Landbouw studeren aan de Agrarische Hogeschool Delft
Groene School Kapelle: goede voorbereiding op tal
van beroepen of verdere studiemogelijkheden
Gewasbescherming nog
steeds reden tot zorg
Teeltbegeleidingssysteem Vicon
hulp bij bestrijding Phytophthora
Excursie MAS Goes naar
P.R. Lelystad
Open dagen R.M.Tu.S.
De Lier
Afdeling Tuinbouw KNLC
De toenemende problemen in de
agrarische industrie; verantwoorde
bio-industrie, verwerking van af
valstoffen, optimalisering van be
drijfsvoering door middel van auto
matisering. Het ontwikkelen van een
lange termijn visie ten aanzien van
akkerbouw en veeteelt in Nederland
en in de Europese Gemeenschap. Dit
zijn problemen waar we nu, maar
vooral in de toekomst mee te maken
krijgen. Daarom heeft de Agrarische
Hogeschool Delft nu reeds het initia
tief genomen een aantal specialisa
ties te ontwikkelen. De afdeling
landbouw van deze Hogeschool start
in september met o.a.: biotechnolo
gie in de agro-industrie; Europese
landbouw; informatietoepassingen
in de landbouw; en milieurichting.
Deze specialisaties staan dan mis
schien verder van de boerderij af,
Na de basisschool staat u met uw
kind voor de moeilijke keuze van
een verdere studie. Het algemeen
voortgezet onderwijs (avo) of het la
ger beroepsonderwijs (lbo). Een van.
de verdere studiemogelijkheden in
het lager beroepsonderwijs is het la
ger agrarisch onderwijs, waartoe
ook het individueel lager agrarisch
onderwijs behoort.
Het lager agrarisch onderwijs
Het lager agrarisch onderwijs geeft
een voorbereiding op tal van beroe
pen in en om de land- en tuinbouw.
Daarnaast wordt ook veel aandacht
besteed aan de maatschappelijke en
persoonlijke ontplooiing van de
leerling.
Het individueel lager agrarisch on
derwijs
Binnen het lager agrarisch onderwijs
bestaat er een aparte schoolvorm:
het individueel lager agrarisch on
derwijs (ilo) óf zoals dit in de wet
nog officeel wordt genoemd: het in
dividueel lager landbouwonderwijs.
Het ilo is bedoeld voor leerlingen die
het 'gewone' lager agrarisch onder
wijs niet of met moeite kunnen vol
gen en behoefte hebben aan een
meer individuele benadering.
Het programma van het ilo is sterk
afgestemd op de praktijk; de nadruk
wordt gelegd op het werken met de
handen. De leerlingen worden stapje
voor stapje geleid naar de richting
waarin ze later hun beroep willen
uitoefenen.
Steeds meer meisjes weten de weg te
vinden naar het lao. Bestond in 1978
20% van het totale aantal leerlingen
in het lao uit meisjes, nu is dit per
centage al gestegen tot 30%. In de
dienstverlenende sektoren van de
tuinbouw, met name in de richting
bloemschikken zijn er zelfs meer
meisjes dan jongens.
De studie
Het lager agrarisch onderwijs kent,
net als alle andere vormen van lager
beroepsonderwijs, een tweejarige
onderbouw, waarin vooral algemene
vakken worden gegeven en een twee
jarige bovenbouw. Zo kan de leer
ling, die bij nader inzien toch een
mogelijk onjuiste schoolkeuze blijkt
te hebben gedaan, na of tijdens de
onderbouw overstappen op een an
dere vorm van lager beroepson
derwijs.
In de onderbouw wordt vooral les
gegeven in algemene vakken, zoals:
Nederlandse taal, één of meer mo
derne talen, geschiedenis, aardrijks
kunde, maatschappijleer, wiskunde,
kennis der natuur, natuurkunde,
biologie, scheikunde, muziek, teke
nen, handvaardigheid, algemene
technieken, lichamelijke oefening en
studielessen.
Naast de in de onderbouw genoemde
vakken krijgt de leerling in de bo
venbouw meer les in de op het be
roep gerichte vakken, zoals:
- vakkennis: hierbij wordt het theo
retisch gedeelte van de op het beroep
gerichte vakken behandeld
16
maar de vraag naar afgestudeerden
van deze specialisaties is bijzonder
hoog. Steeds meer realiseert men
zich, dat het roer vollédig om moet.
