Struktuurnota Landbouw legt accent op duurzame landbouw In komende dertig jaar realisering van ecologische hoofdstruktuur Milieugroepen fel tegen drainage Groote Peel Minister Braks in Beleidsvoornemen Natuurbeleidsplan: De vorige week is in het ZLM- blad al aandacht geschonken aan de inhoud van de door minister Braks gepubliceerde Struktuur nota Landbouw. Dat het beleid van de minister is gericht op het verkrijgen van duurzame be drijfssystemen is daarbij niet ex pliciet aan de orde gekomen. On derstaand geven we de visie van de minister daarop alsnog weer. Het beleid is er onder meer op gericht de teeltfrequentie van aardappelen sneller te verlagen dan eerst in de nieuwe opzet van het AM-beleid was vast gelegd. "Voor het bereiken van duurzame landbouw is aanpassing van de be drijfssystemen noodzakelijk. De manier waarop dit geschiedt ver schilt van sektor tot sektor", zo schrijft minister Braks in de Struk tuurnota Landbouw. In de grondge bonden sektoren, zoals akkerbouw, opengrondstuinbouw en rundvee houderij worden de bedrijfssyste men meer dan nu grondgebonden gemaakt door een minder intensieve inzet van grond- en meststoffen. In het beleid voor de akkerbouw zal in overleg met het bedrijfsleven wor den gestreefd naar een snellere verla ging van de teeltfrequentie van aard appelen dan oorspronkelijk in de nieuwe opzet van het beleid ter bestrijding van de aardappelmoe heid was vastgelegd. Bovendien is snelle invoering van geïntegreerde teeltsystemen (minimaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen; ruime vruchtwisseling; mechanische on- kruidbestrijding; bemesting toege sneden op opnamebehoefte van de planten) voorzien. Ten behoeve van de uitvoering van de Struktuurnota Landbouw en het Natuurbeleidsplan zullen extra mid delen worden toegevoegd aan de be groting van het ministerie van Land bouw en Visserij, oplopend tot 317 miljoen in 1994. Daarnaast zal voor het NBP een herschikking plaatsvin den binnen de begroting. In totaal zal in 1994 voor het NBP 100 mil joen beschikbaar zijn. Voor bepaalde nationaal en interna tionaal bedreigde of kwetsbare ty pen natuurgebied zijn aktieve maat regelen noodzakelijk. Schoon water, een schone lucht en een schone bo dem alleen zijn immers niet voldoen de om Nederland voor de Nederlan ders tot een echte leefomgeving te maken. Een goede inrichting en een toereikend beheer is nodig om na tuurwaarden ook werkelijk in stand te houden. Dit onder meer schrijft de minister Braks in het beleidsvoornemen voor het Natuurbeleidsplan, dat hij 18 mei 1989 jl. heeft gepresenteerd. Over het beleidsvoornemen zal de komende zes maanden overleg ge voerd worden met andere overhe den. Ook zal in deze periode advies gevraagd worden aan onder meer de Natuurbeschermingsraad, het Land bouwschap, de Centrale Raad voor Milieuhygiëne, de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening en de Raad voor de Waterstaat. De resul taten van het overleg en de adviezen 14 Het streven is gericht op toepassing van geïntegreerde teeltsystemen of delen ervan op ongeveer 30% van het areaal in de plantaardige pro- duktiesektoren in 1994. In 2000 moeten nagenoeg alle bedrijven hier toe zijn overgegaan. Mede in verband met de verlaging van de teeltfrequentie wordt in over leg een verhoging van de braakleg gingspremie van 600 naar 700 ECU ingevoerd. In de rundveehouderij en met name de melkveehouderij zal het overma tige gebruik van stikstof worden te ruggedrongen. Een commissie van deskundigen zal worden gevraagd medio 1990 te rapporteren over de mate waarin en de wijze waarop de ze reduktie moet plaatsvinden. Daarnaast