Winterbloemkool misschien een teelt voor u? Winterbloemkool blijft een teelt met risiko's. De betrekkelijk lage kosten, die voor de winter gemaakt worden, het goede saldo na de winter, en de mogelijkheid om in 2 jaar 3 gewassen te telen zijn rede nen waarom het toch een aantrekkelijke teelt kan zijn. Om oogstspreiding aan te brengen moet er gekozen worden voor meerde re rassen. Eén persoon kan 0,3 ha winterbloemkool aan. Een koel cel kan de piek wat afvlakken. Misschien is het een teelt, die ook op uw bedrijf past. Er is een markt voor winterbloemkool, en het is zaak dat we in het Zuidwesten onze klimatologisch gunstige ligging zo op timaal mogelijk uitbuiten. Op deze manier kan Zeeland winterbloem koolland blijven. Wilt u meer informatie? Neem dan kontakt op met uw bedrijfsvoorlichter P. Keyzer (tel.: 01194-746) of J. Wals (tel.: 01114-3002). De oogst van de winterbloemkool loopt zo langzamerhand ten einde. De voorbereidingen voor het aanko mende teeltseizoen worden al weer getroffen. 1989 kenmerkte zich door een hele vroege start van de oogst (10 februari werden de eerste kolen op Z.H.Z. aangevoerd). Door het aanhoudende donkere weer kwam de oogst vrij gelijkmatig. Van echte piekdagen kunnen we daarom nau welijks spreken. Naast een regelma tige aanvoer kunnen we ook spreken van een regelmatige (goede) prijs. In onderstaand overzicht staan de aan voeren en de gemiddelde prijzen op de twee grootste winterbloemkool- veilingen (W.F.O. en Z.H.Z.) ver meld (bron W.F.O.Z.H.Z.). Aanvoer (in stuks) Z.H.Z. W.F.O. 1981 476.000 2.100.000 1982 187.000 0 1983 702.000 2.700.000 1984 863.000 3.200.000 1985 0 0 1986 268.000 0 1987 17.400 0 1988 581.000 2.200.000 1989 (t/m 1 mei) 573.000 1.350.000 Middenprijs (in guldens/stuk) Z.H.Z. W.F.O. 1981 1,30 1,47 1982 1,21 0 1983 1,16 1,31 1984 1,14 1,22 1985 0 0 1986 0,62 0 1987 0,86 0 1988 1,48 1,41 1989 (t/m 1 mei) 1,88 1,50 worden de kosten die voor de winter gemaakt worden weergegeven. In de berekening wordt ervan uitgegaan dat de planten aangekocht worden. Een aantal teeltkundige aspekten Samenstelling van de grond. De teelt vindt plaats op klei- en za velgronden, die niet te koud en te nat mogen zijn. Winterbloemkool stelt hoge eisen aan de waterhuis houding. De ontwateringsdiepte moet tenminste 120 cm - m.v. zijn. In de winter mag de grondwa terstand niet boven 70 cm - m.v. uit komen. Als een plant langer dan 24 uur met zijn wortels in het water staat, zullen deze wortels afsterven door zuurstofgebrek. De plant sterft dan zelf langzaamaan af. Door de planten op ruggen te telen wordt de kans op wateroverlast verkleind. Winterbloemkool is dankbaar voor Er is een aantal redenen waarom winterbloemkool vooral voor telers in het Zuidwesten interessant is, waaronder een kleinere kans op bevriezen dan in de rest van het land. De kosten zijn berekend per hektare. Planten 22000 k 4 ct/st. 1.100, bemesting 400 kg K 60 a 38,70/100 kg 155, onkruidbestr. 2,5 1 Butisan S a 81,50/liter 204, gewasbesch. 