uit de
praktijk
gezien
Nieuwe tulp Fortuna
Resultaten aardappel- en bietenteelt worden te mooi voorgesteld
Geen behoefte aan meer melk
Hoop is gericht op uiteindelijke bietenprijs
Zienswijze "Agger" vastgesteld
Ook in de Langstraat een zachte winter
tifl
tbiow tefno)faoir *fl< r
De kop van het jaar 1989 is er af en
we hebben nog steeds zacht en voch
tig weer in het LAND VAN HEUS-
DEN en ALTENA. Dat heeft voor
delen voor de stookkosten voor ie
dereen, en van mij mag het nog wel
even zo blijven. Want als veehouder
kan je gruwelijk veel last hebben van
strenge vorst, als alles vast gevroren
zit.
Als je naar buiten kijkt ziet het er nu
uit of we in eind april zitten. Het
weiland groen, de tarwe en het gras
zaad hebben nog niets geleden, en
staan er prima op. Pessimisten on
der ons zullen opmerken dat het zo
niet zal blijven, en dat we de reke
ning later gepresenteerd zullen krij
gen, maar het kan ook nog beter
worden en laten we het daar maar op
houden.
De veehouderij draait nog steeds re
delijk, met behoorlijke prijzen voor
de produkten. De zuivelindustrie wil
wel graag meer melk. Uit diverse
overwegingen, maar als individuele
boer weet ik het nog zo net niet. Bij
meer melk krijgen we natuurlijk
weer prijsverlaging over ons heen.
En een hoge literprijs is toch wel
leuk, zeker als de voerkosten niet te
veel stijgen.
Die voerkosten hebben we gedeelte
lijk zelf in de hand, doordat we de
ruwvoerwinning zo optimaal moge
lijk kunnen doen, door alle moge
lijkheden die er zijn ook te benutten.
Ik denk hierbij aan grondonder
zoek, bemesting (bijna een vies
woord geworden, toch maar op de
juiste manier doen), tijdstip van
maaien, enz.enz.
Ben benieuwd wat er voor de C-
bieten betaald gaat worden, ik
hoorde geluiden dat die prijs niet te
hoog zou moeten zijn, dat om ver
schillende op zichzelf juiste redenen.
Maar voor mij als boer, kan hij niet
hoog genoeg zijn. Want het is nu
eenmaal zo, dat je beter af bent met
Woudrichem voor je dood, dan met
Gorinchem er na. Ik wens u veel ge
zondheid!
Ook in onze WESTHOEK zitten we
te wachten op een periode met goed
wat vorst, zodat de grond eens goed
kan doorvriezen. Maar dan liefst
met niet te veel sneeuw. Noch het
een noch het ander is per computer
te regelen, gelukkig maar!
De prijzen van de produkten die
nogal wat kollega's in voorraad heb
ben, zoals aardappelen en uien wil
len nog steeds niet flink aantrekken,
al lijkt het voor de aardappelen voor
de latere periode (volgens de handel)
wel iets beter te worden. Maar dan
moet het toch wel gauw gaan veran
deren. De uien zijn op enkele partij
en na, een aflopende zaak, kwalita
tief. De hoop is nu gericht op de uit
eindelijke bietenprijs over oogstjaar
1988, die zo wordt gehoopt niet te
gen zal vallen.
We staan nu weer voor een nieuw
oogstjaar 1989. Alles probeert het
bouwplan mee in te vullen, rassenbe-
richten, circulaires, landbouwbladen
en zo al meer. Poters duur, gekort
op suikertoewijzing, slechte vooruit
zichten voor de uien, de granen ook
een vraagteken, erwten en veldbo-
nen ook al moeilijk. Wat dan?
Er zijn er nog tientallen die het nog
niet rond hebben. Bij al deze zaken
op een rij te zetten, worden we dag
in dag uit nog betrokken bij het mi
lieu. Boeren worden gezien als de
wrede, grootste boosdoeners. Men
ziet het en ruikt het soms nog ook
Tijdens de opening van de Midwinterflora in Lisse op dinsdag 10 ja
nuari doopte ir. H. van Os, voorzitter van de Stichting Keukenhof,
een nieuwe tulp genaamd 'Fortuna'. In het midden (met champagne
fles) kweker Piet Vooren, op de achtergrond Vrouwe Fortuna.
