'Rentabiliteit Nederlandse
schapenhouderij kan omhoog'
Schaalvergroting en biotechnologie in
varkenshouderij noodzaak
Enorme belangstelling voor
hengstenkeuringen in
Veemarkthallen Den Bosch
Maiskuil afdekken
met tegels
Kamerlid Van Noord:
Ing. J. de Boer van het PR doet onderzoek naar de integratie van schapen
op melkveebedrijven
De rentabiliteit van de Nederlandse
schapenhouderij kan omhoog. An
dere beweidingssystemen en kruisin
gen kunnen hieraan bijdragen. Bij
0,1 lam ekstra stijgt de arbeidsop-
brengst per ooi met ƒ10,Dit on
der meer blijkt uit beweidingsonder-
zoek op een aantal proefboer-
derijen.
De zelfvoorzieningsgraad voor scha
pevlees is in de EG ongeveer 84%,
de invoer uit o.a. Nieuw-Zeeland
niet meegerekend. Hoewel Nieuw-
Zeeland de eerste jaren nog gemak
kelijk schapevlees binnen de EG kan
afzetten, zal dat op langere termijn
toch moeilijker worden.
Binnen de EG doen zich produktie-
verschuivingen voor. Franse veehou
ders houden minder ooien, in Enge
land neemt de schapenhouderij in
omvang toe. Dit is van invloed op de
ooipremie. Jaarlijks is er een be
paald bedrag te verdelen. Meer scha
pen maken de spoeling dunner.
Na de invoering van de superheffing
is de belangstelling voor schapen, als
alternatief voor koeien, gestegen.
Een tweede tak op het bedrijf vraagt
ekstra aandacht en eventueel aan
passing van de bedrijfsvoering; hoe
moet met schapen beweid worden,
hoe wordt het beweidingsplan? Mo
menteel loopt er beweidingsonder-
zoek op een aantal proefboerderij-
en. Ing. J. de Boer van het Proefsta
tion voor de Rundveehouderij,
Schapenhouderij en Paardenhoude-
rij te Lelystad onderzoekt de inte
gratie van schapen op melkveebe
drijven. Een voorbeeld van dergelijk
onderzoek is een proef met Swifters
op Bosma Zathe. Hier worden twee
beweidingssystemen met elkaar ver
geleken. Bij het eerste systeem heb
ben 26 pinken 5 ha weiland ter be
schikking. Op eenzelfde oppervlakte
wordt ook een gekombineerd
systeem van 14 pinken en 40 ooien
lammeren geweid. Bij beide syste
men vindt omweiden plaats. Het ge-
kombineerde systeem geeft een ho
gere droge-stofproduktie en een gro
tere toename van het levend gewicht
per ha te zien dan het systeem met 26
pinken. De oorzaak wordt o.a. in
het beter afweiden van bossen
gezocht.
De Flevolander heeft een lang
bronstseizoen. Zonder bronstsyn-
chronisatie is drie keer per twee jaar
aflammen mogelijk. Op proefboer-
derij Zegveld start een proef met
Flevolanders op een melkveebedrijf.
Belangrijke aandachtspunten zijn:
invloed van schapen op de draag
kracht in veenweidegebieden, inpas
baarheid van aflamperioden en be
weiding. In dit gebied worden koei
en vroeg opgestald, het gras dat dan
nog groeit of aanwezig is, kan niet
benut worden. Door beweiding met
schapen kan het herfstgras benut
worden.
Ook op de Waiboerhoeve wordt on
derzoek met schapen gedaan. In
twee systemen worden Flevolanders
gehouden. Bij systeem 1 lammen de
ooien drie keer per twee jaar af,
systeem 2 is aflammen in juli-
augustus. Aflammen in de herfst be
tekent een betere prijs voor de lam
meren door afzet in een gunstiger
periode. Daarnaast is er het voordeel
van de herfstgrasbenutting. De ooi
en gaan na het aflammen direkt de
wei in en hebben geen krachtvoer
nodig. Ooien die in maart-april af
lammen, blijven een maand binnen
voor ze de wei in kunnen en hebben
dus meer krachtvoer nodig dan herfst-
aflammerende ooien. De lammeren
hebben wel wat meer krachtvoer no
dig dan bij de voorjaarslammende
ooien.
Beschikbare tijd
Het grootste verschil tussen scha
penrassen is het aantal grootge
brachte lammeren per ooi per jaar.
Uit modelberekeningen blijkt dat de
Flevolander, gehouden in een
systeem met drie lamperioden in
twee jaar, de hoogste arbeidsop-
brengst geeft. Dan volgen respektie-
velijk de Noordhollander, de Flevo
lander, de Swifter en de Texelaar,
met één lamperiode per jaar. Een
systeem met drie lamperioden in
twee jaar kost echter ongeveer 40%
meer arbeid. De keuze van het ras
zal dan ook afhangen van de be
schikbare tijd.
