Samen de kar trekken
Interesse in vlas
Verzekeringen ZLM -
een échte onderlinge
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
Werkbezoek
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 10 JULI 1987
75e JAARGANG NO. 3884
Vorige week vrijdag vond.in Zeeuws-Vlaanderen de nationale vlasdag plaats. Hieraan was onder meer
een telerswedstrijd verbonden: drie bussen met vlassers reden door het schone Zeeuws-Vlaamse land om
diverse percelen vlas te beoordelen. In de manege in Heikant waren diverse aktiviteiten georganiseerd,
waaronder (zie boven) een wedstrijd in het beoordelen van strovlas. Zie ook pag. 14.
Het zich gezamenlijk willen verzekeren op onderlinge
grondslag wordt ingegeven door de wens de schade, die
elke deelnemer kan overkomen, gezamenlijk te dragen.
De benodigde premie wordt achteraf omgeslagen over de
deelnemers. Om benadeelde deelnemers niet te laten wach
ten op een schade-uitkering wordt een voorschotpremie
gevraagd. Na het afsluiten van het boekjaar wordt bezien
of het voorschot te weinig, te veel of genoeg was. De ver
zekeraar zal trachten de voorschotpremie zo goed moge
lijk in te schatten. Ter voorkoming van al te veel
fluktuaties in de hoogte van de premie zal de verzekeraar
relatief kleine tekorten of overschotten respektievelijk af
boeken van of toevoegen aan de vrije reserve.
Leden wensen zich op onderlinge basis te verzekeren om
dat zij de overtuiging hebben dat door het gezamenlijk
verdelen van de risiko's zij goedkoper uit zijn. De leden
zullen hun eigen organisatie zodanig inrichten dat deze
geen onnodige kosten gaat maken. Dus geen toeters en
bellen waar niets tegenover staat.
Zodra een onderlinge te duur wordt voldoet zij niet meer
aan haar doelstelling. Eerlijkheid gebiedt dan hiervoor uit
te komen, en de leden te wijzen op andere goedkopere ver
zekeraars.
Dat Verzekeringen ZLM een echte onderlinge is wordt
zondermeer bewezen door het feit dat zij haar doelstel
ling waar maakt. De premies van de eigen verzekeringen
zijn het laagst in het werkgebied Zeeland en Noord-
Brabant.
Op de algemene ledenvergadering op 19 juni j.l. werden
alle voorstellen (zie het Land- en Tuinbouwblad van 22
mei, pagina 8) van het bestuur zonder diskussie door de
leden goedgekeurd. Vertrouwen en tevredenheid kenmerk
te ook weer deze vergadering. Het is een teken dat het ver
standig verzekeren is bij Verzekeringen ZLM.
H. Doeleman Hzn, directeur.
Dat het uiteindelijk toch nog zomer is geworden is dui
delijk te zien aan de snelle ontwikkeling van de ge
wassen. Met name de maïs is de grond uitgeschoten.
Of deze plotselinge omslag van koud en nat naar
warm en droog zonder problemen zal worden
doorstaan zullen we af moeten wachten. In tegenstel
ling tot het warmere weer wordt het nationale- en
Europese landbouwbeleid almaar killer. De vorige
week in Brussel genomen prijsbesluiten zijn voor de
Nederlandse akkerbouwsector bepaald niet hoopge
vend. Uiteindelijk is er niets anders uit de bus geko
men dan een serie negatieve aanpassingen van het
markt- en prijsbeleid die per saldo resulteren in een
forse aanslag op het inkomen van de individuele ak
kerbouwer. De eerder dit jaar door de ZLM opgestelde
globale rekensom zal qua orde van grootte helaas niet
ver mis zitten ondanks alle bloemrijke taal is Brussel
blijkbaar alleen maar uit op een koude sanering in de
akkerbouw. Van een geleidelijke aanpassing is im
mers geen sprake en van de invulling van de aange
kondigde socio-structurele maatregelen al evenmin.
Ook onze eigen regering blijft de land- en tuinbouw
bestoken met de ene lastenverzwarende maatregel
na de andere. En als er al eens een meevallertje bij zit
wordt dat via een andere maatregel weer zonder man
keren teruggepakt. De meest recente aanslag op de
land- en tuinbouw is het plan om te bekijken of de
vrijstelling van onroerend goed belasting (OGB) voor
landbouwgronden moet worden afgeschaft. Dit is
overigens niet de eerste poging om de OGB op land
bouwgrond te leggen. Tot nu toe zijn we er in
geslaagd dit tegen te houden. Vooral de akkerbouw
zal hiervan ten zeerste de dupe worden. Onze argu
mentatie om een dergelijke OGB radicaal van de hand
te wijzen staat nog steeds récht overeind. Zowel
Brussel als Den Haag weten van vorige gelegenheden
dat er grenzen zijn aan de tolerantie van boeren en
tuinders en hun organisaties.
