vooral een taak bij de advisering over de samenstelling van het bouwplan en het totale bedrijfs- gebeuren. Uiteraard heeft de voorbereiding van de privatisering veel van zijn tijd opgeslokt. Maar ik heb altijd voldoende de kans gehad om onze bezwaren in te brengen. Ik De Wit gaat voor hij echt met pensioen gaat nog drie jaar wer ken bij de pas opgerichte Stich ting Stimulering Plantaardige Produktie in Zeeland. "Best toch nog een uitdaging, zo voel ik dat tenminste. Moeilijk te zeggen wat het wordt. Als belangrijkste taak zie ik het onderzoek van de reali teitsgehalte van verschillende bij boeren en andere levende ideeën over nieuwe gewassen, produktie- methoden en verwerking. Ook de coöperaties en de industrieën ga ik nadrukkelijk bij deze zaken betrekken. Als men van mening is dat er een crisis is in de akker bouw dan moeten we de proble men gezamenlijk oplossen en nieuwe ideeën samen verwezenlij ken. was het niet altijd geheel eens met de besluiten, maar heb me toch in de compromissen kunnen vinden. Ik ging er daarbij altijd van uit dat het politieke besluit om te bezuinigen er was en dat we er daarom maar het beste van moesten maken." Niet gefrustreerd Terug naar zijn oude vertrouwde voorlichtingsdienst waar in de loop van de tijd veel is veranderd. Hij be treurt het dat de dienst een aantal za ken nu niet meer kan doen, zoals het uitgeven van een jaarboek over de agrarische ontwikkeling in de pro vincie en het maken van studies. Jammer. Het moet nu bij een paar Aktualiteiten blijven. Maar de be hoefte bij de boer aan informatie en de aard ervan is ook veranderd. Boe ren zijn beter opgeleid vooral wat de teelttechniek betreft. Ook zijn er na tuurlijk meer aanbieders van infor matie gekomen zoals de banken, de coöperaties en de particuliere bedrij ven. De Wit is daardoor zeker niet gefrustreerd geraakt. In de loop van de tijd hebben we elkaar bij de boer redelijk kunnen vinden. "Sterk punt van ons blijft natuurlijk de objectivi teit. Coöperaties en handel zullen niet altijd even objectief zijn, maar grote brokken komen daar toch niet van. Vergeet niet dat zij sterke con currentie hebben. En een verkeerd advies komt als een boemerang te rug. Voordeel van de particuliere voorlichting is wel dat ze wat verder vooruit kunnen lopen met hun ad viezen. Wij zijn dikwijls ook wel op de hoogte van de nieuwste ontwikke- Heel agrarisch Zeeland heeft woens dagmiddag in "De Prins van Oran je" afscheid genomen van Consu lent Akker- en Tuinbouw, ir. L.ThJ.M. de Wit. De Wit, een boe renzoon uit het West-Brabantse Nieuw-Vossemeer vertrekt na 26V2 jaar leiding te hebben gegeven aan de landbouwvoorlichtingsdienst in Zeeland. Tot zijn pensionering over drie jaar neemt hij de coördinatie op zich van de Zeeuwse Stichting Sti mulering Plantaardige Produktie. Bij zijn afscheid waren er veel loven de woorden. Ir. K.J. van Ast, direkteur Akker en Tuinbouw van het ministerie van landbouw kenschetste de vertrek kende Consulent als sympathiek en aardig. In zijn werk was hij bemin nelijk en een man van het compro mis. Hij zei zich goed voor te kun nen stellen dat de Consulent vertrekt voordat de nieuwe Dienst Land bouw Voorlichting van start gaat, temeer omdat hij al veel reorganisa ties heeft meegemaakt. Namens het agrarisch bedrijfsleven en de Provin- Na afloop van het officiële gedeelte was er een drukbezochte receptie. Hier wordt de heer De Wit de hand gedrukt door de direkteur van Accountants unie ZLM de heer B. Veerbeek. ciale raad voor de Bedrijfsontwikke ling noemde de heer H.C. van der Maas de vertrekkende consulent een bescheiden, rustig