We zijn al weer in half januari aan
geland en van de winter is niet veel te
merken, het ziet er naar uit dat het
kwakkelen blijft. Ook in WEST
ZEEUWS-VLAANDEREN lopen
vele struiken al flink uit, een gevolg
van de veel te hoge temperaturen.
Van aktiviteiten in de polder is niet
veel te bespeuren. Toch maken we
ons weer al op voor de komende
lente.
Het bouwplan moet zo langzamer
hand vast komen te staan, want het
zaaizaad moet binnenkort besteld.
De vorige week verschenen rassen-
bijlage van dit blad kan van pas ko
men bij het kiezen van een geschikt
ras voor uw bedrijf. Goede nieuwe
rassen zijn veelal snel uitverkocht
dus haast is geboden.
Helaas voor ons (en de kweker)
komt het nogal eens voor dat rassen
die we net goed hebben leren kennen
weer al verdwijnen, niet alleen om
dat er betere rassen komen maar ook
omdat de handel en verwerking er
niet aan wil. Zo worden we in de
brouwgerstteelt weer teruggestuurd
in de richting van Trumpf, een mas
saras maar voor de teler zeker niet
zonder problemen. We noemen
struktuurgevoeligheid en de neiging
tot doorknikken van rijpe aren. Als
Zeeuws-Vlamingen zouden we met
speciale partijen brouwgerst toch
wel bij de ambachtelijke brouwerij
en moeten kunnen inbreken.
Ook de poterprijzen houden we
nauwlettend in de gaten want de
prijzen rijzen de pan uit en dat
schijnt niet alleen te komen door een
kleiner aanbod maar ook de iets be
tere konsumptiemarkt is van in
vloed. Pas konden we nog in de
marktberichten lezen dat de aardap
peltelers dit jaar wel uit de kosten
zouden komen. Eigenlijk helemaal
geen reden tot vrolijkheid vinden
wij. Want daar worden wij niets wij
zer van. En een vergoeding voor het
risiko en de eigen arbeid mogen we
ook al niet meer verlangen, zo
schijnt het.
De resultaten van de bietenteelt wor
den hemel ingeprezen in de blaadjes
van de industrie. Maar in het Suiker
Unie blad was tevens te lezen dat de
opbrengst, in koopkracht gerekend,
van een hektare bieten maar ruim
40% van de waarde in de vijftiger ja
ren bedraagt. Vakbonden zouden
vast geen genoegen nemen met de
mededeling dat de produktiviteit per
man zoveel is gestegen.
We horen de laatste tijd nogal wat
vragen of het nu geen tijd wordt
voor één landbouworganisatie zodat
we duidelijk en eensluidend naar
buiten komen. De wens leeft niet al
leen binnen onze organisatie maar
ook binnen de andere organisaties
zijn zulke geluiden te horen.
Misschien zou een overkoepelende
federatie op nationaal nivo een
oplossing zijn. De identiteit van de
organisaties blijft gewaarborgd
maar naar de politiek kunnen we als
één man optreden. Dit samen met
een voorzitter met alleen een land-
bouwpet op zou verhinderen dat de
politiek ons steeds tegen elkaar uit
speelt.
wat we doen. Als ze iets vinden is het
haast altijd landbouwgif, net of er
zo kwistig mee omgesprongen wordt
of het niks kost. De lozing van de fa
brieken langs de Rijn, de kali
lozingen in Frankrijk met duizenden
liters gelijk. Ja dat weten ze wel
maar die weerloze boer die geen kant
op kan op korte termijn die moet als
eerste boeten. Het al lang geleden
naar de wetenschap, de politiek, en
het bedrijfsleven wijzen, dat het een
keer zou misgaan hielp niet, er werd
veel aan verdiend.
Nu opeens is alles gif wat de klok
slaat. Wat komt er ook niet uit de
lucht vanuit het Roergebied en zoals
laatst uit Engeland. Nemen onze an
dere EEG-kollega's het net zo op als
men hier nu wil gaan doen? Er zal
nog heel wat gif door de Rijn stro
men eer het zover is. Het is te hopen
dat onze vertegenwoordigers vanuit
de Landbouworganisaties de gang
van zaken op de voet volgen en zo
nodig zich goed laten horen. Niet
voorop lopen, dat zou het nemen
van verordeningen en maatregelen
maar bevorderen, daar zijn wij als
bedrijfsleven niet mee gediend.
