Bestuurlijk funktioneren
voor alle boeren
ZLM-periode Doeleman was
er een van groei en bloei
zuidelijke landbouw maatschappij
land- en
tuinbouwblad
Extra nummer ZLM Land- en Tuinbouwblad
Deze extra editie van het ZLM blad staat geheel in het teken van het
afscheid van de ZLM-voorzitter Ad. J.G. Doeleman. Hoezeer de heer
Doeleman alom wordt gewaardeerd mag ondermeer blijken uit de
grote spontaniteit waarmee een aantal personen uit alle lagen van
de agrarische maatschappij heeft gereageerd op ons verzoek om
iets voor en over Doeleman te schrijven. Wat zij van zijn persoon en
van zijn funktioneren als behartiger van boerenbelangen vinden,
treft u op deze en de volgende pagina's aan. De redaktie die de
scheidende voorzitter veel dank verschuldigd is voor zijn warme be
langstelling voor het ZLM blad en voor de talloze bijdragen die hij
aan ons blad heeft geleverd, heeft haar medewerking graag aan de
ze extra editie verleend. Wij bevelen u de bijdragen van harte ter le
zing aan. En Doeleman bedankt. j wierenga
De heer A.J.G. Doeleman
Onder zeer grote belangstelling heeft de heer A.J.G. Doeleman maandag
8 december in de Prins van Oranje te Goes afscheid genomen als voorzit
ter van de ZLM. Gedurende een tiental jaren heeft hij leiding gegeven
aan de Zuidelijke Landbouw Maatschappij. Tijdens de vergadering van
het hoofdbestuur van de ZLM maandag 1 december jl. is hem reeds voor
zijn grote verdienste voor de Zuidelijke Landbouw Maatschappij het
ZLM-bord uitgereikt door vice-voorzitter A.H. Munters. Op de algemene
ledenvergadering van maandag 8 december werd de heer Doeleman op
nieuw veel lof toegezwaaid voor zijn onvermoeibare en volledige inzet
voor de belangen van de boeren en tuinders in het algemeen en voor die
van de ZLM in het bijzonder.
Onder het voorzitterschap van de
heer Doeleman dat begon op 1 ja
nuari 1977 heeft de ZLM een pe
riode van groei en bloei doorge
maakt. Het ledental steeg van
7800 eind 1976 tot bijna 8500
medio 1985. Dit terwijl vrijwel alle
maatschappelijke organisaties le
denverlies moesten incasseren. In
zijn voorzitterschap realiseerden
zowel de Onderlinge Verzekering
Maatschappij van de ZLM (1981)
als de Accountantsunie ZLM
(1984) nieuwe kantoorgebouwen.
Ook kon de ZLM-school voor
LHNO te Oostkapelle eind 1984
een nieuw schoolgebouw betrek
ken terwijl de meeste andere ZLM-
scholen werden uitgebreid en/of
gerenoveerd.
Op het bestuurlijke vlak maakt de
heer Doeleman zich vooral sterk
voor de bedrijfsontwikkeling in de
land- en tuinbouw. Zijn aktivitei-
ten richten zich daarbij met name
op het drieluik onderzoek, voor
lichting en onderwijs. Ondanks het
feit dat hij zijn gehele voorzit
tersperiode met sterk afnemende
overheidsmiddelen te kampen
heeft gehad is hij er vrijwel steeds
in geslaagd wegen te vinden om
zijn doelen te verwezenlijken. Hij
deed (en doet) dit onder meer door
zijn inbreng als: voorzitter van de
provinciale raad voor de bedrijfs
ontwikkeling in Zeeland, voorzit
ter van de invloedrijke commissie
bedrijfsontwikkeling en agrarische
voorlichting (BOAV) van het Land
bouwschap en zijn lidmaatschap
van de landelijke raad voor de be
drijfsontwikkeling.
Ook de automatisering in de land
en tuinbouw heeft al vroeg de be
langstelling van de heer Doeleman
gekregen. Hij heeft ze waar moge
lijk gestimuleerd. Een en ander
heeft in 1985 geleid-tot zijn be
noeming als voorzitter van de
stichting informatievoorziening in
de akkerbouw (SIVAK) ofwel de
landelijke takorganisatie akker
bouw. Mede door de aanmoedi
ging van de heer Doeleman zijn er
met name in Zeeland de afgelopen
jaren belangrijke initiatieven geno
men met betrekking tot de verbe
tering van de bedrijfsstruktuur.
Voor grote delen van Zeeland wer
den verkavelingen aangevraagd
en een aantal daarvan zijn inmid
dels ook gehonoreerd. Ook bij het
zoeken naar oplossingen voor de
mestproblematiek is hij nauw be
trokken.
Een wel zeer bijzondere plaats in
de carrière van de heer Doeleman
neemt zijn onvermoeibaar streven
in naar een goede zoetwatervoor
ziening voor de land- en tuinbouw
in zuidwest Nederland. Als geen
ander heeft hij zich hiervoor inge
zet en in feite zijn naam aan ver
bonden. Het ziet er nu naar uit dat
deze inspanningen in eerste in
stantie zullen resulteren in de aan
leg van een zoetwaterpijpleiding
naar Schouwen-Duiveland en de
zoetwatervoorziening voor Tholen
en St. Philipsland.
