De maand juli 1989 op het Zuidwestelijk akkerbouwbedrijf
In deze maand staat de oogst van
enkele gewassen voor de deur.
Daarnaast zal er echter nog veel
aandacht besteed moeten worden
aan de groei van de meeste ande
re gewassen door de moeilijke of
zelfs valse start dit voorjaar.
Kontroleer daarom regelmatig
uw gewassen en houdt u op de
hoogte van informatie uit de re
gio door bijv. telefonische infor
matie via de 24-uurs service van
01806-14166, radiowaarschuwin-
gen en artikelen in de landbouw-
pers. Volg adviezen over gewas
bescherming en bemesting zoveel
mogelijk op. Deze hebben tot
doel het behalen van een goede
opbrengst met zo weinig moge
lijk kosten.
Een aantal zaken kan nu al gepland
of uitgevoerd worden:
- bedrijfsklaar maken van werktui
gen voor de aanstaande oogst;
- onderhoud en eventueel aanpassen
van bewaarplaatsen voor aardappe
len en uien;
- afspraken maken over drainage,
organische mestaanwending en
grondonderzoek voor aaltjes en be
mesting;
- bouwplan en vruchtopvolging
voor 1990 en later.
Granen
Na het in de aar komen zullen op
veel percelen de afrijpingsziekten
bestreden zijn. Dat wil niet zeggen
dat de tarwe daardoor altijd gezond
blijft, met name bruine roest kan in
juli nog veel schade aanrichten. Een
bestrijding tegen bruine roest kan
uitgevoerd worden met de middelen
Corbel, Bayfidan of Tilt. Om re-
sistentieopbouw te voorkomen moe
ten Bayfidan en Tilt afgewisseld
worden met Corbel. De veilig
heidstermijn van deze middelen is 6
weken voor de oogst. Houdt reke
ning met een dit jaar naar verwach
ting vroege oogst.
Volg de luisbezetting; bladluizen
kunnen in granen ook na de bloei
nog veel schade aanrichten. Wan
neer op meer dan 70% van de hal
men luis voorkomt moet een bestrij
ding uitgevoerd worden. Tot 4 we
ken voor de oogst kan maneb toege
voegd worden ter bestrijding van
bruine roest. Let ook op luizen in
gerst en haver.
Suikerbieten
In de vroege percelen zullen de groe
ne perzikbladluis en de sjalotteluis
als overbrengers van vergelingsziek-
te na 1 juli vrijwel geen schade meer
doen. Wel kan er nog schade optre
den in late percelen of percelen met
een dunne stand, zodat na deze da
tum mogelijk* nog een bestrijding
uitgevoerd moet worden. Volg hier
voor de waarschuwingen via radio
en telefoon (01806-14166 of
01640-56800). Ook kunnen kolonies
zwarte boneluizen flinke zuigschade
veroorzaken. Een bestrijding kan
het beste uitgevoerd worden met Pi-
rimor, omdat dit middel de natuur
lijke vijanden spaart.
Verwijder schieters voordat ze in het
zaad komen. Het zaad dat ze produ
ceren kan jarenlang kiemkrachtig
blijven.
Aardappelen
In deze maand zal de volle aandacht
geschonken moeten worden aan
voorkoming en eventueel bestrijding
van de aardappelziekte.
De besmetting kan komen vanuit:
afvalhopen (de door het Landbouw
schap ingestelde verordening houdt
in, dat op aardappelafvalhopen géén
groen loof gevormd mag worden.
Dek de hopen dus af met zwart
plastik of spuit gevormd loof direkt
dood met Roundup; buurpercelen
(bijv. ook volkstuintjes); eigen per
ceel indien met pootgoed zieke knol
len zijn binnengekomen.
Zorg bij de preventieve bestrijding
dat elke nieuwe bladetage van een
goede bescherming is voorzien. Het
bestrijdingsinterval is bij aardappe
len 7 12 dagen. De lengte van het
interval is afhankelijk van: de ont-
12
wikkelingssnelheid van het gewas;
de aanwezigheid van infektiebron-
nen; de verwachte weersomstandig
heden, warm en vochtig weer bevor
dert de schimmel.
