KNLC kommentaar over geld en goed Terug van weggeweest SEV en KNLC verwacht verdere stijging van het aantal akkerbouwers in financiële problemen Snellere afwikkeling procedure kroonberoep inzake bestemmingsplannen Kippenhuisvesting: fladdervoorstel Omzetting kleinschaligheidstoeslag in investeringsaftrek Voor veel scholen zit de eksa- mentijd er op en sommige ex- scholieren zullen overwegen om thuis op het bedrijf te gaan wer ken. De beloning van het mee werkende kind kent verschillende vormen. Elke mogelijkheid kent z'n specifieke gevolgen voor de sociale verzekeringswetten en de te betalen belasting. Loondienst met verplichte verze kering Uw zoon of dochter werkt dan in loondienst en is verplicht verzekerd voor de ZW (eerste jaar arbeidson geschiktheid), WW, WAO (na eerste jaars arbeidsongeschiktheid) en ziektekosten. Vanaf het 21ste jaar eveneens voor een pensioen. Uiter aard heeft deze verzekeringsplicht ook een keerzijde. Een 19-jarig mee werkend kind houdt van elke gulden die u als loonkosten hebt 57 cent over. De rest gaat naar de Bedrijfs vereniging én de fiskus. Speciale regeling meewerkende kinderen Normaliter zijn meewerkende kinde ren net als andere arbeidskrachten De Sociaal Ekonomische Voorlich ting van het KNLC verwacht de ko mende maanden een stijging van het aantal akkerbouwers dat in financië le moeilijkheden komt te verkeren. Ook verwacht zij een lichte stijging van het aantal probleemgevallen in de tuinbouw, met name bij de volle- grondsgroenteteelt. Dit o.m. blijkt uit de halfjaarlijkse inventarisatie die de SEV van het KNLC onlangs heeft gepubliceerd. Sektoren waarin het aantal pro bleemgevallen de laatste zes maan den is toegenomen zijn naast de ak kerbouw ook de pluimveehouderij en de fruitteelt. Het aantal akker bouwers in financiële moeilijkheden De WIR verdwijnt, de investerings aftrek komt terug. Dat is in het kort de beslissing van het kabinet over wijziging van deze premieregeling. Per 1 januari 1990 dient een en an der van kracht te worden. Het maksimum bedrag waarover een premie wordt berekend komt te lig gen bij ƒ441.000,(nu is dit nog 1.145.000,Evenals dit nu bij de kleinschaligheidstoeslag in de WIR het geval is, zal de investerings aftrek lager worden naarmate de in vesteringen toenemen. De eerste schijf tussen 2.900,en 49.000,geeft een aftrek van 18%, terwijl dit percentage daalt naarmate de investeringen toene men. Elke volgende schijf van 49.000,geeft een daling van 2% van de aftrek. Dus 16% voor in vesteringen tussen 49.000,— en ƒ98.000,—; 14% van ƒ98.000,— tot 147.000,enz. en de laatste schijf van 2% voor de investeringen tussen 392.000,en 441.000, De premie waarop bij investering recht ontstaat zal niet meer met de belasting verrekend worden, maar evenals in het verleden afgetrokken Vrijdag 30 juni 1989 verplicht verzekerd voor de werkne mersverzekeringen. Is echter sprake van een familieverhouding dan hoeft er geen dienstbetrekking te zijn. Het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor het Agrarische Bedrijf heeft per 1 januari 1978 bepaald dat er slechts verzekeringsplicht (dienstbe trekking) is indien: a. het vooraf vast overeengekomen bruto-loon (in geld en natura) ten minste gelijk is en blijft aan het wet telijk minimum loon met de wette lijk vakantietoeslag; b. het vooraf vast overeengekomen loon in geld wordt uitbetaald in ter mijnen van niet langer dan een maand. Deze regels gelden voor kinderen, ongeacht of ze in- of uitwonend zijn en ze min of meerderjarig zijn. Vol doet u aan beide eisen dan is er ver zekeringsplicht, anders niet. In dit geval dient het kind zich zelf partikulier te verzekeren tegen ar beidsongeschiktheid en ziekte kosten. Partikulier verzekeren tegen werkloosheid kan men niet. Hier houdt de 19-jarige meewerkende zoon of dochter 59 cent over van el ke gulden aan loonkosten die u hebt. Toch scheelt dat al gauw 870,op is zelfs verdubbeld. In de melkvee houderij, varkenshouderij en op ge mengde bedrijven vertoont het aan tal probleemgevallen een daling. Voor de varkenshouderij was dat niet verwacht. De gestegen varkens- en biggenprijzen kunnen de reden zijn, dat het aantal varkenshouders dat het laatste half jaar met financië le problemen bij de SEV van één der bij het KNLC aangesloten organisa ties heeft aangeklopt, met maar liefst 60 procent is gedaald. De SEV van het KNLC publiceert elk half jaar een inventarisatie van het aantal probleemgevallen waar mee de bij het KNLC aangesloten landbouworganisaties de zes maan den daarvoor te maken hebben ge- kunnen worden van de bedrijfs winst. De winst wordt dus lager en daarmee ook het te betalen be lastingbedrag. Indien