Prijsafbraak en privatisering Half maart start van campagne mestboekhouding Depaepe: Wie doet hen dat na9 Mengelingen Landbouwschap wil aksent op be- en verwerkingsmest Het uier korte wenken veehouderij Voordat op 1 april de wettelijke regelingen over de mestboekhouding en de overschotheffing in werking treden, zal het ministerie van Land bouw en Visserij opnieuw een voorlichtingscampagne met groepsbij eenkomsten en schriftelijke informatie organiseren. De groepsvoorlichting zal van 16 maart tot en met 3 april plaatsvinden, voorlopig alleen voor veehouders. Het ministerie zal een uitgebreide brochure samenstellen die half maart aan alle veehouders wordt toe gestuurd, alsmede aan akkerbouwers en tuinders die een mestboek houding moeten bijhouden. Tevens zullen er een zevental begeleidende ar tikelen in de vakpers verschijnen. Op het ministerie is de diskussie over welke akkerbouwers en tuinders een mestboekhouding zullen moeten in vullen nog niet afgerond, zei dr. ir. H. Curfs, direkteur Veehouderij en Zuivel, bij de presentatie van de plan nen voor deze campagne. De positie van de akkerbouwers in de overschot- gebieden speelt daarbij een belangrij ke rol. Er zullen ongeveer 600 bijeenkomsten worden georganiseerd voor veehouders en veehandelaren. De voorlichting aan akkerbouwers en tuinders zal pas in het najaar gebeu ren en dan gekoppeld worden aan technische aspekten, met name de waarde van de organische mest voor de bodem. Op de bijeenkomsten zal worden gesproken over de gebruiksregels, de mestboekhouding, de overschothef fing, afleveringsbewijzen, de mest bank en het verplaatsingsbesluit. Op de invulling van de mestboekhou- dingsformulieren zal niet diep worden ingegaan. Curfs zei te verwachten dat alle be nodigde wettelijke regelingen inder daad per 1 april van kracht zullen zijn. Alle onderdelen van de mestwet geving, met uitzondering van het besluit voorwaarden afzetovereen- komsten, zijn nu het kabinet gepas seerd en liggen bij de Raad van State voor advies. Het mestaktieprogram- ma, dat over een periode van vier jaar 100 miljoen gulden ondersteuning biedt, zal over één of twee weken aan de Tweede Kamer worden aan geboden. Oplossingen De overheid heeft gekozen voor ver schillende wegen om de problemen aan te pakken. Ten eerste worden op drie manieren oplossingen gezocht, te weten ver mindering van het mestoverschot via verlaging van de mineralengehaltes in het veevoer, vergroting van de mestafzet door middel van kwali teitsverbetering en stimulering van de bewerking en verwerking van mest, waardoor mest bijvoorbeeld geëxporteerd kan worden. Via onder andere onderzoek kan hieraan een belangrijke bijdrage worden gele verd. Ook zijn op 1 januari 1987 de Wet Bodemsanering en de nieuwe Meststoffenwet van kracht ge worden. Deze wetten hebben met name be trekking op de produktie, het ge bruik en de afvoer van mest. In de derde plaats ontwikkelt de overheid een zgn. mestaktieprogramma, waarin geld beschikbaar wordt gesteld voor o.a. bedrijven waar het oplossen van het opslagprobleem één van de grootste knelpunten vormt. Binnenkort wordt bekend, hoe dit zogenaamde mestaktiepro gramma er precies uit ziet en wie er voor in aanmerking komen. In de lo pende kabinetsperiode wordt hier voor 100 miljoen gulden beschik baar gesteld. Voorlichting Ongetwijfeld zult u meer van de wet geving willen weten. De konsulent- schappen zullen u daarbij behulp zaam zijn. Zij geven daarom uitge breid voorlichting aan veehouders, akkerbouwers, tuinders, loonwer kers en andere betrokkenen. Dit ge beurt op de volgende manieren: de artikelenserie is al genoemd. Let op de komende artikelen. In de loop van maart ontvangt u een brochure. Alle informatie is hierin nog eens overzichtelijk op een rij gezet. Voor veehouders, loonwerkers, mesthan