'Mestkuikens was de juiste beslissing
voor ons akkerbouwbedrijf'
De gewassen haver en rogge,
perspektief voor de toekomst?
Mestkuikenhouder Huib Knook uit Fijnaart:
Gebruik haver en rogge in ons land vijf
maal zo groot als de produktie
Een jaar geleden werd in de nieuwe mestkuikenstal van de familie
Knook te Fijnaart een begin gemaakt met het opzetten van 23.000
kuikens. Toen vroegen velen zich af wat akkerbouwer Huib Knook
bezielde om zonder enige ervaring fors te investeren in pluimvee. Nu
een jaar later waarin 6 mestrondes hebben plaatsgevonden is een eer
ste evaluatie mogelijk. Financieel bekeken is het eerste jaar aardig
verlopen, dit mede door de wekelijkse begeleiding van de heer J. van
Avendonk, voorlichter slachtkuikenhouderij van Hendrix voeders
b.v.
Huib Knook: "Financieel is de mestkuikenhouderij tot nu toe een aantrekke
lijke tak. Een groot voordeel is dat de arbeid gepland kan worden, zodat het
in de akkerbouwbedrijfsvoering gepast kan worden.
In 1979 werd het bedrijf van de heer
Knook door aankoop van 9 ha uitge
breid tot 45 ha. Het bedrijf had toen
nog een gedeelte fruitteelt. Besloten
werd om de fruitbomen te rooien
omdat anders de oppervlakte akker
bouw te klein zou zijn gezien o.a. de
mechanisatie. De bedrijfsomvang
van 45 ha, met vrije teelten als aard
appelen en uien, moest voldoende
zijn om bestaanszekerheid voor de
toekomst te bieden. Een voor de ak
kerbouw negatieve ontwikkeling
deed de heer Knook besluiten om er
iets bij te gaan doen. Wat was ander
half jaar geleden nog niet bekend,
maar een tak in de intensieve vee
houderij sprak hem wel aan. 'Het
belangrijkste vind ik dat je wat doet.
Na een aantal bezoeken bij kollega's
die als neventak kippen of varkens
hadden is me opgevallen dat om
schakelen eigenlijk best mee valt.
Met een vertegenwoordiger is alles
op een rijtje gezet waarbij de voor
keur voor mestkuikens steeds meer
ging aanspreken. Na een ekonomi-
sche belichting is definitief gekozen
voor mestkuikens. Bij mestkuikens
is planning mogelijk. Als we half
maart de kuikens opzetten betekent
dit dat na 6 weken als de kuikens
zijn weggehaald 3 dagen met 2 per
sonen stevig aangepakt moet worden
om het hok schoon te maken en te
ontsmetten. Normaal gesproken zijn
dan de voorjaarswerkzaamheden op
het land achter de rug. Bij oogst-
werkzaamheden is een eventueel op
schuiven mogelijk. Wel ben ik vorig
jaar lid geworden van de bedrijfsver-
zorgingsdienst. Door de stal wat
voeren aangaat volautomatisch in te
richten is de werktijd per dag be
perkt gebleven tot IVi uur. Klimaat
beheersing gebeurt geheel komputer-
gestuurd. Via nippels wordt kontinu
vers water aangevoerd. De techni
sche resultaten worden na elke ronde
kritisch bekeken. 'Financieel is het
tot heden toe een aantrekkelijke tak.
De kuikens worden op kontrakt ge
mest en afgezet naar een dochter
maatschappij van Hendrix. Ik heb
me aan een grote zaak gebonden
omdat dit wat voordelen oplevert. Je
bent ervan verzekerd dat de nieuwste
ontwikkelingen worden toegepast.
De eerste ronde kuikens is opge
haald in kratten, een heel gesjouw.
