Voorstel tot inhoudelijke vernieuwing agrarisch voortgezet onderwijs GS willen hardere aanpak illegaal kamperen, ook bij de boer Ir. H.M. van vierde 25-jarig der Weele jubileum Kwaliteit voorop op Agrarische open dag Altena-Biesbosch Versterking kwekersrecht bepleit Grondwater blijft belangrijkste bron voor drinkwatervoorziening De ontwikkeling van het onderwijs is een belangrijk onderdeel van het proces van AOC-vorming, om rede nen van: verbetering van de afstem ming van het onderwijs op de ar beidsmarkt, de veranderingen in de agrarische sektor en de verbetering van het onderwijsbedrijf zelf. Een centrale rol in het geheel spelen goed herkenbare diploma's en certifika- ten, de zogenoemde kwalifika- tiestruktuur. De minister van landbouw dient voor februari 1990 de diploma's en certifikaten voor het agrarisch voortgezet onderwijs inhoudelijk vorm te geven en vast te stellen. De ze verplichting volgt uit de wets voorstellen 'Sektorvorming en Ver nieuwing van het Middelbaar Be roepsonderwijs' (SVM) en de 'Wet Cursorisch Beroepsonderwijs' (WCBO). Het ministerie van landbouw organi seert dit najaar op basis van de dis- kussienota 'Diploma's en certifika ten' een aantal konferenties met on der meer vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, het onderwijs en de schoolbesturen over dit onderwerp. Na de inspraakronde zal een advies 'Diploma's en certifikaten' worden opgesteld. Dit advies zal worden voorgelegd aan de Sektor Advies groep Landbouw Voortgezet Onder wijs (SALVO) en de Onderwijsraad. Op basis van de adviezen zal de mi nister vervolgens de kwalifika- tiestruktuur voor het agrarisch voortgezet onderwijs vaststellen. Scholen, die de nieuwe struktuur on derwijskundig voldoende inhoud kunnen geven, zullen reeds in het schooljaar 1990-1991 eksperimenteel kunnen starten. Er wordt naar gestreefd in 1992-1993 de nieuwe kwalifikatiestruktuur in te voeren voor alle scholen. Volgens de diskussienota zal het agrarisch onderwijs een nieuwe on derwijskundige struktuur krijgen. Zo zullen de opleidingen meer afge stemd worden op de eisen van de ar beidsmarkt en zullen de leerlingen zonder grote problemen kunnen overstappen naar de verschillende opleidingswegen binnen een AOC. Tevens zal het rendement van het onderwijs verbeterd kunnen wor den, onder andere doordat minder leerlingen zonder diploma het on derwijs verlaten. Ook zal de prak- tijkkomponent van het onderwijs moeten worden versterkt. In de nieuwe struktuur staat het prakti sche handelen centraal. Dit zal o.a. de aansluiting tussen theorie en praktijk ten goede komen. In de dagscholen zullen 2-, 3- en 4-jarige leergangen worden ingericht in plaats van de huidige KMAO, MAO-B en MAO-A opleidingen. De leerlingwezen opleidingen zullen als regel 2-jarig zijn. Eén AOC zal bestaan uit één of meerdere afdelingen. De afdelingen plantenteelt en veehouderij zijn de zogenaamde kernafdelingen. Plan tenteelt maakt deel uit van ieder AOC en veehouderij van vrijwel ie der AOC. Daarnaast kunnen de AOC's zoge naamde specifieke afdelingen heb ben, zoals levensmiddelentechnolo gie, bloemschikken en groenvoorzie ningen. De specifieke afdelingen worden toegewezen op grond van de vraag op de arbeidsmarkt in grotere gebieden en kennen afwijkende be kostigingsvoorwaarden De zogenaamde vakafdelingen wor den verbonden aan een enkel AOC. Vakafdelingen zijn bosbouw en kui tuurtechniek, dierverzorging en ve terinaire ondersteuning of biologisch-dynamische land- en tuinbouw. Deze vakafdelingen ken merken zich door een bijzondere re latie met het bedrijfsleven. Op de 9e Agrarische Open Dag in 'Altena-Biesbosch' werden op de 12 deelnemende bedrijven ca. 3.780 bezoeken gebracht (in 1988 13 bedrijven 4.071). Zeven deel nemers kregen meer bezoekers dan in 1988. De zomerse tempe raturen en de vele andere aktivi- teiten in de regio hebben toch wel bijgedragen tot wat minder be zoekers, zo denkt de organisatie. Deelnemende bedrijven zijn van mening dat bezoekers zeer ge richte belangstelling hadden het geen zeker weer bijdraagt tot een gericht stuk public relations naar het publiek toe. De organisatie meent dan ook te mogen spreken van een geslaagde dag waarin kwaliteit voorop stond boven een grote stroom bezoekers die niet altijd goed op te vangen is. Een herhaling in 1990 is daarmee al weer zeker. Als alle reguliere kampeerterreinen in Zeeland volledig bezet zijn, moet er geen ekstra kapaciteit tijdelijk bij komen. Zeeland is dan vol. Voor hulp in nood zouden er alleen voorzieningen mogen worden ge troffen om rekreanten