Brabantse Staten kiezen toch voor grotere vrijheid boeren Scheepvaart en natuur hoofdfunktie Krammer- Volkerak Provinciale Raad Noord-Brabant ondersteunt toekomstige toename bedrijfsomvang in varkenshouderij Compromis GS streekplannen nipt verworpen Beleidsplan voorlopig vastgesteld mm. J. van der Veen voorgedragen als direkteur-generaal landbouw en voedselvoorziening Met een geringe meerderheid van 43 stemmen voor en 32 tegen heb ben provinciale staten van Noord-Brabant een verscherping van de bouwregels in het buitengebied verworpen. Dat betekent dus dat boe ren een wat grotere vrijheid krijgen om te bouwen of uit te breiden dan de herziening van de beide streekplannen Midden- en Oost- en West-Brabant in eerste instantie te zien gaf. Dat betekent ook dat het compromis-voorstel van gedeputeerde staten van de tafel werd ge schoven. Een compromis dat GS uit de hoed hadden getoverd als 'ui terste poging om een zo groot mogelijke instemming te krijgen voor een uitvoerbaar beleid', zoals gedeputeerde Ton Brugman (PvdA) het in de statenvergadering op vrijdag 13 februari uitdrukt. Gezien de druk bezette publieke tri bune heeft het groene front in Noord-Brabant met spanning uitge keken naar deze vergadering, die uit sluitsel moest geven over het op 10 oktober door het CDA ingediende amendement op de beide streekplan nen. De grootste partij in de Bra bantse staten liet hij die gelegenheid weten een aantal beperkingen voor boeren niet in de streekplannen te willen opnemen. De sterke lobby van de van oudsher machtige Bra bantse Landbouworganisaties leek succes te hebben. De oppositie hechtte grotere belan gen aan milieu en landschap en rea geerde zeer boos op het CDA- voorstel. Ook gedeputeerde staten (inclusief de vertegenwoordigers van het CDA) zaten met het amendement duidelijk in hun maag. Zij vrezen dat er een grote kloof ontstaat tus sen het rijks- en het provinciale be leid op het gebied van ruimtelijke or dening. De kroonjurisprudentie Ir. W. Joosten, konsulent voor de varkens- en pluimveehouderij, hield over de nota een inleiding, waarin hij zich beperkte tot de aandachtvelden voor de komende jaren. Twee aspek- ten, te weten de invoering van diver se milieubeschermende maatregelen en de afzetmogelijkheden van var kensvlees, zullen hierbij vorens de nota van groot belang zijn. De diver se milieubeschermende maatregelen zullen veelal kostenverhogend werken hetgeen extra aandacht vraagt voor verlaging van de kostprijs. Hierbij zal met name de gezondheidsstatus cen traal dienen te staan. Ten aanzien van de milieuproblematiek behoren inter ne oplossingen met betrekking tot het waterverbruik, de mestopslag en - afzet tot de mogelijkheden. De ammoniak-emissie noopt tot kosten verhogende aanpassingen op het be drijf. Het onderzoek besteedt aan deze problematiek veel aandacht, zo staat in de nota. Onderzoek naar vergroting van de af zet (ook buiten de EG) en de marke ting van mestbiggen zal de komende jaren de aandacht krijgen. Verbete ring van de technische resultaten blijft mogelijk door o.a. verbetering van de gezondheid, kwaliteitsverbetering in de hele spreekt in dit opzicht boekdelen: steeds vaker laat de Kroon bij be zwaarschriften tegen bouwplannen in het buitengebied de milieubelan gen zwaarder wegen dan die van het agrarisch bedrijfsleven. Rechtsonzekerheid Brugman schilderde het moeilijke parket, waarin het provinciebestuur komt te verkeren als de staten het CDA-amendement zouden aanne men: moet over een bezwaarschrift tegen een gemeentelijk bestem mingsplan buitengebied nu volgens het 'soepele' provinciale beleid wor den beslist of volgens het 'strengere' rijksbeleid? In het eerste geval zijn problemen te verwachten met de door het rijk gedekte milieuorgani saties, in het tweede geval met de landbouworganisaties. "Het gevolg is rechtsonzekerheid bij de burger, waarmee niemand is gebaat. Boven dien lopen we een beste kans om bui tenspel te worden gezet. De ruimte lijke ordening wordt dan een zaak produktie-keten door middel van het IKB-systeem, nieuwe ontwikkelingen op het gebied van biotechnologie en automati sering, koppeling tussen managementsyste men en procesbesturingen en produktaquisitie. In het kader van de gezondheidszorg wordt in de nota gesteld dat gezien de hoge koncentratie en de hierdoor ont stane infektie-druk de grens van het aanvaardbare is bereikt. Een betere bedrijfshygiëne en meer aandacht voor preventieve gezondheidszorg is dringend noodzakelijk. Standpunten Na deze inleiding komt de Raad tot een aantal standpunten: Zij on dersteunt de konklusie dat de gemid delde bedrijfsomvang