Nu vertrekt alles in kontainers. Op
proef is een keer de helft geladen
met een laadmachine. Dit is bij ge
lijk blijvende kosten veel gemakke
lijker te organiseren. Je mag ervan
uit gaan dat binnen niet al te lange
tijd het handwerk wordt overgeno
men door de laadmachine. Door een
ingebouwde zekerheid profiteer ik
niet direkt van de financiële hoogte
punten maar voortbestaan is verze
kerd. De toekomst zie ik toch roos
kleurig in omdat het gebruik van
kippenvlees per hoofd van de bevol
king toeneemt. Vooral de konsump-
tie in Amerika stijgt nog jaarlijks en
men mag aannemen dat Europa
hierop volgt. Voor een drastische
uitbreiding in de mestkuikensektor
ben ik niet bang. De grote veevoe
derfabrikanten zijn gezamelijk best
in staat om al te sterke uitbreidin
gen, waarbij de rentabiliteit in ge
vaar komt, binnen de perken te hou
den'. Wat de familie Knook heeft
moeten aksepteren is de gebonden
heid. Altijd moet er iemand bereik
baar zijn als b.v. de stroom uitvalt.
Belangrijk is dat het hele gezin ach
ter zo'n beslissing staat. Mevrouw
Anneke Knook: 'Je moet het samen
doen, anders moet je er niet aan be
ginne. Het eerste half jaar hebben
we alles gezamelijk gedaan omdat
we beiden in staat moeten zijn de
mestkuikenhouderij te runnen.
Door een tweede tak in te intensieve
veehouderij te nemen heb ik de keu
ze moeten maken dat elders gaan
werken er niet meer inzit. Doordat
ik altijd in het onderwijs heb ge
werkt kwam het nog vaak voor dat
ik als invaller fungeerde. Als iemand
op school ziek wordt en er moeten
juist die dag kuikens uitgeladen wor
den, kan ik natuurlijk geen nee zeg
gen. Van de 5 dagen die we vorig
jaar op vakantie zijn geweest hebben
we 2Vi dag kippenstallen bekeken.
Ondanks negatieve kanten hebben
we voor ons bedrijf de juiste beslis
sing genomen'. De familie Knook
heeft geen kursussen gevolgd maar
half Nederland afgereisd om erva
ring op te doen. Dit kan volgens de
heer J. van Avendonk, voorlichter
van Hendrix, toch een goede metho
de zijn, mits de ambitie er is, om met
mestkuikens te beginnen. 'De heer
Knook heeft zich binnen een jaar
tijd ontwikkeld tot een mester die
met de modernste methoden op de
hoogte is. Gevaar voor bedrijfs
blindheid is in dit geval niet van toe
passing. In het begin kwam ik 2
maal per week, nu nog 1 maal in de
14 dagen. Vooral het tijdig herken
nen van symptomen vraagt tijd en
wordt geleerd door ervaring. Het
zelfde is te zeggen van het juist be
oordelen van de konditie van de kui
kens. Huib heeft niet de fout ge
maakt om op de inrichtingskosten te
bezuinigen. Alleen al door een goede
isolatie kan bij een strenge winter tot
ƒ5000,bespaard worden. In de
akkerbouw wordt nogal aangekeken
tegen de tonnen investering maar als
een boer voor pakweg ƒ350.000,
grond bijkoopt is dit een normale
zaak. Investering in de veredeling
heeft het grote voordeel dat het geld
maar kort vastzit. Het zoeken van
nieuwe mogelijkheden wordt gebo
ren uit noodzaak als de noodzaak
aanwezig is worden mensen vinding
rijk. Deze tijd maakt de beste onder
nemers. Kollega-voorlichters gaan
binnen de melkveehouderij steeds
meer konstateren dat de stimulans
minder wordt. De spirit begint er
dan wat uit te gaan. Bij de familie
Knook zal dit voorlopig niet het ge
val zijn'.
J. van Tilburg
Het areaal van de gewassen haver
en rogge is de laatste jaren sterk
gedaald. Waren deze gewassen in
de dertiger jaren nog de belang
rijkste akkerbouwgewassen in
ons land, anno 1988 behoren
rogge met 6.600 ha en haver met
13.100 ha tot de kleinere graan
gewassen.