delaren en enkele andere groepen worden in totaal ongeveer 700 voor lichtingsbijeenkomsten georgani seerd. Ze vinden plaats tussen 16 maart en 3 april. Tijdens de bijeenkomsten worden twee inleidingen gehouden: daar naast krijgt u ruimschoots gelegen heid uw vragen te stellen. Voor ak kerbouwers en tuinders worden in het najaar voorlichtingsbijeen- komstengeorganiseerd. De Veehouderij- en Akker-/Tuinbouwkonsulent- schappen Hoofdschotel van het vergadermenu van het dagelijks bestuur van het KNLC op 17 februari jl. waren uiteraard de prijsvoorstellen met toebehoren die de EG-Commissie onlangs presenteerde. Bijzonder tegenvallend bij nadere beschouwing, uiting van pure bezuinigings drift, geen enkel perspectief biedend en dus onaanvaardbaar. Aldus liet zich het oordeel van het dagelijks bestuur over deze voorstellen samenvatten. De georganiseerde landbouw heeft eerder nationaal en in Brussel, gesteld onder de huidige omstandig heden begrip te hebben voor een ge middelde prijsbevriezing en een ver mindering van de grensverrekening vanwege geldwaardeveranderingen (mcb's), d.w.z. een kleine prijsverla ging dan. De Commissie stelt nu voor prijsverlagingen (bij akker- bouwprodukten), volledige afbraak van onze mcb's 2%) en vooral een verzwakking van het inleverings systeem (de bodem in de markt). Het laatste betreft b.v. bij granen een kortere inleveringsperiode met scherpere normen, bij melk grote vrijheid voor de Commissie om met de boter- en poeder-inlevering te ma nipuleren, bij rundvlees en koolzaad ook iets dergelijks. Voor suiker zou via een extra heffing van enkele pro centen een tekort in de zelffinancie ring moeten worden weggewerkt. Al met al kunnen die begeleidende maatregelen de uiteindelijke prijs verlaging voor de producent behoor lijk groter maken. Misschien hier en daar wel tot zo'n 10% in totaal. Het dagelijks bestuur sprak de ver wachting uit dat ook de Nederlandse minister van landbouw zich zal ke ren tegen verwezenlijking van deze prijsvoorstellen, die een regelrechte afbraak zonder uitzicht van het EG- landbouwbeleid betekenen. Privatisering voorlichting Het dagelijks bestuur had zich ver der te beraden over de grote lijnen van de rijkslandbouwvoorlichting in Het uier, de melkklieren bij de vrouwelijke zoogdieren zijn sterk ontwikkelde huidklieren. Bij on der andere de koe, geit, het paard en schaap bevindt het uier zich aan de beneden-achterzijde van het lichaam. Bij o.a. het varken, konijn en de hond liggen de melkklieren met de spenen over de gehele lengte van de lichaams onderkant van voor- tot achter poten. Bij de olifant zit het uier tussen de voorpoten. Het uier is opgebouwd uit afzon derlijke gedeelten. Zo is dit bij de koe uit vier gedeelten (kwartie ren) samengesteld. Bij het paard, schaap en de geit bestaat dit uit twee delen. Dit zijn dus uierhelf ten en geen kwartieren (kwart is immers 1/4). Aan elk afzonder lijk deel zit een speen. De koe heeft vier spenen; paard, schaap en geit hebben er twee. Bij het varken zijn er 12 a 14 afzonder lijke melkheuvels met evenveel spenen. Om de melk uit het uier te kun nen laten komen hebben de spe nen één of meer openingen. De tepelopeningen worden omsloten door een kringspier. Normaal zit er in de spenen bij de koe, schaap en geit één opening in elke speen. Bij het paard zijn er twee openin gen en bij het varken zijn dit er drie. Bij de mens en ook bij ver schillende dieren zitten de melk klieren op de borst. De tepels van een vrouwenborst hebben meer dere openingen. Er is dus veel verscheidenheid in samenstelling van het uier en plaats waar de melkklieren zich bevinden. J.H. Lantinga een aparte, samen door overheid en landbouwbedrijfsleven te besturen, stichting. Zulks n.a.v. overleg dat met enige spoed tussen het ministerie van Landbouw