gedurende één nacht aan onderdak te helpen. Gedeputeerde Staten van Zeeland adviseren de Zeeuwse gemeente besturen deze regels als algemeen uitgangspunt te hanteren. Op cactus- en vetplantenbedrijf Van Donkelaar te Werkendam kon den ruim 400 bezoekers worden ontvangen. Op het bedrijf worden duizenden verschillende soorten planten zelf opgekweekt GS raden de gemeenten ook aan zelf de noodterreinen beschikbaar te stel len, bijvoorbeeld in een regionaal sa menwerkingsverband. Gebleken is dat partikuliere overloopterreinen veelal oneigenlijk funktioneren. In de praktijk komt het neer op een uit breiding van de reguliere kampeer- kapaciteit. Ook de ekstra kapaciteit op kampeerterreinen bij de boer, be doeld voor de piekopvang, wordt volgens GS oneigenlijk gebruikt. Op de noodterreinen moet er dan streng de hand aan worden gehou den dat men er maar één nacht blijft. Pas als er in de wijde omge ving geen plaatsje meer te vinden is, zouden de gemeenten de noodterrei nen moeten openstellen. GS merken hierbij op dat zeker overdag als regel kan worden doorverwezen naar kampeerterreinen elders in de pro vincie. Om het illegaal kamperen terug te dringen geeft het provinciaal bestuur de Zeeuwse burgemeesters in over weging bij rijkspolitie en justitie aan te dringen op een strenge aanpak en waar nodig op gerichte akties. De bliksemakties van de politie van en kele jaren terug hebben zeer preven tief gewerkt. Het verheugt gedeputeerde staten dat er voor de Brouwersdam onlangs een werkgroep is ingesteld die zich zal buigen over maatregelen om het illegaal kamperen op de dam tegen te gaan. De maatregelen zouden nog dit seizoen effekt moeten sorteren. GS vinden het een taak van de VVV's in Zeeland (waaronder de provinciale VVV) om de rekreant duidelijk te maken dat er alleen op de reguliere terreinen mag worden gekampeerd en dat Zeeland het prin cipe huldigt van 'vol is vol'. Bij voorkeur moet men dit al voor zijn vertrek naar Zeeland weten. Als er in het hoogseizoen nog ruimte is, moet de informatie hierover snel én goed worden doorgegeven aan de rekreant. In dit verband vinden GS het van belang dat de VVV-kantoren in het hoogseizoen langer en ook tij dens het weekeinde zijn geopend. Ook met het toeristisch-rekreatief informatiesysteem 'Zeeland-Zien' kan de rekreant worden geïnfor meerd. Het is dan wel zaak dat de VVV's èn het bedrijfsleven de nood zakelijke informatie steeds tijdig doorgeven. GS verzoeken de Zeeuw se gemeentebesturen zowel de lange re openstelling van de VVV's - als 'belangrijkste aktuele informatie bron' - te bevorderen als de tijdige doorgifte van gegevens waar moge lijk te stimuleren. De heer Van der Weele is als vakdo cent ekonomie verbonden aan de Rijks Middelbare Agrarische School te Goes. Hij begon zijn onder wijsloopbaan 25 jaar geleden aan de RLWS (Rijkslandbouwinterschool) te Schoondijke. Aan deze school, nu RMAS geheten, verzorgde hij tot in 1977 maar liefst 13 vakken. Al vanaf 1972 ging hij ook lessen verzorgen aan de RMAS te Goes en kwam in 1977 in een volledig dienstverband aan deze school. Zowel de 25 jaar onderwijservaring als de vele vakken die hij heeft gege ven kenmerken de jubilaris als ie mand die in vele markten thuis is. Thans verzorgt hij de 2-jarige MAS- Het waterverbruik in Nederland zal in het jaar 2000 ten opzichte van 1988 naar verwachting met 205 mil joen m3 toenemen. Om in deze groeiende behoefte te voorzien, zul len de waterleidingbedrijven bij voorkeur grondwater gebruiken, omdat dit in vergelijking met opper vlaktewater van betere kwaliteit is. Het gebruiken van meer oppervlak tewater voor de drinkwatervoorzie ning is daarom voorlopig niet aan de orde. De VEWIN vindt oppervlaktewater als alternatief alleen akseptabel wan neer dit een zodanige kwaliteit heeft, dat hieruit drinkwater kan worden bereid zonder bijzondere zuive ringstechnieken. Uit het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP) blijkt ech ter dat het nog zal duren voordat op pervlaktewater een gelijkwaardig al ternatief is voor grondwater. Dit staat in de beleidsnotitie 'Drinkwa terbronnen moeten nu beschermd', die tesamen met de jaarbrochure 'Grondwater' door de voorzitter van de VEWIN, mr. S. Patijn, aan de minister van Milieubeheer, drs. E.H.T.M. Nijpels, is aangeboden. Verontreiniging van de bronnen Tot nu toe zijn de problemen, ont staan door verontreiniging van het grondwater, vooral opgelost door aanvullende zuiveringstechnieken Maar om een duurzame drinkwater voorziening te kunnen realiseren, moeten op korte termijn preventieve