Adviezen gebruik Ridomil Delta 47WP voor 1989 Nog slechts beperkt toepassen van dinoseb (DNBP) in 1989 Geen dinoseb meer voor onkruid- bestrijding in erwten op klei In 1979 werd Ridomil, met als werkzame bestanddeel het systemische fungicide metalaxyl, ter bestrijding van de aardappelziekte (Phy- tophthora infestans) op de markt gebracht. Na een aanvankelijk zeer goede werking bleek de schimmel in augustus 1980 resistentie tegen de metalaxyl te hebben ontwikkeld, nadat het produkt uit de handel was genomen werd in 1985 het thans nog in gebruik zijnde Ridomil Delta 47 WP, een kombinatie van metalaxyl en maneb/fentinacetaat, geïntroduceerd. Om het vóórkomen van metalaxylre- sistentie bij P. infestans in Neder land te kunnen volgen wordt daar aan sinds 1981 bij de vakgroep Fyto- pathologie van de Landbouwuniver siteit jaarlijks onderzoek verricht. Dat onderzoek aan ingezonden blad monsters maakt het mogelijk de si tuatie tijdens het groeiseizoen te kunnen beoordelen. Toetsing van isolaten uit knolmonsters van poot- aardappelen geeft een indruk van de risiko's voor het volgende jaar. Situatie 1988 De afgelopen twee groeiseizoenen kenmerkten zich door vochtige pe rioden resulterend in het massaal op treden van P. infestans. Deze om standigheden leidden tevens tot het op grote schaal toepassen van Rido mil Delta 47 WP. Van de in beide ja ren bemonsterde percelen was 48% behandeld met Ridomil Delta. On danks het op dezelfde schaal toepas sen van Ridomil Delta verschilde het percentage metaiaxyl-resistentie in beide jaren aanmerkelijk (tabel 1). Het seizoen 1988 gaf een veel sterke re selektie van resistente stammen te zien dan voorgaande jaren. Die se lektie is uitsluitend te wijten aan het gebruik van Ridomil Delta. Het toe passen van Ridomil Delta leidt tot een hoger percentage (69%) metalaxyl-resistente stammen dan het gebruik van uitsluitend preven tief werkende middelen al dan niet aangevuld met een cymoxanil bevat tend middel (16%). Eén van de beperkingen bij het ge bruik van Ridomil Delta is dat het middel maksimaal twee maal in een seizoen mag worden toegepast. Ana lyse van de gegevens over 1988 on dersteunt deze beperking. Vaker dan twee maal achtereen Ridomil Delta spuiten is zinloos. Vooral in de twee de helft van juli werd Ridomil Delta gespoten. Het gevolg was een sterke stijging van het percentage resistente isolaten bij de vele in die periode in gezonden monsters. Gedurende het seizoen 1988 werden van 20 percelen monsters beoor deeld. De verdeling binnen Neder land van het aantal ingezonden monsters en de metaiaxyl-resistentie is samengevat in tabel 2. Belangrijke centra van resistentie waren in 1988 de IJsselmeerpolders, N.O. Nederland en W. Brabant. Ook Zeeland skoort hoog, maar het geringe aantal monsters vertekent mogelijk de werkelijke situatie. Uitgaande van de situatie in 1988 dringt zich de vraag op: 'Wat kun nen we verwachten in 1989?' Een belangrijke faktor bij het beant woorden van die vraag is de hoeveel heid resistente stammen die in de knollen overwintert. Een deel van die stammen zal door het uitsorteren van aangetaste knollen op afvalho pen verdwijnen. Tegengaan van loofgroei op afvalhopen verdient dan ook alle aandacht. Om enig in zicht te krijgen in de toestand bij het pootgoed is een aantal partijen be monsterd en de in de knollen