Zuidwestelijke akkerbouwers mikken op
zomergerst en peulvruchten
Ook kleine uitbreiding aardappelareaal
Konservenerwten
Aardappelen
Bieten
Rassenkeuze
Mais
Een (gedwongen) inkrimping van
het areaal suikerbieten met zo'n 6
a 7% en een relatief sterke daling
van het areaal konservenerwten
enerzijds en een uitbreiding van
het areaal zomergerst, aardappe
len, graszaad, groene erwten,
veldbonen en vlas anderzijds zijn
de meest in het oog springende
konklusies na een aantal telefoni
sche vraaggesprekken die wij
hielden met enkele zaadleveran
ciers, aardappelverwerkingsbe
drijven en het CAT in Goes over
de teeltarealen in Zeeland en
West-Brabant.
Het opvallendst-is de forse uit
breiding van het areaal zomer
gerst. Uit een schatting van de
heer S.J. Rijlaarsdam, direkteur
van de CZAV te Wemeldinge en
uit een dit jaar voor het eerst ge
maakte prognose van Cebeco
Zuidwest te Zierikzee valt af te
leiden dat er zeker rond 40%
meer gerst is uitgezaaid; dit jaar
ruim 9.000 ha gerst in Zeeland en
West-Brabant, tegen ruim 6.400
ha in 1986. Deze teelt lijkt vooral
op Zuid- en Noord-Beveland en
in West-Brabant bijzonder sterk
te zijn toegenomen.
Ook ing. J.M. van der Weele, be-
drijfstakdeskundige, op het CAT
Goes spreekt van een grote uit
breiding van deze teelt. Hij voeg
de er aan toe dat de heel vroeg
(februari) gezaaide gerst een wat
dunne stand vertoont. Overigens
is die sterke uitbreiding van het
zomergerstareaal enigszins be
trekkelijk. Vergeleken met vorig
jaar is er weliswaar van een sterke
groei sprake, maar vorig jaar was
er relatief weinig gerst uitgezaaid,
vanwege het late zaaitijdstip.
De belangrijkste verandering bij
de wintertarwe heeft zich niet zo
zeer voorgedaan in het areaal, als
wel in de rassenkeuze. Volgens
Van der Weele bestaat nu ruim de
helft van het Zuidwestelijk win-
tertarweareaal uit het bakras
Obelisk. Het aandeel van Armin-
da is sterk teruggelopen, tot ca.
een derde van het totaal. De rest
bestaat in hoofdzaak uit Granta,
Kraka, Pagode en Urban.
Het areaal wintertarwe lijkt zich
te hebben gestabiliseerd. Volgens
de heer Rijlaarsdam ontlopen in
Zeeland de saldi voor gerst, win
tertarwe en erwten elkaar niet
veel. De boer kiest daarom voor
een gewas dat de meeste zeker
heid biedt, en dat is in de eerste
plaats graan en dan pas erwten.
De zekerder opbrengst bij brouw-
gerst is een ontwikkeling van de
laatste jaren. Dit gewas is nu min
of meer gelijkwaardig aan win
tertarwe, aldus de CZAV-
direkteur. In andere gebieden
geldt dat veel minder, omdat daar
de gerst veelal geen brouwkwali-
teit heeft.
Uit prognoses van Cebeco-
Zuidwest valt af te leiden dat het
areaal groene erwten met ca. 20%
is toegenomen in Zeeland en
West-Brabant. Landelijk schat
Rijlaarsdam de toename in het
areaal voererwten op ca. 60%.
Deze uitbreiding is vooral in de
Veenkoloniën tot stand gekomen.
Naast een behoorlijke uitbreiding
van het areaal droog te oogsten
erwten (zowel voor voer, mense
lijke konsumptie als voor zaai
zaad) konstateert Van der Weele
een verschuiving naar het semi-
bladloze ras Solara. Ook bij de
veldbonen heeft zich een behoor
lijke uitbreiding voorgedaan. Van
der Weele schat zelfs een sterkere
uitbreiding dan bij de erwten.
Het areaal voor Zeeland zou hier
door de 2.000 ha zeker gepas
seerd zijn, tegen ruim 1.700 ha
vorig jaar. Uit de Cebeco progno
ses volgt voor West-Brabant een
uitbreiding met ca. 15%.
Landelijk gezien is het veldbone-
nareaal volgens Rijlaarsdam nog
veel sterker uitgebreid, van onge
veer 5.000 ha vorig jaar tot ca.
8.000 ha nu.
Het areaal konservenerwten is in
vergelijking met vorig jaar flink
gedaald. In Zeeland is dat vol
gens Van der Weele zeker 15%.
De heer C. Oostrom, van Coroos
Kapelle spreekt van landelijk
20% minder erwten en bonen.