3,3 1 Dyfonate a 29,50/liter 97,— 1,5 1 Nexagan a 45,—/liter 68,— 0,5 kg Piri- mor 105,-/kg 63,— Door de goede prijsvorming is er ook voor dit jaar een groeiende be langstelling voor deze teelt waar te nemen. Hoe de prijs er in 1990 uit zal zien is niet te voorspellen, maar er is nog een aantal andere redenen aan te geven waarom winterbloem kool een interessant gewas kan zijn voor de telers in het Zuidwesten. De ze redenen zijn: door de klimatologisch gunstige ligging van het Zuidwesten is de kans op bevriezen kleiner dan in de rest van het land. Bovendien zal de oogst in het Zuidwesten zo'n 7-10 dagen eerder beginnen. Men profi teert dan van de vaak hogere prijzen. de mogelijkheid om in 2 jaar 3 ge wassen te telen. In het onderstaande schema is een periode van 2 jaar (bij voorbeeld 1988 en 1989) aangege ven. Gedurende deze 2 jaar kunnen 3 gewassen geteeld worden. Leute/zomer 1988: vroege aardap pel, erwten, tulpen. Herfst/winter '88-'89: winter bloemkool. Lente/zomer 1989: knolselderij, prei, bruine bonen. Na bevriezing van het gewas is het perceel direkt na de winter weer be schikbaar voor een ander gewas. De kosten die voor de winter ge maakt worden zijn betrekkelijk laag. In onderstaande berekening 18 1.677,— Voor 1 ha winterbloemkool zijn de gemaakte kosten voor de winter dus 1.677,-. Als het gewas niet bevriest, blijft er een goed saldo over. In on derstaande berekening wordt het sal do per ha weergegeven. Opbrengsten (a) 13.200 st. (1) k 1,28 16.896,—. Toegerekende kosten (b) plantmateriaal 1.100,— bemesting 1000 kg 26-14-0 a 50,— /100 kg 500,— 400 kg K-60 k 38,70/100 kg 155, onkruidbestrijding 204, gewasbescherming 218, verzekering 135, rente 121, fust-pallethuur 1743 st a 0,26 453, koelkosten 1743 st a 0,16 279,— veilingprovisie (4,5%) 760,— vrachtkosten 1743 st k f 0,80 f\ 1.394,— een diepe en grove grondbewerking bijv. 20 a 30 cm ploegen en daarna bewerken met een cultivator of een eg. Om knolvoetaantasting te voor komen moet de pH KC1 hoger zijn dan 6 en het CaCo3 gehalte groter dan 2%. - Plantenopkweek Voor deze teelt kunt u planten aan kopen, maar u kunt ze ook zelf op kweken. De planten worden in de meeste gevallen in de vollegrond op gekweekt. Opkweek onder (plat) glas is ook mogelijk. Voor de op kweek voor 1 ha winterbloemkool is er een zaaibed van 150 m2 nodig. Per m2 zaaibed worden 350-400 za den verzaaid. Het streven is 175-200 pootbare planten over te houden. De gunstigste zaaiperiode is 20-25 juni. De kosten van het zelf opkweken van planten kunnen als volgt bere kend worden: 1000 zaden a 18,22 (1)/1000 zaden 18,22 onkruidbestrijding 120 ml Ramrod 3, gewasbescherming 180 ml Dyfonate 5, totale kosten voor de opkweek 26,22 /1000 zaden totaal toegerekende kosten 5.319, Saldo per hektare bij eigen mechanisatie is: (a) minus (b) 16.896,minus 5.319,— 11.577,-. (1) we houden bij de opbrengst rekening met het feit dat het perceel 1 keer in de 5 jaar volledig bevriest. (1) Uitgegaan is van normaal zaad van de zaad vaste rassen. Voor hybriderassen moet gerekend worden op een bedrag van 46,50 per 1000 zaden. Begin augustus kunt u een 6 a 7 we ken oude plant wegzetten. De plant- periode ligt tussen 1-10 augustus. De plantafstand is meestal 75 x 60 cm hetgeen overeenkomt met 22.000 pl./ha. - Bemesting Er wordt gewoonlijk geen stikstof bemesting voor de winter gegeven. In februari of maart geeft men af hankelijk van de stand van het ge was een zware bemesting van 750-1000 kg 26-14-0/ha. In Noord- Holland worden de elementen af zonderlijk gestrooid. Men strooit dan 750-1000 kg KAS/ha. Vooraf gaande aan het planten (in de zomer) wordt er 200 kg tripelsuperfos faat/ha gestrooid. Kali kan in de vorm van K-60 gegeven worden. Bloemkool is