Informatie voor grondgebruikers
Schouwen-Duiveland bij enquête
zoetwatervoorziening
Krachten in Nederland bundelen
voor lobby bio-ethanol
Minister Braks positief over leasen
van melk
Ter informatie van de le
den/grondgebruikers op
Schouwen-Duiveland volgt hier
onder een korte samenvatting
van de inleidingen, die de heren
J.W. Busser, J.M. v.d. Weele en
J. Markusse op de 4 informatie
bijeenkomsten hebben gehouden
over de zoetwatervoorziening op
Schouwen-Duiveland. Het is een
samenvatting: hetgeen betekent
dat de onderbouwing en uitleg
van de cijfers niet volledig kan
worden weergegeven.
De bijeenkomsten zijn, zoals be
kend, gehouden om de le
den/grondgebruikers te informe
ren, voordat zij de enquête over
de vraag of er een detailplan op
gesteld moet worden, gaan in
vullen.
De heer J. Busser van de Landin-
richtingsdienst te Goes betoogde
o.m. dat het Rijk bereid is de aan
voer van zoet water in Zuid-West
Nederland te subsidiëren als dat na
tionaal gezien voordelen heeft. Voor
Schouwen-Duiveland betekent dit
dat het Rijk de aanleg van de aan-
voerpijp wil betalen als het water
schap de overige kosten (beheer en
onderhoud van de pijp) voor zijn re
kening neemt.
Slootpeil en grondwaterstanden
Bij het plan voor de aanvoer van
zoet water blijven de winterpolder-
peilen zo diep als ze nu zijn. Vanaf
half maart gaan de peilen naar be
hoefte omhoog. Dit zal echter geen
nadelige consequenties hebben voor
de drainage. Het hogere zomerpeil is
gunstig voor de vochtvoorziening.
Dit betekent een opbrengsttoename.
Volgens berekeningen blijkt de toe
name op zwaardere gronden nihil te
zijn en voor lichtere gronden 4%.
De gemiddelde opbrengst-toename
bedraagt voor Schouwen-Duiveland
2%.
Geschotsverhoging
Het plan, zoals dat nu voorligt
brengt een geschotsverhoging voor
de ingelanden met zich mee van
130,30,voor beheer en on
derhoud van de pijp en 100,
voor de verdeling van het zoet water
over het eiland). Gebleken is, dat
een sterke vereenvoudiging van het
plan (b.v. alleen aanvoer in de
hoofdwaterlopen) financieel niet
haalbaar is evenals gefaseerde uit
voering. Een differentiatie in het ge-
schot is na vele berekeningen even
min uitvoerbaar gebleken. Zoetwa-
teraanvoer voor een deel van het ei
land is misschien een mogelijkheid;
zij het, dat het voorzieningsgebied
wel voldoende groot moet blijven.
Het Rijk heeft de subsidie toegezegd
onder de voorwaarde, dat het hele
eiland van zoet water zal worden
voorzien. Wordt een deel van het ei
land van zoet water voorzien, dan is
het niet zeker of het Rijk bereid is
om de subsidie beschikbaar te
houden.
Een detaillering van het zoetwater
plan is technisch goed te maken. Nu
valt al te zeggen dat de totale ge
schotsverhoging hoe dan ook onge
veer 130,per ha zal bedragen.
Het detailplan zal aangeven door
welke sloten zoet water zal lopen.
Het opstellen van het detailplan zal
ongeveer 20,per ha gaan
kosten. Hierover zal de streek zich
eerst dienen uit te spreken.
Beregenen - bedrijfskosten
De techniek van beregenen is mo
menteel zo ver gevorderd, dat geen
schade aan de bodemstruktuur be
hoeft op te treden. De gemiddelde
kosten van beregening bedragen per
jaar ongeveer voor de akkerbouw
650,per ha, voor grasland
700,per ha en voor de tuinbouw
800,per ha (druppelbevloeiing).
Vrijdag 10 februari 1989
Kwaliteit en kwantiteit van het water
Uitdrukkelijke voorwaarde voor de
aanvoer van zoet water is, dat de
kwaliteit van het water aan de gestel
de eisen voldoet en dat het zoet wa
ter in voldoende hoeveelheid overal
op het eiland beschikbaar is.
