Toepassing 1 yan meet- en regelapparat uur in de praktijk Bij de bewaring van produkten dient in de eerste plaats uitgegaan te worden van een gezond pro- dukt. Bewaren betekent praktisch altijd een meer of mindere terug gang van kwaliteit en in ieder ge val gewichtsverlies. Vanaf het moment van binnenbrengen dient elke handeling er op gericht te zijn om (goede) kwaliteit te handha ven, ziekten en kiemvorming te voorkomen en gewichtsverliezen te beperken. Naast het gebruik van kiemrem- mingsmiddelen (konsumptie- aardappelen) en eventueel de preven tieve toepassing van schimmelbestrij dingsmiddelen, speelt vooral een goede temperatuur-beheersing een rol. Het handhaven van de optimale bewaartemperatuur, met zo weinig mogelijk ventilatie-uren is van groot belang met het oog op de kwaliteit en gewichtsverliezen. Om dit te bereiken dient een bewaarplaats uitgerust te zijn met een ventilatie-systeem, ven tilatoren, meetapparatuur en regelap paratuur voor uit- en/of inschakelen van de ventilatoren. Het meten van de temperatuur Het meten van de produkttempera- tuur kan gebeuren door de bekende steekthermometers of met elektroni sche meet voelers. Zowel steekthermo meters als elektronische meetvoelers dienen regelmatig verspreid over de bewaarplaats geplaatst te worden. Daarbij mogen plaatsen waar het eerst problemen op kunnen treden (bijvoorbeeld langs wanden en bij spanten) niet vergeten worden. Afhankelijk van de konstruktie van de bewaarplaats kan het voorkomen dat de temperatuuropnemers ge plaatst moeten worden op plekken die niet gemakkelijk bereikbaar zijn. Steekthermometers zijn niet op af stand af te lezen. Het gevaar zit er in dat ze daardoor minder vaak afgele zen worden dan elektronische meet voelers. Verder kunnen steekthermo meters vaak grote afwijkingen verto nen. Bij kontrole van ca. 380 steekthermo meters door de konsulentschappen in Zeeland en Zuid-Holland bleek dit overduidelijk. Bij het testen in smel tend ijs 0°C) gaf ruim 50% van de steekthermometers een afwijking te zien van meer dan 1°C. Bij deze kontrole bleek verder dat veel steek thermometers die gekorrigeerd waren, bij hogere temperaturen toch weer een afwijking te zien gaven. Dat de be trouwbaarheid van dergelijke meters niet hoog moet worden aangeslagen is duidelijk. Naar schatting wordt in de praktijk nog in meer dan 50% van de bewaarplaatsen gebruik gemaakt van steekthermometers. Uit het voorgaande blijkt, dat de kans groot is dat er bij de bewaring ver keerde beslissingen worden genomen op grond van een onjuiste tempera- tuurwaarneming. Elektronische meetvoelers hebben het voordeel dat ze gemakkelijk en op af stand afleesbaar zijn. Daarnaast zijn ze over het algemeen veel betrouw baarder dan steekthermometers. Als nadeel wordt vanuit de praktijk wel de grotere kwetsbaarheid genoemd. Zowel de steekthermometers als de elektronische voeler is als het ware het "kompas" waar de bewaarder op vaart. De aangegeven temperatuur dient dan wel juist te zijn. Regelmatige kontrole van de meetap paratuur is dus noodzaak. Afwijkin gen dienen gekorrigeerd te worden. Is korrektie niet mogelijk, dan dient de afwijkende apparatuur vervangen te worden. Bij vervanging gaat, gezien de eerder genoemde voordelen, de voorkeur duidelijk uit naar elektro nische meetapparatuur. Regeling van de ventilatoren Voor het handhaven van de optima le bewaartemperatuur is het noodza kelijk dat de ventilatoren tijdig worden in- én uitgeschakeld. Aan de hand van temperatuurmetingen van het produkt en van de buitenlucht wordt bepaald of er al dan niet geven tileerd moet worden en wanneer daar mee moet worden gestopt. Het in- en uitschakelen van de venti latoren kan op verschillende manie ren worden geregeld: handbediening; handbediening met minimumther mostaat; maximum- en minimum thermostaat (halfautomatisch); differentiaal-thermostaat -I- mini mumthermostaat; differentiaal thermostaat mengluchtregeling; microprocessor en microcomputer. 