Ook de heer P. Dekker van het
PAGV Lelystad heeft de indruk
dat er een flinke afname in het
areaal kontraktteelten zit. Vol
gens hem zal er echter ongetwij
feld ook weer een toename in dit
areaal mogelijk zijn, bijvoor
beeld als dit jaar bij een kleiner
areaal de kg-opbrengsten tegen
zouden vallen en de voorraden
gekonserveerd produkt aan
gesproken moeten worden. De zg.
de Aardappel B.V. te Zierikzee
schat dat het areaal konsumptie-
aardappelen landelijk met een
procent of 4 is uitgebreid, 'waar
door we weer op het nivo van
1985 zitten'. De pootgoedteelt is
volgens hem niet of nauwelijks
uitgebreid. Voor het Zuidwesten
zal voor de konsumptieteelt zeker
een uitbreiding van 5% worden
gehaald, meent Bierens.
Ook Bierens vreest dat de aard-
appelmarkt dit seizoen, en ook
het volgende, weinig perspektie-
ven biedt. Er zal zich van lieverle
de echter een bepaald evenwicht
tussen vraag en aabod gaan ont
wikkelen, omdat de telers zullen
gaan inzien dat een te groot are
aal van de vrije produkten tot
veel grotere verliezen per ha leidt
dan bijvoorbeeld een wat minder
goede prijs voor de tarwe, aldus
de direkteur van de Aardappel
B.V. Ook de heer L.R. Wentholt,
direkteur van C. Meijer te Krui-
ningen voorziet een lichte toena
me van het areaal konsumptie-
aardappelen. Volgens hem zegt
dat echter nog niet zoveel, een
J.M. van der Weele.
pende beroepsprocedures vanwe
ge de ruilverkaveling en het toe
gevoegde akkerbouwareaal ook
logisch, aldus de heer Calon.
Voor de N.O.P. vindt hij het ech
ter vreemd. Een 'ijzeren bouw
plan' wordt wel genoemd als ver
klaring voor de beperkt gebleven
afname. De gemiddelde uitzaai
datum lag zo rond 15-17 april.
Door de tot nog toe gunstige om
standigheden wat betreft
grondstruktuur, kieming, op
komst e.d. is de basis gelegd voor
een goede suikeropbrengst.
Desondanks zijn er hier en daar
wel enkele problemen. Zo is er op
de lichte gronden rond het Veer-
semeer stuifschade opgetreden.
Het bietenareaal is landelijk met 6 a 7°7o afgenomen, waarbij het Zuidwesten ongeveer op het gemiddelde ligt.
Door de o.h.a. gunstige omstandigheden is de basis gelegd voor een goede suikeropbrengst. Hier ziet u hoe het
onkruid tussen de rijen mechanisch wordt bestreden. Toegenomen in areaal zijn vooral veldbonen, groene erwten
en zomergerst.
varkenscyclus met elke vier jaar
een top en een dieptepunt geldt
ook hier. Op lange termijn is het
benodigde areaal echter stabiel,
omdat de menselijke konsumptie
begrensd is, aldus de PAGV-
onderzoeker en hij waarschuwt
dan ook dat de akkerbouwers
geen te hoge verwachtingen moe
ten hebben van een areaalsuit
breiding van konserventeelten, te
meer ook omdat de konkurrentie
op eksportmarkten groot is.
Niet opvallend is de uitbreiding
in de aardappelteelt. De heer
J.M. Huige, direkteur van
McCain, heeft de indruk dat
vooral de hoeveelheid gekontrak-
teerde vroege aardappelen in Bel
gië sterk is uitgebreid met ca.
20%. De gevolgen hiervan zullen
ook op de Nederlandse markt
duidelijk merkbaar zijn. Met be
trekking tot de hoofdoogst ziet
Huige in ons land een uitbreiding
met ca. 4 a 5% en hij spreekt zijn
grote teleurstelling uit over deze
uitbreiding, omdat de markt deze
toename naar alle waarschijnlijk
heid niet kan verwerken. Ook de
heer A.W. Bierens, direkteur van
paar procent meer of minder
heeft veel minder invloed dan het
percentage 50 mm - op. Het
groeiseizoen is minstens zo be
langrijk, de teeltmaatregelen van
de boer, hebben derhalve een veel
grotere invloed dan het areaal.
Als je hele mooie, lange Bintjes
produceert, dan heb je de markt,
en dan is een lichte areaalsuitbrei
ding geen ramp, aldus Wentholt.
Van der Weele bevestigt de mini
male uitbreiding van de poot
goedteelt.
Landelijk is het suikerbietenarea
al met ca. 7% afgenomen, tot ca.
130.000 ha. De grootste terug
gang heeft zich in het noorden
voorgedaan, omdat daar in 1986
ook de grootste uitbreiding is ge
weest, aldus de heer A. Calon,
hoofd kampagnezaken van de
Suiker Unie. Hij konstateert een
daling van 0 tot 10% in de meeste
gebieden, waarbij het Zuidwesten
redelijk op het gemiddelde ligt.
In twee gebieden is de afname be
perkt gebleven, nl. in de N.O.P. en
op Voorne-Putten. Op Voorne-
Putten is dat gezien allerlei aan
vullende regelingen, de nog lo-
Spuitschade kwam daar voor
waar telers ondanks het warme
weer toch hun bieten gespoten
hebben, o.a. met Betanal Tan
dem. Plaatselijk is hagelschade
opgetreden, er is zelfs sprake van
uitkeringen tot 20%. Het plan-
tenbestand is op sommige stroken
duidelijk aangetast door de bie
tekever.
