liOO
zuidelijke landbouw maatschappij
ZLM-voorzitter H.C. v.d. Maas:
Voorzitter Landbouwschap:
Ministerie van Landbouw
moet blijven
Akkerbouw
VERVOLG PAG. 11
omi
VRIJDAG 5 MEI 1989
77e JAARGANG NO. 3971
land- en
tuinbouwblad
Ruim 150 akkerbouwers uit ons land waaronder relatief veel ZLM-ers hebben vorige week vrijdag op het
Binnenhof in Den Haag op een vriendelijke wijze aandacht gevraagd voor hun inkomensprob/ematiek. Tot
grote teleurstelling van de boeren vond men noch bij de minister-president noch bij zijn kollega's gehoor.
De deuren bleven gesloten (zie voorts pag. 13).
"De EG-prijs- en marktbesluiten voor 1989 zijn een
versterking van de schrijnende onevenwichtigheid van
het 5 jaar geleden ingezette landbouwbeleid. Ze bete
kenen een verdere structurele prijsverlaging voor de
akkerbouw tegenover een bestendiging van de on
dersteuning in de zuivel. De Europese beleidsmakers
laten klaarblijkelijk op een beschamende wijze de
electoraal oninteressante akkerbouwers opdraaien
voor hun opportunistisch politieke gewin," aldus de
voorzitter van ZLM, de heer Van der Maas in zijn ope
ningswoord bij de vergadering van het hoofdbestuur
maandag 1 mei jl. in het Landbouwhuis te Goes. De
voorzitter begon de vergadering met felicitaties uit te
spreken voor de oud-kringvoorzitter van Tholen/St.
Philipsland, de heer M.C.J. Kosten vanwege diens on
derscheiding tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Volgens voorzitter Van der Maas betekent het prijs-
besluit dat het tekort - over de laatste 4 jaar - in de por-
temonnaie van de Nederlandse akkerbouwer dit jaar
oploopt tot 30% of meer. Hij noemde het dan ook on
voorstelbaar arrogant en leugenachtig, dat minister
Braks het vorige week dinsdag in de Tweede Kamer
deed voorkomen of een hogere effectieve marktprijs
voor granen het wegvallen van de Brusselse prijson
dersteuning zou corrigeren. En nog onbegrijpelijker is in
feite, dat het parlement dit "recht praten wat krom is"
niet afstrafte. Zeker als men daarbij de wetenschap in
aanmerking neemt, dat zowel in de Verenigde Staten
10%) als in Europa het graanareaal in 1989 groter
zal zijn dan vorig jaar!
Mede daarom, heeft de ZLM vorige week andermaal
het voortouw genomen om te trachten in politiek Den
Haag op "buitenparlementaire" wijze aandacht voor
de akkerbouwproblematiek te verkrijgen middels een
spontane aktie van enkele honderden akkerbouwers
waaronder relatief veel ZLM-ers op het Binnenhof in
Den Haag (zie elders in dit nummer). "We hebben van
uit de ZLM bewust deze "tussen'-aktie mede geïni
tieerd als aankondiging voor meerdere en grotere
akties in landelijk verband. De aktie is tegelijkertijd be
doeld als ondersteuning van de CLO- en Landbouw-
schapsstellingname. In de komende tijd zal worden
getracht om de wensen zoals verwoord in de "open
brief aan het kabinet" (zie blz. 13) als basis te laten die
nen voor de landelijke (in CLO-verband) nog op te stel
len nadere akkerbouwwensen.
Op de kortst mogelijke termijn zullen namelijk de Ne
derlandse overheid, politiek en samenleving zich uit
moeten spreken of ze de akkerbouw in Nederland op
gegeven heeft, dan wel dat men bereid is om krachtige
nationale ondersteuningsmaatregelen tot uitvoering te
brengen.
"Wachten op een brede en landelijke discussie in de
achterban over een sectorvisie akkerbouw, zoals som
mige krachten in het Landbouwschapsverband wen
sen, duurt veel te lang. Een dergelijke (politieke)
(afleidings)manoevre wensen we niet te accepteren.
Het vanuit het KNLC aangedragen initiatief, te weten
een spoedig standpunt over een "landbouw politieke
heroriëntatie" voor het Europees-, maar vooral ook na
tionale akkerbouwbeleid, was zeker niet bedoeld als
zoethoudertje voor het a.s. winterseizoen; maar (in te
gendeel) juist bedoeld om de Nederlandse politiek en
overheid nog voor de zomer een pakket duidelijke en
niet mis te verstane wensen voor te leggen. Het KNLC
zal daarom het voortouw moeten blijven nemen!" De
voorzitter ging vervolgens in op de politieke aktualiteit.