De Agrarische Hogeschool Delft af
deling landbouw is reeds lange tijd
bezig met deze nieuwe ontwikkelin
gen. De opleiding is er nu klaar voor
de eerste studenten te ontvangen.
Huisvesting van Hogeschool en stu
denten
Na een jaar, waarin de plooien van
een verhuizing van Dordrecht naar
Delft moesten worden gladgestre
ken, is de Agrarische Hogeschool
Delft nu riant gehuisvest in een mo
dern gebouw aan de rand van Delft.
Alle studenten, die in september '88
in Delft of naaste omgeving een ka
mer zochten hebben die vrij snel ge
vonden.
- vakvaardigheid: dit vak behandelt
het praktisch gedeelte van de op het
beroep gerichte vakken en dient om
de leerling met de verschillende mo
gelijkheden in de praktijk kennis te
laten nemen
- handelskennis
- oriëntatie op het bedrijfsleven;
hierbij maakt de leerling kennis met
de verschillende facetten van het
bedrijf.
Het vakkennis/vakvaardigheidson-
derwijs richt zich bij het onderdeel
landbouw op onderdelen van de die-
renhouderij of de akker- en weide-
bouw. Bij de dierenhouderij ligt het
aksent op het omgaan met land
bouwhuisdieren, zoals koeien, scha
pen, varkens en pluimvee en rekrea-
tiedieren, zoals paarden en kleine
huisdieren zoals bijvoorbeeld mar
motten. Bij de akker- en weidebouw
ligt het aksent meer op het praktisch
omgaan met motoren en werktui
gen, die hierbij gebruikt worden en
op de verzorging van de gewassen.
Bij de tuinbouw is het vakken-
nis/vakvaardigheidsonderwijs ge
richt op de voornaamste takken van
de tuinbouw: groenteteelt, fruitteelt,
bloementeelt, bloembollenteelt,
Het milieu speelde bij de vergade
ring van de Afdeling Tuinbouw van
het KNLC een grote rol. Met zorg
werd de ontwikkeling bij de gewas
beschermingsmiddelen gade gesla
gen. Verder kwamen in deze verga
dering aan bod de bedrijfsaanpas-
singen door milieu-eisen.
Eigenlijk zou volgens de afdeling
Tuinbouw de overheid geld beschik
baar moeten stellen voor de ontwik
keling van nieuwe gewasbescher
mingsmiddelen. Hierbij zou ook de
nodige aandacht moeten worden be
steed aan de ontwikkeling van af
breekbaar plastic uit akkerbouw-
koolhydraten. Men is bang dat de
industrie anders geen nieuwe midde
len meer wil gaan maken. Dit omdat
de middelen maar een korte tijd
kunnen worden toegepast. Het be
drijfsleven zal zelf ook aktief en po
sitief moeten blijven meedenken
over de problematiek van de gewas
bescherming.
Er wordt steeds verder gegaan met
het stellen van milieu-eisen. Een ver
gaande harmonisatie in EG-verband
is in dit kader noodzakelijk. Nu al
zijn sommige milieu-eisen in Duits
land strenger dan bij ons. De positie
van de Nederlandse producent
wordt in de toekomst versterkt door
nu voorop te lopen. Een milieu
platform zoals dat in de bloembol-
lensektor is opgericht is ook voor
andere sektoren van belang.
Open dag
Op zaterdag 28 januari a.s. organi
seert de Agrarische Hogeschool
Delft afdeling landbouw vanaf 10.00
uur 's morgens weer een open dag in
het eigen gebouw. Iedereen is wel
kom tijdens de presentaties die wor
den gehouden over de opleiding. Er
is een informatie-markt en docenten
en studenten vertellen je graag alles
over de School en het studen
tenleven.
