Voor eventuele moeilijkheden ging je niet opzij Doeleman hield zich intensief bezig met problemen veehouderij Op werkbezoek. Doeleman was een ambitieus voorzitter Vanaf de zijlijn gezien "Toen A.J.G. Doeleman voorzitter werd van de ZLM, moest hij naast zijn specialiteit akkerbouw, de ge hele problematiek van de land bouworganisatie nader bestuderen en daaraan leiding geven. Bij het ge heel behoorde ook grondgebruik met alle facetten daaraan verbon den, naast de drie bestuurslagen zoals wij die in ons land kennen. Veel aandacht vergen gemeentelij ke bestemmingsplannen buitenge bied, provinciale streekplannen en landelijke wetten. Hoewel Doele man reeds veel ervaring had, was het toch een grote overgang van de boerderij naar deze voorzittersfunk- tie. In zijn bestuursperiode is er veel veranderd en ingrijpende beleids beslissingen zijn genomen op het gebied van grondgebruik. Wij den ken dan aan de groene nota's als nationale landschappen en land schapsparken, de nota over de re latie tussen landbouw en natuur, de bekende relatienota. Van recente re datum zijn de Groene Struktuur- nota's over Landinrichting, Natuur- en Landschapsbehoud en Open- luchtrekreatie. Dan de veelbespro- J. Nieuwenhuijse ken en nog sluimerende Wet Agrarisch Grondverkeer (W.A.G.), een herziene Pachtwet met o.a. een leeftijdslimiet voor de pachter en een ingrijpende verandering van de Ruilverkavelingswet 1954, naar een Landinrichtingswet 1985. Over veranderingen in het beleid van de grondpolitiek is dikwijls langdurig vergaderd, na veel en druk vooro verleg. De tegenstellingen tussen landbouw en groeperingen die land bouwontwikkelingen willen stil- of terugzetten, waren en zijn niet ge makkelijk op te lossen. Het aanwij zen van relatie- en natuurgebieden, het invullen van beheersqvereen- komsten in reservaats- en beheers gebieden, het beoordelen van bestemmingsplannen etc., vergden dikwijls veel tijd. Een impulsief mens als Doeleman, had daar zijn gedachten over. Ook op dit terrein was zijn inzet volledig en stelde hij zich steeds loyaal ach ter zijn vertegenwoordiger(s) op. Wat mij zeer aansprak, hij ging niet opzij voor eventuele moeilijkheden met instanties of personen. In an dere besturen als o.a. Gewestelij ke Raad van het Landbouwschap, Provinciale Raad voor de Bedrijfs ontwikkeling en de 3 Zeeuwse Landbouw Organisaties, heb ik Doeleman leren waarderen als een zelfbewust bestuurder. Door erva ring rijker geworden was zijn optre den in de tweede helft van zijn voorzittersperiode ontspannender en vlotter. Soms wat vlug ontvlam baar, daarbij erg zwartkijkend, maar bij ongelijk vlug genegen dit te er kennen en dat is een sterk punt. Het schrijven van hoofdartikelen voor het ZLM-blad, is volgens mij door oud-voorzitters verschillend gehanteerd. In wisselwerking met de sekretaris heeft de scheidende voorzitter zich loffelijk van deze taak gekweten. Hoewel sterk per soonlijk gebonden, leest men uit de ze hoofdartikelen toch de meningen en opvattingen die er bij de meeste bestuurders en leden aanwezig zijn. De inhoud van deze artikelen is zeer belangrijk, omdat het ZLM-blad het visitekaartje is van de Maat schappij. Ken bijzonder woord van waardering voor mevrouw Doeleman, die op haar bescheiden en sympathieke manier optrad als dat nodig was. Zij is on getwijfeld een grote steun voor haar man geweest, vanuit een positie die niet voor ieder zichtbaar was. Ad en Mies, hartelijk dank voor jullie gro te inzet voor de landbouw belangen in '1 algemeen, en die van de ZLM in 't bijzonder". J. Nieuwenhuijse, voorzitter kommissie Grondgebruik De heer Doeleman trok zich het wel en wee van boeren en tuinders altijd zeer aan. Hier is hij op Tholen op werkbezoek om zich op de hoogte te stellen van de vorstschade in de fruitteelt. 