en de georganiseerde landbouw gaande is. Het dagelijks bestuur vond dat de georganiseerde landbouw enkele duidelijke voor waarden aan zijn medewerking aan de bedoelde privatisering mag stel len. Een eerste voorwaarde moet zijn dat de sociaal-economische voorlichting als wezenlijk onderdeel van het werk van de landbouworga nisaties niet in de te privatiseren dienst wordt opgenomen. De SEV is indertijd bewust als zodanig aan de landbouworganisaties toever trouwd. Het is verder noodzakelijk om eerst goed de voorlichtingsbe hoefte, sector voor sector, te inven tariseren om aan de hand daarvan voor de toekomst omvang en sa menstelling van de dienst vast te stel len. Wat dit laatste betreft kan niet volstaan worden met de z.g. eerste lijns voor lichters. Ook consulenten, specialisten etc. moeten in hetzelfde apparaat worden opgenomen, dat voor een brede groep bedrijven dienstbaar moet zijn. Zodoende zal de profijtelijke samenwerking en wisselwerking tussen voorlichting, onderzoek en onderwijs volledig be houden kunnen blijven. De overheid moet langjarig de finan ciering van de geprivatiseerde voor lichting veiligstellen, ook na 1990. Ze zal moeten blijven zorgen voor het uitdragen en het uitvoeren van haar eigen beleid. Een doelmatig sa menspel van de gezamenlijke voor lichting met door allerlei andere be drijven en instanties gegeven voor lichting is gewenst. KNLC-pers Een organisatorische aangelegen heid die het dagelijks bestuur had af te ronden was de oprichting van een stichting KNLC-pers. Dit afzonder lijke samenwerkingsorgaan van de KNLC-organisaties m.b.t. land bouwbladen wordt deelgenoot van een op te richten stichting CLO-pers die met name de reeds bestaande re dactionele samenwerking van de Het Landbouwschap heeft met de ministers Braks en Nijpels gespro ken over de invulling van het mestaktieprogramma, waarvoor in deze kabinetsperiode ƒ100 miljoen beschikbaar is. Het Landbouwschap vindt dat het aksent moet komen te liggen op kwaliteitsverbetering van mest door be- en verwerking alsme de op het medefinancieren van opslagvoorzieningen. In het kader van het uitrijverbod is opslagkapaci- teit voor 12 miljoen mJ mest nodig. Daarmee is een investering van bijna ƒ800 miljoen gemoeid. De overheid is voornemens om uit het mestaktieprogramma ook mestonderzoek te financieren. Het Landbouwschap heeft hier bezwaar tegen. Voorzitter Varekamp drong er verder op aan zo snel mogelijk duidelijkheid te scheppen over de technische en andere eisen waaraan mestopslag op de bedrijven moet voldoen. Volgens de beide be windslieden zal dat omstreeks april het geval zijn, maar is het mogelijk daar nu al op te anticiperen. Minis ter Braks voelt niet voor een sug gestie van het Landbouwschap om bedrijven die binnen enkele jaren zullen worden beëindigd niet onder de uitrijdbepalingen te laten vallen. Het probleem dat er dan voor die pe riode toch een dure mestopslag no dig is kan volgens hem worden opge lost met een tijdelijke voorziening. Uit het mestaktieprogramma zullen ook de kosten van de door het Land bouwschap gestichte Landelijke Mestbank gedurende twee jaar wor den voorgefinancierd. Het Land bouwschap wil deze voorfinancie ring graag omzetten in een definitie ve financiering omdat de mestbank', die verder uit de overschotheffing moet worden betaald, dan wat meer financiële armslag krijgt. Minister Braks noemde dit niet onbespreek baar, zij het in een later stadium. In het nummer van 3 februari van het Belgisch landbouwblad Agra- magazine (een varkensspecial) staat een interview afgedrukt met de voormalige landbouwattaché voor België en Nederland ir. A. Depaepe. Centraal staat een vergelijking tus sen de varkenshouderij in Begië en Nederland. "Dat vergelijken is onbegonnen werk", zegt Depae pe. Het gemiddelde varkensbedrijf