zal de ammoniakemissie aanzienlijk worden teruggedrongen door het verlagen van het stikstofge halte in het veevoer, het bevorderen van een andere inrichting van de stal en het zo snel mogelijk in de grond brengen van mest bij het mestuitrij den en in kombinatie met deze maat regelen het mogelijk 's nachts opstallen van melkvee. Voor de grondgebonden veehouderij moet de op eigen bedrijf geproduceerde mest verantwoord op het eigen bedrijf aangewend kunnen worden. Daar toe zal een norm worden ingevoerd in de orde van grootte van drie graasdieren per hektare met inacht- name van een overgangsperiode van 10 jaar. In de glastuinbouw geldt als richts noer de invoering van gesloten be- zullen worden verwerkt in een rege ringsbeslissing, die aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. Achteruitgang natuur De achteruitgang van het aantal soorten planten en dieren in ons land blijkt nog steeds door te zetten. Dit geldt niet alleen voor de zeldzame soorten, er is zelfs sprake van een achteruitgang van vroeger algemene soorten als Pinksterbloem en Made liefje. De diversiteit neemt dan ook af. De achteruitgang van de natuur is vooral zo ernstig, omdat het tem po ervan niet is afgenomen. De oor zaken van de achteruitgang zijn de gestage afname van het oppervlak aan geschikte leefgebieden voor wil de plante- en diersoorten en de nega tieve beïnvloeding van de natuur door invloeden buitenaf. Deze oor zaken zijn te herleiden tot de volgen de thema's: verzuring, eutrofiëring, verontreiniging, verstoring, verdro ging, verlies en versnippering, ver zoeting en verwaarlozing van be tekenis. Toekomstig beleid De regering probeert de problemen, die zich met betrekking tot natuur en landschap voordoen duurzaam op te lossen. Hoofddoelstelling van het rijksbeleid is dan ook duurzame in standhouding, herstel en ontwikke ling van natuurlijke en landschappe lijke waarden. Verder het aangeven van perspektieven en het treffen van maatregelen als voorlichting, onder drijfssysternen. In 2000 moeten pro- dukten in de glastuinbouw voor een zeer groot deel in dergelijke syste men worden geteeld. Op energiege bied wordt gestreefd naar een verho ging in 2000 van de energie- efficiency (het aantal kubieke meters aardgasequivalenten noodzakelijk voor de produktie van een kilo pro- dukt of 10 stuks) met 50% in 2000 ten opzichte van 1980. In de intensieve veehouderij wordt gestreefd naar een gesloten keten van opslag, transport en verwerking van mest. Invoering hiervan ge schiedt fasegewijs. Van groot belang hierbij is de verwezenlijking van mestverwerkingsinstallaties. Doel is een verwerkingscapaciteit van circa 5 a 7 miljoen ton in 1994, ongeveer 10 miljoen ton in 1996 en circa 20 miljoen ton in 2000. In het rege ringsstandpunt over het rapport van de Commissie Realisatie Mestver werking zal een en ander nader wor den vastgelegd. Grondgebruik Op bedrijfsniveau bestaat behoefte aan oppervlaktevergroting. Met na me in de sterk grondgebonden sekto ren zullen de ontwikkeling van de markt, de mestwetgeving, de beoog de lagere teeltfrequentie en de invoe ring van een maximaal aantal graas dieren leiden tot een versterkte be hoefte aan bedrijfsvergroting. De noodzaak te komen tot kostenverla ging is hier mede debet aan. In de melkveehouderij en de akker bouw zal de behoefte aan bedrijfs vergroting het meest omvangrijk zoek en stimulering. De ruimtelijke struktuur van de na tuur in ons land is te verbrokkeld voor een duurzame instandhouding van de voor ons land kenmerkende ecosystemen en de daarin thuisho rende plante- en dierensoorten. De toekomst van de voor Nederland