Voor de bestrijding van bladphy-
tophthora zijn goede ervaringen op
gedaan met tinloze middelen. Moet
noodgedwongen de bespuiting enke
le dagen worden uitgesteld dan kan
beter AAcuram, Shell curam, Top
per of Curzate M worden gebruikt,
waardoor een aanwezige maar nog
niet zichtbare infektie wordt bestre
den. Als er toch een eerste aan
tasting in het gewas aanwezig is of
kan worden verwacht, spuit dan met
2,5 kg Ridomil Delta 47 WP. Her
haal dit na 7 dagen. Het middel
mag maar twee keer in één seizoen
toegepast worden, omdat verdere
herhaling geen zin heeft. Er zijn dan
teveel resistente stammen gevormd.
der effekt. Daarom kan de bespui
ting het beste uitgevoerd worden met
15 kg mangaansulfaat per ha. Om
rond de oogst problemen met on
kruiden te voorkomen kan 7 tot 4
dagen voor de oogst Reglone wor
den ingezet. Roundup kan tot 7 da
gen voor de oogst worden gebruikt.
Overleg bij zaaizaadteelt over de
bespuiting met uw zaadfirma. De
bespuiting heeft geen invloed op de
afrijping van het gewas, maar kan
bij te vroeg toepassen wel een op-
brengstreduktie geven, daarom moet
het vochtgehalte van de erwten min
der dan 30% zijn.
Wanneer men uit het zwad wil dor
sen moet het gewas op stam verder
afrijpen dan wanneer het op de rui
ter wordt gezet. Het zwaddorsen
geeft meer kans op kwaliteits- en
kleurverlies, doch dit is voor voe-
rerwten van weinig belang. Het
Tabel 1. Hoeveelheid zaaizaad, zaaitijd en bemesting van enkele soorten
groenbemesters
Houdt bij de bestrijding van aarziekten de veiligheidstermijnen in het oog.
Denk er aan dat de gewassen dit jaar vroeg rijp kunnen zijn.
Waarschuw bij aantasting van aar
dappelziekte uw bedrijfsvoorlichter
of handelaar. Hij neemt dan een
monster dat op Ridomilresistentie
wordt onderzocht. Ridomil heeft het
meeste effekt als het vóór augustus
wordt toegepast. In de pootgoedteelt
is Ridomil niet toegelaten. Wanneer
gemiddeld meer dan 50 bladluizen
per samengesteld blad voorkomen,
spuit dan in een aparte werkgang
hiertegen. Gebruik 500 liter water
per ha en spuit tegen de avond.
Hoewel het beste tijdstip voor een
gedeelde stikstofbemesting na de
knolzetting is, kan er uiterlijk nog
tot half juli bemest worden.
Erwten
In late percelen erwten kan rond de
bloei Botrytis optreden en na de
bloei nog aantasting van erwtepeul-
boorder. Kontroleer deze percelen.
Botrytis moet in erwten bij vochtige
weersomstandigheden rond het val
len van de eerste bloemblaadjes
voorbehoedend bestreden worden
met 1 liter Rovral of 1 kg/liter Roni-
lan uit vloeier per ha. Eventueel
na 10 dagen herhalen. Dit bestrijdt
tevens sclerotinia. In konservenerw-
ten wordt een dosering van 1,5 kg
aangeraden. Herhaling in dit gewas
is niet mogelijk i.v.m. een veilig
heidstermijn van 3 weken.
Aantasting van de erwtepeulboorder
zal het eerst gekonstateerd worden
aan de randen van het perceel in de
vroegste peultjes. De boorder moet
bestreden worden voordat hij in de
peul gaat en het beste moment is dus
als de peulen aan de rand van het
perceel beginnen te zwellen. Bestrij
den met Decis, permethrin, cyper-
methrin of parathion. Hoewel eerst
genoemde middelen wat duurder
zijn dan parathion hebben ze een be
tere werking en zijn ze milieuvrien
delijk. Ook in laatgezaaide schok
kers en kapucijners kan mangaange-
brek zgn. "kwade harten" veroorza
ken. De eerste bespuiting uitvoeren
als het gewas in volle bloei staat en
op mangaangevoelige gronden aan
het eind van de bloei de bespuiting
herhalen. Groene erwten zijn minder
gevoelig voor mangaangebrek, toch
is bij zaaizaadteelt een bespuiting
gewenst.
Chelaten zijn belangrijk duurder in
het gebruik en hebben door de gerin
ge hoeveelheid werkzame stof min-
maaidorsen van stam vraagt een ge
was dat doodrijp is. Een gelijkmati
ge afrijping, weinig of geen onkruid
en een vlakke ligging van de grond
zijn een vereiste.
