Epipré - ziekteoverzicht nr. 2 (1-16 mei)
Onkruidbestrijding in bruine bonen
Bloedmonster verplicht na spuiten dinoseb
Wereldproduktie granen
1989/1990 hoger geraamd
Uitstekende uitgangssituatie voor
suikermais op Zuid-Beveland
Ook na-opkomst toepassing
Bladex in mais
Steeds meer inwendige
kieming bij partijen
aardappelen
In de periode 1-16 mei zijn van
258 percelen wintertarwe de ge
gevens met betrekking tot de
aantasting door ziekten en pla
gen in het Epipréprogramma
vastgelegd. De meeste percelen
bevinden zich thans afhankelijk
van het gebied in gewasstadium
34 in het Noorden tot stadium 39
in het Zuiden van het land.
Oogvlekkenziekte
In 14% van de percelen werd oog
vlekkenziekte gekonstateerd. Het
aantastingsnivo bedraagt gemiddeld
10%. In 16% van de percelen is een
bespuiting tegen voetziekte uit
gevoerd.
Gele roest
In 12% van de percelen werd gele
roest waargenomen. Het aan
tastingsnivo bedraagt gemiddeld 10
aangetaste bladeren aan de 40 halmen
waarvan alle groene bladeren zijn
geteld. Het zwaarst aangetast zijn de
rassen Kraka, Pagode en Kanzier.
Bruine roest
In slechts 5% van de percelen werd
bruine roest gevonden, met een ge
middeld aantal aangetaste bladeren
van 7. Evenals bij gele roest worden
bij bruine roest ook alle groene bla
deren van maksimaal 40 halmen
geteld.
Meeldauw
In 24% van de percelen is meeldauw
waargenomen. Het aantastingsnivo
bedraagt ongeveer 8%. Het zwaarst
aangetast zijn de percelen in de
Veenkoloniën, Midden-Nederland
en Zuid-Limburg. Daarnaast werd,
hoewel met een relatief laag aan
tastingsnivo, ook in de rest van de
Zuidelijke regio's veelvuldig meel
dauw gekonstateerd. Wat betreft de
rassen skoorde het ras Kraka met ge
middeld 23% aangetaste bladeren
het hoogst.
Septoria
Van 5% van de percelen werd een
aantasting door bladvlekkenziekte
doorgegeven. Het aantastingsnivo
bedraagt gemiddeld 17,5%. Bij
bladvlekkenziekte en meeldauw
wordt van de 40 halmen alleen de
aantasting op de bovenste 3 bladeren
geteld.
Bladluizen
Vanuit Midden- en Zuid-Nederland
wordt een aantasting door bladlui
zen gemeld. Ook in Noord-
Groningen en in het Oldambt zijn de
eerste bladluizen gevonden. Het
aantal met bladluizen bezette hal
men bedraagt 12,5%.
Ziekteoverzicht per 16 mei 1989
Aantal percelen waarvan waarne
mingen zijn doorgegeven bedraagt
258.
c
JU
"a>
u
c !u
<U Q.
00
rt co
co co
14 10
12 6
5 4
24 8
5 17.5
21 12.5
Gemiddeld percentage bladeren be
zet met meeldauw
Ing. K.B. van Bon
oogvlekken
gele roest
bruine roest
meeldauw
septoria
bladluizen
Het middel dinoseb-acetaat is niet
meer toegelaten voor de onkruid
bestrijding in stambonen op de klei
gronden. Het middel bentazon is
daardoor nog het enige middel, dat
na opkomst gebruikt kan worden te
gen breedbladige onkruiden. Als ge
volg hiervan vraagt de toepassing
van een bodemherbicide aan de ba
sis, dus vóór opkomst, meer aan
dacht. Hiervoor kunt u gebruik ma
ken van één der volgende middelen:
Kort na het zaaien tot uiterlijk 2 a 3
dagen vóór opkomst:
monolinuron (Aresin e.a.): 1 - 2 kg
linuron (Afalon e.a.): 1,5 - 2 kg
linuron/monolinuron (Afarin e.a.):
1 - 2 kg
metobromuron (Patoran e.a.): 1,5 -
3 1 Patoran 670 SC; 2-4 1 Patoran FL
Bodemherbiciden bij voorkeur kort
na het zaaien toepassen op vochtige
grond. Dosering afhankelijk van de
zwaarte en het humusgehalte van de
grond. Onder droge omstandighe
den voldoet linuron of linuron/mo
nolinuron beter. Bij veel regen kort
na de toepassing kunnen deze mid
delen juist enige schade geven, op
passen voor overlappingen.
kort
voor
Kontaktherbiciden
opkomst:
Door de latere zaai en de korte kie-
mingstijd zullen kort voor opkomst
op de kleigronden nog niet veel on
kruiden bovenstaan. Vooral op de
zandgronden kan het gewenst zijn
om juist vóór opkomst een kontakt-
herbicide toe te passen. Hiervoor is
beschikbaar DNOC, dinoterb (Her-
bogil) en glufosinaat-ammonium
(Finale).
