Termij ntransakties
Pachter moet niet
dubbel betalen
3
over geld
en goed
Goede objektieve voorlichting
is en blijft nodig
Nieuwe stap naar geïntegreerde milieuwetgeving
Indexcijfers kosten
boerderijbouw
Ir. Tjeerd Wind:
m
Wullem en Siene waren gelukkig. Ze
hadden hun bedrijf overgedragen
aan hun zoon. Het was gebeurd op
een aanvaardbare wijze voor hen en
alle kinderen. Er was volledig open
kaart gespeeld. Eerlijk was men ge
weest tegenover elkaar. En de zoon
bedrijfsopvolger had het erg goed
door, dat hij en zijn vrouw het nu
zelf waar moesten maken.
Wullem zei: "Laten we eerlijk zijn,
heel de familie heeft erg veel steun
gehad van de sociaal ekonomisch
voorlichter van de ZLM. Het over
nameplan, het financieringsplan, de
rentabiliteitsopzet. De berekening
wat wij hebben om van te leven was
toch ook nodig".
"En de meerwaarde clausule stemde
de andere kinderen ook tevreden",
meende Siene. Zij vond het toch wel
erg belangrijk dat onze eigen land
bouworganisatie mensen in dienst
heeft, die over bedrijfsopvolging en
veel andere zaken betrekking heb
bend op het bedrijf en het gezin goe
de onpartijdige voorlichting gratis
kunnen geven. "We kunnen dat echt
niet missen".
Wullem gaf zijn vrouw gelijk.
"Toch is er heel wat gaande", meen
de hij op het gebied van de voorlich
ting. "Kijk eens naar de vroegere
rij kslandbou wvoorlichtingsdienst
die hebben voor ons in ons boeren
bestaan toch veel gedaan. Denk eens
aan de ontwikkelingen die we heb
ben meegemaakt op het gebied van
de mechanisatie, de gewasbescher
ming, de onkruidbestrijding, de be
mesting, de bewaring van de pro-
dukten, de revolutionaire ontwikke
ling in de veehouderij en fruitteelt.
Zij hebben een grote bijdrage gele
verd aan alle veranderingen".
"Zij kwamen niets verkopen. Ze ga
ven onpartijdige voorlichting op
technisch en ekonomisch gebied. En
dat gaat nu allemaal verdwijnen als
ik het goed begrijp, terwijl onze
zoon die technische voorlichting
evengoed nodig zal hebben als wij
dat hadden?" vroeg Siene.
"Nee, zo is het niet hoor, dat gaat de
Privo doen (de geprivatiseerde voor
lichting)", zei Wullem. "Dat schijnt
toch minder gemakkelijk te zijn dan
men eerst dacht. Men is zo zachtjes
aan daar twee jaar over bezig met als
resultaat dat er al heel wat voorlich
ters van baan veranderen en over
stappen naar het bedrijfsleven".
"Zou jij blijven wanneer er steeds
onzekerheid bleef over je eigen toe
komst en de dienst waarvoor je
werkt. Nou ik bleef ook niet eeuwig
wachten hoor", zei Siene. "Ja maar
het is ook geen sinecure. Over een
aantal jaren moet de agrarische on
dernemer deze dienst ook zelf mee
betalen. Als je daar goede voorlich
ting voor krijgt is dat toch wel wat
waard?" zei Siene. "Trouwens wat
gebeurt er nu. Bij de koöperaties, de
handel, de banken stelt men steeds
meer voorlichters aan. Men noemt
het voorlichters, maar het zijn ver
kopers, klantenbinders, konkurren-
tiebedwingers. En wie betaalt die
dan? Dat is niet zo moeilijk! De
agrariër! Het grote verschil is dat je
de rekening niet direkt maar indirekt
krijgt gepresenteerd. Bij de bank in
de kosten van je geldlening. Bij han
del en koöperatie via de produkten
die je afzet of die je afneemt. Zo
eenvoudig is dat. Is het dan toch
waar dat de konkurrentie dit nood
zakelijk maakt?"
Wullem zei: "Als ik*nog boer was
zou ik wel eens willen weten wat ik
allemaal betaalde aan deze soort
dingen. Dat is beslist niet weinig als
ik je zo hoor".