aanwe zige P. infestans getest op resisten tie. Een samenvatting van de resulta ten laat grote verschillen zien tussen de regio's (tabel 3). De belangrijkste beperkingen bij het gebruik van Ridomil Delta is, dat het middel niet is toegestaan in poo- taardappelen. Handhaving van deze beperking blijkt noodzakelijk om overwintering van resistente zwam men, zoveel mogelijk tegen te gaan. Het gebruik van Ridomil Delta in pootgoed geeft een toename van het aantal resistente isolaten met ten minste 20%. Het verschil kan nog iets groter zijn. Een aantal telers zal - om begrijpelijke redenen - de vraag of Ridomil Delta is gebruikt niet eer lijk hebben beantwoord en nee heb ben ingevuld. Het mag duidelijk zijn dat het (illegaal) gebruik van Rido mil Delta in pootaardappelen een groot risiko oplevert en onder alle omstandigheden moet worden ontraden. Advies 1989 De hiervoor gepresenteerde onder zoeksresultaten hebben geleid tot een aantal adviezen voor het gebruik van Ridomil Delta 47 WP in 1989. De adviezen luiden als volgt: a. pootgoed: Eerste bespuiting uitvoeren bij een gewaslengte van 20 cm of eerder in dien- infektiebronnen zijn waargeno men en de verwachte weersomstan digheden gunstig zijn voor de ont wikkeling van de ziekte. Volgende bespuitingen uitvoeren met interval len van 5 tot 10 dagen afhankelijk van de ontwikkelingssnelheid van het gewas, de aanwezigheid van in fektiebronnen en de verwachte weersomstandigheden Preventief werkende middelen en/of middelen die cymoxanil bevatten ge bruiken. Onder geen beding Ridomil Delta 47 WP inzetten. Bij aanwezigheid van Phytophthora in het gewas is loofklappen en/of looftrekken onder vochtige omstan digheden af te raden. b. konsumptie-aardappelen: Eerste bespuiting uitvoeren bij een gewaslengte van 20 cm of eerder in dien infektiebronnen zijn waargeno men en de verwachte weersomstan digheden gunstig zijn voor de ont wikkeling van de ziekte. Volgende bespuitingen uitvoeren met interval len van 5 tot 14 dagen afhankelijk van de ontwikkelingsnelheid van het gewas, de aanwezigheid van infek tiebronnen en de verwachte weers omstandigheden. Zoveel mogelijk gebruik maken van preventief werkende middelen en/of middelen die cymoxanil bevatten. Bij aanhoudende infektiedruk en noodgedwongen overschrijding van het optimale spuitinterval Ridomil Delta inzetten in twee achtereenvol gende bespuitingen. Effekt van de bespuiting kritisch (laten) evalueren. Maksimaal twee bespuitingen met Ridomil Delta per seizoen. Toepassen van Ridomil Delta voor het midden van het groeiseizoen leidt in het algemeen tot betere resul taten dan later in het seizoen. Doodspuiten indien bij 20% van de planten één of meer blaadjes zijn aangetast. Ir. B.C. Mantel, Dr.ir. L.C. Davidse, Vakgroep Fytopathologie, Landbouwuniversiteit Wageningen. Het toepassingsgebied van dinoseb is in 1989 vanaf 1 maart j.l. sterk in geperkt. Op 1 januari 1990 is het ge bruik van deze stof geheel verboden. Dit seizoen is het gebruik van dino seb alleen nog toegestaan als on kruidbestrijdingsmiddel in peul vruchten (erwten, veldbonen en stambonen) op zand *- en dalgron den voorzover deze buiten de water wingebieden worden geteeld. Het ge bruik van dinoseb in olie voor de loofdoding is beperkt tot de poot- aardapelteelt eveneens buiten de waterwingebieden Wat betekent deze inperking