Graszaad
Dit jaar zal het oogsttijdstip vroeger
liggen dan in andere jaren. Het
juiste tijdstip van maaien vaststellen
is moeilijk, doch heeft een grote in
vloed op de kg-opbrengst. Te vroeg
maaien betekent onvoldoende zaad
vulling, terwijl te laat maaien zaad-
verlies tot gevolg kan hebben. Raad
pleeg uw graszaadfirma. Uit onder
zoek is gebleken dat de hoogste op
brengst in relatie tot zaadverlies,
kiemkracht en duizendkorrelge-
wicht, bij de onderstaande vochtge
haltes wordt behaald.
- Engels raaigras: zwadmaaien:
45-50% vocht;
- Engels raaigras: stamdorsen:
37-42% vocht;
- Roodzwenkgras: zwadmaaien:
40% vocht;
- Veldbeemdgras: zwadmaaien:
20-30% vocht.
Bij zwadmaaien zijn de laatste jaren
goede ervaringen opgedaan met het
gebruik van cirkelmaaiers. Streef bij
het maaien naar een regelmatig
Groenbemester
hoev.zaaizaad/ha
zaaitijd
N-bemesting/ha
Wikken
Italiaans raaigras
Bladrammenas:
- resistent
- niet resistent
Gele mosterd:
- resistent
- niet resistent
100 kg
30-40 kg
20 kg
20 kg
15 kg
15 kg
juli-10 aug.
juli-20 aug.
juli-20 aug.
20 aug.-l sept.
juli-20 aug.
20 aug.-5 sept.
geen
60 kg
75 kg
80 kg
75 kg
80 kg
resistente rassen geven geen vermeerdering van bietecysteaaltjes.
Uien kunnen in deze tijd aangetast
worden door bladvlekkenziekte,
valse meeldauw en insekten.
Houdt het gewas goed in de gaten.
zwad, zodat een regelmatige droging
verkregen wordt. Een wat langere
stoppellengte geeft een betere dro
ging en de zwadscheiding moet zo
danig zijn, dat de trekkerwielen vol
doende rijpad hebben. Zorg ervoor
dat de dorser goed* schoon is, ter
voorkoming van vermenging van
rassen of typen. Pas de juiste wind-
regeling toe en kontroleer regelma
tig op zaadverlies. Begin na het dor
sen direkt met drogen, de eerste dag
nog zonder kachel. Kapaciteit venti
lator min. 500 m3 lucht per m2 vloer
bij 500 Pa en een maximale stort-
hoogte van 80 cm. Zorg bij het op
warmen van de buitenlucht voor vol
doende luchtverplaatsing in de partij
en let op kondensvorming. De maxi
male temperatuur van de drooglucht
is 30°C. Droog niet in ruimten of
met materialen waarbij kiemrem-
mingsmiddelen zijn gebruikt.
Zaaiuien
In deze maand kunnen bladvlekken-
ziekte, valse meeldauw en insekten
de uien aantasten. Bladvlekkenziek
te treedt vooral op bij relatief koude
maar vooral vochtige omstandighe
den en bij zware loofontwikkeling.
Het advies voor de bestrijding is 2 kg
Daconil M afwisselend te spuiten
met 2,5 kg Ronilan M. Ook kan 1 kg
Ronilan speciaal of 2 liter Calidan
toegepast worden, maar dit laatste
middel mag slechts drie keer toege
past worden. Ronilan M en Calidan
hebben een nevenwerking tegen kop-
rot. De veiligheidstermijn van deze
middelen is 4 weken, zodat tijdig
moet worden gestopt, ook ter voor
koming van te lang groen blijven
van het gewas.
Bij warm droog weer kan tripsscha-
de ontstaan. De aantasting is te her
kennen aan de zilverkleurige vlekjes
in de lengterichting van het blad.
Gebruik 0,3 liter Decis of 1,5 liter
parathion per ha in 400 liter water.
De rupsjes van de preimot veroorza
ken zgn. "venstervraat" aan het
blad. Dezelfde middelen als voor
trips kunnen toegepast worden. Bij
een late aantasting kunnen ook de
bollen beschadigd worden. Ook de
zgn. uiemineervlieg kan schade ver
oorzaken doordat de larven in de bol
kruipen.
Mangaangebrek is te herkennen aan
een slap voddig gewas en geel
gestreepte bladeren. Het komt vaak
pleksgewijs voor. Spuit 1 a 2 keer
met 15 kg mangaansulfaat in
600-800 liter water per ha.