"Eén ding weet ik zeker", zei Siene,
"de sociaal ekonomische voorlich
ting van onze eigen landbouworga
nisatie kan niet gemist worden; een
onpartijdige voorlichting op tech
nisch gebied blijft nodig ook voor de
toekomstige generatie en laat iedere
zelfstandige goed uitkijken dat we
indirekt niet te veel gaan betalen
voor voorlichters die dit in feite niet
zijn, en die veel geld kosten wat uit
eindelijk de boer en zijn gezin
betalen".
J. Markusse
Voor de maand februari 1989 bedra
gen de indexcijfers voor bouwkosten
in de boerderijbouw (basis februari
1970)= 100): loon ƒ372,60 (exkl.
BTW); materiaal 220,00 (exkl.
BTW), loon plus materiaal 269,20
(inkl. 18,5% BTW). Deze cijfers zijn
samengesteld door het IMAG. Het
betreft cijfers voor een pakket be
staande uit een stenen ligboxenstal
voor 90 melkkoeien.
Een onlangs gepubliceerde uitspraak
over de termijntransakties van een
varkensmester trok mijn aandacht.
Reden om in deze rubriek over dit
onderwerp iets te schrijven.
In de landbouw is de termijnhandel
in landbouwprodukten geen onbe
kend begrip en wordt door sommi
gen met meer of minder succes uitge
oefend. Op zich hoeven deze trans-
akties niet onjuist te zijn indien ze
passen in de bedrijfsuitoefening van
het (landbouw)bedrijf. Deze hande
lingen worden dan verricht met als
doel het voorkomen van al te grote
prijsrisiko's van zelf geteelde pro
dukten. Op deze wijze kan het een
nuttige funktie vervullen. In de
praktijk zie je echter nogal eens
transakties die geen ander doel heb
ben dan het behalen van prijsvoor
delen. Op zich een heel legitieme re
den. Doch de kans op voordeel mag
aanwezig zijn, dan ook de kans op
nadeel. En de ervaring leert dat deze
laatste kans meer zichtbaar is dan de
eerste. In fiskaal opzicht is dan ook
vele malen getracht het geleden ver
lies als kosten van de onderneming
te presenteren. Doch de belasting
rechter heeft daarover vele malen
als oordeel uitgesproken dat deze
verliezen geen binding hebben met
het bedrijf en ook niet voortvloeien
uit de door belastingplichtige gedre
ven onderneming. Ergo geen aftrek
van deze verliezen.
Anders wordt het wanneer aantoon
baar is dat de gesloten termijntrans
akties rechtstreeks betrekking heb
ben op de eigen voortgebrachte pro
dukten en waarbij de termijnhandel
dient om het resultaat van het pro-
dukt enigermate zeker te stellen.
Op voorstel van minister Nijpels
(milieubeheer) zijn twee nieuwe
wetsontwerpen aan de Tweede Ka
mer aangeboden: het wetsvoorstel
Vergunningen en algemene regels en
het wetsvoorstel Dwangsom. Deze
wetsvoorstellen zullen worden opge
nomen in de Wet algemene bepalin
gen milieuhygiëne (Wabm).
Belangrijke onderdelen van de hui
dige milieuwetten zullen door één
wet worden vervangen (de Hinder
wet vervalt zelfs in zijn geheel).
Hierdoor wordt de milieuwetgeving
eenvoudiger en toegankelijker.
De invoering van het hoofdstuk Ver
gunningen en algemene regels voor
Vrijdag 7 april 1989
inrichtingen heeft grote gevolgen
voor de huidige milieuwetgeving. De
veelheid van bestaande vergunning
wordt vervangen door een nieuw mi
lieuvergunningstelsel. Dit schept
meer duidelijkheid, zowel voor de
bedrijven zelf als voor de vergun
ningverlenende instanties. Eén inte
grale milieu-vergunning komt in de
plaats van verschillende vergunnin
gen op grond van de Hinderwet, de
Afvalstoffenwet, de Wet geluidhin
der, de Wet inzake de luchtveront
reiniging en de Wet chemische af
valstoffen. Bedrijven hebben dan
nog maar één milieuvergunning no
dig. Bevoegde instanties om de ver
gunning te verlenen is de gemeente
of in het geval van grotere bedrijven
de provincie.
In de vergunning kunnen eisen wor
den gesteld voor alle milieu
aspecten. Het is mogelijk een bedrijf
vooraf te verplichten het ontstaan
van afvalstoffen zoveel mogelijk te
beperken of te voorkomen. Dit sluit
aan bij het preventiebeleid van mi
nister Nijpels inzake afvalstoffen.