en integer per soon, en van de drijvende krachten achter de akties "Rekenen voor beslissen" en "15-30 ha. bedrij ven". Voorts heeft hij samen met de oud-direkteur Lavo ir. W. Tacken en oud-ZLM-voorzitter de heer A.J.G. Doeleman de Tak- organisatie Akkerbouw Zeeland op gericht. Gezien zijn kwaliteiten zei hij veel van De Wit te verwachten in diens nieuwe funktie van coördina tor bij de Stichting Stimulering Plantaardige Produktie. Namens het personeel sprak de heer J.M. van der Weele tenslotte woorden van dank en respect voor de prettige samen werking en de goede verstandhou ding met het personeel. Dat bleek o.m. uit het feit dat zijn deur altijd open stond. In zijn dankwoord riep De Wit de verschillende sectoren op vooral de eenheid en solidariteit in de landbouw in stand te houden. Na afloop van het officiële gedeelte was er een drukke receptie. Ir. L.Th.J.M. de Wit. lingen en middelen maar moeten wachten tot het is goedgekeurd. Dat is voor mijn medewerkers in het veld wel eens frustrerend. Er wordt dan gauw gezegd dat we achterlopen maar dat valt best mee." Samenwerken Het is hard maar nog steeds blijf ik erbij, zo wil De Wit bij zijn afscheid kwijt, dat de boeren in Zeeland ach terblijven op het terrein van de be drijfseconomie. Aan het totale gebeuren op het bedrijf wordt maar weinig gerekend. Hij meet dat o.m. af aan de aktie "Rekenen voor beslissen" die nog steeds geen succes genoemd kan worden. En op econo misch gebied zijn er nog veel bespa ringen mogelijk, zo is zijn stellige overtuiging. Zo kunnen de boeren meer samenwerken met de machines en kun je je afvragen of de laatste stikstofkosten wel opwegen tegen de hogere opbrengsten. Zo zijn er meer voorbeelden. Goed rekenen kan al gauw duizenden guldens opleveren. Dat geldt ook voor het verkopen van het produkt, waar veel boeren in de contractsfeer onzorgvuldig zijn en nogal eens een steek laten vallen. Rimpels Praten over de bedrijfsstructuur en het bouwplan leidt meteen tot een zichtbare verdieping van de rimpels in zijn voorhoofd. De Wit: "Laten we de gewassen eens langs lopen. Voor granen zijn onze bedrijven te klein. Bij bieten spelen het Rhizoma- nieprobleem en de zoetstoffen die een bedreiging zijn voor deze teelt. - "Dat begrijp je overigens niet in de ze tijd, waarin mensen zo hechten aan natuurzuiver....". - Bij uien zullen we het vooral moeten hebben van de verwerking in de industriële sfeer. Daar is nog veel onderzoek nodig. Overigens constateert hij dat we in ons land de uienmarkt nog steeds niet kennen. Net als bij aardappelen moeten we uien gaan telen voor deel markten. In de bulkproduktie ziet hij dus nauwelijks perspectief, ook niet voor bijvoorbeeld ethanol. Dat past niet in ons land want dan werk je met bodemprijzen. Overigens wel doorgaan met het onderzoek naar al ternatieve aanwending maar de pro duktie overlaten aan andere landen." Zijn conclusie is duidelijk: "We zit ten met tarwe en suikerbieten niet goed, onze bedrijven zijn daarvoor te klein. Maar daar hoeven we aller minst treurig om te zijn. Het zuid westen heeft sterke pluspunten zoals het klimaat, de deskundigheid van de boeren en de afzetmarkten om ons heen. Die situatie vraagt gewoon om specialiteiten. Mentaliteit Intensiveren dus waar mogelijk. Hij noemt ze op: glasgroenten, bloemen, bloembollen, zaaizaden, graszaad, boomkwekerij produkten en fruit teelt. "Voor het opstarten of uitbrei den van deze teelten is wel een mentaliteitsverandering nodig. Men zal de moed moeten hebben om van de trekker te komen. De Wit schetst de wat afwachtende mentaliteit aan de hand van