gevoelig voor chloor en daarom zal deze 400 kg K 60 ruim voor het planten gegeven moeten worden. Als de kali door bepaalde omstandigheden vlak voor het plan ten gegeven moet worden dan kan er beter voor 1000 kg patentkali/ha ge kozen worden om verbranding te voorkomen. - Rassen In verband met de oogstspreiding is het aan te raden meerdere selekties met verschillen in vroegheid te kie zen waardoor de oogst over een pe riode van meerdere weken gespreid kan worden. Gedurende dit afgelo pen seizoen heeft het RIVRO het voortgezet onderzoek winterbloem kool afgesloten. De resultaten van dit onderzoek zullen begin juni in de landelijke vakpers worden gepubli ceerd. Ervaringen met de huidige rassen worden hieronder weergege ven. De rassen worden in volgorde van vroegheid beschreven. Fleurly (Nickerson Zwaan): zeer vroeg ras, geeft over 't algemeen wat kleine kolen; kan iets meer vorst ver dragen dan Tolteca. Tolteca (Bejo): oogst valt 3 dagen later dan Fleurly; beide rassen zijn vorstgevoelig dus de oppervlakte moet beperkt gehouden worden. De ze rassen worden vaak geplant op de rij paden. Arcade (Royal Sluis): een hybride ras hetgeen inhoudt dat het oogsttra- jekt kort zal zijn. Ook van dit ras moet dus geen grote oppervlakte ge plant worden, dit jaar werd te weinig blad gevormd. Armado april (Royal Sluis): geeft een witte kool met goede kwaliteit, hoeveelheid blad is redelijk. Marchpast (Pannevis): geeft een cre- mekleurige kool; kwaliteit laat te wensen over. Armetta (Royal Sluis): hybride-ras (zeer kort oogsttrajekt) goede kwali teit kool, hoeveelheid blad is re delijk. Middenvroeg A (Z.G.O:): kwaliteit is matig; is gevoelig voor schift; dit jaar een matige zelfdekbaarheid. 608 RZ (Rijk Zwaan): zelfdekbaar heid is matig; kwaliteit laat nogal eens te wensen over. Florissant (Nickerson Zwaan): rede lijke zelfdekbaarheid, kool groeit vrij makkelijk los. Middenvroeg C (Z.G.O:): is gevoe lig voor schift; kwaliteit is wisselend. Armado mei (Royal Sluis): goede kwaliteit. Arminda (Royal Sluis): lijkt gevoelig voor doorwas; goede kwaliteit. Z.L. (Z.G.O:): is gevoelig voor valse meeldauw; heeft goede zelfdek baarheid. Type 63 (Z.G.O:): oogst valt net voor de oogst van de weeuwen- bloemkool. - Onkruidbestrijding Plantenbed: kort na het zaaien kan er gespoten worden met 80 ml pro- pachloor (o.a. Ramrod)/are. Onder glas of niet-geperforeerd plastic moet in verband met de dampwer- king een verlaagde dosering worden gebruikt. Produktieveld: vanaf één week na het planten of na de laatste maal aanaarden spuiten met: - 2,5 1 Butisan S/ha op zavelgronden met maximaal 20°7o slib en tenminste 2°7o humus en op zandgronden met 4 a 5"Vo humus; - 3 1 Butisan S/ha op zwaardere en humusrijke grond. - Gewasbescherming De made van de koolvlieg kan in winterbloemkool behoorlijke schade aanrichten. Tot eind oktober zet de ze vlieg haar eitjes af. Naast bescha diging van stengel en wortel is er af gelopen seizoen zelfs koolvliegaan- tasting in het hart van de plant ge- konstateerd. Een bestrijding is dus aan te raden. Op het zaaibed kan een behandeling met 120 ml Dyfona- te/are of 60 ml Dursban/are worden uitgevoerd. Deze behandeling moet voor het zaaien worden uitgevoerd en de middelen moeten worden in gewerkt. Op het produktieveld is de aangiet methode het meest effektief. Per plant wordt er een 100 ml oplossing gegeven, die 