Ook wordt het mogelijk bedrijven te
verplichten zich te verzekeren tegen
milieurisiko's, of onderzoek te doen
naar minder milieu-belastende pro-
duktieprocessen.
Doch deze stelling moet wel door de
landbouwer worden aangetoond. De
belastingrechter (en dus ook de in-
spekteur) is snel geneigd om vast te
stellen dat "de onderwerpelijke ter
mijntransakties niet behoren tot de
normale bedrijfsuitoefening in het
kader van belanghebbendes onder
neming. Tussen het behaalde (nega
tieve) resultaat en de bedrijfsuitoefe
ning bestaat evenmin een nauw
verband".
Aldus bleef de varkensmester zitten
met een niet verrekenbaar verlies
van 171.410,En dit ondanks
het feit dat hij nog had proberen aan
te tonen dat de transakties mede wa
ren bedoeld om het aantal aangele
verde varkens bij slachterijen op te
voeren, om zodoende te zijnertijd
een beter mestquotum te bekomen.
Wanneer een verlies niet aftrekbaar
is, dan is een winst ook niet belast
baar. Overigens moet bij een winst
nog wel worden gelet op de moge
lijkheid dat het niet als andere op
brengst van arbeid kan worden be
last. Doch daarbij is ondermeer ver
eist dat de kans op winst voorzien
baar moet zijn. En dit soort transak
ties plegen veelal nogal spekulatief te
zijn, waarbij de kans op winst voor
af nauwelijks is te voorzien. Wan
neer deze omstandigheid aanwezig
is, mag een bate niet worden belast.
B. Veerbeek
Dit jaar worden de pachtnormen
herzien. Op basis van deze normen
wordt de pachtprijs voor de volgen
de drie jaar bepaald. Aanleiding
voor een gesprek met ir. Tjeerd
Wind, sekretaris van de kommissie
Grondgebruik van het Land
bouwschap.
Het ziet er naar uit dat bij de
vaststelling van de pachtnormen dit
jaar twee zaken een belangrijke rol
gaan spelen. Dat zijn in de eerste
plaats de voorstellen in het rapport
Heroverweging Pachtwetgeving om
de pachtnormen aanzienlijk te ver
hogen. Het Landbouwschap vindt
deze verhoging te fors.
In de tweede plaats is dat een voor
stel van het Landbouwschap om de
kriteria op grond waarvan de pacht
norm wordt vastgesteld los te koppe
len van de waterschapslasten die de
grondeigenaar betaalt. Dit voorstel
is schriftelijk aan de minister van
landbouw en visserij voorgelegd.
Waterschapslasten
Op dit moment is het zo dat bij het
vaststellen van de pachtnormen re
kening wordt gehouden met de ge
middelde stijging van de water
schapslasten. In een bepaald gebied
kunnen de waterschapslasten bij ver
betering van de waterhuishouding
sterker stijgen dan het gemiddelde.
Binnen de pachtnormen is het niet
altijd mogelijk om voor deze stijging
een vergoeding te berekenen. Dit is
in de praktijk aanleiding voor de
verpachters om zich terughoudend
op te stellen tegenover nieuwe in
vesteringen in de waterhuishouding.
'Toch', zo zegt ir. Tjeerd Wind, se
kretaris van de kommissie Grondge
bruik van het Landbouwschap, 'is
het duidelijk dat er een direkte rela
tie is tussen investeringen gedaan in
waterhuishouding en betere exploi
tatiemogelijkheden op het bedrijf'.
Het Landbouwschap stelt voor om
bij de vaststelling van de pachtnor
men de waterschapslasten als een
aparte post te beschouwen. Dit bete
kent dat de uit eindelijk te betalen
pachtprijs niet hoger mag zijn dan
de verlaagde pachtwaarde en de
door de verpachter te betalen water
schapslasten. Het systeem van
toeslagen en aftrekken voor de wa
terhuishouding zou moeten ver
vallen.
Wind: 'Dit voorstel sluit goed aan
bij de ontwerp-Waterschapswet dat
nu nog bij de Tweede Kamer ligt.
Daarin wordt voorgesteld om de
pachter direkt mee te laten betalen
aan de waterschapslasten. Ook om
te voorkomen dat de pachter dubbel
betaalt, moeten de pachtnormen
worden aangepast'.
Kortdurende pacht
Later dit jaar zal ongetwijfeld nog
gesproken moeten worden over de
invoering van een nieuwe vorm van
pacht, de tijdelijke pacht. Er ligt een
konkreet voorstel van de werkgroep
om voor los land pachtovereen
komsten voor drie jaar toe te staan.
