'Z\00 Merkwaardig en teleurstellend qv^b zuidelijke landbouw maatschappij Privatisering voorlichting Omvang Financiering Varekamp: Houding Braks is niet meer te begrijpen Kanttekeningen land- en tuinbouwblad VRIJDAG 8 MEI 1987 75e JAARGANG NO. 3875 Door de hoge temperaturen in april kon het vee toch nog op tijd naar buiten, ondanks de pas laat op gang gekomen grasgroei. Wat betreft het doen van investeringen staat bij de veehouders het aankopen van melkquota op de eerste plaats, zie hiervoor ook pag. 13. Aan het begin van de'maandag 4 mei jl. te Goes ge houden vergadering van het hoofdbestuur van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij (ZLM) heeft voor zitter H.C. van der Maas zijn ergernis uitgesproken over de houding van minister Braks van Landbouw bij de onderhandelingen in Brussel over het nieuwe markt- en prijsbeleid. Volgens de ZLM-voorzitter is de minister op een extreme wijze aan het lobbyen voor drastische neerwaartse prijsaanpassingen. Blijkbaar gaan de vergaande voorstellen van de Europese Com missie de minister nog niet ver genoeg. De heer Van der Maas noemde deze opstelling van de minister "merkwaardig en teleurstellend". Vorige week heeft het Landbouwschap de minister nog uitdrukkelijk ver zocht de drastische prijsvoorstellen -met name voor de akkerbouwsector- als veel te vergaand af te wij zen. Met het Landbouwschap vindt ook de ZLM dat een plotselinge en volledige zwenking naar een markt gericht beleid onaanvaardbaar is. De ZLM-voorzitter gaf daarbij aan dat de praktijk bereid is zich aan te passen aan de veranderde economische omstandig heden en mogelijkheden maar dan wèl volgens de weg van geleidelijkheid met voldoende tijd en kansen voor het boerenondernemerschap: "Wij doen daarom een beroep op de heer Braks om niet willens en we tens een landbouwcrisis over ons te laten komen", al dus de heer Van der Maas. Vervolgens vroeg de ZLM- voorzitter nog bijzondere aandacht van het ZLM- bestuur voor de belastingvoorstellen van de zgn. commissie Oort en de (negatieve) gevolgen daarvan voor de land- en tuinbouw, de financiering voor de zoetwatervoorziening voor Noord-Zeeland en de socio-structurele voorstellen vanuit Brussel met name voor wat betreft de extensivering van bepaalde pro- dukties. Met koninginnedag nog vers in het geheugen wenste de voorzitter van de ZLM tot slot van zijn ope ningswoord het gouden huwelijkspaar Prinses Juliana en Prins Bernhard nog vele jaren in goede gezondheid toe. Hij zei met groot genoegen nog eens te willen memoreren dat de ZLM onder hoge bescherming staat van Hare Majesteit de Koningin. Koninginnedag is een goede gelegenheid onze aanhankelijkheid aan de koningin en het huis Van Oranje te bevestigen: "Ik spreek daarom namens de totale ZLM-organisatie de hoop uit dat ons vorstenhuis tot in lengte van jaren bestendigd moge blijven, aldus de ZLM-voorzitter. Het hoofdbestuur besprak uitvoerig de opzet en uit voering van de eventuele privatisering van de eerste lijns landbouwvoorlichting. Als hoofdpunten kwamen daarbij aan de orde de behoefte, de taakstelling, de omvang en de financiering m.b.t. deze voorlichting. Bij de beantwoording van de vraag welke behoefte de (ZLM) praktijk heeft aan eerstelijns voorlichting van de overheid is rekening gehouden met het feit dat er naast de eerstelijns voorlichting ook door anderen op dit terrein veel wordt gedaan. Ook zat in het achter hoofd dat er te zijner tijd voor de eerstelijns voorlich ting zal moeten worden betaald. Tegen deze achter gronden kwam het hoofdbestuur tot de conclusie dat de behoefte aan eerstelijns voorlichting bij de praktijk voor de sectoren veehouderij en tuinbouw "ten de le" bestaat. Relatief meer behoefte bleek er te zijn aan de zogenaamde takdoorsnijdende voorlichting zo als o.a. op het gebied van het milieu. Onderverdeeld naar taken bestaat volgens het ZLM-bestuur en vooral grote behoefte aan voorlichting op het gebied van kennisoverdracht van onderzoekresultaten aan de praktijk en begeleiding van groepsactiviteiten. Minder behoefte "redelijk van belang" bestaat er aan voor lichting over bedrijfsstructurele aspecten, bedrijfsont wikkeling en individuele voorlichting. Helemaal geen behoefte bleek er te zijn aan voorlichting over het be leid behalve wanneer het zou gaan om de directe ge volgen daarvan voor de bedrijfsvoering. De houding van minister Braks is niet meer te begrijpen. Als landbouworganisaties nemen wij afstand van 's mi nisters opereren. Dit zei KNLC-voorzitter Marius Vare kamp dinsdagmiddag jl. in Zeewolde, waar hij de pers te woord stond tijdens een werkbezoek van het Landbouw- Comité aan de Landbouw Mij. IJsselmeerpolders. Hij