1. Handbediening Bij deze wijze van regelen schakelt de bewaarder zelf de ventilatoren aan en uit als de omstandigheden gunstig zijn. Wat betreft investeringen is dit uiteraard de goedkoopste methode. Het vereist echter wel een zeer grote oplettendheid van de teler. De kans bestaat dat tijdens het ventileren de buitenlucht-temperatuur oploopt, zo dat men dan aan het opwarmen is in plaats van koelen. bewaarseizoen geschikte ventilatie- uren gemist kunnen worden. 'Met andere woorden, voor de lange re bewaring is de regeling met alleen een minimumthermostaat eigenlijk onvoldoende. 3. Regeling met maximum- en mini mumthermostaat Bij deze manier van regelen werkt men met twee thermostaten die bui ten in een weerhuisje zijn opgesteld en een produktthermometer. Er is dus geen produktthermostaat. Eén van de beide thermostaten is de minimumthermostaat. Deze vormt als het ware de beveiliging tegen te kou de ventilatielucht. De andere ther mostaat, de maximumthermostaat, wordt na aflezing van de produktther mometer, in de regel enkele graden la ger afgesteld dan de produkttemperatuur. Bij temperatu ren beneden de ingestelde maximum waarde wordt de ventilator ingeschakeld. Stijgt de buitentempe ratuur boven deze waarde dan slaan de ventilatoren automatisch af. Het temperatuurtrajekt tussen de instel ling van de maximumthermostaat en de instelling van de minimumther mostaat wordt dus "vrij gegeven" om te ventileren. Het nadeel bij deze besturing is dat met name bij het inkoelproces de Vooral bij lange bewaring is goede meet- en regelapparatuur belangrijk. Regelmatige controle is voor een volledig rendement van belang. Erger nog zijn de gevolgen als tijdens het ventileren de temperatuur te veel zakt. Bij aardappelen is dan de kans op een slechte bakkwaliteit of zelfs bevriezing groot. In het begin en aan het eind van het bewaarseizoen komen de geschikte ventilatie-uren, vooral 's nachts en in de vroege morgenuren voor. Eén en ander betekent, dat de bewaarder op ongelegen momenten naar de bewaar plaats moet om de ventilatoren aan te zetten. Er zullen dan ook veel geschik te ventilatie-uren niet benut worden. Gezien alle nadelen is het systeem van handbediening eigenlijk ongeschikt voor een permanente bewaarplaats. 2. Handbediening met minimumther mostaat Ook bij deze regeling moeten de ven tilatoren met de hand worden inge schakeld. Als de buitentemperatuur beneden een bepaald niveau daalt, worden de ventilatoren door de mi nimumthermostaat uitgeschakeld. De minimumthermostaat is dus een be veiliging tegen te lage temperaturen. Wordt de buitentemperatuur later wel weer geschikt om te ventileren, dan moeten de ventilatoren weer met de hand worden aangezet. Een aantal nadelen zoals genoemd bij de volledige handbediening blijven: de mogelijkheid dat met te warme lucht wordt geventileerd en het feit dat er met name aan het eind van het maximumthermostaat regelmatig moet worden nagesteld bij een daling van de temperatuur in de aardappel- hoop. Ook bij de langere bewaring moet de maximumthermostaat wat worden bijgesteld. Bij onzorgvuldige nastelling bestaat ook bij dit systeem de kans dat er in plaats van gekoeld opgewarmd wordt. 4. Regeling met differentiaal- en mi nimumthermostaat De eenvoudigste vorm bestaat uit een differentiaal thermostaat met een buiten- en een produktvoeler en een minimumthermostaat. De differenti aalthermostaat wordt meestal in gesteld op 2°C. Dit betekent dat de temperatuur bij de buitenvoeler buitenluchttemperatuur) 2°C lager moet zijn dan de temperatuur van de produktvoeler alvorens de ventilato ren aan staan. De ventilatoren worden automatisch uitgeschakeld als het temperatuurs verschil kleiner is dan de ingestelde differentiatie (in dat geval 2°C). Bij deze regeling wordt dus ook automa tisch op de produkttemperatuur ge regeld. Om te voorkomen dat de inblaastemperaturen lager worden dan de gewenste bewaar- of mini mumtemperatuur is een minimum thermostaat nodig. Deze minimumthermostaat zorgt voor uit schakeling van de ventilatoren bij te lage buitentemperaturen. Deze regeling is volledig automatisch. Bovendien is het bij een goede afstel ling niet mogelijk dat er met te war me lucht wordt geventileerd. Gezien bovenstaande voordelen is deze rege ling uitermate geschikt voor de lange bewaring. 