Tegenover deze sterke afname
van het areaal staat een vrij
konstante vraag van de verwer
kende industrie naar een kwalita
tief goed produkt. Jaarlijks
wordt in ons land 50.000-55.000
ton rogge en ca. 45.000 ton haver
voor konsumptiedoeleinden ver
werkt, waarvan bij gebrek aan
inlandse kwaliteit, het merendeel
geïmporteerd wordt.
Gezien de behoefte zou het areaal
rogge en haver kunnen toenemen.
De gewassen rogge en haver passen
goed in het bouwplan; zoals alle mo-
nocotyle gewassen leveren zij geen
problemen op het gebied van bo-
demziekten zoals aardappelen en
suikerbieten. Daarnaast vragen deze
gewassen een minimale imput aan
gewasbeschermingsmiddelen, een
aspekt waarmee steeds meer reke
ning gehouden moet worden.
Om deze redenen heeft de Stichting
Nederlands Graan-Centrum (NGC)
nagegaan wat nu de grootste knel
punten zijn; hiertoe zijn twee ad-hoc
werkgroepen in het leven geroepen.
Inmiddels zijn de bevindingen van
de twee werkgroepen in twee notities
weergegeven, nl. 'Knelpunten bij de
produktie, afzet en verwerking van
rogge' en 'Perspektieven van haver'.
De Werkgroep Tarwe, Gerst en Ha
ver van de Nederlandse Kwekers-
bond (NKB) heeft tijdens haar win-
terbijeenkomst op 24 februari jl.
ook uitgebreid aandacht besteed aan
rogge en haver. Verschillende inlei
ders hebben de afzet, teelt en de ver
edeling van rogge en haver belicht.
In het hiernavolgende wordt een
korte samenvatting gegeven van de
ze dag.
Rogge
Afzet
Rogge wordt in verschillende pro-
dukten verwerkt: roggeschroot
wordt gebruikt voor de bereiding
van roggebrood en roggebloem voor
ontbijtkoek, taai-taai en als toevoe
ging aan tarwebloem.
Rogge die door de maalindustrie
wordt verwerkt, moet schotvrij zijn
en goede zetmeeleigenschappen be
zitten, hetgeen met behulp van een
valgetalbepaling resp. een amylo-
gram wordt vastgesteld. De eisen die
aan roggeschroot worden gesteld
zijn iets lager dan die aan rogge
bloem worden gesteld. Rogge die
bestemd is voor roggebrood mag een
geringe mate van schot bevatten. j
Naast de genoemde kwaliteitseisen
moet de partij homogeen van sa
menstelling zijn. Het is niet nodig
per ras te separeren aangezien de
kwaliteitsverschillen tussen de rassen
tot op heden gering zijn en de ver
werkende industrie dus niet op ras
inkoopt. Het is van zeer groot be
lang dat de kollekterende handel de
schottige en de niet-schottige partij
en gescheiden houdt. Dit is in de
praktijk nog moeilijk uit te voeren
aangezien er no§ geen snelle be
trouwbare toets voorhanden is om
de mate van schot vast te stellen.
Teelt en veredeling
De kg-opbrengsten van rogge zijn
sterk achtergebleven bij die van tar
we. Hoewel de potentiële produktie-
mogelijkheden van rogge lager zijn
dan die van tarwe is men toch van
mening dat de kg-opbrengst van rog
ge verhoogd kan worden; in Duits
land worden opbrengsten van 6-6,5
ton/ha gemeld.
Het is van groot belang dat rogge
vroeg gezaaid wordt. Een gelijkma
tige, ondiepe zaai bevordert een ge
lijkmatige opkomst. De eerste
stikstofgift moet vroeg (eind februa
ri) gegeven worden, omdat rogge
reeds bij lage temperaturen begint te
groeien en dus eerder behoefte heeft
aan stikstof dan wintertarwe.
Een vergelijking van de teeltwijze in
Nederland en in Duitsland leert dat
in Duitsland over het algemeen een
intensievere teeltwijze wordt ge
volgd: een hogere N-gift, toepassing
van een groeiregulator, een bespui
ting tegen voetziekten en blad-/aar-
ziekten. Deze intensievere teeltwijze
brengt uiteraard hogere kosten met
zich mee (ca. ƒ200,/300,per
ha). Deze meerkosten resulteren ech
ter meestal in een verhoogde kg-
opbrengst waardoor de meerkosten
gekompenseerd worden. De ver
hoogde milieubelasting is echter niet
in de beschouwing meegenomen.