prioritaire ecosystemen is slechts in een ecologische hoofdstruktuur ver zekerd. Zo kunnen namelijk ener zijds invloeden van buitenaf door een juiste lokalisering en formaat worden geminimaliseerd. Ander zijds zullen de populaties planten en dieren groter worden, doordat sub populaties worden vergroot (natuur ontwikkeling) met elkaar worden verbonden (verbindingszones) wat de uitsterfkansen minimaliseert. Ecologische waarden De belangrijkste doelstelling van het Natuurbeleidsplan met betrekking tot ecologische waarden is het ver sterken van de duurzaamheid van de belangrijke ecosystemen in ons land. Daartoe moet een ruimtelijk stabie le, duurzaam te behouden ecologi sche hoofdstruktuur gerealiseerd worden. Deze struktuur gaat bestaan uit kerngebieden, natuur ontwikkelingsgebieden en verbin dingszones. De duurzame instand houding van deze gebieden zal wor den ondersteund door een bufferbe- leid, gericht op het wegnemen dan wel minimaliseren van negatieve ex terne invloeden. Daarnaast zal ook effektgericht be leid worden gevoerd met als doel het scheppen van zodanige milieuvoor waarden, dat de basiskwaliteiten van ecosystemen kunnen worden her steld, gehandhaafd of ontwikkeld. Naast de ecologische hoofdstruk tuur zal de rijksoverheid ook de zorg voor meer algemene natuur- en land schapswaarden blijven on dersteunen. Soortenbeleid Voor bepaalde soorten is het nemen van aktieve beschermings-, herstel zijn. Voor bedrijfsvergroting moet echter grond vrijkomen. Om het in strument van de pacht daartoe te la ten bijdragen zal met het bedrijfsle ven overleg worden gevoerd over aanpassingen van het pachtinstru- mentarium. Beperkingen aan de bedrijfsontwik keling van de landbouw uit hoofde van nagestreefde bijzondere milieu kwaliteiten zullen slechts worden op gelegd, indien er een aantoonbare relatie tussen regionale oorzaak en gevolg is en het doel niet met andere maatregelen te bereiken is. Stimulering Met het oog op het bevorderen van de strukturele ontwikkeling in de landbouw is naast het landinrich tingsinstrument een aantal stimule ringsregelingen van toepassing. Er zullen nieuwe worden ontwikkeld. en/of beheermaatregelen noodzake lijk. De rijksoverheid zal de aan dacht met name richten op bedreig de of kwetsbare soorten, soorten waarvoor Nederland een internatio nale verantwoordelijkheid heeft, soorten die door biotoopverlies sterk achteruit zijn gegaan en soorten die in klein aantal in voor ons land ka rakteristieke biotopen voorkomen. Hierbij is met name te denken aan de das, zeehond, ijsvogel, zeeforel, snoek, vroedmeesterpad, ringslang, dagvlinders, rivierkreeft, dotter bloem, krabbescheer, taxus en de or chideeën. Kultuurhistorische en aardkundige waarden De regering wil aan een aantal gebie den met belangrijke kultuurhistori sche en aardkundige waarden extra zorg gaan besteden. Deze zorg zal vooral tot uiting moeten komen in het ruimtelijk beleid en bij de land inrichting. Ecologische hoofdstruktuur Voor het realiseren van de ecologi sche hoofdstruktuur in de komende dertig jaar zal: - de Natuurbeschermingswet plan matig worden toegepast; - natuurterreinen worden ver worven; - een uitbreiding plaatsvinden van de gebieden, waar de Relatienota en de Bergboerenregeling op van toe passing zijn; - gestreefd worden naar een verdere realisering van een stelsel van natio nale parken in de ecologische hoofd struktuur; - een aantal natuurontwikke- lingsprojekten worden gerealiseerd; Brabantse milieugroepen reageren boos op een ambtelijk advies van een topambtenaar op het ministerie van Landbouw om de boeren ron dom het natuurgebied De Groote