5. Differentiaal-thermostaat mengluchtregeling Een systeem dat de laatste jaren veel geïnstalleerd wordt is de regeling met differentiaal-thermostaat en meng luchtregeling. De werking van de differentiaal-thermostaat is in feite het zelfde als in het voorgaande stuk is beschreven. Er wordt echter een kanaal- of meng luchtthermostaat aan toegevoegd. De ze mengluchtthermostaat wordt meestal 1°C lager ingesteld dan de ge wenste bewaartemperatuur. De instal latie werkt als volgt: Zolang de buitentemperatuur hoger is dan de toegestane minimumtemperatuur van het produkt, is de werking gelijk aan die van de regeling met differentiaal thermostaat. Als de buitentempera tuur lager is dan de toegestane mini mumtemperatuur en de gewenste bewaartemperatuur is nog niet be reikt, gaat de mengluchtthermostaat werken. Omdat de buitenlucht te koud is voor het produkt kan er niet zonder meer mee geventileerd wor den. De mengluchtthermostaat regelt de stand van de inlaat- en interne lui ken zodanig, dat een mengsel van binnen- en buitenlucht ontstaat dat niet beneden de toegestane minimum temperatuur komt. Door middel van de automatische mengluchtregeling kan dus geventi leerd worden bij elke situatie dat het buiten kouder is dan binnen. 6. Microprocessor en microcomputer Deze apparatuur is een nieuwe tech nische ontwikkeling, die de besturing van het bewaarproces verder kan au tomatiseren. Belangrijk bij deze ap paratuur is dat deze is voorzien van een deugdelijk programma, welke is aangepast aan het te bewaren produkt. Een groot voordeel is dat zowel de mi croprocessor als de microcomputer verschillende cellen met verschillende bewaartemperaturen kan regelen. Voor de meeste "gewone" systemen is voor elke bewaartemperatuur een apart regelkastje nodig. Met name wanneer produkten bij een verschil lende temperatuur bewaard moeten worden, kan computerbesturing goedkoper zijn. Andere voordelen zijn: De besturing op afstand is goedkoper in aanschaf. De apparatuur heeft meer regelfunk- ties, waardoor onder andere ook de relatieve luchtvochtigheid gestuurd kan worden. Ook is het mogelijk om temperatuurverschillen in de hoop te kontroleren en door intern ventileren automatisch te regelen. Produktgegevens, zoals temperatuur, aantal draaiuren per 24 uur en derge lijke, kunnen via een printer worden geregistreerd. De procescomputer heeft ook de mo gelijkheid om de opgeslagen gegevens te verwerken in bijvoorbeeld maan delijks gemiddelde en dergelijke. De procescomputer kan voorzien zijn van een beeldscherm en kan daarbij visueel maken hoe de stand van za ken in de bewaarplaats is. Let echter wel op bij de aanschaf van bovengenoemde apparatuur, dat de ze gebruikers-vriendelijk is. Met an dere woorden, de apparatuur moet eenvoudig te bedienen zijn. Vaak wordt de vraag gesteld of met de zelfde apparatuur ook de boek houding of andere vormen van be- drijfsregistratie verwerkt kan worden. In principe is dit mogelijk. Bedenk echter wel, dat de apparatuur maar één ding tegelijk kan. Met andere woorden, zodra U met de boekhou ding bezig bent, wordt niet tegelijker tijd ook nog eens het bewaarproces gestuurd. Bovendien is de kans op storingen groter. Ervaringen in de praktijk Het streven van de meeste bewaarders is er op gericht om zo weinig moge lijk ventilatie-uren te maken. Het