Vooropleidingeisen
Je kunt worden toegelaten tot de
Agrarische Hogeschool Delft studie
richting landbouw als je in het bezit
bent van één van de volgende diplo
ma's: VWO; HAVO; M.A.S.-A
opleiding als doorstroomprogram-
ma en goede studieresultaten;
MEAO.
bloemschikken, boomteelt, aanleg
en onderhoud van tuinen. De meeste
scholen in de grote bevolkingscentra
richten zich op aanleg en onderhoud
van tuinen, bloementeelt en bloem
schikken. Deze vakrichtingen geven
een goede voorbereiding op beroe
pen in de dienstverlenende sektor,
zoals hovenier bij de plantsoenen
dienst, bloemist-winkelier, groente-,
fruit- en bloemenkweker, etc.
Verbrede vakrichting
Waren het oorspronkelijk leerlingen
van ouders werkzaam in de land- en
tuinbouw die het (lager) agrarisch
onderwijs bezochten, later kwamen
er steeds meer leerlingen, die geen
agrarische achtergrond hadden. Om
vooral deze leerlingen kennis te laten
maken met de veelzijdige aspekten
van de agrarische sektor en ook om
dat het lao zich steeds meer ontwik
kelt van beroepsvoorbereidend naar
beroepsoriënterend onderwijs is de
verbrede vakrichting ingevoerd.
Hierbij wordt aandacht besteed aan
de vele aspekten van de land- en
tuinbouw. De leerlingen krijgen niet
uitsluitend les in een specifieke vak
richting (bv. alleen vakkennis/vak-
Ondanks alle problemen met de ge
wasbescherming blijft de assimilatie
belichting milieu-probleem nummer
een. Hiervoor dient zo snel mogelijk
een Landbouwschapsverordening te
komen.
Bedrijfsaanpassingen
Bedrijven zullen zich moeten aan
passen aan de milieu-eisen. Met de
overheid is in beginsel overeenstem
ming bereikt over een regeling
hiervoor.
Wil men voor subsidie in aanmer
king komen dan moet het hoofdbe
roep landbouwer zijn en moet er een
investeringsplan worden opgesteld.
De investeringen, die gesubsidieerd
kunnen worden, moeten minimaal
10.000\bedragen.
De bijdrage bestaat uit een kapitaal
subsidie over de investeringen. De
investeringssteun bedraagt 25% over
investeringen in onroerend goed,
20% bij milieu-roerend goed en 15%
bij de kwaliteits- en overige investe
ringen. Maximaal wordt 60.000
ECU (Europese munteenheid) gege
ven per volwaardige arbeidskracht,
en 120.000 ECU per bedrijf. Per zes
jaar mag maximaal twee maal een
aanvraag worden ingediend. De in
vesteringen die voor subsidie in aan
merking komen staan op een lijst
vermeld. Als de regeling opengaat
moet men er snel bij zijn. Als het
geld op is stopt de regeling.
Ingeborg Schuitemaker
Je dient in twee exakte vakken exa
men te hebben gedaan. Mis je echter
scheikunde of natuurkunde, dan
bestaat de mogelijkheid dit ontbre
kende vak via een zomerkursus te
volgen. Deze duurt zes weken.
M. A.S.-leerlingen zonder
doorstroomprogramma kunnen
worden toegelaten via een voorberei
dend jaar. Met goede eindresultaten
M.A.S. is direkte toelating in veel
gevallen ook mogelijk.
De opbouw van de opleiding
In het eerste jaar wordt de basis ge
legd voor de eigenlijke studie, de in
genieursfase. Naast de algemene
vakken wordt veel aandacht besteed
aan het stimuleren van de sociale
vaardigheden. De kunst om ideeën
over te brengen op andere mensen.
vaardigheid bloementeelt), maar
maken kennis met meerdere studie
richtingen, bijvoorbeeld de planten
teelt, de dierenhouderij, de verwer
king van agrarische produkten,
bloemschikken en groenvoor
ziening.
De leerlingen kunnen de vakken vol
gen volgens een programma op A-,
B-, C- of D-nivo of een kombinatie
van genoemde nivos, afhankelijk
van hun behoefte en mogelijkheden.
De nivos geven de zwaarte van het
programma aan. D is het hoogste ni-
vo en A het laagste nivo. Het nivo
van de vakken is ook van belang
voor verdere studie.
De opleiding in het lager agrarisch
onderwijs duurt vier jaar.