in Nederland is veel groter en pro duktie, handel, slachten en export zijn totaal anders. Het feit dat 5% van de beroepsbevolking (de land en tuinbouw) erin slaagt om 24% van de totale Nederlandse export voor zijn rekening te nemen doet Depaepe opmerken: "Mij moet men niet spreken over konkurren- tievervalsende maatregelen. Neem het van mij aan: ook de Neder landse boer en tuinder ontmoet op zijn pad noch Sinterklazen noch Zwarte Pieten. Ze maken zichzelf waar". Volgens de oud landbouw attaché is die vooraanstaande plaats vooral te danken aan de ge richtheid van de Nederlander op export en het enorme vakman schap en daarnaast aan de struk- tuur; de bedrijfs- en produktschappen, waarom alles draait en niet rond ministers en kabinetten. "En dan nog dit (en niet onbelangrijk!!!): die schap pen worden door de aangeslotenen zelf gefinancierd. Niet 1 bal komt van het Rijk noch van Sinter klaas". Uiteraard komt ook de mestproblematiek ter sprake. De paepe tot de interviewer: "Voor wat zijn varkensstapel aan mest meer zal produceren dan het be drijf aan kontingent krijgt toege meten zal de boer een heffing moeten betalen... om het mestbe leid in Nederland te financieren. Zie je wel dat over de Hollandse grens geen Sinterklazen rondlo pen. Alles, zelfs het netjes oprui men van de mest geschiedt planmatig en wordt door de be drijven zelf betaald. Wie doet hen dat na?" In de winter moet er in de stallen soms bijverwarmd worden. Hier door ontstaat ekstra brandgevaar. Zorg dat er een goed brandblusap- paraat op het bedrijf is. Neem sa men met uw verzekeringsadviseur de BRA ND VERZEKERING eens door. Vaak is er sprake van onder verzekering. Er is veel vraag naar apparatuur om KUIL VOER uit te halen en te verde len op de stal. Wees prijsbewust, er is groot verschil in prijs en werking van de machines. Laat u niets aan praten door een handige verkoper. Ga eerst eens kijken bij een kollega die al een machine heeft. Om een vaars te krijgen die bij het afkalven voldoende maat en gewicht heeft, moet een GOED RANT SOEN worden gegeven. Met alleen slecht ruwvoer kunt u geen goede dieren opfokken. Niet alleen melk koeien maar ook het jongvee moet CLO-bladen onderdak geeft. Het dagelijks bestuur besprak ook de stand van zaken m.b.t. de fusie van hogere land- en tuinbouwscholen Dordrecht en Utrecht, met name de mogelijke samenstelling van het bestuur (bevoegd gezag) van de nieu we in Delft te vestigen agrarische ho geschool van het KNLC. goed worden gevoerd om winst te kunnen behalen. Durf te VENTILEREN in een lig- boxenstal, laat de ventilatiekleppen open. Beter een wat lagere tempera tuur met droge lucht, dan een hogere temperatuur met een hoge lucht vochtigheid. Vochtige stallen zijn vaak oorzaak van gezondheidspro blemen bij het vee. DRINKBAKKEN in stallen met roostervloeren worden vaak bevuild met mest. De dieren drinken dan niet of te weinig. Kontroleer de drinkbakken regelmatig en maak ze op tijd schoon. In stallen met volle dig roostervloer geven drinknippels uitstekende resultaten. Rundveestapel in omvang afgenomen Uit steekproefonderzoek van het CBS (statistiek) blijkt dat vorig jaar (tot 1 december) de rundveestapel met 154.000 stuks is afgenomen (- 3%). Per 1 december bedroeg zij 4.922.000 stuks. Deze afname is voornamelijk veroorzaakt in de sek- tor melk- en kalfkoeien, alsmede in de fokkerijsektor. De mestveestapel gaf daarentegen een uitbreiding te zien. Het aantal varkens bedroeg per 1 de cember vorig jaar ruim 14 miljoen, een uitbreiding van meer dan 1 mil joen stuks in 1 jaar 9%). Deze toename werd voornamelijk ver oorzaakt door het aantal mestvar- kens van 50 kg en zwaarder, alsmede van het aantal jonge varkens, inkl. biggen. Vrijdag 20 februari 1987 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 11