van het gebruiksgebied van dinoseb komend voorjaar voor U a. Bedrijven gelegen op klei, loss of andere grondsoorten, niet zijnde zand- of dalgrond Het toepassen van dinoseb in alle ge wassen (konsumptie-aardappelen, prei, karwij, luzerne, bloembollen en peulvruchten) is per 1 maart j.l. verboden. Telers of loonwerkers die nog beschikken over een oude voor raad die ze niet meer mogen gebrui ken, kunnen deze inleveren bij de distribuant, waarvan het middel be trokken is. De handel mag deze oude voorraad dit jaar nog weer in de 6 handel brengen voor de toepassing bij peulvruchten na opkomst mits de verpakking voorzien is van de nieu we etikettekst en wel uitsluitend voor het groeiseizoen 1989. Op tijd inleveren kan de herdistribu tie bevorderen. Aangebroken ver pakking kan worden ingeleverd bij de depots voor klein chemisch afval (KCA) in uw gemeente, b. Bedrijven gelegen op zand- of dalgrond Op deze grondsoorten mag nog in 1989 dinoseb gebruikt worden als onkruidbestrijdingsmiddel uitslui tend bij peulvruchten. Op percelen met peulvruchten binnen waterwin gebieden is toepassing van dinoseb verboden. Het toegestane gebruik in 1989 is echter wel aan strenge regels verbonden. Let bij het openen van de verpakking en bij de spuitwerk- zaamheden op de voorgeschreven persoonlij ke beschuttingsmiddelen en andere veiligheidsaanbevelingen. Medewerkers van loon- of spuitbe drijven dienen verzekerd te zijn van een adequate bedrijfsgezondheids- kundige begeleiding. Als meer dan vier dagen achtereen met middelen op basis van dinoseb wordt gewerkt, moeten zij in de gelegenheid worden gesteld om zich bedrijfsgezondheids- kundig te laten onderzoeken. Indien er in 1989 geen peulvruchten op uw bedrijf worden verbouwd, le ver dan oude voorraad in bij uw handelaar. Deze kan het, mits voor zien van een nieuwe etikettekst, her- distribueren. Indien de verpakking is aangebroken, lever het dan in bij het klein chemisch afvaldepot in uw ge meente. Zorg ervoor dat u geen oude voorraad dinoseb na het groeisei zoen overhoudt. Loofdoding Konsumptie en fabrieksaardappelen Komende zomer mag in deze teelten geen gebruik meer gemaakt worden van dinoseb in olie voor de loofdo ding en bent u aangewezen op ande re middelen. Ook hier geldt dat oude voorraden ingeleverd kunnen wor den bij de distribuant, waarvan het middel betrokken is. De handel mag deze oude voorraad weer in het han delsverkeer brengen voor de toepas sing van loofdoding van pootgoed, mits de verpakking is voorzien van de nieuwe etikettekst. Ook hier geldt dat tijdig inleveren de herdistributie kan bevorderen. Aangebroken ver pakking kan ingeleverd worden bij het klein chemische afvaldepot in uw gemeente. Pootgoed Het gebruik van dinoseb in olie is voor 1989 als laatste seizoen nog toe- De in de afgelopen twee jaar bemonsterde aardappelpercelen waren voor bij na 50 procent tegen Phytophthora behandeld met Ridomil Delta Tabel 1. Metalaxyl resistentie 1986-1988 Nederland Jaar Percelen: totaal met Ridomil met resis- bemonsterd bespoten tentie (aantal) (aantal) 1986 61 2 0 1987 137 48 22 1988 201 48 89 0 16 44 Tabel 2. Metaiaxyl-resistentie in relatie tot de herkomst van de isolaten 1988 bladmonsters Herkomst N. Friesland/N. Groningen N.O. Nederland IJsselmeerpolders Gelderland/Overijssel N. Holland/Haarlemmermeer Zuid-Holland Zeeland