0,15 ml Dyfonate of 0,1 ml Dursban bevat. Een granulaatbe handeling met Dyfonate of Dursban behoort ook tot de mogelijkheden. Voor een goede werking van het gra nulaat is er vocht nodig. Zonodig kunnen luizen en rupsen bestreden worden met de daarvoor toegelaten middelen. Slakken kun nen vooral aan de jonge plantjes schade aanrichten. Begin daarom tijdig met bestrijden met o.a. Mesu- rol of methaldehydekorrels. Schim melziekten (o.a. valse meeldauw, Alternaria en Mycosphaerella) kun nen vooral in vochtige, warme perio des de planten verzwakken. In de praktijk wordt zelden een bestrij ding uitgevoerd. Als het perceel besmet is met biete- of koolcyste-aaltjes, is het aan te ra den een ruime vruchtwisseling aan te houden. Een chemische bestrijding behoort ook tot de mogelijkheden. Naast deze ziekten en plagen kan er ook opbrengstderving ontstaan door: a. wild b. wateroverlast c. vorst ad a. Wild kan vooral tijdens vorstperio den en bij hergroei in het voorjaar een probleem zijn. Goede afspraken met de jager en het gebruiken van (verschillende) afweermethoden zijn noodzakelijk, ad b. Als een plant langer dan 24 uur met zijn wortels in het water staat, zal de plant langzaam afsterven door zuurstofgebrek. Een goede ontwate ring is van groot belang, ad c. Het afdekken van winterbloemkool tegen vorst is niet eenvoudig, omdat de planten vaak vrij fors zijn, in te genstelling tot bijv. winterspitskool. Het afdekmateriaal zaï niet vast lig gen en het gaat klapperen op het hart van de plant. Het groeipunt wordt beschadigd en er wordt geen kool gevormd. - De oogst Bij winterbloemkool is het zaak de kool nauwkeurig af te dekken. Ko len die niet goed afgedekt zijn wor den geel. Dit afdekken kan met los blad gebeuren, maar er worden ook wel elastiekjes gebruikt om de blade ren bij elkaar te binden. Dit wordt vooral gedaan bij gewassen met wei nig blad. De groeisnelheid van de kool is uiteraard afhankelijk van de weersomstandigheden, maar vooral bij groeizaam weer kan dit erg snel gaan. De hybriderassen hebben een erg kort oogsttrajekt en bij het bepa len van de rassenkeuze moet daar zeer zeker rekening mee gehouden worden. Een koelcel is eigenlijk voor de winterbloemkoolteler een ver eiste. Het veilingklaar maken kan zowel in de schuur als op het land plaatsvinden. De voorkeur gaat uit naar verwerking in de schuur omdat het gewas overdag vrij snel slap wordt. 's Morgens vroeg oogsten en over dag in de schuur veilingklaar maken is daarom het beste. Om zo weinig mogelijk blad te beschadigen maakt men gebruik van rijpaden waar de vroegste rassen worden uitgeplant. Voor het sorteren van de kolen op "kleur" is het aan te raden een Phi lips TLO 58W/84 te nemen. Arbeid Er zijn twee perioden aan te geven waarin het gewas veel arbeid vraagt. Dit zijn de plantperiode (le helft au gustus ca. 20-25 m.u./ha) en de oogstperiode (maart t/m mei ca. 360 m.u./ha). Het aantal uren, dat in de oogstperiode geleverd moet worden wordt bepaald door het slagingsper centage. Gesteld kan worden, dat 1 persoon zo'n 0,3 ha winterbloem kool aan kan. In warme perioden zal het aantrekken van los personeel noodzakelijk zijn. Door bloemkool in een mechanische koelcel te bewa ren kan de oogstpiek afgevlakt worden. Paulien Keyzer bedrijfsvoorlichter CAT Goes Vrijdag 23 juni 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 18