Hierbij zou geen kontinuatierecht
gelden. Ook het voorkeursrecht zou
achterwege kunnen blijven. Als aan-
bestemmings
plannen
Arnemuiden
Een bestemmingsplan wordt voorbe
reid voor gronden gelegen ten wes
ten van het vigerende bestem
mingsplan "Brakenburg I". De raad
bepaalde daarbij, dat het verboden
is zonder of in afwijking van een
schriftelijke vergunning van burge
meester en wethouders verschillende
werken, bouwwerken of grondwerk
zaamheden te doen of te laten uit
voeren, met uitzondering van nor
male onderhoudswerkzaamheden.
Het voorbereidingsbesluit met bijbe
horende tekening ligt met ingang
van 1 april ter gemeentesekretarie,
afd. algemene zaken, voor een ieder
ter inzage, op welke datum het
besluit tevens in werking treedt.
Ir. T. Wind
vullende eis geldt tevens dat de pach
ter niet meer dan 20 procent van de
bedrijfsoppervlakte op die manier
mag verkrijgen. Er moet wel een
toetsingsmogelijkheid blijven voor
de Grondkamer. Dit laatste in tegen
stelling tot wat staat in een over
heidsrapport getiteld: 'Heroverwe
gingen Pacht'. Door de introduktie
van kortlopende pachtovereen
komsten wordt de grondmobiliteit
verhoogd.
Buiten het Landbouwschap is nog
diskussie over de vraag of het verlen-
gingsrecht na verkoop door derden
moet worden beperkt. In de praktijk
betekent dat dat de verpachte waar
de van grond stijgt. De zittende
pachter moet 'er eerder af'. Een van
de gevolgen van de waardestijging
van de grond is dat grondeigenaren
meer vermogensbelasting en succes
sierecht betalen. Wind: 'Voordat de
ze voorstellen in praktijk gaan gel
den zal er eerst nog een wetsontwerp
door de Tweede Kamer moeten om
de Pachtwet te wijzigen'.
Agrarische opbrengstwaarde
De werkgroep Pacht van het Land
bouwschap heeft in een rapport ook
voorgesteld een onderzoek in te stel
len naar een geheel andere basis voor
de vaststelling van pachtnormen, na
melijk de agrarische opbrengstwaar
de. In een toelichting op de voorstel
len van de werkgroep zegt Wind dat
het huidige pachtnormenstelsel niet
meer voldoet aan de eis dat de pacht
prijs gekoppeld moet zijn aan de
waarde die aan de grond moet wor
den toegekend in een redelijk renda
bel bedrijf. Een pachtnorm per
grondsoort, zoals nu wordt toege
past, wordt in het voorstel min of
meer losgelaten. De agrarische op
brengstwaarde zal ongeveer overeen
moeten komen met taxaties die ver
richt worden bij bedrijfsoverdracht
in familieverband. De sekretaris van
de kommissie Grondgebruik wijst
erop dat in de huidige situatie voor
dezelfde kwaliteit grond in Drenthe
en Noord-Brabant dezelfde pacht
normen gelden, terwijl de financiële
bedrijfsresultaten op de gronden
zeer uiteen kunnen lopen. Door mid
del van de voorstellen probeert de
werkgroep de pacht meer in over
eenstemming te brengen met wat
voor inkomen er wordt behaald op
de grond. Bij een verdere uitwerking
van de voorstellen zullen deze geba
seerd moeten worden op de gemid
delde bedrijfsresultaten van het
overheersende bedrijfstype in een
bepalde regio. Een regionale inde
ling vormt dan ook het draagvlak
voor de voorstellen. 'Als de be-
drijfsstruktuur zich wijzigt zul je dat
ook in de bedrijfsuitkomsten zien.
Daardoor ontstaat een reëlere basis
voor de vaststelling van de pacht',
zo verwoordt Wind het standpunt
van de werkgroep.
Het komt erop neer. dat het huidige
pachtnormensysteem op een andere
leest wordt geschoeid. Voor de di
verse regio's, die zo homogeen mo
gelijk moeten zijn, is het nodig dat
dan op basis van bedrijfsgegevens de
agrarische opbrengstwaarde wordt
vastgesteld van het overheersende
bedrijfstype in het betrokken ge
bied. Nog nader moet worden on
derzocht of deze methodiek in de
praktijk uitvoerbaar is.
3