Peel geen beperkingen op te leggen bij drainage-aktiviteiten. Zowel de Vogelbescherming als de Werkgroep Behoud de Peel hebben minister Braks daarover om opheldering ge vraagd. Volgens de beide werkgroepen wordt de toekomst van het natuur- Te denken valt aan het Besluit struk- tuurverbetering landbouwbedrijven; de Stimuleringsregelingen voor grote en kleine innovatieprojekten; stimu leringsregelingen voor de aanpak van de mestproblematiek en aan de onlangs verdubbelde installatiepre mie voor jonge agrariërs. Er zal een regeling voor milieuvriendelijke agrifikatie worden ingesteld. Naast diverse regelingen op sociaal gebied, zoals het Bijstandsbesluit Zelfstandigen, moet de Inkomens voorziening voor Oudere en Arbeids ongeschikte Zelfstandigen worden genoemd, die is gericht op beroeps beëindiging van agrariërs. Overwo gen wordt om voor akkerbouwers een specifieke bedrijfsbeëindigings regeling te kreëren, waarbij de grond van de beëindigde bedrijven ten goe de komt aan struktuurverbetering in de akkerbouw. - een gebiedsgericht milieu- en wa terbeleid gevoerd worden; - een doelgroepenbeleid worden ontwikkeld (natuursponsoring, voorlichting en edukatie). Tijdens de eerste acht jaren zullen de accenten bij verwerving van gronden komen te liggen op de afronding van de ecologische hoofdstruktuur (5000 ha) en op natuurontwikkelingspro jecten (14.000 ha). De nieuwe taakstellingen voor de vorming van relatienotareservaten en natuuront wikkeling komen neer op het ver werven van 3000 ha landbouwgrond per jaar. In het kader van de Relatienota zal in de planperiode 40.000 ha onder beheer worden gebracht of verwor ven worden. Hoge urgentie wordt onder meer gelegd bij de volgende gebieden: Noord-Drenthe, Zuid- West Friesland, beekdalen, rivieren gebieden/uiterwaarden, landgoede ren en brak water veengebied. Op dit moment is een uitbreiding van de Bergboerenregeling in voor bereiding voor 50.000 ha voor onder meer uiterwaarden, diepe veenwei- degebieden en beekdalen. Internationaal beleid In het beleidsvoornemen wordt ook aangegeven welke prioriteiten de ko mende jaren in het internationale natuurbeleid worden gelegd. Daar bij zal het onder meer gaan om na tuurgebieden, zoals overwinterings- gebieden die van belang zijn voor de natuur in Nederland. Ook zal priori teit gegeven worden aan het beleid met betrekking tot het tropisch re genwoud en de wetlands. gebied bedreigd door de drainage op de landbouwbedrijven in de omge ving van de Peel. Daardoor wordt dit waterrijke gebied als het ware leeggezogen en verliest de Peel zijn oorspronkelijke karakter. Het advies van Landbouw lijkt bo vendien in strijd met de maatregelen ter bescherming van de Groote Peel, die minister Nijpels vorig jaar no vember afkondigde. Daaronder was ook een vergunningstelsel voor drainage. Vrijdag 26 mei 1989 In de komende dertig jaar zal in ons land een ruimtelijk stabiele en duurzaam te behouden ecologische hoofdstruktuur gerealiseerd wor den. Hiertoe zal de Natuurbeschermingswet planmatig worden toege past. Natuurterreinen zullen worden verworven en er zal een uitbrei ding plaatsvinden van de gebieden, waar de Relatienota en de Berg boerenregeling op van toepassing zijn. Tevens zal gestreefd worden naar een verdere realisering van een stelsel van nationale parken in de ecologische hoofdstruktuur en zullen een aantal natuurontwikke- lingsprojekten worden gerealiseerd. Daarnaast zal een gebiedsgericht milieu- en waterbeleid gevoerd worden en zal een doelgroepenbeleid worden ontwikkeld (natuursponsoring, voorlichting en edukatie).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 14