een zelf meegemaakt voorbeeld. Een boer in Zeeuws- Vlaanderen wilde de teelt van bollen wel eens proberen. Aangezien het voor hem iets nieuws was waaraan wat risico zat, zocht hij zijn slechte stukje grond er voor uit. De op brengst was met gevolg ook slecht. Dat werd dus meteen als excuus ge bruikt om geen bollen meer te gaan telen. In plaats van voor iets nieuws de beste grond te pakken.... Voor glasgroenten ziet hij vooral op Wal cheren mogelijkheden mits niet te klein van opzet. "Onlangs was ik in IJsselmond. Daar moet veel glas weg. Is Zeeland in de markt? Nee, men pakt het niet op. Kijk maar 'es wat in de Plukma- dese polder van de grond is geko men. Misschien moeten we hier de glasgroentetelers dan maar importe ren." Hij zal er bij de Stichting Sti mulering Plantaardige Produktie nader onderzoek naar doen. "In die nieuwe funktie kan ik wat onafhan kelijker optreden dan als consulent", merkt hij terloops op. Overigens lijkt deze ontwikkeling in de weg te worden gestaan door het streekplan van de provincie en de di verse bestemmingsplannen. De pro vincie wil het landschap open houden maar anderzijds moet het platteland bevolkt blijven. Daarvoor heb je dit soort ontwikkelingen toch nodig. Nieuwe teelten is één, maar ook de bedrijfsstructuur van de blijvende akkerbouwbedrijven dient verbeterd. Soms is vergroting gewenst, in ande re gevallen moet het worden gezocht in intensivering. Wie niet mee wil gaan zal vroeg of laat af moeten haken. Zo hard is het. De Wit her innert zich nog hoe het consulent schap in 1964 nog berekende hoe je een arbeider op het bedrijf aan het werk kon houden. Nu moet de boer aanpassen of zelf verdwijnen. Een proces waarmee overigens niet alleen boeren worden geconfronteerd. Ook in andere bedrijfstakken heeft zo'n sanering plaats gehad en daar lag het alternatief dikwijls buiten het oude bedrijf terwijl boeren als ze kiezen voor een aanpassing veelal op het be drijf kunnen blijven. Maar ik be grijp erg goed hoe moeilijk het is.... Akties De vraag wat het Consulentschap de afgelopen kwart eeuw in Zeeland nu precies heeft bereikt, is gemakkelij ker gesteld dan beantwoord. "Is moeilijk te meten. Je staat midden tussen allerlei ontwikkelingen in, doet er aan mee, stimuleert, geeft er mee richting aan maar meten wat je concreet bereikt hebt is moeilijk. Na tuurlijk zijn er gerichte akties ge weest zoals bij de grondverbetering met groenbemesters maar onze bij drage kun je natuurlijk nooit precies aangeven. Dat is natuurlijk wel spij tig want iedereen wil natuurlijk het resultaat van zijn inspanningen zien. Het samen met bestuurders en boe ren zoeken naar betere en effectievere werkwijzen heeft De Wit in zijn werk het meest aangesproken. Met toewij ding heeft hij zich ingezet voor de studieclubs, de verenigingen voor be drijfsvoorlichting, voor de vorming vrij recent van de Takorganisatie Ak kerbouw Zeeland, TAZ, de Proef- boerderij, het Rundveesyndicaat enzovoorts. "Kleine organisaties sa men brengen tot grotere dat heeft me altijd sterk aangesproken." "Mijn beste eigenschap? Van dertig mensen een team maken. Ik weet niet hoe ik het doe, maar ik heb het ge voel dat het me steeds is gelukt van de medewerkers een gemotiveerd team te maken. Ik heb er in al die ja ren met ca. 100 samengewerkt en er van 77 keer afscheid moeten nemen. Nu hoeft dat niet meer, en wordt er afscheid van mij genomen...", zo zegt De wit blijmoedig, want ondanks te genslagen in zijn privéleven en op het werk verloor hij nooit de moed en zijn gulle lach.... J. Wierenga.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 13