Kruisen, of gebruik maken van krui
singen doet de arbeidsopbrengst snel
stijgen. Selektie binnen de Texelaar
duurt erg lang. De Texelaar blijft
echter altijd nodig als slachtlamva-
derdier om voldoende bespiering bij
de slachtlammeren te garanderen.
G.C. v.d. Berg
"Voor de export van lévende dieren
is het van fundamenteel belang dat
de coöperaties en slachterijen straks
in 1992 hun zaakjes voor elkaar heb
ben, zodat ze ook over de landsgren
zen heen kunnen blijven konkurre-
ren. Daarom is het zaak om nu de
handen uit de mouwen te steken".
Dit betoogde het CDA-Kamerlid J.
van Noord op een studiedag voor
varkenshouders in het Brabantse
Deurne.
Voor de Nederlandse varkenshoude
rij is het van groot belang om op de
al ingeslagen weg van méér marktge
richt produceren verder te gaan.
"We moeten een voortgaande quo
tering in zware marktordening-
produkten tegengaan. Na de suiker
en de melk hebben we dan volgend
jaar de granen en dan de aardappe
len en de varkens. Die weg moeten
we niet volgen".
Van Noord schetste de situatie waar
in de EG zijn buitengrenzen moet
beschermen: met moderne, efficiënt
ingerichte bedrijven, die met succes
hun afzet kanalen naar landen bui
ten de Gemeenschap open weten te
houden. "Dat houdt onvermijdelijk
in: schaalvergroting, biotechnolo
gie, dus meer vlees per varken en
meer varkens per eenheid en helaas
dus ook minder boeren". Pas als in
de nieuwe ontwikkeling tijdig wordt
meegegaan, heeft de varkenshoude
rij perspektief, aldus Van Noord.
Grote verschillen in BTW
Van Noord wees nog eens op het
grote belang van het wegvallen van
de binnengrenzen voor de Neder
landse landbouw, die immers 60
procent van zijn produkten expor
teert. Voor een rit van Nederland
naar Italië zijn niet minder dan 50
dokumenten nodig. Er moeten ech
ter op het gebied van de landbouw
nog een slordige 150 politieke hob
bels tussen de lidstaten worden op
gelost. Een voorbeeld hiervan: de
grote onderlinge verschillen in BTW
in de diverse landen.
Van minstens zo groot belang noem
de Van Nool-d de noodzaak van een
gezonde lucht, bodem en water.
"Vermesting en verzuring hebben
we al, verdroging komt eraan. Wat
moet een tuinder straks als het
grondwater is verpest?" Het Kamer
lid wilde overigens niet te lang bij de
milieuproblematiek stilstaan, omdat
de wetgeving hiervoor al vast ligt.
Hij zei ervan overtuigd te zijn dat
het probleem van de overbemesting
Vrijdag 20 januari 1989
J. van Noord
langs technische weg is op te lossen.
"Boer bij biotechnologie
betrekken"
Ir. J. van Vugt, direkteur van de
Varkens KI Noord-Brabant, gaf als
uitgangspunt voor de nabije toe
komst aan dat met het huidige aan
tal dieren het marktaandeel kan
worden behouden en zelfs vergroot.
Daarvoor is een verdergaande kwali
teitsverbetering nodig en dus ook
ontwikkelingen op het gebied van de
biotechnologie. "Door het eindge-
wicht van ieder mestvarken met bij
voorbeeld een kilo te verhogen, pro
duceer je miljoenen kilo's meer, kor-
responderend met 120.000 slacht-
varkens".
Van Vugt, die er zijn teleurstelling
over uitsprak dat in Nederland nog
steeds éénderde van het aantal zeu
gen op natuurlijke wijze wordt be
vrucht in plaats van door KI, pleitte
ervoor om bij de voortgaande bio
technologie toch vooral de produ
cent, de boer, niet te vergeten.
"De komende tijd worden op het ge
bied van de biotechnologische we
tenschap veel nieuwe ontwikkelin
gen verwacht. We moeten ervoor
waken dat niet de mensen met de
witte boorden, de organisaties en de
onderzoekers, gaan uitmaken op
welke wijze er vlees wordt geprodu
ceerd. De producent moet ook zijn
mening kunnen geven".
De hengstenkeuringen voor trek
paarden, Haflingers en Haflo-
Arabe's, vorige week donderdag 12
januari in de Veemarkthallen in Den
Bosch, vonden plaats onder zeer
grote publieke belangstelling.
