VanderHave gelooft in
tetraploïde grasrassen
Maiskweker de Wolff:
"Areaal snijmais zal nog verder
toenemen".
Opbrengst zaai-uien groter
dan verwacht
Demonstratiestrooier
Test- en Afstelservice (STAS)
bij Mechanisatiebedrijf
W.C. Leenpoel te Kamperland
Voorkeur voor vroege rassen
Vruchtwisseling
Drijfmest
Bloeidatum
"De biotechnologie biedt nieuwe, tot nog toe ongekende mogelijkhe
den voor de veredeling van de gewassen. Voor sommige gewassen zal
de ontwikkeling dankzij de biotechnologie misschien heel snel gaan,
voor snijmais verwacht ik echter voor het jaar 2000 nog geen grote
doorbraak. Dit zei VanderHave's maiskweker dr.ir. F. de Wolff op
een inleiding woensdagavond in Restaurant "Den Heuvel" te Mier-
lo. Van der Have introduceerde hier onder grote belangstelling de
nieuwe videofilm over Revita 100% tetraploid graslandmengsel.
Door de intensivering van de kweek-
programma's, o.a. door toepassing
van twee generaties per jaar, ver
wacht Wolff wel dat de op
brengststijging de komende jaren
nog sneller zal gaan, afgezien van de
verbeteringen in vroegrijpheid en le-
gervastheid. Mais is een gewas met
toekomst en hij verwacht daarom nu
een nog steeds toenemend areaal
snijmais in Nederland.
De heer De Wolff hield een pleidooi
voor het gebruik van vroege rassen.
Deze garanderen een tijdige oogst
onder betere weersomstandigheden.
'In het verleden betekende een vroeg
ras ook een lagere opbrengst, tegen
woordig gaat dit niet meer op. Bij de
selektie van nieuwe rassen wordt
veel aandacht geschonken aan de
vroegrijpheid, en daardoor zien we
de laatste jaren juist bij de vroege
rassen een grote vooruitgang in op
brengst".
Het strooien van kunstmest is niet zo
eenvoudig. Op 29 akkerbouwbedrij
ven is gebleken dat de verdeling ge
middeld onregelmatig tot zeer onre
gelmatig was voor alle typen
strooiers.
Slechts 9 van de 29 geteste strooiers
had een acceptabele regelmaat in het
strooibeeld, echter bij overbe
mesting geen enkele. Bij 29 veehou
ders had meer dan 90% van de
strooiers een onregelmatig strooi
beeld, waarvan meer dan de helft ex
treem onregelmatig.
Een gelijkmatige verdeling van
meststof is één van de essentiële fak-
Vroege rassen zijn volgens de inlei
der ook interessant: uit het oogpunt
van de vruchtwisseling en in verband
met de nieuwe wetgeving op
drijfmest.
Bij het toenemende areaal snijmais
zal er steeds vaker sprake zijn van
continuteelt, de teelt van mais jaar
in jaar uit op hetzelfde perceel. Hoe
wel dit op zich geen grote problemen
hoeft te geven, zijn er toch wel enke
le nadelen te noemen. De onkruid-
bestrijding bij continuteelt eist de
nodige zorg en ook de struktuur van
de grond dreigt op den duur achter
uit te gaan, aldus de Wolff. Door ge
richte maatregelen zijn deze proble
men wel op te lossen maar nu blijkt
uit nieuw onderzoek in Wageningen
dat continuteelt op den duur toch
leidt tot lagere opbrengsten. Waar
toren voor een hoge opbrengst van
uitstekende kwaliteit.
Om het strooibeeld te verbeteren
heeft DSM Meststoffen B.V. de
Strooier Test- en Afstelservice
(STAS) opgericht. Onder praktij
komstandigheden wordt de strooier
van de boer getest en afgesteld. De
"STAS" stelt met bakken een test
baan op, waarna het strooibeeld
wordt bepaald en beoordeeld op
grond van normen en ervaring. Bij
eventuele afwijkingen wordt een
diagnose gesteld en het probleem in
dien mogelijk door herafstelling ver
holpen.
mogelijk is het aan te bevelen mais te
roteren met enkele jaren grasland.