'Wanneer ik vanuit de kommis sie Tuinbouw persoonlijk terug mag zien op een periode van bestuurlijk bezig zijn binnen on ze Zuidelijke Landbouw Maat schappij, dan is het opvallend hoe en in welk snel tempo, ook binnen onze organisatie een aantal veranderingen zich heeft voltrokken. Maatschappelijk, technisch en bedrijfsekonomisch eist dit voortdurend aanpassing in den ken en handelen. Zeker voor hen, die in onze samenleving leiding geven, en de sleutel- posten bemannen. Ad Doeleman heeft dit, naar mijn mening, binnen en na mens onze organisatie, gedu rende 10 jaar als voorzitter, met volle inzet gedaan. De doelstelling zoals deze is vervat in de statuten van de ZLM: 'de behartiging van de belangen in de land- en tuin bouw en veeteelt in 't alge meen', lijkt eenvoudig en van zelfsprekend. Het is echter inhoudelijk ver strekkend en als het gaat om praktische vertaling en invul ling naar de verschillende groe- M.J. Goud peringen, een geladen op dracht. De ZLM heeft in Doeleman een ambitieus voorzitter gekend. Afwachtend luisteren was niet zijn sterkste kant. Energiek doorgaan typeerde hem veel meer in zijn optreden. Met gróte waardering en ge paste dankbaarheid nemen we afscheid en wensen hem alle goeds toe. Vanuit de Tuinbouw zullen we Huib van der Maas als toe komstig voorzitter met vertrou wen tegemoet treden? M.J. Goud "Bij het afscheid van de voorzitter van de ZLM ontkomen we niet aan een terugblik op de achter ons liggende periode de periode Doeleman. Graag willen we enkele zaken de revue laten passe ren: Door het hoofdbestuur werd in 1976 benoemd tot algemeen voorzitter van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij de heer A.J.G. Doeleman, hoofdbestuurslid van de ZLM maar ook akkerbouwer op het eiland Schouwen-Duiveland en dit laatste met veel ambi tie. Dat er toen de nodige twijfels waren bij diverse leden/veehou ders van de ZLM lag enigszins voor de hand. In deze kringen dacht men meer in de richting van een voorzitter die met alle sektoren van de landbouw kennis had gemaakt. Thans aan het einde van de 10-jarige periode als voorzitter kun nen we konkluderen dat de heer Doeleman zich intensief heeft bezig gehouden met de problemen van de diverse sektoren. J-Hj was en is een tegenstander van sektoraal beleid en dus voor een gezamenlijk optrek ken van de diverse sektoren on danks de problemen die dit soms geeft. Hij heeft getracht de nodige ruimte voor de sektoren in geza menlijkheid en voor iedere sektor afzonderlijk te verwezenlijken. Dankzij het funktioneren van de heer Doeleman in landelijke orga nen zoals de Raad voor Bedrijfsont wikkeling en de Commissie Bedrijfsontwikkeling en Agrarische Voorlichting kon hij de diverse sek toren met al hun mogelijkheden en moeilijkheden zeer goed leren ken nen. De veehouderij in zowel het Zeeuwse als in het Brabantse had den zijn belangstelling. Voor het Zeeuwse omdat hier een stuk sane ring en ontwikkeling plaatsvond ter wijl in de Brabantse veehouderij de sanering al enkele jaren eerder had plaatsgevonden en er daar sprake was van een verdergaande ontwik keling. Op diverse plaatsen en ge legenheden heeft de heer Doeleman gepleit voor verbreding en uitbouw van de Zeeuwse vee houderij. Dat desondanks het aan tal bedrijven met rundvee en varkens sterk is teruggelopen vindt zijn oorzaak in het verdergaande proces van sanering en ont menging. De heer Doeleman is ook zeer nauw betrokken geweest bij de proble men rond kwotering, interimwet varkens en pluimvee alsmede de mestwetgeving. Vooral in de lande lijke club mestproblematiek is hij zeer intensief bezig