Ook in andere sektoren van het be
drijfsleven is men er mee bezig maar
overhaast de klok terug zetten ver
oorzaakt grote moeilijkheden bin
nen de bedrijven. Laten we hopen
dat met aller inspanning toch een
leefbaar milieu blijft.
Bij een ontmoeting met een van de
vaste bisamrattenvangers van het
waterschap de Brede Watering voor
Noord- en Zuid-Beveland vertelde
deze dat hij in 1988 bijna 1.100 bi-
samratten gevangen had en dat zijn
kollega er nog meer had. Dit bete
kent alleen al in OOST ZUID-
BEVELAND tussen het Kanaal
door Zuid-Beveland en het Schelde-
Rijnkanaal ongeveer 2.500 ratten.
Dit geeft aan hoe noodzakelijk het is
dat ze bestreden worden en dat wan
neer er ratten gekonstateerd worden
er ook. gebeld wordt naar het Water
schap. Alleen gezamenlijk kunnen
we dit probleem in de hand houden.
Het gonst van de verkavelingsgelui
den en plannen in ons gebied Oost
Zuid-Beveland. Kruiningen, Waarde
en Krabbendijke overwegen een aan
vraag. Maar ook het meest Oostelijk
stuk van dit gebied heeft 18 maart
1987 een aanvraag ingediend. Dat is
een gebied wat begint bij Bergen op
Zoom tot aan Putte, en alles omvat
wat tussen de hoge wal bij Woens-
drecht en Ossendrecht, en het
Schelde-Rijnkanaal ligt.
Het gehele blok is 4.530 ha. groot
waarvan 1.220 ha in Zeeland ligt. De
Centrale landinrichtingskommissie
heeft nu de zienswijze "Agger"
vastgesteld. Dit betekent dat deze
streek op een lijst is geplaatst waar
uit de minister van landbouw samen
met G.S. van Brabant en Zeeland
moet kiezen om aan de beurt té
komen. Hierin staan alle hoedanig
heden van de streek zoals; het ver
zoek en de toetsing hiervan, het ka
rakteristieke van het gebied met o.a.
de opbouw landbouw, natuur, re-
kreatie en milieuhygiëne, planologi
sche uitgangspunten en de mogelijk
heden tot verbetering van de inrich
ting met op het eind het standpunt
met betrekking tot het in voorberei
ding nemen van landinrichting. La
ten we hopen dat we niet te lang
moeten wachten want er kan veel
verbeterd worden.
Verder moet gekonstateerd worden
dat hier en daar enorme slakken-
vraat op de tarwe is waardoor voor
sommige percelen gevreesd moet
worden niet voldoende planten over
te houden.
Ook blijkt dat de wilde ganzen in
grote getale aanwezig zijn op voor
al malse weilanden en graszaadblok-
ken die door het warme weer volop
groen zijn, wat onderschrijft dat ze
veel liever op bemeste stukken land
zitten dan in natuurgebieden waar
geen bemesting wordt toegepast.
Aanbeveling geniet het daarom ook
daar stukken te bemesten, waardoor
de omgeving minder last van deze
overigens prachtige dieren heeft.
Hier zijn toch de beheerovereen-
komsten voor?
Met deze bijzonder zachte weersom
standigheden kun je ook in de
LANGSTRAAT niet zeggen dat de
winter zijn intrede al gedaan heeft.
Vorig jaar hadden wij al een zachte
winter en de eerste helft van deze
winter heeft behalve begin december
nog geen vorst gekend. Hierdoor
zijn er nog geen gewassen door de
vorst beschadigd maar staan ze er
goed bij. Toch zou een beetje vorst
voor de struktuur van de kleigron
den geen kwaad kunnen.