Dit systeem dat in het kader van de
graslandvernieuwing reeds langer
wordt gepropageerd, blijkt ook ge
zien vanuit de mais de ideale oplos
sing. De rotatie mais-grasland laat
zich het beste realiseren met behulp
van een vroeg maisras. Een tijdige
maisoogst laat namelijk toe dat het
zelfde seizoen nog grasland wordt
ingezaaid, aldus de Wolff.
In 1988 wordt wellicht de nieuwe wet
van kracht die regels stelt op het uit
rijden van mest. Op maisland mag
dan voor 1 november geen mest
meer worden uitgereden. Een uit
zondering wordt gemaakt voor die
situatie waar na. de mais nog gras
wordt ingezaaid, in dat geval mag
tot 1 oktober nog mest worden uit
gereden. Dit is volgens de maiskwe
ker dus een argument te meer voor
de keuze van een vroeg ras.
In de rassenlijst voor 1987 zal bij de
maisrassen voor de eerste maal ook
de bloeidatum worden vermeld. De
ze zomer heeft laten zien wat er ge
beurt wanneer de maand september
aan de koude kant blijft. Veel ge
wassen rijpten niet of nauwelijks, en
de oogst moest worden uitgesteld.
Als dan de periode van najaarsstor
men aanbreekt kunnen zich ernstige
problemen voordoen. Het gewas le
gert, of de lange stengels knappen
eenvoudig af in de wind.
Bij de keuze van vroege rassen is het
daarom van belang niet alleen te let
ten op het drogestofgehalte maar
ook op de bloeidatum. De wat later
bloeiende rassen hebben in 1986 een
late afrijping vertoond. Het dro
gestofgehalte kwam hierdoor in de
meeste gevallen niet op het gewenste
niveau. De inkuilverliezen van deze
rassen kunnen onder die omstandig
heden belangrijk hoger zijn. De heer
de Wolff adviseerde dan ook te let
ten op de bloeidatum.
Zo gaat men te werk tot een accepta
bel strooibeeld is verkregen. Dan
maakt de computer het strooibeeld
grafisch zichtbaar en geeft de kenge
tallen van het strooibeeld bij ver
schillende werkbreedten weer.
Op deze wijze is een eindoordeel van
het strooibeeld te geven bij de ge
wenste werkbreedte en gebruikte
meststof.
Voor het zuidwestelijk kleigebied zal
de introduktie van "STAS" plaats
vinden gedurende de werktuigen
show bij W.C. Leenpoel, Ruiter-
plaatweg 2 te Kamperland. De de
monstraties worden gehouden op
woensdag 17 december 14.30 uur en
donderdag 18 december 10.00 uur en
14.00 uur.
In de werktuigenloodsen kunt u een
dia-serie bekijken en deskundige
toelichting krijgen over de strooiers
(Fa. Leenpoel), de meststofffen
(Agrarische Unie-Vulcaan B.V.) en
de "STAS" (DSM Meststoffen
B.V.).
Agrarische Unie-Vulcaan B.V.
hoopt u met deze introduktie van
"STAS" in samenwerking met Fa.
Leenpoel en DSM Meststoffen B.V.
een nuttige bijdrage te kunnen bie
den ter verkrijging van een maxima
le opbrengst van optimale kwaliteit
van uw oogstprodukten.
VANDERHAVE, gelooft in de te
traploïde grasrassen en is ervan
overtuigd, dat deze kunnen bieden
wat de veehouder wenst: een pro-
duktief, smakelijk en standvastig ge
was. Het concern meent hierbij
gesteund te worden door de prak
tijk. In 1985 is 25.000 hectare REVI
TA ingezaaid en in 1986 zelfs 40.000
hectare. Hierbij dient bedacht te
worden, dat in 1982 pas de eerste 10
hectare gezaaid werd. Dit vertelde de
grassenkweker bij VanderHave dr. ir.
A.J.P.v. Wijk woensdagavond 10
december j.l. bij de introduktie van
de nieuwe videofilm over Revita
100% tetraploid graslandmengsel in
Restaurant "Den Heuvel" te
Mierlo.
Op grond van deze praktijkervarin
gen en proeven meent dr.ir.