Om de voortdurende aanvallen op de land- en tuin
bouw af te slaan is onderlinge boerensolidariteit on
ontbeerlijk. Tijdens het werkbezoek dat het ZLM-
hoofdbestuur vorige week bracht aan de provincies
Friesland, Groningen en Flevoland hebben we ge
constateerd dat onze zusterorganisaties er net zo
over denken. De kar moet gezamenlijk getrokken wor
den. Overigens hebben we ook gesignaleerd dat - be
halve de gemeenschappelijke problemen - elk gebied
ook zijn eigen specifieke zorgen kent. In het wijdse
Friese land is welhaast aan de boerderijen af te lezen
wie de valbijl van de superheffing op melk zal overle
ven en wie niet. Dat dit grote spanningen kan geven
moge duidelijk zijn. Doordat Friesland een overwe
gend melkveehouderijgebied is heeft de superheffing
ook maatschappelijke gevolgen vanwege noodzake
lijke aanpassingen in* de (noordelijk) zuivelindustrie.
Om de zaak gezond te houden lijkt verdere samen
werking ook hier de aangewezen weg. Bijzonder inte
ressant was ons bezoek aan het aardappelkweekbe-
drijf Ropta/ZPC. Doordat de overheid ook op het on
derzoek wil bezuinigen maakt de directie van Ropta
zich terecht zorgen over de toekomstige financiering
van het onderzoek. Aanpassing van het kweekers-
recht zou daarvoor soulaas kunnen bieden. Overigens
is het kweekbedrijf Ropta/ZPC een bedrijf dat in boe
renhanden is. Op zichzelf is dat reeds een boerenbe-
lang dat het verdedigen waard is. Ook Groningen kent
zo zijn specifieke problemen. Tegen de achtergrond
van het huidige Brusselse beleid zal ook daar niet aan
verdere schaalvergroting te ontkomen zijn. Niette
genstaande de in vergelijking tot het zuidwesten rela
tief gunstige produktie- en afzetstructuur voor met
name granen is ook in Groningen de rek er een eind
uit. Voor het zuidwesten is het zaak dit terdege te be
seffen. In Groningen zijn - met name vanwege de na
tuurlijke omstandigheden - echte alternatieven voor
de graanteelt in feit (nog) niet voor handen. Anders
dan de ZLM ziet de Groninger Maatschappij van Land
bouw eerder oplossingen in alternatieve afzet- en ver
werkingsmethoden dan in het braken van grond. In dit
verband heb ik er wel op gewezen dat ik onlangs bij
Gist-Brocades hoorde dat bijvoorbeeld de bio
technologie geen oplossing zal kunnen bieden voor de
overschottenproblematiek. Ook in Groningen werd
overigens duidelijk dat er in alle sectoren meer en in
tensiever zal moeten samengewerkt om de boerenbe-
langen te verdedigen. Ten slottp hebben we ook de
nieuwe provincie Flevoland aangedaan. Met name in
de "oude" Noordoostpolder is de bedrijfsstructuur
een probleem. Sommigen zijn erin geslaagd de oplos
sing te vinden in het verlengde van hun bedrijf via de
afzet en verwerking van eigen en andermans produk-
ten. Ook blijkt het feit dat de bedrijven van oorsprong
allemaal gepacht worden en er betrekkelijk veel be-
drijfsopvolgers zijn verstarrend te werken op de be
drijfsstructuur. Het schijnt dat de Staat van plan is om
de landbouwgronden in de aanbieding te doen. Minis
ter Ruding - en hij niet alleen - hoort de kassa natuur
lijk al rinkelen. De vraag is dan natuurlijk wel wat een
dergelijke operatie uiteindelijk voor gevolgen zou heb
ben voor het instituut pacht als de staat als verpach
ter wegvalt. Tenslotte is de Staat nog steeds de
grootste verpachter in ons land al is de verzeke
ringsmaatschappij AMEV druk doende deze positie
over te nemen. Sluitstuk van ons werkbezoek waren
de Flevopolders. Door de aanblik van deze schitteren
de landbouwgebieden raakten de problemen op de
achtergrond en restte nog slechts de overtuiging dat
ook de Markerwaard moet worden ingepolderd, waar
van acte.
Oggel