er geen winst is zal het investeringsbedrag het ver lies kunnen vergroten en daarmee toch via terugwenteling danweJ vooruitschuiven het inkomen van voorgaande dan wel toekomende ja ren beïnvloeden. Het wetsvoorstel is in feite het sluitstuk van de wijzigingen die in de WIR-wetgeving sedert 29 februari 1988 zijn aangebracht. Feitelijk wordt de WIR met ingang van vol gend jaar geheel afgeschaft, zij het dat in de berekening van de investe ringsaftrek elementen zitten van de huidige kleinschaligheidstoeslag. Op zich beoordeeld denk ik dat de nieu we regeling nog niet zo slecht uit pakt. Een vrij hoog beginpercentage bij kleine investeringen zal met name in de landbouw behoorlijk recht op aftrek geven. Een investering van 80.000,geeft bijvoorbeeld een aftrek van 10.800,Natuurlijk helpt het alleen als er winst is, maar investeren in verliessituaties is ook niet lang vol te houden. een CAO-jaarloon. Bij een 22-jarige scheelt dit 2.815,per jaar ten voordele van deze speciale regeling. Voorts kan bij deze methode een deel van het loon tegoedgeschreven worden in de boekhouding, dit ver gemakkelijkt later de overname. Maatschap Tot slot is er nog de maatschap. Dit betekent wel een samenwerking met vader i.t.t. een gezagsverhouding, dit betekent voorts risiko en verant woording dragen voor de vaak nog jeugdige zoon of dochter. In een aantal gevallen is men geheel nog niet zeker van een toekomstige be drijfsovername ook dan kan een maatschap minder goed passen. Wel heeft de maatschap fiskale voorde len: van elke gulden houdt het kind 72 cent over. Ook hier dient men zich partikulier te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en ziekte kosten. Konklusie Bekijk voor u zelf welke belonings- vorm u en uiteraard uw zoon of dochter het beste past. Overleg met uw SEV'er of accountant is ten alle tijde aan te bevelen. J.L. Mieras had. Het overzicht geeft alleen getal len en vermeldt niet om welke be drijven het gaat. De lijst is bedoeld voor bestuurders en beleidmakers binnen de regionale organisaties. Zonodig kan het KNLC de cijfers aan het Landbouwschap of de mi nister kenbaar maken. Het totale aantal probleemgevallen de laatste zes maanden blijkt licht te zijn ge daald, het aantal nieuwe aanmeldin gen is vrijwel gelijk gebleven. Voor zover bekend zijn de afgelopen zes maanden enkele bedrijven in moei lijkheden gekomen door de Beschik king Superheffing, de Meststoffen wet en de Wet op de bodembescher ming. Veel bedrijven blijken relatief een te klein quotum te hebben. Daarvoor helpt in ieder geval deze aftrekpost niet, maar in feite ook de WIR-premie niet. Bijzonderheid in het voorstel is dat een bedrag van 50 miljoen gulden uit de middelen van de regeling worden overgebracht naar het ministerie van landbouw. Hiermee was in de Struktuurnota Landbouw overigens al rekening ge houden. Ter toelichting wordt daar bij vermeld dat dit bedrag het moge lijk maakt 'de voorziene maatrege len te nemen ten behoeve van de ak kerbouw, met name de eventuele in komenssteun en de verruiming van de braaklegging'. Overgangsmaatregelen zijn niet no dig omdat het maksimum investe ringsbedrag sterk naar beneden is bijgesteld. Verschuiven van dit jaar naar volgend jaar zal alleen een da lend aftrekpercentage opleveren. Ook in omgekeerde richting lijkt het niet voor de hand te liggen met een dalend KST-percentage. De investe ringsaftrek welke in 1978 is afge schaft komt in 1990 weer tot leven. Laten wij hopen dat het een lang le ven beschoren mag zijn. B. Veerbeek bestemmings plannen Westerschouwen Een bestemmingsplan wordt herzien voor diverse percelen, kadastraal be kend in Westerschouwen. De beslui ten liggen, met bijbehorende teke ning vanaf dinsdag 27 juni 1989 ter gemeentesekretarie, afdeling IV, voor een ieder ter inzage. Minister Braks stelt nieuwe nor men voor huisvestingssystemen van legkippen voor. Hiermee geeft hij invulling aan de Wet Ta- ze laar/Van Noord. In deze wet, geldend vanaf 1 januari 1985, staan eisen waaraan de huis vesting van legkippen tot 1 juli 1994 moeten voldoen. Volgens dezelfde wet moet voor 1 januari 1990 een Algemene Maatregel van Bestuur worden vastgesteld met huisvestingseisen die vanaf 1 juli 1994 gelden. De minister heeft dus bijna 5 jaar de tijd gehad om voorstellen te doen. Terwijl hij van het Land bouwschap verwacht dat het bin nen één maand advies over zijn voorstel geeft. Bovendien betreft het nog wel voorstellen, die het voortbestaan van de pluimvee sector in gevaar brengen. Een merkwaardige stap voor een de missionair minister. Prioriteit De voorstellen geven hoge priori teit aan het welzijn van de dieren. De minister schrijft