Verbindingswegen voor plant en dier? 'Rosmolentreemolen en motorkot Kleine landschapselementen Ideeën voor voorbeeldplannen voor de dagelijkse leefomgeving In dit tweede artikel over de ver bindingswegen die planten en dieren gebruiken wordt aandacht besteed aan de manieren waarop planten en dieren zich kunnen verplaatsen. Naar aanleiding van het vorige artikel is diverse malen gevraagd hoe men in bezit kan komen van het boekje 'verbin dingswegen voor plant en dier'. Dit boekje is te bestellen bij de Stichting Natuur en Milieu, Don kerstraat 17 te Utrecht, tel.nr. 030-331311. Hoe verplaatsen planten en dieren zich? Planten verplaatsen zich door mid del van zaad, vruchten en/of uitlo pers. Dit kan op allerlei manieren plaatsvinden: door wind of water, door mens of dier, of door ingenieu ze konstrukties die de plant in staat stellen om zaden als het ware weg te schieten. Een bekend voorbeeld van versprei ding via het water is de kokosnoot. Kokosnoten kunnen duizenden kilo meters in het water afleggen, mee drijvend op de stroming, tot ze op één of andere kust worden gedepo neerd, waar ze dan kunnen ont kiemen. De wind kan zaden over grote af standen verspreiden. De zaden van veel planten zijn daar dan ook speci aal opgericht: ze zijn pluizig, hebben vleugeltjes, of zijn ekstreem klein en licht. Paardebloem en Akkerdistel hebben bijvoorbeeld pluizige zaden en kunnen zich via de wind gemak kelijk verspreiden. De es heeft zaden met een vleugel, sporeplanten zoals varens en paddestoelen hebben hele kleine zaden. Dieren verspreiden planten omdat ze zaden of vruchten eten, die elders weer uitgepoept worden. Sommige zaden beschikken over speciale weerhaakjes, waardoor ze gemakke lijk in vachten van zoogdieren blij ven haken. Het Kleefkruid is een be kend voorbeeld. Verplaatsing door de mens De mens draagt ook zijn steentje bij aan verspreiding van planten: be wust en onbewust. Deels komt dat overeen met verspreiding door die ren, maar de invloed van de mens gaat verder. Voor landbouw, voor de tuin en voor de geneesmiddelen- fabrikage zijn bijvoorbeeld planten van heinde en verre naar Nederland gehaald. En dat is al duizenden jaren aan de gang. Zo zijn bijvoorbeeld vele boomsoorten, die we nu in ons land aantreffen, door de mens hier naar toe gehaald. Sommige planten proberen zichzelf te verspreiden. Deze hebben meestal het geringste verbreidingsvermogen, de afstand is vaak beperkt tot enkele meters. De zaden kunnen wegge schoten worden (zoals bij de gerani ums of ooievaarsbekken en de balse mien), ze kunnen vallen en wegrol- Hoe kan de dagelijkse leefomge ving verbeterd worden? Welke ideeën kunnen worden uitge werkt tot voorbeeldplannen om de ruimtelijke kwaliteit van die leefomgeving te verbeteren? Dat vraagt de Rijksplanologische Dienst van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de 'Voorbeeldplannen dagelijkse leefom- brochure voor de geving'. De ideeën moeten kort en bondig worden gepresenteerd en betrek king hebben op de verbetering van de stedebouwkundige struk- tuur van na-oorlogse woonwij ken; de verbetering van de kwali teit van de openbare ruimte; het zorgvuldig omgaan met water, energie en afval, 'kasko- planning' in het landelijk gebied. Tot donderdag 15 juni 1989 kun nen de ideeën worden ingezon den bij het door de Rijksplanolo gische Dienst ingestelde Sekreta- riaat Voorbeeldplannen. Minis ter Nijpels van VROM zal dit na jaar bepalen met welke inzenders hij een overeenkomst zal sluiten voor de uitwerking van het idee tot voorbeeldplan. len (kastanje). Wortels kunnen uit lopers maken (kweekgras). Eén en ander geeft aan dat er een enorm verschil is tussen de soorten. Soorten die zware zaden produce ren, weinig zaden produceren, of weinig kiemkracht vertonen kunnen zich moeilijk verbreiden en zijn kwetsbaar. Dit is vermoedelijk ook de oorzaak van de zeldzaamheid van de Wollige Distel in Nederland. Deze plant komt alleen voor op enkele dijken in de Zak van Zuid-Beveland. Hij lijkt veel op de Speerdistel, maar het zaad van de Wollige Distel is veel zwaar der dan dat van de Speerdistel, en kan zich veel moeizamer ver spreiden. Dieren Dieren verplaatsen zich weer op heel andere manieren dan planten, alhoe wel ze soms gebruik