verwoorde daarmee de stemming binnen de provinciale landbouwmaatschappijen, zoals die eerder deze dag in het voorzitters-overleg indringend naar voren kwam. Zorg en verbazing werden uitgesproken over het beleid van de minister in zowel binnenland als ook de EG. Voor het KNLC zijn de huidige voorstellen van de Euro pese Commissie voor het markt- en prijsbeleid niet aan vaardbaar. "En minister Braks loopt ten opzichte van zijn collega's voorop in het bepalen van zijn positie". Aldus Varekamp, die het onder andere onbegrijpelijk vindt dat de minister voor een prijsdaling van tien pro cent van eiwitrijke gewassen is. Uitbreiding van die teel ten zou juist verlichting kunnen brengen in vooral de zuidelijke lidstaten. Tegenspel Tweede Kamer Varekamp zei verheugd te zijn over het besluit van de re geringspartijen om minister Braks in een motie uit te no digen de overschotheffing op mest te differentiëren. Dit gebeurde tegen de wil van de minister. Mensen die weinig of niets bijdragen aan het mestoverschot, zullen dan minder heffing hoeven te betalen. Varekamp betreurde het dat de minister zich tegen deze motie heeft verzet. Desgevraagd zei de KNLC-voorzitter dat het parlement de minister te weinig tegenspel heeft geboden. Dat geldt niet alleen voor de mestwetgeving, maar ook voor de problemen rond melkquotering en Europees landbouw beleid. "Braks kan gemakkelijk zijn gang gaan", aldus Varekamp. Volgens hem heeft dit tot gevolg dat de posi tie van de organisaties en het Landbouwschap in het overleg met de bewindsman er bepaald niet sterker op is geworden. "Het gaat er mij niet om de minister te dwarsbomen", zei Varekamp aanvullend. "Het tegenspel moet er toe leiden dat de minister zorgvuldig blijft opereren. Zonder voldoende tegenspel dreigt het gevaar van de arrogantie van de macht. De economische betekenis van de agrari sche sector rechtvaardigt een blijvende zorgvuldige aan dacht van de overheid". VROM te gemakkelijk LMIJ-voorzitter Joh. Panman hekelde het beleid van minister Nijpels van Volkshuisvesting Ruimtelijke Orde ning en Milieu wat betreft gewasbeschermingsmiddelen. "VROM gaat veel te gemakkelijk over tot het verbod van bepaalde middelen", zei hij. Met name het gebruik van kwik als ontsmettingsmiddel zou -natuurlijk onder stringente voorwaarden- toegestaan moeten blijven. Vol gens Panman is dit het meest effectieve middel om de huidige problemen het hoofd te bieden. Kritiek had Panman ook op de houding van de overheid ten opzichte van het aardappelmoeheid-beleid. "De praktijk heeft zijn nek ver uitgestoken met de eigen voorstellen. Deze worden door de hele akkerbouw ge dragen. Toch geeft de overheid weinig ruimte voor deze voorstellen", aldus Panman. Landbouwschapsheffing (basisheffing) en een eigen individuele bijdrage (profijtbeginsel) als verreweg de meest redelijke methode. Zoals bekend gaat de discussie uitsluitend om de eerstelijns voorlichting. Met name de specialisten ho ren daar niet bij. In de discussie over de vraag of ook de specialisten geprivatiseerd zouden moeten worden kwam het ZLM-bestuur overwegend tot de conclusie dat de specialisten niet geprivatiseerd dienen te wor den. Overigens werd het grote belang van de specia listen voor de voorlichting ten zeerste benadrukt. Een erg belangrijke zaak bij een eventuele privatise ringsoperatie is uiteraard de financiering. Volgens het ZLM-bestuur moet de financiering -op korte en lange termijn- volstrekt duidelijk zijn alvorens tot privatise ring wordt overgegaan. Voor het deel dat uiteindelijk door het bedrijfsleven gefinancierd zou moeten wor den ziet het ZLM-bestuur een combinatie van een Volgens het hoofdbestuur zijn er bij een eventuele pri vatisering van de eerstelijns landbouwvoorlichting nog de nodige vragen te stellen en/of kanttekeningen te maken.'Zo is het ZLM-bestuur er een groot voor stander van dat er eerst een onafhankelijk onderzoek komt naar de meest wenselijke structuur van de voor lichting. Daarbij zou de totale voorlichtingscapaciteit bekeken moeten worden. Ook de financiering is een heet hangijzer waar geen misverstanden over mogen blijven bestaan. Uiteindelijk zal er een goed werkbaar voorlichtingsapparaat moeten ontstaan met een logi sche en overzichtelijke opbouw met name voor wat betreft de doorstroming, coördinatie en bestuurlijke verhoudingen. In ieder geval moet de S.E.V. daarvan gescheiden blijven. Tenslotte zal de ZLM aandacht vragen voor het in stand houden van de voorlichting voor de kleinere teelten. Voorkomen moet worden dat deze voorlichting tussen wal en schip terecht komt. Vervolg op pag. 10

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 1