A.J.P.v. Wijk te kunnen konklude-
ren, dat de tetra's voor alle grond
soorten en voor zowel maaien als be
weiden geschikt zijn. Door uitge
breide beproeving zei hij een goed
beeld van de landbouwkundige ei
genschappen van tetraploïde rassen
te hebben. Hij noemde smakelijk
heid, wintervastheid, opbrengst en
dierlijke produktie. T.a.v. de dierlij
ke produktie meldde de heer v. Wijk
dat er al veehouders zijn die beweren
meer melk van hun koeien te krijgen
op tetraploid raaigras dan op diploid
De herziene oogstraming van zaai-
uien geeft een heel ander beeld dan
de eerste. De geoogste oppervlakte is
groter dan verwacht, maar ook de
beschotten zijn aanzienlijk bij
gesteld, waardoor de bruto-
produktie veel groter is geweest dan
aanvankelijk werd verwacht.
De geoogste oppervlakte is met 8%
ingekrompen ten opzichte van 1985.
De opbrengst per ha wordt door het
CBS zelfs hoger ingeschat dan in
1984 en ligt maar liefst 20% hoger
dan in 1985. De geraamde bruto-
raaigras. Er zijn ook gepubliceerde
resultaten (uit Engeland), waaruit
blijkt, dat van tetraploid raaigras
11 meer melk geproduceerd werd
dan van diploid raaigras. Dit was
vooral een gevolg van het feit, dat
het tetraploïde raaigras 9% meer be-
weidingsdagen had dan het diploïde
gras. Dit weès dus op een efficiënte
re benutting van de tetraploïden.
Gesterkt door deze ervaringen gaat
VanderHave door met het kweken
en veredelen van tetraploïde gras
rassen. En dat op de Rassenlijst 1987
een nieuw tetraploid Engels raaigras
is opgenomen in de rubriek 'tetra
ploid weidetype': MADERA v.
Wijk zei reeds te kunnen zeggen dat
MADERA een '8' voor standvastig
heid zal krijgen en daarmee gelijk is
aan of beter is dan vele diploïde ras
sen in de rubriek 'weidetype'.
De grassenkweker van VanderHave
vroeg zich gezien de vele gunstige ei
genschappen van tetraploïde rassen
in vergelijking met die van diploïden
af, welke plaats er nog is voor di
ploïden. Het bedrijf in Kapelle kiest
dan ook voor verdere veredeling bij
tetraploïde rassen.
[.andbouwkundig en genetisch ge
zien bieden deze nog vele mogelijk
heden voor verdere veredeling, mede
gezien in het licht van de moderne
biotechnologie.
opbrengst is 580.919 ton groot tegen
530.215 ton vorig seizoen en is nu
10% groter in plaats van 10% klei
ner, zoals bij de eerste raming ge
schat werd.
Opmerkelijk zijn de verschillen tus
sen de opbrengsten per ha in Zee
land en de Polders. In Zeeland, de
provincie waar ruim 30% van het
zaai-uien areaal ligt, was de op
brengst 'slechts' 43 ton per ha. In de
Polders waar ook een aanzienlijk
deel van de zaai-uien wordt geteeld,
liggen deze 14 tot 16 ton hoger (zie
tabel).
Raming bruto-produktie zaai-uien 1986 in Nederland
CBS
geoogste opp.opbrengst bruto-prod. doorsn.
(ha) (ton/ha) 1000 ton) beurs- 1)
prijs tct/'kg)
1980/81
1981/82
1982/83
1983/84
1984/85
1985/86
1986/87 R
1986/87 HR
wv. Zeeland
N.O.P.
Z.IJsselm.Polder
Overige provincies
10.880
11.784
11.916
11.297
12.410
12.415
10.961
11.416
3.512
2.953
1.838
3.113
38.0
45,5
47,0
37,0
46,8
42,5
43,5
51,0
43,0
57,0
59,0
49,0
414,5
537.3
561.4
416,9
581.5
530,2
477.6
580,9
151.2
168.3
108.4
153,0
32
17
11
56
10
9
1) veldgewas, inkl. 2e jaars plantuien
R - 1ste raming (beteelde opp.)
HR herziene raming (geoogste opp.)
Het uitvoeren van zelfbestuivingen bij mais op het Van der Have
kweek bedrijf in Rilland.
Waarnemingen op een grassenproefveld van Van der Have in Moerstraten
/NBr.).
Vrijdag 12 december 1986
7