Op R.M.A.S. te Goes organiseert
voor haar cursisten en leerlingen van
de dagopleiding (die veehouderij
richting volgen) een excursie naar
het proefstation voor de Rundvee
houderij te Lelystad op 31 januari
a.s. De vertrektijd is 9.00 uur vanaf
de R.M.A.S. te Goes, Ravelijn de
Groene Jager 8.
Nu zijn nog enkele plaatsen beschik
baar voor belangstellenden. Voor
17,50 per persoon kunt u mee.
Aanmelden vóór 27 januari a.s. bij
de administratie van de school, tel.
01100 - 27200.
Phytophthora is sterk afhankelijk
van het weer. Alleen bij voldoende
vocht en de juiste temperatuur kan
de schimmel zich ontwikkelen en de
plant infekteren. Gedetailleerde
weersgegevens zijn nodig om een
goede bestrijding uit te voeren. Die
zijn echter voor de boer niet beschik
baar, zodat met vage weerberichten
en waarschuwingen op de radio ge
werkt moet worden. Onvoldoende
informatie over het weer en onvol
doende kennis over de levensloop
Na het behalen van de propedeuse
verklaring begin je aan de inge
nieursfase 1 en II. Daarin kies je
voor specialisaties en werk je pro-
jektmatig aan praktijkopdrachten.
Door deze manier van studeren is de
overgang van studeren naar de prak
tijk zo klein mogelijk. De voortdu
rende toename van opdrachten van
uit het bedrijfsleven en de overheid
aan de Agrarische Hogeschool Delft
bewijst dat van die kant bijzonder
veel vertrouwen is in de opleiding.
Inlichtingen
Wil je, voorafgaande aan de open
dag meer informatie: vraag je de
caan of bel de opleiding:
015-150250. Je ontvangt dan per
omgaande informatie.
Toelatingseisen
Tot het lao kunnen worden toegela
ten, leerlingen die met voldoende re
sultaat de basisschool hebben door
lopen; het laatste leerjaar hebben
doorlopen van een school voor spe
ciaal onderwijs, waarvan de leerstof
gelijkwaardig is aan die van het ba
sisonderwijs.
Tot het eerste leerjaar van een
school of afdeling voor individueel
landbouwonderwijs kunnen worden
toegelaten, leerlingen die tenminste
de leeftijd van 12 jaar hebben be
reikt en afkomstig zijn van een ba
sisschool of van een school voor
(voortgezet) speciaal onderwijs; een
psychologisch onderzoek hebben
ondergaan.
Wilt u meer weten? Groene School,
Kapelle, tel. 01102 - 41812.
Op vrijdag 27 tussen 19 en 22 uur en
op zaterdag 28 januari tussen 10 en
15 uur staan de deuren van de Rijks
Middelbare Tuinbouwschool
(R.M.Tu.S.) in De Lier open voor
het publiek. De tuinbouwscholen uit
het Westland en directe omgeving
geveneen beeld van de oplei
dingsmogelijkheden in de tuinbouw.
Ruim 20 tüinbouwverwante bedrij
ven laten zien welke functies zij in de
toekomst hebben te bieden aan men
sen met een tuinbouwopleiding.
van de Phytophthora schimmel, kan
leiden tot onzekere beslissingen en
teveel bespuitingen.
Vicon heeft een teeltbegeleidingssy-
teéem ontwikkeld wat de boeren ad
viseert over de bestrijding van Phy
tophthora. Het gebruikt het Vicon
weerstation om voor Phytophthora
belangrijke weersgrootheden te me
ten (temperatuur, relatieve vochtig
heid etc.)! Tezamen met een grote
hoeveelheid kennis (die opgeslagen
zit in het computerprogramma),
wordt dit gebruikt om een advies te
geven: wanneer bestrijden en met
welk middel.
Brochure 'Meer over
gewasbescherming'
Onlangs is de brochure. 'Meer over
gewasbescherming' verschenen.
Hierin is de gewasbescherming ge
plaatst in een breed perspektief, of
anders gezegd, alle facetten die daar
aan zijn verbonden zijn hierin be
licht. Er is ook een verkorte uitgave
van deze brochure onder de titel
'Gewasbescherming in hoofdlijnen'
uitgekomen. Beide publikaties zijn
uitgebracht door de Nefyto (Neder
landse Stichting voor Fytofarmacie).
Vrijdag 20 januari 1989