maken van de zelfde hulp. Lopen, kruipen, zwem men, vliegen en zweven zijn voor beelden. Meeliften op in het water drijvende plantenmassa's is voor sommige dieren niet ongebruikelijk. Vogels die op trek zijn proberen zo veel mogelijk gebruik te maken van gunstige windrichtingen. Hetzelfde geldt voor trekkende vlindersoorten. Zweven wordt een stuk gemakkelij ker gemaakt wanneer daarbij ge bruik gemaakt kan worden van opstijdende warme lucht (thermiek) onder zonnige weersomstandighe den. De zweefvliegers onder ons zal dat niet onbekend zijn. Inlichtingen Stichting Landschapsverzorging Zeeland, Grote Markt 28 te Goes, tel. 01100-30936. Sommige planten hebben zaden met specifieke hulpmiddelen die voor ver spreiding van de soort zorgen. Het pluis aan distelzaad zorgt ervoor dat de wind de zaden gemakkelijk - en ver - kan verspreiden. Oplossing 2. Boerderijen in Oost Zeeuws-Vlaanderen met een 'gebroken kap' ZLM-blad van vrijdag 14 april 1989 bovenste foto: P. de Putter- van Hoeve, Drieweg 2, Zaamslag onderste foto: G. Hermans, Prov. weg 3, Vogelwaarde Prijswinnaars: G.P.M. Kerckhaert uit Hengstdijk en J. Cammaert uit Vogel waarde. men (3) toont een klein deurtje wat de opening afsluit waardoor de platte riem de horizontale as aandreef. Prijsvraag Waar is de foto (4) genomen van de zwartgeteerde houten schuur met witte banden. Oplossing in zenden voor 23 mei a.s. aan de redaktie van het ZLM-blad, adres: Postbus 2116, 4460 MC Goes, onder vermelding van 'Prijsvraag de Zeeuwse Boerderij'. De Tree- of Tredmolen Deze treemolens stonden in een afgezonderd gedeelte van de schuur. Dit waren vertikaal ge plaatste grote hoepels, die onder ling verbonden waren door de 'treden', en bevestigd op een ho rizontale as. Deze treemolen werd aangedreven door één of twee paarden, die door hun stap pende beweging binnen in deze molen, dit krachtwerktuig op gang brachten en hielden. De aan te drijven werktuigen waren de zelfde als bij de rosmolen. Het motorkot Toen de verbrandingsmotoren hun intrede deden op de boerde rijen, werd op vele boerderijen tegen de schuur een 'motorkot' gebouwd. Hierin was een statio naire ééncilinder benzinemotor opgesteld. Deze dreef met een platte riem een horizontale as in de schuur aan. Op deze as waren meerdere poelie's bevestigd, die de verschillende werktuigen, ook weer met een platte riem, aandre ven. Aandrijving met V-snaren of kettingen waren nog niet be kend. Deze motoren hadden meestal een verdampings- koeling. Er was dus geen radi- teur, maar de koeling kwam tot stand door de verdamping van het koelwater, wat dus regelma tig moest worden bijgevuld. Bekende merken waren o.a. Vic toria, Lister, Deere, Deering, Brons, Kromhout, enz. Met de komst van de elektriciteit op het platteland zijn deze motoren ver dwenen. Gaarne reakties en verdere in lichtingen over deze aandrijf- werktuigen bij de redaktie van het ZLM-blad. Op bijgaande foto's een motor kot tegen de schuur gebouwd van de heer Van Putte te Zonnemaire (2). De foto vanuit de schuur geno- Vroegere krachtwerktuigen voor aandrijving van machines in oude Zeeuwse schuren In het begin van de 20e eeuw werd de handkracht voor aan drijving van stationaire werktui gen in de schuur, veelal vervan gen door dierlijke en later ook door motorische kracht. len genoemd. Via een haaks op de vertikale as bevestigde balk werd deze ros door een rondlo pend paard in beweging ge bracht. Er waren één- en twee- paards rosmolens. Dit paard liep over een cirkelvormig straatje of paadje. De ROS of Rosmolen Deze rosmolen stond aan de voorkant van de schuur op het erf, op enige meters afstand van die schuur (zie foto van een ros bij het landbouwmuseum te Heille). Deze ros bestond uit een groot rond ijzeren gietwerk met een kamrad aan de onderzijde. Deze kamraderen dreven een klein tandwiel aan, (te vergelijken met een kroon wiel en pignon). Het kleine tandwiel was be vestigd op een as, die horizontaal over het erf naar de schuur was aangebracht. Zo werden dan de diverse werktuigen in de schuur aangedreven. Dit waren o.a. een kleine dorsmachine, mangel- of peemolen, of moesmaker, stro- of hooisnijder, ook wel kortmo- Vrijdag 12 mei 1989 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 13