Ook de maatschappelijke ontwik
kelingen hebben de belangstelling
van de heer Doeleman. Als voor
zitter heeft hij er (indirect) steeds
op toegezien dat de ZLM bepaalde
maatschappelijke of culturele ont
wikkelingen stimuleerde en/of on
dersteunde. Daardoor heeft de
ZLM zich doen kennen als een
maatschappij die meer is dan een
belangenorganisatie voor de land
en tuinbouw. Voorzover de tijd
hem dit toeliet heeft de heer Doe
leman zich ook direct voor aktivi-
teiten buiten de land- en tuinbouw
ingezet.
'Het bekende spreekwoord
'Wie het kleine niet eert, is het
grote niet weerd' zou ik willen
toepassen op het funktioneren
van de heer A.J.G. Doeleman in
de agrarische sektor op regio
naal en op nationaal nivo.
Ik zal dat verduidelijken.
Hoewel afkomstig uit de kring
van de grote akkerbouwers is
zijn optreden steeds geken
merkt geweest door een grote
en oprechte belangstelling voor
de kleinere boer en de vee
houders.
Dit is naar mijn mening de rode
draad door de bestuurlijke loop
baan van de heer Doeleman in
de agrarische sektor, die inmid
dels een kleine 25 jaar omvat.
Als ik kijk naar het begin van die
loopbaan dan is immers zijn eerste
grote wapenfeit het omvormen
van de bedrijfsstudiegroep
Schouwen-Duiveland van een
groep voor grote akkerbouwers tot
een vereniging van bedrijfsvoor
lichting.
Een vereniging, die zich richt op al
le boeren, groot en klein, veehou
der of akkerbouwer.
Tijdens zijn voorzitterschap van de
ZLM, dat in 1977 begon, heeft hij
deze levendige belangstelling voor
het wel en wee van alle boeren be
houden.
De voorbeelden daarvan liggen
voor het oprapen.
Deze aandacht voor de Zeeuwse,
Noord-Brabantse en de Nederland
se landbouw over de gehele linie is
in het bijzonder naar voren geko
men in de keuze van onderwerpen,
die zijn grootste interesse weg
dragen.
Dan denk ik aan de maatregelen
gericht op het verbeteren van de
bedrijfsstruktuur en aan de instru
menten onderzoek, voorlichting en
onderwijs.
Deze belangstelling, bestuurlijk zo
wel op regionaal als op nationaal
nivo tot gelding gebracht, heeft
betrekking op de kern van het suk-
ses van de Nederlandse agrarische
sektor.
De heer Doeleman heeft daar van
uit de landbouworganisaties een
belangrijke bijdrage aan geleverd.
In deze hoedanigheden is hij veel
werkzaam geweest op het raak
vlak overheid-bedrijfsleven.
Dat gebeurde niet alleen op regio
naal, maar ook op landelijk nivo.
Als voorzitter van de Kommissie
Bedrijfsontwikkeling en Agrarische
Voorlichting van het Landbouw
schap was hij voor het bedrijfsle
ven eerste woordvoerder in de
Landelijke Raad voor Bedrijfsont
wikkeling en in het bestuur van het
G.J.M. Braks
Ontwikkelings- en Saneringsfonds
voor de Landbouw.
Hij heeft daar zijn mening niet on
der stoelen of banken gestoken.
Daarbij was hij kritisch maar fair.
Kritisch, daar waar het zijn mening
betrof dat de molens van de over
heid wel eens te traag maalden.
Kritisch ook, wanneer het ging om
in zijn ogen overdreven regelzucht
bij de overheid.
Fair in zijn erkenning van de ver
antwoordelijkheid van de overheid
om beslissingen te nemen, wan
neer het bedrijfsleven daar om een
of andere reden nog niet aan toe
was.
Fair ook om in voorkomende geval
len volmondig te erkennen dat hij
iets verkeerd heeft gezien.
Ik moet hierbij de kanttekening
maken, dat dat laatste overigens
niet vaak voorkwam.
Kritisch en fair was hij niet alleen
in zijn houding ten opzichte van de
overheid.
Medebestuurders en medewerkers
kunnen daar over meepraten.
Degenen, die nauw met de heer
Doeleman samenwerkten wisten
echter ook, dat hij en zijn echtge
note altijd persoonlijk betrokken
waren bij hun wel en wee.
Een kleine moeite, maar de betrok
kenen stak hij daarmee een hart
onder de riem.
Ook hier is naar mijn mening de
zegswijze van toepassing 'Wie het
kleine niet eert, is het grote niet
weerd'.
Ik heb tot slot begrepen, dat de
bestuurlijke talenten van de heer
Doeleman met zijn afscheid als
ZLM-voorzitter niet geheel voor de
landbouw verloren gaan.
Een goede zaak naar mijn mening.
Rest mij hem daarbij en in zijn
privé-leven de komende jaren veel
sukses en voldoening toe te
wensen'.
de Minister van Landbouw en
Visserij
1
BEDANKT
Maandag 8 december 1986