PAGV-studie over grondbewerking en onkruidbestrij ding Zuinig zijn op onafhankelijke voorlichting We staan er goed voor Prijzen slachtvee onder druk Veel onkruiden en plagen Uitzaai erwten over steeds langere periode gespreid Hoewel elke tijd van het jaar zijn ei gen charme heeft wordt de maand mei door velen de mooiste maand gevon den: nieuw ontluikend groen, bloei ende heesters en boomgaarden, opgroeiende en opkomende gewas sen. Kortom, we staan er goed voor. Op NOORD-BEVELAND staan we er goed voor wat de eerste aanzet tot oogstjaar 1987 betreft: zomergranen en bieten zijn goed opgekomen, erw ten staan er ook goed op. De duiven doen er zich massaal te goed aan. Er zijn echter heel wat percelen win tertarwe slecht de winter doorgeko men, mede ook door toedoen van eenden en ganzen. Er is weliswaar weinig uitgereden -of doorgezaaid maar heel wat percelen vertonen dun ne plekken. Nu is het de tijd van de strijd tegen het onkruid. Het komt er nu op aan op tijd een bewerking of bespuiting toe te passen met de voor het beoog de doel de meest geschikte middelen. Wat is op tijd? Het gewas moet groot genoeg zijn en voldoende afgehard. Het onkruid moet niet te groot zijn en liefst niet teveel afgehard. De weersomstandigheden en de weers vooruitzichten moeten goed zijn. Het is een kwestie van vakmanschap en deels gokken. In Brussel wordt nu gestreden en be slist over ons lot in de toekomst; An- driesen wil lagere prijzen, Braks nog lagere. Het Europees Parlement wil bevriezing van prijzen. Wat zal het worden? We kunnen alleen maar af wachten. We hebben al het nodige in- geleverd medeverantwoordelijkheidsheffing, verlaging vochtgehalte, verlaging in terventie prijzen voergraan, verhoging heffing op suiker. We kunnen alleen afwachten, maar moeten we toch ook niet laten merken dat we er zijn? Op 19 mei wil het COPA een manifesta tie (demonstratie) houden in Brussel. Er worden minstens 10.000 boeren verwacht. Het zou ook te gek zijn als we helemaal niets deden, in een tijd dat iedereen, die er een paar procent op achteruit gaat of iets minder voor uit gaat dan hij verwacht, het werk er bij neer gooit en de straat op rent. Terwijl wij misschien met meer dan de helft van ons inkomen teruggaan. Over enige tijd komt Braks in Zee land, het graanschoningsbedrijf van Cebeco-Zuidwest in Middelburg openen. De langzame weersverbetering heeft zich na half april voortgezet. Ook in MIDDEN- en OOST-BRABANT hebben we de vruchten daarvan ge plukt. Vooral, na Pasen bereikten de temperaturen zomerse waarden. De grasgroei is tot flinke ontwikke ling gekomen. Gevolg daarvan was, dat het vee vrij snel in de weide kwam. Na de koude periode van maart is alles bijzonder snel verlo pen. Wie had verwacht, dat het vee voor 1 mei in de weide zou lopen? Vanwege de goede weersomstandig heden van de 2e helft van april is de neerslaghoeveelheid zeef gering ge weest. Ongeveer 20 mm is in Zuid- Nederland opgevangen. Door de geringe neerslag beginnen zo hier en daar de droogteverschijn selen zich te laten zien. In de tuin bouw (volle grond), maar ook op en kele percelen grasland werd kunst matig beregend. Vanwege de droge omstandigheden zijn de werkzaam heden op het maisland vrij snel ver lopen. Drijfmest uitrijden is op vrij grote schaal gebeurd. De meeste agrariërs vinden het wenselijk, dat de mestopslag per 1 mei geheel leeg is. Met de per 1 mei ingegane mest wet is het voor de hand liggend, dat de voorraad minimaal is. Vanaf 1 mei zullen de veehouders voor het jaar 1987 in Noord-Brabant een dubbele mestboekhouding moe ten voeren. De eerste is nodig voor de provincie, de tweede is noodzake lijk voor de landelijke mestverorde- ning. Voor de laatste boekhouding hebben de betreffende veehouders in de laatste week van april de nodige bescheiden toegestuurd gekregen. Voor de boeren uit de Kempen, die gronden in België hebben