geweest met zowel de problematiek van de overschot- als de niet- overschotgebieden. W. v. Veldhuizen Onze waardering willen wij uitspre ken voor deze inzet, die ook bleek tijdens de diverse diskussies in ons hoofdbestuur waarbij de heer Doe leman moest terugschakelen van landelijk- naar regionaal nivo: een regio met de grootst mogelijke ver schillen in veebezetting. De resul taten zijn niet altijd bevredigend geweest. Toch willen wij hier de hoop uitspreken dat de heer Doe leman binnen afzienbare tijd mede getuige mag zijn van de oplossing van schijnbaar onoplosbare proble men in de (intensieve) veehouderij. Tenslotte zouden wij alles overzien de willen zeggen: "Ad, gij waard nog zo'n slechte niet", onze dank voor datgene wat je hebt gedaan voor onze ZLM en dus ook voor de veehouderij. Onze dank gaat ook uit naar Mies en de kinderen die mede het funktioneren van Ad als voor zitter van de ZLM mogelijk hebben gemaakt". W. van Veldhuizen, voorzitter kommissie Veehouderij ZLM M t Aan het verzoek om ook mijn bij drage te leveren aan deze spe ciale editie van ons ZLM-blad voldoe ik graag. Niet dat ik vind de eerst aangewezene te zijn om iets te kunnen zeggen over on ze voorzitter, die nu terugtreedt in zijn funktie als zodanig. Daar voor zijn anderen, die daartoe veel beter in staat zijn. Maar toen na veertien jaar samenwer ken als "Visser en Doeleman", je compagnon, toch nog vrij on verwacht aan de praktische gang van zaken in deze samen werking werd onttrokken om het voorzitterschap van onze ZLM te aanvaarden, betekende natuurlijk nogal wat. Gelukkig heeft dat nooit onoverkomelijke problemen gegeven. Misschien was er van beide zijden wat meer stuurmanskunst nodig om beide schepen goed op koers te houden dan anders wellicht het gevolg was geweest, maar de praktijk van alle dag ging ge woon door. Het verschil was dat wanneer wij - en dat zijn dan al len die op onze beide bedrijven hun inzet en arbeid leverden en leveren 's morgens aan het werk gingen, hij, dikwijls al voor wij er waren op weg was naar weer een vergadering, naar weer een bijeenkomst. En dat moet voor Ad Doeleman niet al tijd even gemakkelijk zijn ge weest, boer als hij was en ook altijd is gebleven, met hart en ziel. En hiermede denk ik een van zijn grootste verdiensten te hebben aangeduid. Wanneer je de belangen van een groep wilt kunnen behartigen moet je er voor zorgen er zelf midden in te blijven staan en dat deed hij. Ho pelijk zal dat hem die na hem komt ook zo mogelijk zijn. Een tweede aspekt dat mij in de af gelopen tien jaar, dat hij ZLM- voorman was steeds weer op viel, en wat ik hier niet onver meld wil laten is zijn enorme inzet voor de zaak waar hij mee bezig was, ook wanneer het werk op het bedrijf riep. Schier onvermoeibaar trok hij er steeds weer op uit, ook als hij wist dat landbouwwerkzaamheden niet zijn deel zouden zijn en ondanks het feit dat hij steeds zijn bedrijf, waar hij zo met al zijn vezels aan verbonden is aan andere moest overlaten. En dat moet je dan ook maar kunnen. Dat steeds maar weer blijven vechten voor de belangen van je bedrijfsgeno- ten. Ook al weet je dikwijls al van te voren dat je het gelijk niet aan je kant zult krijgen moet wel erg veel van iemand vragen. En niet alleen dat, maar ook van zijn thuisfront. Wellicht realiseren wij ons dat dikwijls onvol doende. Tenslotte: het karwei is ge klaard, de klus zit erop en je komt weer gewoon thuis in het bedrijf en in onze samenwer king. Ik zie er naar uit, want voor gewoon een beetje "boeren" was in 't verleden dikwijls niet zoveel tijd over en dat wordt, hoop ik nu weer als van ouds. Roel Visser J 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 15