Stambonen
Wanneer tijdens de bloei het gewas
een weelderige groei vertoont en het
vochtig weer is, wordt een preventie
ve bespüiting tegen Botrytis geadvi
seerd. Bij stamslabonen deze bespui
ting na 1 week herhalen. Gebruik 1
kg/liter Ronilan, 2 liter Rovral of 1
kg Sumisclex per ha. Deze middelen
werken tevens tegen rattekeutelziek-
te, maar voor een goed resultaat te
gen deze ziekte is een tweede bespui
ting na 5-7 dagen gewenst.
Veldbonen
Chocoladevlekkenziekte (Botrytis-
soort) veroorzaakt op de bladeren
bruine vlekken met een lichtbruine
stip in het midden. De schimmel is
een zwakte-parasiet; vooral gewas
sen die in minder goede toestand
verkeren worden gemakkelijk aan
getast. De aantasting is vooral scha
delijk in de teelt van zaaizaad. Deze
ziekte treedt vooral op tijdens regen-
rijke perioden. Uitbreiding is tegen
te gaan door gebruik te maken van 1
kg/liter Ronilan of Rovral of 5 kg
zineb. Bij gebruik van Ronilan of
Rovral de bespuiting in een regenrij-
ke periode na 8 dagen herhalen. Bij
gebruik van zineb 2 a 3 maal herha
len met een tussentijd van 7 tot 10
dagen. Zineb bestrijdt tevens roest.
Bladluizen leven hoofdzakelijk in de
toppen van de plant. Zij kunnen ern
stige zuigschade veroorzaken.
Bestrijding is mogelijk door een ge-
wasbespuiting uit te voeren met mid
delen die niet giftig zijn voor bijen.
Pirimor spuiten tegen de avond met
minstens 500 liter water per ha.
Knolselderij
Kontroleer regelmatig dit gewas op
de aanwezigheid van luizen en want
sen. Een bespuiting met 0,5 liter
mevinfos of 1 kg Undeen is al snel
rendabel. Tegen bladvlekkenziekte
wordt normaal om de 2 a 3 weken
gespoten met Daconil of maneb-
fentin. Wanneer reeds bladvlekken
ziekte voorkomt op de bladeren, ge
bruik dan 1 of 2 maal een systemisch
werkend middel, zoals Benlate of
Bavistin.
Karwij
De oogst van het ras Bleija ligt onge
veer 2 weken later dan van de rassen
waar het zaad "los" zit. Bleija
wordt van stam gedorsen en vraagt
dus het nodige geduld om te wach
ten. Loszittende karwij wordt ge
maaid en na een week uit het zwad
gedorsen. Te vroeg maaien geeft on
voldoende zaadvulling, te laat maai
en zaadverlies. Maai met een lange
stoppel, zodat het zwad dan wat van
de grond ligt en bij veel wind beter
blijft liggen. Karwijzaad moet direkt
ingedroogd worden tot 12% vocht
om broei en kwaliteitsvermindering
te voorkomen.
Groenbemesters
In vroeg vrijkomend land is het mo
gelijk om groenbemesters in te zaai
en. Gegevens over hoeveelheid zaai
zaad, zaaitijd en bemesting vindt u
in tabel 1.
Op beperkte schaal zijn in 1988 erva
ringen opgedaan met zaai van gras-
groenbemesters in juli voor de oogst
van een graangewas. Voor het slagen
van de groenbemester zijn echter
ideale omstandigheden vereist, nl.
lichte grond, regelmatig wat regen
en niet te zware tarwe. Voor het sla
gen van de teelt van bladrammenas
en gele mosterd is een goede grond
bewerking vereist, aangeziën deze
gewassen vrij struktuurgevoelig zijn.
Bij uitrijden van organische mest en
direkt onderwerken is voor de teelt
van groenbemesters geen stikstof-
kunstmest nodig.
Dierlijke mest
Bij de huidige mestprijzen is het toe
passen in de stoppel van mest erg
aantrekkelijk. Door de aanwezige
mineralen in de mest hoeft u minder
kunstmest te strooien en krijgt u de
organische mest als het ware gratis
op uw land. (Zie artikel in de pers).
Grondonderzoek
Het beste moment van grondonder
zoek in bouwplanverband is in de
graanstoppel vóór eventuele toepas
sing van mest. De bodemvoorraad is
op dat punt in de rotatie het laagst.
De bedrijfsvoorlichter,
ing. A.J. de Hulster
Vrijdag 30 juni