Verplichte hengstenkeuring voor
dekking
Voor de verplichte hengstenkeuring
voor dekking waren 6 Zeeuwse trek
paarden aangemeld: 4 driejarigen, 1
vijfjarige en 1 zevenjarige. Hiervan
werd goedgekeurd de 3-jarige Totto
van op den Dijk van A.L.C. Brooij-
mans en Zn. te Tholen. De andere
3-jarige hengsten werden afgekeurd.
Verder werden goedgekeurd: de
5-jarige Frits van den Houterdsedijk
van A.Z. de Buck te Oostkapelle en
de 7-jarige Gamin van Begijnenhof
ook van A.Z. de Buck.
Haflingers: aangegeven twee
3-jarige hengsten en één zesjarig.
Hiervan werd alleen de 6-jarige
hengst Hofnarr van 't Broek van P.
de Buck te Wissenkerke en A.Z. de
Buck te Oostkapelle goedgekeurd.
De twee 3-jarige hengsten werden af
gekeurd.
Premiekeuring
Trekpaarden: Frits van den Hou
terdsedijk en Gamin van Begijnen
hof kregen beide een IA premie in
de middenmaat.
Haflingers: Hofnarr van 't Broek
van P. de Buck en A.Z. de Buck
kreeg een lc premie in de zware
klasse.
Kampioenhengsten Zuidelijke pro
vincies
Trekpaarden: kampioen werd de
5-jarige Junior van de Lanshoeve
van A. v.d. Heijden te Veghel;
reserve-kampioen werd de 4-jarige
Leon van de Lindehoef van Th. van
Bommel te Gemert; 3e op tal werd
Max uit de Linde van de Gebr. Smits
te Nuenen.
Haflingers: kampioen werd de
8-jarige Stefan van het Hout van H.
v.d. Heuvel te Erp; reserve
kampioen werd de 4-jarige Magister
van H. de Brouwer te Tilburg; 3e op
tal werd de 4-jarige Alfred van de
Maria-hoeve van G. Houdijk te Ter
Aar.
Snijmais wordt verbouwd voor
het vee, maar het is ook een lek
kernij voor kraaien, muizen en
ratten. Ook kan er broei in mais-
kuilen optreden. Daarom rijdt
een boer zijn maiskuil goed aan
en dekt het voer met twee plastic
zeilen af. In zandgebieden kan
nog een zanddek aangebracht
worden. Dit drukt de kuil aan,
bij het opnemen van de kuil
dringt de lucht minder ver naar
binnen. Hierdoor treedt minder
broei op. Een zanddek is tevens
een extra barrière voor ongedier
te. In klei- en veenweidegebieden
is een gronddek niet aan te ra
den. Bij het openen van de kuil is
de grond vaak erg nat, zodat het
kanten en gaat steeds een rij ho
ger. Ook de bovenkant wordt
met tegels afgedekt. Om bescha
diging van zijn afdekzeil te voor
komen begint hij met een nieuw
zeil. Daarover komt een oud
exemplaar. De bovenkant van de
kuil wordt met meer lagen plastic
afgedekt, zodat het nieuwe zeil
goed beschermd wordt. De kuil
kan eenvoudig opengemaakt
worden door telkens enkele rijen
tegels weg te halen. Eerst worden
de tegels die boven op de kuil lig
gen weggehaald, daarna de rijen
aan de zijkant. Omdat steeds en
kele rijen tegels worden verwij
derd, blijft de rest van de kuil
goed bedekt.
Het afdekken kost wel meer tijd, het openen van de kuil gaat echter
aanzienlijk gemakkelijker als deze met tegels i.p. v. grond is afdekt.
openen van een kuil een zware
klus wordt. Sommige boeren ver
zwaren daarom het plastic met
autobanden. Een veehouder uit
het Zuidhollandse Waddinxveen
heeft een origineel alternatief.
Hij dekt zijn maiskuil met plastic
af en verzwaart dat met trottoir
tegels. Hij heeft een schoolplein
tegen een zacht pfijsje opgekocht
en gebruikt het als extra afdek
materiaal.
Van Eeden Petersman vindt het
opzetten van een kuil met tegels
Wel een sekuur karweitje. Hij be
gint met het stapelen aan de zij
'Tk heb het ook met een graskuil
geprobeerd,.maar dat bevalt niet.
Gras zakt veel meer in dan mais.
De tegels komen scheef te liggen
en drukken met de punt door het
plastic". Na enkele jaren erva
ring zegt de Waddinxveense vee
houder dat het afdekken meer
tijd kost, maar het openen van de
kuil gaat aanzienlijk gemakkelij
ker. "Toen ik de maiskuil met
grond afdekte had ik soms meer
klei onder m'n schop dan erop.
Dat is nu over".
G.C. v.d. Berg
15