Doordat het vorig jaar een zachte
winter was had het gras een goed be
gin en is er dit jaar voldoende ruw-
voer en van uitstekende kwaliteit ge
wonnen. Dat komt in deze streek
goed van pas met de ruilverkaveling
die, met de helft van dit gebied, vo
rig najaar de werkzaamheden is be
gonnen. De andere helft zouden ze
eerst pas na de zomervakantie van
dit jaar aan beginnen, maar nu gaan
er geruchten dat ze al in het voorjaar
willen starten met de werk
zaamheden.
Een steekproef van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek (CBS) heeft
uitgewezen dat de voorraad ruwvoer
op dit moment 5,3 miljoen ton droge
stof bedraagt. Twee jaar geleden
was dat rond deze tijd 4,3 miljoen
ton. De hoeveelheid kuilgras was
nog nooit zo groot als op dit mo
ment. Volgens het CBS is een achtste
deel van de voorraad overjarig. Dit
jaar is er meer gras gemaaid dat
bestemd was voor de kuil en er is 40
procent minder gras aangewend
voor stalvoedering. Ook de voor
raad hooi nam met 2,2 procent toe.
Hooi maakt voor 6 procent deel uit
van de totale ruwvoeropbrengst;
mais 33 procent en kuilgras 60 pro
cent. De rest komt van overige ruw-
voedergewassen.
Deze wintér zijn er nog niet zo veel
boeren met hun mest in de proble
men gekomen door het zachte weer.
Ook de politie wist, net als de meeste
boeren overigens, nog niet goed
waar dat bij ons in de streek de grens
loopt van zand- en kleigebied en dus
ook niet wanneer er nu wel en wan
neer er nu niet mocht worden uitge
reden. Hierin komt verandering
maar nu er nog geen sneeuw ligt
geeft dat ook nog geen problemen en
het is weer zo 15 februari. Toch zul
len de boeren die op dit moment
geen mestopslag hebben voor een
paar maanden, er niet van uit moe
ten gaan dat zij de volgende winter
net zo veel geluk zullen hebben als
deze winter.
Ik hoop dat het jaar 1989 voor ieder
een een voorspoedig jaar mag wor
den en wens alle lezers vooral een ge
zond jaar toe. Laat ons hopen dat
deze winter nog voldoende vorst
geeft om te schaatsen. Dat geeft vol
doening voor de liefhebbers en komt
ten goede aan de struktuur van de
grond.
Hij stond daar halverwege de
dijk. Zolang als ik wist, had hij
daar gestaan. Machtig en breed.
In de zomer een groen dak van
bladeren. In de winter neigden
z'n naakte en kale armen vanaf
z'n kruin naar de grond.
De boom, als we van vakantie te
rug kwamen zagen we hem al
vanuit de verte staan. Als het
warm was, de zon te veel van on
ze energie vroeg, was de boom
een parasol waaronder het hele
gezin, plus vrienden en vriendin
nen een beschut plekje konden
vinden.
De boom is niet meer. Omge
zaagd, in stukken gehakt, wordt
hij nu opgestookt in de open
haard. Hij moest wijken voor
een jonge aanplant. Zo ook met
de dijken rond onze polders. On
ze blik wordt niet meer begrensd
door drie dubbele rijen bomen.
In een hoog tempo is er gekapt.
We weten het allemaal. Ze waren
oud. Ze waren kaprijp. Ze
moesten wijken voor jongere,
stevige bomen. Er staan al voor
een groot gedeelte nieuwe. Ze
staan te zwiepen als een dun latje
in de wind. Het overgebleven
plekje hout van hun voorgangers
ligt her en der verspreid. Alleen
de zware takken zijn meegeno
men. Daar staan die jonge
boompjes. Zonder een stok als
ondersteuning tussen het vele on
kruid dat aan de dijken welig
tiert. Je vraagt je af wat moet er
van terecht komen.
Je kunt deze lijn ook doortrek
ken naar de bewoners van onze
polders. De jongeren komen, de
ouden gaan. Soms denk je hoe
moet dat nu, hoe zullen ze het
redden. De jonge boeren, ze
staan te zwiepen in de storm die
onze akkerbouw op dit ogenblik
meemaakt. Of zullen ze net als de
boompjes aan de dijk straks toch
weer beeldbepalend zijn, toch
weer een dijk eruit laten zien, zo
als hij moet zijn. Laten we het
daarop maar houden.
Vrijdag 20 januari 1989
7