de komende jaren zal toenemen. Zij is van mening dat in EG-verband zo spoedig moge lijk maximaal toelaatbare normen worden vastgesteld voor residuen van geneesmiddelen e.d. Nederland dient zich niet te isoleren door extra ver bodbepalingen op te leggen, o.a. ten aanzien van de toepassing van Soma- totropine. Zij maakt zich grote zor gen over het toenemende biggen-overschot. Zij is van mening dat de konsekwenties van de milieu van rijk en provincie", aldus gede puteerde Brugman. Het compromis van GS leek de sta ten overigens een heel eind tegemoet te komen. Het college stelde name lijk voor, om de soepeler bouwregels in het buitengebied wèl in de streek plannen mee te nemen, maar dan niet in de vorm van 'harde' richtlij nen, maar slechts als toelichting bij de plantekst. Woordvoerder dr.P. Engels voelde daar niets voor. "Als richtlijnen in de toelichting terecht komen, dan hebben provinciale sta ten er iets over te zeggen. Ik ontken niet dat we in het amendement voor een moeilijke weg kiezen. Maar wij hebben toch het recht om onze eigen weg te bewandelen en boeren een re delijke kans te geven in hun bedrijf voort te zetten"? De VVD stemde verdeeld, maar dat was toch juist voldoende om het amendement van- de in de staten van Brabant opper machtige CDA-fractie er doorheen te krijgen. Hoewel de herziening van de twee streekplannen nog niet is vast gesteld, kan het agrarisch bedrijfsle ven er in ieder geval zeker van zijn dat de bouwregels op het platteland niet worden verscherpt. Hoe de rijks inspecteurs ruimtelijke ordening en milieuhygiëne op het Brabantse besluit zullen reageren, zal de prak tijk moeten aantonen. De bij de stukken gevoegde briefwisseling tus sen Den Haag en Den Bosch belooft in dit opzicht weinig goeds. H. de Blok hygiënische maatregelen en de niet- optimistische verwachtingen ten aan zien van de afzetmogelijkheden, groot zijn. Provinciale Raad Brabant: voorlichting moet objektief blijven Ir. P. Koks, direkteur LaVo ,en voorzitter ir. A. Latijnhouwers hebben op de vergadering van de Provinciale Raad voor de Be drijfsontwikkeling in Noord- Brabant op 16 januari jl. een na- dere toelichting gegeven op de voornemens bij het ministerie t.o.v. de privatisering bij de Rij kslandbouw voor lichtings- j dienst. De Raad stelde dat de ob- I jektiviteit van de voorlichting ook in de nieuwe situatie veilig moet I worden gesteld en pleit gezien de ervaringen met de vorige reorga nisatie in 1984 voor een betere voorbereiding en duidelijkheid. Tevens zal er de nodige zorgvul digheid moeten worden betracht. I De Raad wil ook graag betrokken I worden bij de provinciale opzet. Het Bestuurlijk Overleg Krammer- Volkerak heeft het Beleidsplan voor de toekomstige inrichting en het be heer van het gebied voorlopig vast gesteld. Dat plan geeft de gewenste ontwikkeling van het Krammer- Volkerak, na sluiting van de Phi- lipsdam. Het concept beleidsplan ligt vanaf donderdag 5 februari tot woensdag 1 april 1987 ter inzage bij de betrok ken gemeenten en provincies. Daar is ook een brochure over het plan verkrijgbaar. Op donderdag 26 februari 1987 vindt om 20.00 uur een informatie avond plaats in het gemeentehuis van Willemstad, Hofstraat 1. Tot woensdag 1 april kan men reacties op het plan sturen naar het Bestuur lijk Overleg Krammer-Volkerak, p/a Rijkswaterstaat, directie Zee land, Postbus 5014, 4330 KA Mid delburg. Na deze inspraakperiode zal het Bestuurlijk Overleg het Be leidsplan definitief vaststellen. Scheepvaart en natuur Volgens het plan zijn scheepvaart en natuur de hoofdfuncties van het ge bied. Men streeft naar een vlotte en veilige afwikkeling van de scheep ing. R. v.d. Meer 25 jaar bij de rijkslandbouwvoorlichting Op 1 maart 1987 is het 25 jaar gele den dat de heer ing. R. van der Meer zijn loopbaan bij de rijkslandbouw- voorlichtingsdienst begon. Hij trad toen in dienst bij het Rijksland- bouwkonsulentschap voor de Zeeuwse eilanden te Goes. In 1969 zijn de beide Zeeuwse Land- bouwkonsulentschappen en het Vee- teeltkonsulentschap samengevoegd tot het Konsulentschap voor de Ak kerbouw en de Rundveehouderij te Goes. Van der Meer werd bedrijfs- voorlichter rundveehouderij met als werkgebied Walcheren en West Zuid-Beveland. In 1984 werden ook de konsulent- schappen takgericht opgesteld. Dat had tot gevolg dat het veehouderij- deel van het CAR te Goes onderdeel werd van het Konsulentschap voor de Rundveehouderij te Tilburg. Van der Meer hield binnen dit kon sulentschap zijn oude rayon. Het Konsulentschap voor de Rund veehouderij zal in samenwerking met de kringen Walcheren en de Be- velanden van