Administratieve landinrichting Nieuwe studierichting bioprocestechnologie Bestuur KNLC teleurgesteld over reacties andere landbouworganisaties Billboards in Frankrijk voor langhoudbare verse frites Voorstel doorlichting struktuur belangenbehartiging Nu nog beperkt tot Zeeland In de bestuurvergadering van het KNLC van 17 januari is nog weer eens gediscussieerd over het Landbouwschap als belangenbehartiger en de Landbouwschapsheffing. Dit naar aanleiding van een brief van de Groninger Maatschappij van Landbouw. Andere belangrijke pun ten waren het veplaatsingsbesiuit II, het lease van melkquota en de slechte situatie in de akkerbouw. De Groninger Maatschappij van Landbouw heeft twee brieven gestuurd aan het bestuur van het KNLC. In de ene pleit ze voor effi ciencyverbetering binnen het Land bouwschap. In de andere gaat ze in op de vaak vage en algemene nota's die het Landbouwschap met name voor de akkerbouw het licht laat zien. Volgens het bestuur van de Groninger Mij signaleren de nota's alleen maar de problemen zonder met concrete oplossingen te komen. Het landbouwschap profileert zich te weinig als belangenbehartiger van de landbouw. Beide brieven moeten mede gezien worden in het licht van de heffingsverhoging. Wat dat laat ste betreft is de grens bereikt en niet alleen voor de Groninger Mij. Het KNLC-bestuur vindt het in zijn alge meenheid verkeerd dat er wel bezui nigd wordt op de bestuurlijke aspec ten van het Landbouwschap, maar het secretariaat buiten schot blijft. De bestuurskracht moet mede gezien de relatie met de achterban zo groot mogelijk blijven. Met teleurstelling wordt kennis ge nomen van de lauwe reactie van de andere standsorganisaties op het be toog van KNLC-voorzitter Vare kamp, waarin hij een doorlichting van de hele structuur van de belan genbehartiging voorstelt. Het bestuur denkt eraan een commissie in te stellen, die de structuur van de agrarische belangenbehartiging gaat onderzoeken. Daarbij vindt men dat het Landbouwschap de zaken meer bedrijfsmatig moet aanpakken en prioriteiten moet stellen. Er is door het KNLC alleen in gestemd met de heffingsverhoging voor dit jaar. De verhoging van de vergadervergoedingen mag niet lei den tot heffingsverhoging. Deze operatie moet budget-neutraal plaatsvinden. Te meer daar andere bestemmingsheffingen ook toenemen. Verplaatsingsbesluit Minister Braks biedt zeer binnenkort het verplaatsingsbesluit II aan de Tweede Kamer aan. De Tweede Ka mer heeft daarna dertig dagen de tijd om te beslissen of ze het in be handeling willen nemen. Nemen ze het niet in behandeling dan geldt na die dertig dagen het verplaatsings besluit, wordt het wel in behandeling genomen, dan gaat het nog minstens een jaar duren voordat het nieuwe verplaatsingsbesluit van kracht wordt. Op 31 januari a.s. wordt er een hoorzitting gehouden over dit onderwerp. De keus is nu: accepte ren we dit verplaatsingsbesluit, ook al is het niet zo geweldig, of probe ren we tot een behandeling in de Ka mer te komen, wat uitstel betekent. Besloten is dat het KNLC- secretariaat de meningen binnen de aangesloten organisaties peilt op het moment dat het verplaatsingsbesluit er is. Deze meningen worden dan be trokken bij de meningsvorming in het Landbouwschap. Binnen het bestuur neigde men naar het door la ten gaan van het verplaatsings besluit, mits zo snel mogelijk de hele mestwetgeving geëvalueerd wordt en het verplaatsingsbesluit daarin wordt meegenomen. Verhuren van melkquota Het KNLC-bestuur is voorstander van het leasen oftewel verhuren van melk-quotum. Deze regeling moet dan wel zo eenvoudig mogelijk en zo snel mogelijk worden ingevoerd. Als het niet anders kan, moet het verhu ren van quotum het eerste jaar maar per fabriek. Daarna moet er echter ook buiten de eigen fabriek melk quotum verhuurd kunnen worden. Er mogen geen bovengrenzen aan de te verhuren hoeveelheden worden gesteld. Wel moeten de fiscale con sequenties duidelijk worden. Wat betreft het vetgehalte wordt gepleit dit buiten beschouwing te laten. Het bestuur is voor verhuren boven bijvoorbeeld belonen van onder- schrijders omdat bij leasen de onder nemer zelf de beslissing kan nemen of hij zijn produktie wil vergroten of niet. Daarbij geeft leasen extra ruim te voor mensen die niet definitief hun quotum kwijt willen. Het quo tumsysteem wordt door leasen min der star. Akkerbouw Het bestuur besteedde veel aandacht aan de slechte situatie in de