Na opkomst:
Op de klei- en zavelgronden is benta
zon (Basagran) het enige toe te pas
sen middel. Bentazon kan reeds wor
den toegepast in het zgn. "Kromme-
nekkenstadium" tijdens de op
komst. Het normale tijdstip is als
het gewas 1,5 tot 2,5 driedelig blad
heeft in een dosering van 1,5 liter per
ha.
Onder droge omstandigheden en bij
een afgehard gewas zijn goede erva
ringen opgedaan met 1 - 2 liter Basa
gran 1-2 liter Agral LN uitvloei-
er, omdat Basagran puur dan vaak
teleurstelt.
Ook zijn er de laatste jaren goede er
varingen opgedaan met lage doserin
gen in een vroeg stadium op heel
kleine onkruiden.
Er wordt dan reeds kort na opkomst
gespoten met 0,5 - 0,75 liter Basa
gran 0,2 liter CitoWett uitvloeier.
Deze bespuiting dient afhankelijk
van de onkruidbezetting 1 a 2 keer te
worden herhaald. Van de twee
laatstgenoemde toepassingen met
uitvloeier zijn weinig onderzoekge-
gevens bekend en er bestaat enige
kans op schade aan het gewas.
Op zand- en dalgronden kan nog wel
het middel dinoseb in een dosering
van 5-6 liter per ha worden gespo
ten in het zgn. slaapstadium van de
bonen, als de eerste twee kiemblade-
ren schuin naar beneden hangen. Bij
voorkeur tegen de avond.
Bruine bonen zijn veel gevoeliger
voor dinoseb dan erwten, oppassen
voor overlappingen dus.
ing. A. Bakker,
Bedrijfsvoorlichter
CAT-Goes
Werknemers van loonbedrijven die
iangere tijd het middel dinoseb ge
bruiken, moeten hun bloed laten on
derzoeken. Als blijkt dat ze teveel
aan het bestrijdingsmiddel zijn
blootgesteld, mogen ze er niet meer
mee werken. Deze verplichting
geldt niet voor boeren en tuinders
en hun medewerkers.
Elke vierde dag dat werknemers van
loon- en spuitbedrijven dinoseb ge
bruiken, moet hun bloed door de
Bedrijfsgezondheidskundige Dienst
onderzocht worden. Bij onderbre
king met minimaal twee dagen be
gint het tellen van voren af aan.
De Stichting Gezondheidszorg Agra-
De Internationale Tarweraad raamt
de wereldproduktie aan tarwe in
1989/1990 (juli t/m juni) op 535 mil
joen ton, wat 31 miljoen meer is dan
in 1988/89, aldus de in mei opgestel
de raming van deze organisatie.
Voor voergranen wordt een produk-
tie geraamd van 830 miljoen ton,
goed 100 miljoen ton meer dan in
het voorgaande seizoen.
In 1987/88 was er van een rekord-
omvang van de wereldhandel in
tarwe sprake van 106 miljoen ton,
doch voor 1989/90 zal dat naar ra
ming niet meer dan 100 miljoen ton
zijn.
Minder wintertarwe in de Ver.
Staten
Het Amerikaanse ministerie van
Landbouw raamt de oogst van win
tertarwe in 1989 op 38,6 miljoen
ton, wat 8% minder is dan de oogst
in 1988, en de kleinste oogst sinds 10
jaar. De uitbreiding van het areaal
met 3% tot 16,4 miljoen ha gaat ge
paard met een verwachte daling van
8
de gemiddelde ha-opbrengst van
2320 kg tot 2070 kg.
Er is nog geen raming gepubliceerd
over de oogst aan zomertarwe, die
ongeveer goed is voor 25% van de
totale tarweproduktie in de Ver. Sta
ten. Ook werd nog geen raming ge
publiceerd over de verwachte pro-
duktie van mais.
Minder mais in Argentinië
Het nationale Argentijnse graanbu-
reau raamt de maisproduktie in het
seizoen 1988/89 (september t/m au
gustus) op 4,25 a 4,45 miljoen ton.
Dat is de kleinste oogst sinds
1956/57 die toen 2,69 miljoen ton
opleverde.
In 1987/88 bedroeg de produktie
8,88 miljoen ton. De grote droogte
die duurde van november tot februa
ri heeft meer dan 36% van het mais-
areaal ernstige schade berokkend.