hoofdmotief hierbij is, het beperken van gewichtsverliezen. Men kiest hier bij zelf de meest geschikte ventilatie- uren, aan de hand van temperatuur en relatieve luchtvochtigheid. Wel licht een reden waarom een groot deel van de bewaarders geen enkele bevei liging of regeling voor hun ventilato ren hebben. Dat in dit geval zelfs de minimumthermostaat ontbreekt is uit een oogpunt van kwaliteit riskant. Immers, wanneer men niet zeer alert is, is met name de kans op een slech te bakkleur groot. Hetzelfde geldt voor die telers die temperaturen meten met apparatuur die niet of lang geleden is gekontro- leerd. Dit is met name riskant voor de steekthermometers omdat juist die vaak af blijken te wijken. In bewaarplaatsen waar wel regelap paratuur is geïnstalleerd, wordt deze vaak te weinig op een goede werking van de thermostaten gekontroleerd. Verder blijkt in de praktijk nogal eens dat bestaande regelapparatuur slechts beperkt (en in enkele gevallen zelfs he lemaal niet) gebruikt wordt. De redenen die aangevoerd worden zijn verschillende: Men durft niet "blind te varen" op de werking van het systeem. Men vindt de apparatuur te inge wikkeld. Men is te bang voor te veel draaiuren. Men wil slechts tijdens "goedkope stroomuren" ventileren. Men wil zelf aan de hand van buiten temperatuur en relatieve luchtvochtig heid kunnen bepalen of er wel of niet geventileerd wordt. Een veel gehoord argument is ook het feit dat de luiken niet automatisch ge opend en gesloten worden. Met ande re woorden, als men toch naar de bewaarplaats moet om de luiken te openen of te sluiten, schakelt men meteen ook de ventilatoren aan of uit. Regelapparatuur verbeteren Regelapparatuur en zeker de volau tomatische is er op gericht om zo ef ficiënt mogelijk te ventileren. Dit houdt in dat de ventilatoren zodanig gestuurd worden dat met zo weinig mogelijk ventilatie-uren de gewenste bewaartemperatuur bereikt en ge handhaafd kan worden. Bij goede ap paratuur met een goede afstelling zal dit beter moeten gaan dan met hand bediening, omdat bij een volautoma tische regeling de kans op "menselijke falen" kleiner is en er minder geschik te ventilatie-uren blijven liggen. Hoe langer de bewaarduur, des te belang rijker zullen deze zaken wegen. Juist voor de lange(re) bewaarders is het zinvol om een goed gebruik te ma ken van de mogelijkheden van de half- en volautomatische apparatuur. Wil men echter het volledige rende ment halen uit de half- en volautoma tische apparatuur, dan zal aan een aantal eisen moeten worden voldaan: Regelmatige kontrole van meetappa ratuur en van de werking van de ther mostaten (eventueel door de vakman). Als U het idee hebt dat U bij gebruik van de regelapparatuur meer ventilatie-uren nodig heeft om de gewenste bewaartemperatuur te halen of te handhaven is het zinvol om de instelling van de regelappara tuur eens kritisch te bekijken. Scha kel hierbij desgewenst uw leverancier of bedrijfsvoorlichter in. Als U alleen wilt ventileren tijdens "goedkope stroomuren", kan de installatie uit gerust worden met een schakelklok. Hiermee bereikt U dat alleen tijdens die uren geventileerd kan worden waarop U dat wilt. Wil een automa tisch regelsysteem ook automatisch kunnen werken, dan hoort hier ook een automatische regeling van de in- en uitlaatluiken bij. Een urenteller is aantrekkelijk om te zien of U veel of weinig draait. Soms wordt de klacht gehoord dat de apparatuur te inge wikkeld is. Eén en ander pleit voor een zo simpel mogelijke kast, een goe de handleiding en een goede monde linge toelichting door de leveranciers, ook als de installatie geplaatst is. Hoe ver uw bewaring ook geautoma tiseerd is, regelmatige kontrole van het produkt blijft noodzaak! Namens de Zuidwestelijke specialisten Kwaliteit en Bewaring, K.W. Bosma 8 Vrijdag 8 mei 1987

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 8