Uit informatie, ons verstrekt
door de Centrale Suiker Maat
schappij en de Suiker Unie, blijkt
dat er zich op het gebied van ras
senkeuze bij de bieten grote ver
schuivingen hebben voorgedaan.
Tegen de 40% van al het uitge
zaaide bietenzaad behoort tot de
rassenkategorie 'hoog winbaar
suikergehalte'. Dit is ongeveer een
verdubbeling t.o.v. vorig jaar. In
de middengroep (vrij hoog win
baar suikergehalte) is een evenre
dige teruggang te zien. Men blijkt
overigens wel trouw aan de leve
rancier van het zaad te zijn: nage
noeg alle verschuivingen hebben
zich voorgedaan binnen rassen
van dezelfde leverancier. Een an
dere verschuiving is die in de ver
houding pillen/naakt. Ca. drie
kwart van het zaaizaad was inge-
huld dit jaar, tegen vorig jaar nog
rond 65%.
Het areaal mais zal landelijk ge
zien weinig of niet zijn toegeno
men, dat verwachten zowel de
heer Van der Weele als J. van de
Meij van de afdeling binnenland
se handel van de firma Van der
Have uit Kapelle. De afzet van
mais bij Van der Have is dit jaar
in ieder geval niet groter geweest
dan die van vorig jaar, maar er
kan natuurlijk een verschuiving
in de rassen zijn geweest, aldus
Van der Meij. In de meeste gebie
den in Zeeland en ook in West-
Brabant is, zo blijkt uit de prog
nose van Cebeco-Zuidwest, het
areaal mais zelfs licht afgeno
men, in West-Brabant het meest:
10% minder.
Bedreigend voor de markt noemt
Van der Weele de uitbreiding van
het areaal 2e jaars plantuien, te
meer omdat daardoor een druk
op de prijs van zaaiuien ontstaat.
Bij de zaaiuien is er overigens
geen uitbreiding, eerder minder,
zo verwacht hij. Die inkrimping
blijkt ook uit het Cebeco-
overzicht: voor de meeste gebie
den in Zeeland een lichte tot rela
tief forse inkrimping, alleen in
West-Brabant een uitbreiding van
ruim 200 ha.
Van de kleine graangewassen zo-
mertarwe en haver is over het al
gemeen minder gezaaid dan in
voorgaande jaren, van winter-
gerst is ca. een derde uitgevroren
waardoor daar nu ook minder
van staat dan vorig jaar. De niet
uitgevroren percelen vertonen bo
vendien een dunne stand, aldus
Van der Weele.
De teelt van karwijzaad, vorig
jaar nog goed voor ruim 700 ha
in het Zuidwesten is belangrijk
teruggelopen. Een aanleiding zou
volgens Van der Weele kunnen
zijn dat dit gewas vorig jaar te
dun onder de dekvrucht vandaan
is gekomen. De teunisbloem is op
enkele tientallen ha's na geheel
verdwenen. De teelt van vlas is dit
jaar sterk toegenomen in Zee
land, in Zeeuws-Vlaanderen be
draagt de toename ruim 10%,
waardoor het areaal alleen daar
al ca. 2.500 ha beslaat. Ook voor
de teelt van luzerne bestaat wat
meer belangstelling. Via de gras
drogerij of door het als hooi te
winnen levert het een redelijke
prijs op. De luzerne is deze winter
goed doorgekomen. Het areaal
bruine bonen zal ongeveer een
kwart kleiner zijn dan vorig jaar.
De prijsvorming vorig jaar zal
een hoofdrol in deze forse afna
me spelen.
Het areaal graszaad is uitgebreid.
Van der Weele kan niet eksakt
zeggen met hoeveel, doch hij ver
wacht dat de trend van vorig jaar
zich voortzet. In 1985 stond er
ruim 5.000 ha in Zeeland, in 1986
6.500 ha. Uit de prognose die
Cebeco-Zuidwest heeft gemaakt
volgt een uitbreiding met ruim
6% in het Zuidwesten. De toena
me zal dus waarschijnlijk niet zo
fors zijn als zij vorig jaar was.
Voleens M. Nas. hoofd afdeling
produktie bij Barenburg Holland
B.V. uit Oosterhoudt (Gld.), is
over heel Nederland voor 1987
zo'n 21.600 ha aangemeld voor de
veldkeuring, terwijl de definitieve
aanmelding vorig jaar 19.044 ha
was. Als de winter niet zo streng
was geweest, was de groei nog
veel groter geweest, aldus Nas.
De sterkste groei vond plaats in
het noorden en westen van ons
land, met name op de veenkolo
niale gronden. Daar was ook de
vorstschade het grootst, zodat
Nas inschat dat de groei evenre
dig over het land heeft plaatsge
vonden, al lag de groei in het ge-
kontrakteerde areaal in hoofd
zaak buiten het Zuidwesten.
Lex Kattenwinkel
8
Vrijdag 29 mei 1987