Het totale maisareaal ligt rond de
2,45 miljoen ha. De gemiddelde ha-
opbrengst wordt geraamd op 2740
kg, vergeleken met 3680 kg vorig
jaar.
rische Sektoren (Stigas) van het
Landbouwschap organiseert de ge
neeskundige begeleiding van de
werknemers. De voorschriften voor
het gebruik van dinoseb komen van
het ministerie van sociale zaken. Ze
gelden tot 1 januari 1990. Dan is het
middel helemaal verboden. Dinoseb
is een loofdodingsmiddel voor aard
appelen.
De kans op blootstelling aan dinoseb
is kleiner naarmate er meer veilig
heidsmaatregelen worden genomen,
zoals het dragen van handschoenen
en laarzen en bescherming van het
gezicht en de nek. Eten, drinken en
roken bij het gebruik is taboe.
Bij de aardappelverwerkende in
dustrie wordt recent steeds meer in
wendige kieming gekonstateerd bij
partijen aardappelen. Volgens een
woordvoerder komt dit vooral voor
bij partijen die niet voldoende zijn
afgerijpt en bij partijen die niet op
een juiste wijze worden gegast. Voor
gassen moet mén de tijd nemen. Be
ter vaker gassen met een kleinere do
sering en met een kleine druppel. De
industrie waarschuwt voorts voor
aardappelopslag die vooral veel
voorkomt in bieten. Haarden voor
ziekten zijn ook de afvalhopen.
In de eerste weken van de maand
mei zijn in Zuid-Beveland enkele
tientallen ha's suikermais inge
zaaid onder afbreekbare plastic.
De mais wordt op kontrakt ge
teeld voor Sun Corn B.V. te En
schede. Het gaat hier om een be
trekkelijk nieuwe teelt, zeker in
het Zuid-Bevelandse. Bij het
IBVL in Wageningen, is al enkele
jaren op kleine schaal ervaring
opgedaan met de teelt van sui
kermais.
Volgens medewerker J. Sinke is
de mais in Zuid-Beveland onder
gunstige omstandigheden ge
zaaid. De bodemtemperatuur
van 12 graden, en voldoende
vocht op ca. 5 cm onder de op
pervlakte geven een uitstekende
uitgangssituatie voor een goed
produkt.
De suikermais waarvoor Vander-
Have en Royal Sluis het zaaizaad
hebben geleverd, is gezaaid met
een voor ons land geheel nieuwe
zaaimachine van Loonbedrijf
Verschoor uit Almkerk. Met de
ze machine kan in 1 Vi uur 1 ha
worden ingezaaid. In één werk-
gang wordt gezaaid, vindt een
rijenbemesting plaats en een vol-
veldsbespuiting tegen onkruid
met het middel Bladex. De beno
digde zaadhoeveelheid bedraagt
ca. 15 kg per ha. De afstand tus
sen de rijen is 75 cm, terwijl de
plastic banen 110 cm breed zijn.
Volgens de heer Sinke is bij de
teelt nog te weinig bekend over
de relatie tussen de rassen en de
geschiktheid om mechanisch te
oogsten. Bij het IBVL is op te
kleine schaal onderzoek gedaan
om hier harde uitspraken over te
doen. Vandaar dat het IBVL ook
betrokken is bij deze teelt op
praktijkschaal. 'We hopen hier
nog weer veel van te leren, zodat
in de toekomst ook bij de suiker
mais gefundeerde adviezen kun
nen worden gegeven met betrek
king tot de rassenkeuze. De in
Zuid-Beveland gezaaide mais,
die inmiddels boven de grond
staat, is van de rassen Early
Sweet en Trophy.
J.W.
De begin mei in Zuid-Beveland onder plastic gezaaide suikermais
groeit momenteel voorspoedig.
Het breedwerkende herbicide Bladex
kan sinds kort ook na opkomst van
de mais worden gespoten. Het mid
del wordt al vele jaren in de voor
opkomst toepassing gebruikt. Het
beste resultaat in de na-opkomst
bespuiting, tot het 4-blad stadium
van de mais, wordt verkregen op het
jonge onkruid. De dosering bij deze
toepassing bedraagt: 1,5 kg/ha op
zeer klein onkruid (kiembladstadi-
-y n kp/ha in overige gevallen.
In deze doseringen na-opkomst geeft
Bladex een prima bestrijding van
o.a.: perzikkruid, dovenetel (paar
se), hennepnetel, ereprijs, akkervi
ooltje, kroont jeskruid.
Indien triazine resistente onkruiden
voorkomen of veel melganzevoet,
herderstasje, muur of kamille, kan
Bladex worden gemengd met Basa
gran. Deze tankmix is effektief en
gewasveilig. Voor inl.Shell Neder
land Chemie, Rotterdam.
Vrijdag 26 mei 1989