akker bouw. Veel bedrijven kunnen het fi nancieel niet meer bolwerken. De Groninger Maatschappij van Land bouw wil de voorzitter van het KNLC en ook het Landbouwschap zeer binnenkort uitnodigen om zich van de situatie op de hoogte te stel len. Er hebben zich zelfs al faillisse menten voorgedaan. Ook in andere gebieden blijkt er meer grond in de verkoop te zijn dan vroeger. In de Noordoostpolder zijn de eerste be drijven al teruggegeven aan Do meinen. Het bestuur heeft geen begrip voor de prijsvoorstellen van de Europese Commissie. Deze voorstellen beteke nen voor de Nederlandse akkerbou wer een forse prijsverlaging. Een verplichte set-aside regeling die uit gaat van het Europese graanareaal is volgens het bestuur funest voor de Nederlandse akkerbouw. Nederland heeft in verhouding tot de overige akkerbouwprodukten een veel klei ner graanareaal dan bijvoorbeeld Frankrijk en Engeland en zal door een dergelijke regeling dan ook extra zwaar getroffen worden. Namens de Centrale Landinrich tingscommissie kom ik regelma tig in Zeeland. Het is zeer opmer kelijk hoe daar in zeer korte tijd de nieuwe administratieve ruil verkaveling is opgepakt. In vier jaar tijd is bijna 47.000 ha. admi nistratieve landinrichting in beeld gekomen. Het eerste pro- jekt is inmiddels al in uitvoering genomen, na een zeer korte voor- bereidingsduur van ongeveer drie jaar. Voor een vijftal andere pro- jekten zijn nu de commissies geïnstalleerd en hard aan het werk. Voor de komende tijd mag worden verwacht dat er elk jaar administratieve hectares aan het landelijke voorbereidingsschema worden toegevoegd. Het opmerkelijke aan deze ontwik keling is dat dit zich tot nu toe alleen in Zeeland afspeelt. Soms denk ik wel eens dat het instrument admi nistratieve landinrichting nog onvol doende bekend is. Waarom niet in andere provincies? Het is waar dat administratieve land inrichting niet voor alle gebieden geschikt is. Een administratief land- inrichtingsprojekt kent zijn beper kingen: het moet goedkoper, waar door er minder gedaan kan worden aan de wegen en de waterbeheersing. Het rijksaandeel van 1.100,per hectare bedraagt circa een vijfde deel van het gemiddelde rijksaandeel voor volledige landinrichtingspro- jekten. Dit geldt voor gebieden bui ten de zogenaamde beleidskaan. De ze kaart bepaalt of een gebied in aanmerking komt voor landinrich ting. Gebieden binnen deze kaart kunnen sinds kort ook administra tieve landinrichting aanvragen en dan geldt een iets hoger rijksaan deel, namelijk 1.500,— per hecta re. Dit is gedaan, omdat er voor deze gebieden wat meer geld nodig is om voldoende aandacht te kunnen schenken aan niet-agrarische funk- ties. Zoals gezegd, de eerste admi nistratieve ruilverkaveling in Zee land is inmiddels met een grote stem mingsmeerderheid goedgekeurd en de uitvoering ingegaan: ruilverkave ling Sluis-Oostburg. De betrokken landinrichtingscommissie zag kans het plan in drie jaar voor te berei den. De gemiddelde voorbereidings- duur is landelijk negenjaar. Ook de uitvoering zal sneller zijn: in 3 a 4 jaar tijd zal het meeste werk wel ver richt zijn. Het accent ligt dan ook Vrijdag 20 januari 1989 vooral op de verbetering van de ver kavelingssituatie, aan de wegen of de waterbeheersing wordt weinig geld besteed. Administratieve land inrichting is daarom niet geschikt voor gebieden met slechte wegen of een slechte waterbeheersing. Ook als de niet-agrarische funkties in een gebied nadrukkelijk aandacht vragen, is administratieve landin richting minder geschikt. Toch blij ven er volgens mij genoeg gebieden in ons land die in aanmerking kun nen komen voor dit interessante in strument. Van harte aanbevolen. FAGOED Het beleggingsfonds in agrarisch on roerend goed, Fagoed, doet het pri ma. Dit fonds is nu bijna twee jaar aan de slag en ontwikkeld mede op initiatief van het KNLC. Enkele ja ren geleden mocht ik als secretaris- van de toen nog geheten commissie Fagon (welke naam we niet meer mogen gebruiken van Aegon) de ge boorte van dit fonds nabij meema ken. Het viel me toen op dat poten tiële beleggers zich wel eens afvroe gen of er voldoende grondaanbod voor het fon^s zou zijn. Nu, na een kleine twee jaar Fagoed, overtreft het aanbod onze verwachting. Erf pacht met een periodiek terugkoop recht wordt als een volwaardige al ternatieve financieringsmogelijkheid gezien. Het probleem ligt nu eerder aan de andere kant van demedaille: de kapi