liggen, is het mestimportverbod bijzonder na delig. Men had gerekend op een nor male afzet van de mest, overéénko mend met de gewassen, die op derge lijke gronden worden geteeld. De ligprijzen van slachtvee staan de laatste weken onder druk. Bij de stieren is de oorzaak gelegen in het afbouwen van de interventie- Xegeling. Dit heeft prijsverlagend ge werkt. Voor slachtkoeien zijn de prijzen op peil gebleven c.q. iets ver hoogd. Hier was de aanvoer de laat- Het zaaien en poten is dit voorjaar in het LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA en de BIESBOS vlot ver lopen. Er is eigenlijk van oponthoud door tegenvallende weersomstandig heden bijna geen sprake geweest. Ook op de veebedrijven konden de koeien op tijd naar buiten, ondanks het feit dat pas laat de grasgroei be gonnen is. Eenmaal op gang geko men groeide het gras snel verder, zo dat op dit moment al de eerste voor- jaarskuilen, weliswaar met toevoe ging, toch al gemaakt zijn. Kortom, de lente is aangebroken. Er is nu weer even wat tijd om op adem te komen voordat de werk zaamheden voor onkruid- en ziekte bestrijding in de gewassen en voor de voederwinning ons weer in beslag zullen nemen. Ook tijd om eens wat na te denken bijvoorbeeld over hoe het verder moet met de Rijksland- bouwvoorlichtingsdienst. We heb ben jarenlang de aanwezigheid van de voorlichting, als een vanzelfspre kendheid aangenomen en ervaren. De voorlichting was en is er gewoon. Wat dat voor ons in de praktijk be tekent valt nog moeilijk eksakt vast te stellen. Vraag je immers aan je buurman, kollega, en stel ook uiter aard aan jezelf de vraag: 'Welke be tekenis heeft de voorlichting voor jou en/of jouw bedrijf' dan is het antwoord daarop nog niet zo snel gegeven als de vraag gesteld is. Im mers als je wat wilt weten kun je toch ook terecht bij je koöperatie, handelaar, kontraktteeltfirma, je ac countant, bank en in noem maar op. Je zult dan antwoorden en adviezen krijgen die soms, doch lang niet al tijd, gekleurd kunnen zijn. Een ding is zeker, de antwoorden en adviezen van deze mensen en/of bedrijven kosten geld, meestal niet direkt zichtbaar, maar de rekening moet toch betaald worden. Dit jaar dan bv. per ton bieten of per kg of liter gewasbeschermingsmiddel of per uur bij de accountant of per kg voer of enfin vult u zelf maar in. Als we de kosten van deze voorlichting op tellen komen we voor een gemid deld bedrijf al snel op een bedrag van enige duizenden guldens per jaar. En daarnaast hebben we dan de voorlichting, waarmee we de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst bedoelen, een instrument van de overheid met een tweeledige taak, te weten a) het vertalen en vertellen naar de te voeren praktijk van het overheidsbeleid, b) het geven van vaktechnische voorlichting. Dit is gratis en binnen de door die samen leving gestelde grenzen, objektief en gevoed door onafhankelijk onder zoek. Met name deze laatste twee za ken vormen een wezenlijk verschil met de 'partikuliere voorlichting'. En nu wil de minister van landbouw de Rijkslandbouwvoorlichtings- dienst voor een belangrijk deel gaan privatiseren. Echter niet in z'n tota liteit. Dit ligt ook gezien de taakstel ling, voor de hand. Immers de voor lichtingsdienst als beleidsinstrument zal hij gehandhaafd willen zien. Het overige, grootste deel, zouden gepri vatiseerd dienen te worden. Dit zijn dan de technische mensen als daar zijn bv. bedrijfsvoorlichters, be drijfstakdeskundigen, specialisten, e.a. De vraag aan ons nu is: 'Willen we hieraan meewerken en na verloop van enkele jaren ook nog meebeta len?' Binnen het bestuur van de kring Altena-Biesbos is gesteld dat enige organisatorische medewerking wel kan, (bv. via takorganisatie, ver eniging bedrijfsvoorlichting), maar dat betalen, naast alle andere kostenverhoging door de over heidsmaatregelen die we al te ver werken