Een verhoging van de opbrengst zal
voornamelijk moeten worden ge
zocht in:
- meer aren per m2: gestreefd zal
moeten worden naar ca. 500
aren/m2.
- via de veredeling komen tot een be
tere verdeling van de droge-stof en
komen tot kortere, steviger rassen.
- bieden hybride rassen moge
lijkheden?
Het kweekbedrijf Van Lochow-
Petkus heeft een uitgebreid pro
gramma op het gebied van hybride
roggerassen. De eerste rassen zijn
enkele jaren geleden op de Duitse
rassenlijst verschenen. Deze hybri
derassen leveren, dankzij een groter
aantal korrels per aar, een aanzien
lijke opbrengstverhoging welke in
verhouding met de bestaande rassen
15-20% kan bedragen. Daarnaast
zijn deze nieuwe rassen korter zodat
het gevaar voor legering vermindert
en hebben zij een betere kwaliteit.
Op dit moment is het prijsverschil
tussen normaal- en hybridezaaizaad
80 DM (90 DM ten opzichte van 170
DM). Dit prijsverschil komt overeen
met een meeropbrengst van 250 kg,
hetgeen normalerwijze met de huidi
ge hybriderassen ruimschoots be
reikt wordt.
Haver
Afzet
De eisen die de verwerkende in
dustrie aan haver, bestemd voor
menselijke konsumptie stelt, zijn:
- bastgehalte maks. 26%
- hl-gewicht groter dan 55 kg
- duizendkorrelgewicht groter dan
27 g
- sortering groter dan 2 mm groter
dan 90%
- aandeel vreemde korrels kleiner
dan 3%, aandeel rogge kleiner dan
0,5%
Daarnaast moet de partij gezond en
licht van kleur zijn, en moet deze op
de juiste wijze gedroogd zijn.
De totale haverbehoefte van de lan
den Duitsland, Engeland, Neder
land, Denemarken, Ierland en
Frankrijk is ongeveer 500.000 ton
per jaar. Een uitbreiding van de be
hoefte is te verwachten wanneer het
produkt 'Oat bran' (de zemel van de
haver) ook in Europa opgang zou
maken. Dit produkt is in Amerika
zeer suksesvol vanwege het feit dat
het de cholesterolspiegel van het
bloed verlaagt.
Teelt en veredeling
Haver moet zo vroeg mogelijk wor
den gezaaid; liefst in februari, begin
maart maar uiterlijk half april. Voor
een goed gewas zijn 280-400 plan-
ten/m2, resp. 400-500 pluimen/m2
nodig. Voorkomen moet worden dat
er een te dichte stand optreedt aan
gezien een toepassing met een groei
regulator niet is toegestaan wanneer
het produkt bestemd is voor mense
lijke konsumptie. De oogst levert
nogal eens problemen op in de zin
dat de korrels eerder rijp zijn dan
het stro. Voor een goede afrijping is
mooi weer nodig. Het terugdrogen
dient gelijkmatig en bij niet te hoge
temperatuur te verlopen naar een
vochtpercentage van liefst 12%; bij
een hoger vochtpercentage neemt de
kans op schimmelaantasting toe.
In de veredeling wordt veel aandacht
besteed aan kortstrotypen. Ver
wacht wordt dat dit materiaal langer
op het veld kan blijven staan aange
zien de verliezen door korreluitval
geringer zijn en de stevigheid beter
is. Te verwachten is dat met nieuwe
kortstro-rassen het produktienivo
verder verhoogd kan worden. Moge
lijk dat dit ertoe kan bijdragen dat
de belangstelling voor het gewas ha
ver, dat geroemd wordt vanwege
zijn gunstige eigenschappen in
vruchtwisselings verband, weer
toeneemt.
Nederlands Graan-Centrum
L.A.J. van der Zweep-Prins
Vrijdag 7 april 1989
13