taalverschaffers. De leiding van Fagoed moet veel inspanningen ver richten om voldoende kapitaalver schaffers te interesseren voor beleg gingen in landbouwgrond. Dit lukt tot op heden nog prima en dat is vol gens mij ook zeer terecht. Een Fagoed-belegging levert weliswaar geen hoog direct rendement op in vergelijking met andere beleggingen, maar het is wel een rustige belegging en levert op de langere duur vol doende op. Bovendien moet Fagoed worden ver geleken met een belegging in ander onroerend goed, zoals kantoren, winkels en woningen. Voor dit type beleggingen moet rekeningworden gehouden met afschrijvings- en an dere kosten (zoals verzekeringen, diefstal en leegstand), die niet voor landbouwgrond worden gemaakt. Al met al komt de rekensom dan niet ongunstig uit en is er volgens mij ze ker geen aanleiding te denken aan een verhoging van de canon, om het voor de kapitaalverschaffers wat aantrekkelijker te maken in het Fagoed-fonds te stappen. Jan Brinkman Secretaris KNLC De Landbouwuniversiteit start als eerste in Nederland in 1990 met een opleiding in de biotechnologie. De naam van de nieuwe vierjarige stu dierichting luidt bioprocestechnolo gie. De bioprocestechnologie is dat onderdeel van de biotechnologie waarin biologische basisdisciplines geïntegreerd worden met de pro ceskunde. Binnen de nieuwe studie zullen stu denten opgeleid worden om (bio chemische) mogelijkheden van le vend materiaal (o.a. bakteriën, schimmels, weefsels en dierlijke en plantaardige cellen) om te zetten in technische processen. Deze techni sche processen kunnen toegepast worden op problemen in onder meer de landbouw, het milieubeheer èn de voedings- en genotmiddelenin dustrie. De bioprocestechnologie maakt het bijvoorbeeld mogelijk om grondstofvoorraden beter te benut ten of agrarische afvalprodukten om te zetten in waardevolle stoffen. Ook is het mogelijk om met behulp van bioprocestechnieken dierlijke en plantaardige cellen en eventueel ge netisch gemanipuleerde mikro- organismen te laten zorgen voor een goedkopere produktie van vaccins, eiwitten en andere waardevolle pro- dukten. Biotechnologie is geen nieuw weten schapsterrein binnen de Wageningse universiteit. Verschillende studie richtingen bieden op dit moment reeds mogelijkheden voor een speci alisatie biotechnologie. Maatschappelijke vraag De maatschappelijke vraag naar bio- procestechnologen lijkt zeer gunstig. Dat werd zeer terecht nog bevestigd door een rapport over de kwaliteit van procestechnologisch onderzoek Adverteren op billboardformaat is een vorm van reclame die in Frankrijk al jaren optimaal be nut wordt. Aansluitend op de samplingacties van langhoudbare verse frites, aan keukens van ver schillende restaurants in een aan tal grote steden, start het NIVAA (Nederlands Instituut voor de Afzetbevordering van Aardappe len) deze maand een grote bill boardcampagne op grootmarkten in Frankrijk. De grootmarkt is de plaats waar onder andere de restauranthouders inkopen doen en waar de Hollandse langhoud bare verse frites volop verkrijg- baaris. Op de in totaal vierent achtig borden, verspreid over grootmarkten in heel Frankrijk, hangt deze fritesreclame. Over het hoofd zien is onmogelijk want de kolossale posters meten maar liefst vier bij drie en een halve meter. Een billboard voor Nederlandse langhoudbare verse frites op Rungis, de grootmarkt van Parijs. Agrarische sektor in RVU serie 'Werken aan werk' Op 19 en 26 februari en 5, 12, 19 en 26 maart brengt de RVU edu- katieve omroep op Nederland 3 zes programma's in de serie 'Werken aan Werk' over de agra rische sektor. De uitzendingen zijn telkens van 22.10 tot 22.40 uur. De serie gaat in op de gang van zaken in de agrarische sektor, waarbij naast de diverse deelter reinen zoals tuinbouw, bosbouw en landbouw ook de verschillen de regio's aan bod komen. In 'Werken aan Werk' over de agrarische sektor vertellen de mensen zo veel mogelijk zelf over hun werk, de ontwikkelingen in hun vakgebied en hun verwach tingen voor de toekomst. aan zes Nederlandse universiteiten van de Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid (RAWB). Er is op dit moment een grote vraag naar multidisciplinair opgeleide biotech- nologen binnen zowel grote als klei ne bedrijven in de fermentatie industrie (levensmiddelen- en zuive lindustrie), de farmaceutische en af- valverwerkende industrie. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1989 | | pagina 11