kregen, absoluut niet aan de orde kan zijn. Je kunt een gulden immers maar één keer uitgeven. Het lijkt erop, als we in de praktijk om ons heen kijken, dat die gulden voor voorlichting al uitgegeven is. Het antwoord op de vraag of we kie zen om voorlichting per bezoek puur en/of per kg/liter te betalen, of om voorgelicht te worden door een door ons zelf gefinancierde 'geprivatiseer de voorlichtingsdienst' lijkt in dit verhaal duidelijk gegeven te zijn. We dienen ons echter wel a'f te vra gen of de geschetste en op gang ge komen ontwikkelingen rondom de voorlichtingsaktiviteiten tot tevre denheid stemmen. Het is misschien stof tot nadenken. En als u 't mij vraagt denk ik dat we zuinig moeten zijn op 'onafhankelijke' voorlich ting, wat dat dan ook moge zijn. ste tijd matig. In de veredelingssek- tor was het minder rooskleurig. Vooral de varkensprijzen staan on der zware druk. De grote aanvoer en de beperkte vraag werken storend op de prijsvorming. De laatste weken is de kg-prijs gedaald tot een zeer laag nivo. Oorzaak zijn de biggen, die net voor Nieuwjaar zijn ingezet. Toen waren de stallen op een maksimale bezetting in verband met het mest- kwotum. Nu het vee voor een groot gedeelte in de weide loopt, is de stalperiode abrupt afgesloten. Dit betekent, af sluiten van de graskuilen en even tueel de maiskuil. Dit dient zorgvuldig te gebeuren. Luchtdicht afsluiten voorkomt on nodige verliezen. De volgende week, 11 t/m 13 mei, worden de tweejaarlijkse Werktui- gendagen in Liempde, weer gehou den. Dit jaar staat onder meer cen traal de mestopslag, de verdergaan de mechanisering en automatisering. Voor een agrariër en andere be langstellende bestaat de mogelijk heid om zich te oriënteren op de toe komstmogelijkheden. Ook Liempde kan hiertoe een bijdrage leveren. Het mooie weer van de laatste weken heef! er op SCHOUWEN- DUIVELAND voor gezorgd dat de meeste gewassen nu wel gezaaid of geplant zijn. De meeste gewassen komen ook al boven en de opkomst is in het algemeen erg goed. Wan neer er nu niet teveel problemen meer komen dit voorjaar kan van een goede start gesproken worden. Toch blijven er problemen zo lang er gewassen groeien. Ook dit voorjaar. Zo is er op verschillende percelen schade van bietenkevers gekonsta- teerd. Bij warm weer blijken deze kevers ook nog te kunnen vliegen, zodat percelen waar vorig jaar geen bieten naast gestaan hebben nu ook worden aangetast. Naast de schade van bietenkevers komt ook trips schade veel voor. De erwten en de veldbonen worden dit jaar weer massaal aangetast door de bladrandkever. Sommige perce len zijn zelfs 50% van hun blad kwijt geraakt. Naast de genoemde plagen is ook de onkruidbestrijding dit voorjaar een probleem. Door de droogte werken de bodemherbicides erg slecht. .Het warme weer zorgde ervoor dat er veel onkruiden ont kiemde. Zelfs zwarte nachtschade, een onkruid dat normaal pas in juni komt vind je nu al. In bieten stond de bestrijding even stil omdat de planten nog niet in het tweeblad sta dium waren. Ook was de insekten- bestrijding in sommige gevallen be langrijker dan de onkruidbestrij ding. Komende week zal er veel met de rijenspuit gespoten worden om alle varkensgras, kleefkruid, zwa luwtong enz. op te ruimen. Zo zal de komende weken weer veel moeten gebeuren om de gewassen in goede baan te leiden. Voor sommi gen wellicht een drukke tijd maar wel een mooie tijd. De percelen wor den weer groen en iedereen is het er denk ik mee eens dat dit toch veel mooier is dan al de geploegde akkers. Na een aprilmaand met hoge tempe raturen, een eksplosieve groei van gewassen, is de eerste week van mei op THOLEN EN ST. PHILIPS- LAND koud met wind en buien. Voor de granen is het koudere weer een goede zaak. Het bevordert een versteviging van het gewas en een vermindering van de schimmel ziekten. Ook zien we een eksplosieve groei van het onkruid