Voorzitter Gerard Doornbos van het Landbouwschap
ziet niets in opheffing van het ministerie van landbouw
en visserij. Hij zei dit woensdag aan het begin van de
openbare bestuursvergadering in een reactie op de in po
litieke kring geopperde gedachte om de taken van het de
partement van landbouw te verdelen over onder meer
economische zaken en VROM. Overheveling van de eco
nomische kant van het landbouwbeleid naar het departe
ment van economische zaken zal naar de mening van het
Landbouwschap vrijwel zeker leiden tot minder aan
dacht voor de land- en tuinbouw. Ook in het kabinet en
in Brussel zou de agrarische sector na de opsplitsing niet
meer op minister-niveau vertegenwoordigd zijn.
Doornbos betoogde dat er ondanks meningsverschillen
over onderdelen van het in ons land gevoerde landbouw
beleid toch een brede consensus bestaat over de basis van
dat beleid. De samenwerking tussen de overheid en het
landbouwbedrijfsleven in het zogenaamde landbouwmo-
del mag naar zijn oordeel als geslaagd worden aange
merkt. "Het verenigt een reeks van doeleinden in zich
die het best binnen een departement kunnen worden af
gewogen", aldus de voorzitter van het Landbouwschap.
De besluiten over de EG-landbouwprijzen en de conse
quenties daarvan voor de akkerbouw vormden een be
langrijk agendapunt voor het Landbouwschapsbestuur.
Doornbos noemde de uitkomsten voor de akkerbouw
ronduit onbevredigend. Een standpunt dat gedeeld werd
door de woordvoerders van de in het Landbouwschap
samenwerkende organisaties. Doornbos waarschuwde er
overigens voor om in het vuur van de discussie over het
graanbeleid het belang van de vrije produkten voor de
akkerbouw niet uit het oog te verliezen. Wil het Neder
landse kwaliteitsprodukt zijn weg naar de buitenlandse
consumenten blijven vinden dan zal er volgens hem in de
markt- en afzetstructuren het nodige moeten gebeuren.
"De initiatieven hiervoor moeten binnen het Landbouw-
circuit worden genomen en verdienen meer aandacht, zo
betoogde hij.
De val van het kabinet maakt het volgens Doornbos nog
belangrijker om de opvattingen van het Landbouwschap
over allerlei zaken indringend over te brengen aan de po
litieke partijen. "Dat geldt niet alleen voor de aanpak
van de milieuproblematiek, maar ook voor het algemene
landbouwbeleid en de accenten die daarin moeten wor
den aangebracht".
Aanleiding en oorzaak van de dreigende kabinetscrisis
werd en wordt gevormd door een klaarblijkelijk diep
gaand meningsverschil over met name de financiering
van het nog officieel openbaar te maken milieube
leidsplan van de minister van VROM. Maar behalve de
financiering is voor ons ook de feitelijke inhoud en
taakstelling van het "Nationaal Milieu Beleidsplan" van
fundamentele betekenis voor de diverse land- en tuin
bouwsectoren. Het toekomstig "zijn of niet zijn" van
vele veehouderijbedrijven en akker- en tuinbouwbedrij
ven zal daar ten nauwste mee samenhangen.
Positief noemde de voorzitter het dat er in de mara
thonzitting van het kabinet afgelopen zaterdag duide
lijkheid is gekomen (op voorwaarde dat deze regering
blijft zitten) over de toepassing van de kleinschalig
heidstoeslag (KST). Deze wordt, zij het in iets gewijzig
de vorm, gecontinueerd: 6% wordt 8%, en het
maximaal te honoreren investeringsbedrag wordt pèr
geval per jaar van ruim 1 miljoen teruggebracht tot
goed f 500.000,—. Per saldo een extra "voordeeltje"
(relatief gezien dan) voor de landbouw- en tuinbouw
sector en het midden- en kleinbedrijf. Sterk "relatief"
inderdaad, gezien tegen de achtergrond, dat voor de
landbouw de KST minimaal op 24% gebracht zou
moeten worden, om het wegvallen van de WIR-
regeling te compenseren.
Bovendien is van de beschikbare 700 miljoen/jaar voor
de KST 50 miljoen afgezonderd, speciaal en extra te
besteden voor de akkerbouwsector! "Zou het dan toch
waar zijn dat je in dit land alleen iets kunt bereiken mid
dels aktievoeren?", zo vroeg de voorzitter zich cynisch
af.