maatregelen worden genomen. Het Nationaal Milieubeleidsplan is op dit punt niet daadkrachtig genoeg, aldus de VEWIN. De VEWIN stemt weliswaar in met de doelstellingen, maar maatregelen op het gebied van bestrijdingsmidde len en meststoffen moeten evenals de sanering van het oppervlaktewa ter sneller worden uitgevoerd dan de gefaseerde aanpak van het NMP aangeeft. Een verdere belasting van het milieu en van het grond- en op pervlaktewater moet worden voor komen. Dit betekent dat de veront reiniging van de grondstof voor drinkwater zo snel mogelijk en di- rekt aan de bron moet worden bestreden. Alleen dan is een be trouwbare drinkwatervoorziening te handhaven. Het kwekersrecht moet versterkt worden, wil het ook in de toekomst zijn funktie in de plantenveredeling kunnen blijven vervullen. Dit is noodzakelijk om een goede afstem ming te bewerkstelligen met het oc trooirecht, dat bij de toepassing van biotechnologische werkwijzen in de plantenveredeling een steeds belang rijkere rol gaat spelen. Dit schrijft minister Braks (land bouw) in een notitie, die hij op 23 ju li jl. mede namens staatssekretaris Evenhuis (ekonomische zaken) aan de Tweede Kamer heeft gezonden. De bewindslieden kiezen als uit gangspunt dat de ontwikkeling van nieuwe rassen niet in gevaar mag ko men en dat zowel de planten verede laar als de ontwikkelaar van biotech nologische technieken een redelijke vergoeding moeten kunnen krijgen. In hun notitie Zoeken de bewindslie den zo veel mogelijk aansluiting bij recente ontwikkelingen in Europees verband. Zo heeft het Europees oc trooibureau recent een octrooi ver leend, dat mede betrekking heeft op een plant. Dat wil zeggen: de patent claim omvatte niet alleen octrooi op de werkwijze, maar ook het resul taat; de plant. In Brussel vinden op dit moment on derhandelingen plaats over een ont werp EG-verordening inzake een Europees kwekersrecht en een ont werp EG-richtlijn inzake de bescher ming van biotechnologische uitvin dingen. Ook de landen die zijn toe getreden tot het Internationale ver drag inzake de bescherming van kweekprodukten (UPOV), - waar onder Nederland - beraden zich over mogelijkheden om het kwekersrecht te versterken. De ontwerp EG- verordening voorziet in een systeem waarbij een volgende kwekersrecht houder aan zijn voorganger een ver goeding verschuldigd is, indien zijn ras in belangrijke mate op het eerste ras voortborduurt. Licentie De bewindslieden trekken deze lijn door naar de relatie tussen octrooi en kwekersrecht. Voor de onderlinge relatie tussen octrooien kent onze Rijksoctrooi wet ook een konstruk- tie, waarbij de octrooihouders ver plicht zijn elkaar een licentie te ge ven, indien men van een eerder ver leend octrooi gebruik moet maken. Volgens de bewindslieden kan op die manier ook de relatie worden gere geld tussen, iemand die kwekersrecht op een ras heeft, dat uit planten bestaat, die via octrooi zijn be schermd. In een dergelijk systeem bestaat er geen bezwaar tegen het verlenen van octrooi op planten. Im mers voor rassen blijft het kwekers recht van toepassing. De octrooi- H.M. van der Weele B en de 3-jarige MAS-A opleiding het vak bedrijfsekonomie en de dif ferentiatie kommerciële ekonomie. In beide vakgebieden is kennis van de bedrijfsvakken akkerbouw, vee houderij en de fruitteelt vanaf pro- duktie tot en met de afzet een nood zaak. Naast deze lessen in de dag opleidingen verzorgt de heer Van der Weele al vele jaren, in samenwer king met SEV-ers (sociaal ekono- misch voorlichters) en deskundigen van banken en ondernemers, de kur- sus EVTO (ekonomische vorming toekomstige ondernemers). Vele oud-leerlingen die na enige jaren be drijfservaring deze kursus gaan vol gen om een goed financieel uitge werkt bedrijfsopvolgingsplan op te stellen weten dat de komma op de juiste plaats moet komen te staan. Zijn gewaardeerde inbreng op het beleidsmatige vlak wordt ook onder schreven met nog een vijftal aktieve funkties in besturen van scholen, verenigingen en bankwezen. In een personeelsbijeenkomst heeft de heer ir. H. Laros, direkteur van de RMAS-Goes, namens het perso- neelsteam de heer Van der Weele ge luk gewenst met dit jubileum en de wens uitgesproken nog graag vele ja ren van zijn inzet en kwaliteiten ge bruik te mogen maken. houder kap de exploitatie van het ras niet beletten, maar heeft recht op een redelijke tegemoetkoming. Wel is voor zo'n konstruktie een wijzi ging van de Zaaizaad- en Plantgoed- wet en de Rijksoctrooi wet nodig. Vrijdag 30 juni 1989 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 4