in de bieten. Weers verbetering op korte termijn zou aangenaam zijn om een onkruid bestrijding toe te passen, zowel che misch als mechanisch. De bodem herbiciden hebben wel gewerkt maar te weinig. Een van de oorzaken is te wijten aan de geringe hoeveelheid neerslag na het zaaien. De bladrandkevers bestrijding in erwten is noodzakelijk. De bestrij ding is niet eenvoudig en heeft soms al twee maal plaatsgevonden. In de bieten is overwegend ook een bespuiting toegepast tegen thrips e.d. Sommige» bietenplanten verto nen schade door vogels, volledig af gepikte blaadjes of planten. Merk waardig is het feit dat de rotganzen nog steeds niet zijn vertrokken. Vól gens natuurdeskundigen vertrekken ze op Tholen en St. Philipsland bin nen een week, dus laten we het daar maar op houden. De formulieren t.a.v. de mestboek houding zijn ontvangen en naar ik vermoed nog weinig gelezen. Het is Aan de hand van periodieke tellin gen van het aantal opgekomen plan ten bij veertig steeds in monokuituur voorkomende eenjarige soorten ak keronkruiden in de onkruidentuin van het PAGV, werd over de perio de herfst 1978 tot en met 1982 per soort het aantal per maand opgeko men aantal onkruidplanten na gegaan. Elk jaar werd een 20 cm diepe grondbewerking uitgevoerd, door gaans in de herfst of nazomer en in 1983 ook nog in maart. Opkomstperiodiciteit Van elke onkruidsoort werd het tus sen twee opeenvolgende herfst- omwerkdata maandelijks opgeko men aantal planten omgerekend op procenten van het totale in die perio de opgekomen aantal planten. De hierop gebaseerde opkomstcyclus, de zgn. opkomstperiodiciteit, is per onkruidsoort per periode vast gesteld. Daarbij werden de 40 on kruidsoorten onderverdeeld in de groep van 24 soorten herfstkiemers (zgn. winterannuellen) die alle ook in het voorjaar kunnen kiemen en opkomen, en de groep met 16 soor ten voorjaarskiemers (zgn. zomeran- nuellen). De kennis over de opkomstperiodici teit is vervolgens benut bij het aan geven van landbouwkundige maat regelen ter bestrijding van eenjarige onkruiden. Bij deze maatregelen, toegespitst op gewaskeuze, grondbe werking, zaaitijd en chemische mid delen, is vooral aandacht geschon ken aan de grondbewerking. Meer hierover kunt u lezen in een PAGV-uitgave 'Opkomstperiodici teit bij veertig eenjarige akkeron- kruidsoorten en enkele daarmee sa- dan ook een boekwerk, dat niet uit nodigt om gelezen te worden. De rompslomp die dit met zich mee brengt, verhoogt ook niet de aktivi- teit tot het gebruik van mest. Waar schijnlijk zal gewenning en de prijs van de mest de doorslag moeten ge ven. Of de normen, die gehanteerd worden, overeenkomen met de ana lyse van de aangevoerde mest is een moeilijke vraag. Schrijver heeft de indruk dat de gemiddelde hoeveel heid fosfaat in de mest aanwezig, la ger is. T.a.v. de uitzaai van konservenerw- ten hebben we bericht ontvangen, dat deze gedurende de gehele maand mei plaatsvindt. De enkele percelen heel land zijn hier dan ook voor bestemd, alsmede voor knolselderij. De afnemer moet zijn zaaischema aanpassen aan de verwerkende in dustrie, om risiko's van niet groen te kunnen oogsten zo klein mogelijk te maken. Wel krijgen we de indruk dat het zaaien over een steeds lange re periode plaatsvindt. Na half mei is kans op opbrengstderving aanwe zig. De mogelijkheid van zeer warm weer tijdens de bloei wordt bij zeer laat zaaien groter. Bloemverbran- ding, met uit groeien van de peul en een snelle stijging van de hardheid kunnen de opbrengst beïnvloeden. Zoals blijkt speelt het weertype een rol van betekenis, en dit zullen we moeten nemen zoals het komt. menhangende onkruidbestrij- dingsmaatregelen'. Deze publikatie is voor ƒ10,te bestellen bij het PAGV te Lelystad. Storten op gi- ronr. 2249700 onder vermelding van Verslag nr. 53. Vrijdag 8 mei 1987 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 7