het Zeeuws Rundvee vaart, maar natuur, recreatie en vis serij moeten daarbij zo min mogelijk in het gedrang komen. Uitgangspunt is een zoet Krammer-Volkerak. Met betrekking tot de natuur dienen de inrichting en het beheer van de natte en droge delen van het gebied gericht te worden op het tot ontwikkeling brengen van een ecosysteem met een zo hoog mogelijke kwaliteit. Om verlies van land en ondiepe oeverzo nes zoveel mogelijk te beperken zul len, op kosten van het Rijk, oever verdedigingen worden aangelegd. Het recreatief medegebruik van drooggevallen gronden en de ondie pe oeverzones zal worden toege staan, voor zover geen wezenlijke belemmeringen optreden voor de ontwikkeling van de natuurfunctie. Voor de watersport is het Krammer- Volkerak een doorgaande vaarver- binding. Voor plaatsgebonden re creatievaart zijn de mogelijkheden beperkt door het belang van het Krammer-Volkerak voor de door gaande scheepvaart en de natuur. Gelet op de nog bestaande uitbrei dingsmogelijkheden in de aangren zende wateren en de intensieve be roepsvaart ligt een sterke uitbreiding van het aantal ligplaatsen in jachtha vens niet voor de hand. Syndikaat aandacht besteden aan het 25-jarig ambtsjubileum van ing. R. v.d. Meer en wel op vrijdag 27 fe bruari 1987 in Ons Huis, Burg. Ade laarstraat 3 te Meliskerke. Van 15.00 tot 17.00 uur is er gelegenheid om de heer Van der Meer persoonlijk geluk te wensen. Mr. T.H.J. Joustra nieuwe sekretaris-generaal op Landbouw De Ministerraad is 6 februari akkoord gegaan met een voordracht tot benoe ming per 1 juni a.s. van de huidige sekretaris-generaal bij het ministerie van landbouw en visserij, mr. G.J. van Dinter, tot sekretaris-generaal van het ministerie van justitie. De Ministerraad heeft tevens per ge lijke datum een benoemingsvoor dracht goedgekeurd van mr. T.H.J. Joustra tot sekretaris-generaal van het ministerie van landbouw en visserij. Tjibbe Joustra (geboren 6 februari 1951 te Hengelo) heeft Nederlands recht gestudeerd. De varkenshouderijbedrijven die zich qua bedrijfsresultaten thans reeds in de onderste regionen bevinden, zullen het in de toekomst moeilijk krijgen. De verwachting is dat nogal wat bedrijven uit deze groep in de toekomst hun bedrijf (moeten) beëindigen. De verwachting is dat dit overwegend de kleinere bedrijven zullen zijn. Wanneer tot het af stoten van de varkenshouderij wordt besloten zal de produktiekapa- citeit waarschijnlijk door andere bedrijven worden overgenomen. De gemiddelde bedrijfsomvang zal hierdoor groter worden. Door diver se ontwikkelingen zal het biggenoverschot groter worden. Een en ander staat in de onlangs uitgekomen Nota Varkenshouderij 1986-1990. Deze kwam aan de orde tijdens de op 16 januari gehou den vergadering van de Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwikke ling in Noord-Brabant. De Ministerraad is op 13 februari akkoord gegaan met de voordracht tot benoeming per 1 mei 1987 van de heer J. van der Veen als Direkteur- Generaal Landbouw en Voedsel voorziening van het Ministerie van Landbouw en Visserij. De heer Van der Veen (geboren 11 februari 1944 te Oosterbierum) is thans voorzitter van de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB). De voordracht houdt verband met het terugtreden van ir. A. de Zeeuw als Direkteur-Generaal Landbouw en Voedselvoorziening, welke funk- tie hij sedert 1 mei 1973 bekleedt. De heer De Zeeuw wordt Direkteur- Generaal internationale agrarische aangelegenheden, in het bijzonder belast met de hoofdlijnen van het EG-landbouwbeleid en van de agra rische handelspolitiek. Dezer dagen is hij in het kader van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel belast met de leiding van de GATT-Kommissie, waarin de onderhandelingen in de sektor Landbouw plaatsvinden in het kader van de zogenaamde Uruguay-ronde. De heer Van der Veen bekleedt on der andere de volgende funkties: - lid van het Ekonomisch en Sociaal Comité van de E.G. - lid van het COPA-presidium (Co mité des Organisations Professionel- les Agricoles de la Communauté) - lid van het dagelijks bestuur van de CEA (Conféderation Europeénne de l'Agriculture) en vice-voorzitter voor Nederland van de CEA - lid van het dagelijks bestuur en te vens vice-voorzitter van het Land bouwschap - lid van de Sociaal-Ekonomische Raad - voorzitter van het Convent van Christelijk-Sociale Organisaties - voorzitter van de Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw - lid van het dagelijks bestuur van de Nationale Koöperatieve Raad voor Land- en Tuinbouw 4 Vrijdag 20 februari 1987

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 4