W. Brabant O. Brabant/Limburg Totaal Tabel 3. Metaiaxyl-resistentie in relatie tot de herkomst van de isolaten 1988 knolmonsters van pootgoed Percelen: met resis totaal tentie bemonsterd (aantal) 13 3 23 51 29 57 36 26 72 16 4 24 37 2 5 9 2 22 8 6 75 17 11 69 17 6 35 204 89 44 Regio Aantal Partijen partijen met res. TotaalResistente aantal isolaten isolaten isolaten aantal Friesland/N. Groningen 17 5 56 8 14 N.O. Nederland 23 17 123 47 38 IJsselmeerpolders 4 2 20 3 15 Gelderland/Overijssel 2 2 10 7 70 N. Holland/Haarlem mermeer 12 4 53 5 9 Z. Holland/Zeeland 2 0 8 0 0 Totaal 60 30 270 70 26 Op kleigronden is er geen toelating voor dinoseb in erwten meer. Dit be tekent dat een korrektiemogelijk- heid wegvalt. Het advies moet dus wat worden aangepast. Bodemherbiciden na zaai Op klei kan zodra de grond een beet je is bezakt na het zaaien een bodem herbicide worden gebruikt. De vol gende produkten zijn er voor te ge bruiken: 3-4 kg Tribunil; 0,6-0,75 kg gestaan. Aan het gebruik zijn echter wel strengere regels verbonden. Deze zijn op de verpakking d.m.v. stik kers aangegeven of op het etiket af gedrukt. Let met name bij het ope nen van de verpakking en bij de spuitwerkzaamheden op de voorge schreven persoonlijke beschut tingsmiddelen. Medewerkers van loon- of spuitbedrijven dienen verze kerd te zijn van een adequate be- drij fsgezondheidskundige begelei ding. Als meer dan vier dagen ach tereen met middelen op basis van di noseb wordt gewerkt moeten zij in de gelegenheid worden gesteld om zich bedrijfsgezondheidskundig te laten onderzoeken. Ook dienen de medewerkers goed geïnformeerd en geïnstrueerd te worden. Definitie van zandgronden vol gens Stiboca: Zandgronden zijn gronden waarbij binnen 80 cm in het profiel meer dan 50% van de profieldiepte bestaat uit materiaal dat niet moerig is, minder dan 50% leem heeft en minder dan 8% lutum. CAD Gewasbescherming Simazin 50%; 1-2,5 kg Bladex; 2-3 kg Topogard; 1-1,5 kg Afarin. Enkele dagen voor opkomst is 1,25-2 kg Camparol toegelaten en tussen zaaien en drie dagen voor op komst kan ook Campagard 5 kg of 0,75-1,25 kg Aresin gebruikt wor den. De laatste beide middelen zijn ook te gebruiken indien als onder- vrucht karwij wordt geteeld. Deze mag nog niet boven staan. Bodemherbiciden laten vaak nog wel enkele onkruiden over, zoals mel- ganzevoet. Na opkomst kan nog worden gespoten met Basagran. Dit middel heeft echter geen al te best ef fekt op melganzevoet en netelachti gen. Het ziet er naar uit dat u daar om kort voor opkomst uw perceel goed moet kontroleren op deze on kruiden en dan maar een extra bestrijding kort voor opkomst inlas sen met bijvoorbeeld 6 1 Herbogil of 4 1 Finale of een ander kontakther- bicide. Konklusie Dinoseb is voor onkruidbestrijding in erwten op klei niet meer beschik baar. De toepassing van een bodem herbicide moet zonder meer plaats vinden tussen zaaien en opkomst. Als voor opkomst onkruid voor komt, is een extra behandeling op dat moment noodzakelijk. Na op komst is een Basagran-bespuiting te overwegen afhankelijk van het on kruid. Treedt ondanks dat nog on- kruidversmering op dan kan een bespuiting kort voor de oogst nodig zijn om goed te kunnen maaidorsen. K. Smant, Specialist Gewasbescherming CAT Groningen en Friesland Vrijdag 7 april 1989

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 6