wel in zijn toelichting dat de keuze voor het definitieve systeem "geen sociale verslechtering voor de pluimvee houderij mag inhouden". Daarbij moeten we dan zowel kijken naar de inkomenspositie en de ar beidsomstandigheden van de pluimveehouder, de concurrentie positie van de sector als de milieu-technishe aspecten. Voor deze uitgangspunten is nog wel begrip op te brengen. Dit geldt echter niet voor de voor gestelde eisen. Deze zijn: een vloeroppervlak van minstens 1000 cm2 per legkip; ten minste een derde van de stalbodem be dekt met strooisel en één legnest per 8 kippen. Deze normen zijn gebaseerd op onderzoek van het proefstation 'het Spelderholt'. Ook heeft het Spelderholt een vergelijking gemaakt tussen de verschillende bestaande of reeds ontwikkelde huisvestingssyste men voor legkippen. Hieruit kwam het etage (of 'flodderei') systeem naar voren als een alter natief voor het huidige batterij systeem. Maar wat is de waarde van dit al ternatief als het niet voldoet aan de genoemde uitgangspunten? Het etagesysteem leidt tot een aanzienlijke verslechtering van de arbeidsomstandigheden van de pluimveehouder en ook nog De ministerraad is vorige week vrij dag akkoord gegaan met een wets voorstel tot invoering van een inve steringsaftrek in de inkomstenbelas ting en de vennootschapsbelasting voor investeringen van een beperkte omvang. Ook is besloten de WIR in De behandeling van een kroonbe- roep inzake bestemmingsplannen wordt aan een vastgestelde termijn gebonden. Dat betekent dat een ap pellant binnen ongeveer anderhalf jaar na het instellen van een kroon- beroep een beslissing in huis zal hebben. Dit staat in een bepaling van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, die per 1 juli jl. in werking is getreden. Deze bepaling zorgt voor een snellere af wikkeling van de procedure rond een eens tot een grotere ammoniake- missie. Ook zal de infectiedruk toenemen. Als gevolg van de hogere kost prijs van het etagesysteem zal de concurrentie- en inkomenspositie van de Nederlandse pluimvee houders sterk verslechteren. Niet voor niets heb ik reeds opge merkt dat het voortbestaan van de sector op het spel staat. Zowel binnen als buiten de EG moet de Nederlandse pluimveehouder concurreren met landen, die niet geconfronteerd worden met deze extra eisen en kosten. In het door het Spelderholt bere kende kostprijs verschil van circa 0,8 cent per ei, is nog niet eens re kening gehouden met de extra arbeids- en opfokkosten. Al met al gaat het gemiddeld om tiendui zenden guldens per bedrijf. De bereidheid van de consument om meer te betalen voor het 'f ladder- ei' zal zeer beperkt zijn, als wij beseffen dat van de totale eier- produktie het scharrelei minder dan 5 procent voor zijn rekening neemt. Omgekeerde wereld De minister erkent, dat het etage systeem een aantal problemen met zich meebrengt. Een prak tijkproef zal hiervoor trachten een oplossing voor te vinden. Mocht het praktijkonderzoek aanleiding geven tot een wijzi ging van de in dit besluit vast gestelde normen, dan zal de minister vóór 1 jui 1994 het besluit aanpassen. Dit is de om gekeerde wereld. Het is echter veel logischer om de nieuwe normen niet voor 1 janu ari 1990 vast te stellen, maar eerst de resultaten van het praktijkon derzoek af te wachten. Als de mi nister dan in de tussentijd ook nog tracht deze normen te laten gelden voor de gehele EG, dan denk ik dat hij kan rekenen op de pluimveesector om hieraan mee te werken. Ik vrees dat bij de huidige voor stellen, die het einde van de sec tor kunnen betekenen, er geen enkele bereidheid is mee te wer ken aan eisen. Dit geldt temeer, omdat ook op milieugebied de sector zal worden geconfronteerd met een aanzienlijke lastenver zwaring. Jan Brinkman, algemeen secretaris KNLC te trekken. De investeringsaftrek komt in de plaats van de kleinschalig heidstoeslag (KST), een onderdeel van de WIR. In tegenstelling tot bij de KST kan de investeringsaftrek voor de belasting wél worden afge trokken van de bedrijfswinst. Het investeringsplafond is vastgesteld op ƒ441.000,Zie ook het artikel in de rubriek 'Over geld en geld' op de ze pagina. kroonberoep. Bovendien zal veel sneller dan voor heen een onderzoek ter plaatse van de appellant worden ingesteld door het Buro Adviseur ten behoeve van de Raad van State. Appellanten zul len vervolgens ook sneller worden opgeroepen ter zitting van de Afde ling voor de geschillen van bestuur. Naar verwachting zal deze bepaling ertoe leiden dat de grote vertragin gen, waarvan in het verleden sprake is geweest, zich in de toekomst niet meer zullen voordoen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 3