Betekenis zoet water
De heer Van der Weele van het Con
sulentschap Akker- en Tuinbouw te
Goes deelde o.m. mee dat op basis
van eerder verrichte studies is nage
gaan wat zoet water voor de land
bouw kan betekenen. Voor 4 situa
ties is dit bekeken. Als vertrekpunt is
daarbij gekozen de huidige situatie
in de akkerbouw. Hierop aanslui
tend is gekeken wat de invloed van
een verhoogde zomergrondwa-
terstand op de opbrengst kan bete
kenen. Het zelfde is gedaan met in
schakeling van beregening, waarbij
twee mogelijkheden zijn bekeken:
a. Huidige bouwplan met bere
gening
b. Verwacht bouwplan (is huidig
bouwplan met 10% intensievere ge
wassen), eveneens met beregening.
1. Huidige situatie
Uitgaande van een akkerbouwbe
drijf van 30 ha met een gemiddeld
bouwplan is de bruto geldopbrengst
per ha gemiddeld 5.500,
2. Verhoogde grondwaterstand in de
zomer
Afhankelijk van grondsoort (zwaar
te) en profielopbouw kan door een
verhoogd zomerpeil een gedeelte van
de opbrengstverliezen t.o.v. een oo-
timale vochtvoorziening worden op
geheven. Dit zal variëren van 0 tot
4% gemiddeld dus 2%. Uitgedrukt
in geld betekent dit een verhoging
van de bruto geldopbrengst met ge
middeld 2% van 5.500,
110,per ha. Hiermee komt deze
op 5.610,per ha en bij 4% op
5.720,per ha.
3. Beregening met het huidige
bouwplan
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen verschillende gewassen bere
gend worden. Op basis van het ren
dement komt het gewas aardappelen
het eerst voor beregening in aanmer
king. Er wordt in de berekeningen
uitgegaan van beregening van 25%
van het areaal. Effekt beregening
van 25% van de oppervlakte, per ha
700,effekt beregening over de
gehele oppervlakte 175,Voor
alle ha's levert dit dus gemiddeld een
verbetering van de bruto geldop
brengst van 175,— per ha, waar
door deze op 5.675,— komt. In
deze berekeningen zijn de kosten
van beregening, eventuele extra
kosten voor afzet en arbeid al ver
werkt, zodat het om netto baten
gaat.
4. Beregening en intensivering van
het bouwplan
Naast beregening wordt in deze op
tie een intensivering van het bouw
plan met 10% meegenomen. Het
gaat dan om gewassen als volle-
grondsgroente, poot- en vroege
aardappelen, bloembollen en fruit.
Voor poot- en vroege aardappelen,
bloembollen, fruit en een aantal vol-
legrondsgroentegewassen is zoet wa
ter in de toekomst onmisbaar. Het
berekende effekt van 10% intensive
ring 25% beregening bedraagt
1.800,per ha over de beregende
oppervlakte. Voor de totale bedrijfs-
oppervlakte bedraagt dit
1.800,—; 4 450,— per ha. Dit
levert een bruto geldopbrengst van
5.500,— 450,— - 5.950,—
per ha op.
In de situaties 2, 3 en 4 is bij de bere
kening geen rekening gehouden met
de hogere waterschapslasten van
130,per ha.
Ontwikkelingen
De heer J. Markusse van de SEV van
de ZLM hield de aanwezigen voor
dat in de agrarische sektor de ont
wikkelingen de laatste tientallen ja
ren snel zijn gegaan; ook op
Schouwen-Duiveland. Een indikatie
hiervan is het aantal bedrijven op
het eiland: in 1965 waren dat er
1013; in 1988 waren dat er nog 577.
In ruim 20 jaar tijd zijn er meer dan
400 bedrijven verdwenen.
In de toekomst zullen de ontwikke
lingen naar verwachting niet minder
snel gaan. Zeker nu de vaste prijzen
van de gegarandeerde produkten
steeds verder verlaagd worden, zijn
aanpassingen in de agrarische sektor
noodzakelijk. De EG is niet langer
bereid de landbouw te blijven on
dersteunen via het gevoerde markt
en prijsbeleid. Dit betekent, dat de
landbouw op tijd de bakens moet
verzetten. De gemiddelde grootte
van het Nederlandse akkerbouwbe
drijf is te klein om uitsluitend bulk-
produkten (granen, bieten, aardap
pelen) te kunnen blijven telen. Dit
geldt ook voor Schouwen-
Duiveland; waar de gemiddelde be-
drijfsgrootte 25,4 ha is en waar 70%
van de bedrijven kleiner is dan 30
ha. Het bouwplan bestaat in 1988
voor 34% uit granen, 18,5% uit bie
ten en 21,5% uit aardappelen. Met
een dergelijk bouwplan kan niet ge-
konkurreerd worden met de groot
schalige akkerbouwbedrijven in het
buitenland. Vergroting van het be
drijf of een deeltijdbaan als boer is
voor een aantal bedrijven op
Schouwen-Duiveland een oplossing.
Verder biedt kostenbesparing o.a.
door meer samenwerking enig soe
laas. Op Schouwen-Duiveland lig-
Een informatiebijeenkomst over zoetwater, in dit geval op St. Philipsland
(Anna Jacobapolder).
gen mogelijkheden voor kennisin
tensieve gewassen o.a. vollegronds-
groente, vroege- en pootaardappe-
len, bloembollen, fruit e.d. Het ei
land verkeert in een voordelige posi
tie: het heeft gezonde en vruchtbare
grond en een gunstig klimaat (min
der nachtvorst, zachte winters). Er
zijn verder korte afvoerlijnen voor
de afzet (veilingen).
De landbouw op Schouwen-
Duiveland is op dit moment op een
tweesprong aangekomen:
1. doorgaan op de oude voet met
hetzelfde bouwplan
2. fnspelen op de huidige ontwikke
lingen met een aanpassing van het
bouwplan. Daarbij kan zoet water
van groot belang zijn.
Waterschapswet
De Waterschapswet is momenteel in
voorbereiding. Daarin staat, dat de
pachter geheel of gedeeltelijk de wa
terschapslasten moet gaan betalen.
Als deze wet in werking treedt, is het
mogelijk om de lasten van zoet wa
ter door te berekenen.
Enquête
Met deze gegevens dient de agrari
sche sektor op Schouwen-Duiveland
zich uit te spreken over de vraag of
er een detailplan van maximaal
f 20,per ha moet worden op
gesteld. De vraag "Wel of geen zoet
water voor 130,per ha" is nog
niet aan de orde. Pas als het detail
plan opgesteld is (als het waterschap
besluit dat dit moet gebeuren) dan
kan de vraag "wel of geen zoet wa
ter" worden beantwoord. De uitslag
/an de enquête zal met name worden
>epaald door het aantal voor- of te
genstemmers. De daarbij behorende
nektares vormt slechts een nadere in
dikatie. Dus: de verhouding tussen
voor- en tegenstanders inzake het
opstellen van een detailplan is bepa
lend voor het advies, dat de land
bouworganisaties op Schouwen-
Duiveland aan het waterschap zullen
geven.
"Er dient op zo kort mogelijke termijn in Nederland een organisatie
te komen waarin alle krachten worden gebundeld die zich beijveren
voor de produktie van bio-ethanol uit plantaardige produkten. Zo'n
organisatie is er reeds in België, Frankrijk, West-Duitsland en in Ita
lië, maar ontbreekt nog in Nederland. Die organisaties samen moeten
in Brussel een lobby vormen die met succes bij de politiek haar in
vloed uit kan oefenen en daar een tegenwicht kan vormen tegen de
lobby van de grote olieconcerns". Dat zegt de directeur van het Ko
ninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (K.B.I.V.B.)
tevens voorzitter van de Europese vereniging van instituten die zich
bezighouden met bietenonderzoek, de I.I.R.B., de heer M. Martens.
Vorig jaar november is in België de
VOBLO opgericht, de Vereniging
voor Ontwikkeling van Brandstof
fen van landbouwoorsprong. Daarin
zijn verenigd de Belgische bieten- en
suikerproducenten, een aantal we
tenschappelijke instituten, de grote
landbouwbedrijven en de graanpro
ducenten. Martens: "Wij merken in
België maar ook in de andere EG-
landen dat de mensen en de media
steeds meer gaan praten en discussië-
Het voorstel van het Landbouw
schap om huur en verhuur van melk
quota mogelijk te maken, heeft in
principe de instemming van minister
Braks van landbouw. Het ministerie
en het Landbouwschap werken het
voorstel verder uit. Daarbij wordt
rekening gehouden met de wens van
het Landbouwschap het maximum
te binden aan 15 procent of 50.000
liter en met de wens van het ministe
rie om een minimum in te bouwen
van ongeveer 10.000 liter. Daarna
moet het voorstel getoetst worden
aan de Europese regeling voor lea
sen. De minister wilde niet aan de
wens van het schap tegemoet komen
om het vetgehalte bij de transactie
geen rol te laten spelen, zo bleek
dinsdag tijdens het maandelijks
overleg tussen schap en minister
Braks.
Milieu
Het Landbouwschap heeft minister
Braks opheldering gevraagd over de
Milieucriteria-nota die vorige maand
onverwachts naar de Tweede Kamer
is gestuurd.
Volgens minister Braks blijft het de
bedoeling dat de landbouw de be
schikking houdt over een breed pak
ket gewasbeschermingsmiddelen.
Aan dit uitgangspunt wordt niet ge
tornd. Een commissie van weten
schappers zal voor het ministerie uit
zoeken hoe de normen voor het
grondwater in de praktijk gereali
seerd kunnen worden.
Heffing op kunstmest
Minister Braks is van plan om met
een lichte heffing op kunstmest te
komen. Het Landbouwschap is daar
sterk op tegen omdat kunstmest niet
milieuvervuilend hoeft te zijn, liet
voorzitter Doornbos weten.
Minister Braks deelt de zorg van het
Landbouwschap over de situatie in
de akkerbouw door het EG-
landbouwbeleid. Hij wilde echter
niet ingaan op een pleidooi van het
Landbouwschap om met het af
gesproken EG-stabilisatiebeleid pas
op de plaats te maken. Wel heeft
ook hij moeite met aanvullende
maatregelen als kortere interventie
voor granen en aanpassing van de
bewaarstaffels.
ren over nieuwe vormen van energie
uit plantaardig materiaal. De nade
len van de conventionele brandstof
fen door luchtvervuiling en de
kosten om het milieu schoon te hou
den c.q. te maken komen steeds
meer in beeld. Voor de landbouw
liggen hier bij het produceren van
bio-ethanol zeker grote kansen.
Hierbij speelt ook nog het feit dat de
EG wil gaan betalen voor het niet-
telen van gewassen. Hier moeten
ook in de budgettaire sfeer mogelijk
heden liggen".
De heer Martens wijst erop dat
Frankrijk in deze zaak voorop
loopt. "Producenten van benzine als
ELF en Shell werken daar al mee
aan het toevoegen van ethanol aan
benzine. De VOBLO wil ook in Bel
gië proberen daarmee proeven te
gaan doen. Op technisch gebied zijn
er in elk geval geen problemen.
Gunstig is dat het publiek meer sym
pathie krijgt voor ethanol, daar
moet op worden ingehaakt". Mar
tens gelooft dat het bij ethanol net
zo gaat als bij de ecologische bewe
ging. Eerst ongeloof en tegenstand
maar daarna werd het gedragen
door steeds grotere groepen uit de
maatschappij. Wat wij als boerenor-
ganisaties moeten doen is de natio
nale overheden en Brussel nu warm
maken voor onze ideeën.
Voorzitter C. Geerligs van de Suiker
Unie heeft nog onlangs duidelijk ge
maakt dat nu het suikerbedrijf in de
toekomst in omvang af zal nemen de
meest logische lijn voor de coöpera
tie is de industriële verwerking van
akker- en tuinbouwprodukten.
Daaronder valt ook de produktie
van bio-ethanol.
Knolselderij telers vereniging
Zuidwest Nederland
Op dinsdag 14 februari gaat de knol-
selderijtelersvereniging Zuidwest
Nederland op exkursie naar het Pre-
servenbedrijf B.V., Ettensebaan 10
te Breda. Deelname z.s.m. aanmel
den via tel. 01680-27921.