Do el em an ZLM moet zich sterker maken door duidelijke
11 jaarrede: politieke en individuele belangenbehartiging
Veiligheid
Bredere afzetkansen
Harmonie
Vrijwilligheid
Mestproblematiek
Waterbeheer
Marktgericht beleid
Bij het begin van de Algemene Le
denvergadering van de ZLM maan
dag 8 december jl. in de Prins van
Oranje te Goes stond de vergadering
enige momenten stil bij de leden die
liet afgelopen jaar zijn overleden.
Voorzitter A.J.G. Doeleman noem
de met name de heren J. de Lange en
J. Scheele. Hij memoreerde de grote
inzet en vriendschap van de overle
den direkteur van de verzekeringen
ZLM. Erg veel waardering heeft de
ZLM ook voor de inzet en betrok
kenheid van het haar ontvallen
hoofdbestuurslid J. Scheele uit
Zaamslag. Beide namen bij de ZLM
en de ZLM nam bij beide een grote
plaats in.
De heer Doeleman sprak na een kor
te stilte vervolgens zijn laatste jaar
rede uit:
'Voor Zeeland en een belangrijk deel
van West-Brabant', zo begon hij, 'is
in 1986 een belangrijke mijlpaal be
reikt: een naar menselijke maatsta
ven berekende bescherming tegen de
zee. Daarbij mag evenwel niet verge
ten worden dat de voltooiing van de
Deltawerken rond de Westerschelde
niet eerder dan in 1990 bereikt zal
worden. Wij zijn dankbaar voor wat
na ruim 30 jaar tot stand is gebracht.
Wat er tijdens de ramp van 1953
heeft plaatsgevonden mag ook nu
met de bereikte veiligheid niet in de
vergetelheid geraken. Berekeningen
over de stijging van de zeespiegel ge
ven aan dat met de kwetsbaarheid
van het land achter de dijken niet ge
sold mag worden, rond de Wester
schelde maar ook binnen de in
vloedsfeer van de getijbeweging in
de Oosterschelde. Nauwlettend dient
erop toegezien te worden wat de ge
volgen zijn van het menselijk ingrij
pen. Uit de recente ontwikkelingen
in de Eendracht blijkt dat de natuur
anders kan reageren dan deskundi
gen hadden berekend. Waterschap
pen dienen waakzaam te blijven.
Aan de financiële verantwoordelijk
heid van de overheid mag politiek
niet worden gesleuteld. De over
heidsbijdrage van 80% aan de zorg
voor de dijken dient gehandhaafd te
blijven. De hoge ekstra investering
die de bouw van de stormvloedke
ring hebben gevergd zijn nl. overwe
gend van boven provinciaal belang.
De landbouw heeft daarbij de groot
ste offers moeten brengen. Zo is het
onrechtvaardig dat de zoetwater
voorziening als 2e belangrijke
doelstelling van de Deltawet, - na de
veiligheid - uit de gewijzigde Delta
wet is geschrapt. Het gevolg daarvan
is nu dat de verantwoordelijkheid
voor de zoetwatervoorziening met
name op Schouwen-Duiveland voor
een belangrijk deel voor rekening
komt van het Ministerie van Land
bouw en de Provincie.
Het evenwicht tussen landbouw-
ekonomische en ekologische belan
gen is door deze handelswijze in ho
ge mate verstoord.
Zeeland zal zeer alert moeten zijn
om niet achterop te geraken bij de
verdere ekonomische ontwikkelin
gen. Terecht heeft de Maatschappij
voor Nijverheid en Handel de eko
nomische toekomst van Zeeland
centraal gesteld.
De land- en tuinbouw zal ook in de
toekomst een belangrijke rol blijven
spelen bij het ekonomisch gebeuren
in Zeeland. Steeds meer zullen agra
rische produkten worden bewerkt
voordat ze konsumptieklaar zijn.
Tot nu toe is de industriële verwer
king van landbouwprodukten in
Zeeland beperkt gebleven. Meer
aandacht en bundeling van krachten
vanuit de agrarische sektor is nodig
om voor akkerbouw, vollegronds-
groente en fruitteelt bredere afzet
kansen te kreëren.
Duidelijke verschillen zijn er tussen
Brabant en Zeeland. In Brabant is er
een konsentratie van zuivel,
mengvoer- en suikerindustrie, slach
terijen enz. Deze konsentratie en
korte afzetlijnen zijn belangrijk
voor de primaire produktie. Maar
zeker ook in Zeeland is het voor de
land- en tuinbouw belangrijk dat een
ekonomisch gunstig klimaat aanwe
zig is voor verdere AGRO-
industriële ontwikkelingen. De pro
vincie kan daarbij een stimulerende
rol spelen. Nieuwe ontwikkelingen
waarvan de mogelijkheden nu nog
moeilijk zijn te voorspellen zoals bio-
technologische toepassing bij de
produktie en verwerking van agrari
sche produkten. Wordt dit een 2e
groene revolutie en wat zal de rol
van de landbouw daarbij zijn? Het
Landbouwschap spreekt over kan
sen of bedreiging. Worden wij meer
afhankelijk van de groot-industrie
met alle gevolgen voor de kleinscha
lige produktiestruktuur van de land
en tuinbouw? Of kunnen er geza
menlijk met afzetorganisatie en in
dustrie oplossingen gevonden wor
den voor andere afzetmogelijkheden
van produkten waarvoor nu nog on
voldoende mogelijkheden zijn? Vra
gen die volgens Doeleman nu niet
zijn te beantwoorden, maar die voor
de toekomst van de landbouw van
zeer groot belang zullen zijn. Grote
verantwoordelijkheid dragen de pro
vincies bij de verdere ontwikkeling
van de primaire produktie-
omstandigheden voor land- en tuin
bouw nu zij ook een spilfunktie ver
vullen bij de invulling van de landin
richtingsschema's.
Evenwichtige belangenbehartiging
tussen maatschappelijke en ekono
mische belangen is in deze tijd niet
eenvoudig. Daarvoor is politieke
durf en daadkracht nodig. De land
bouw wordt in belangrijke mate
beïnvloed door het spanningsveld
wat er bestaat tussen de moderne
landbouw en ekologische belangen.
In Zeeland en West-Brabant speelt
de akkerbouw een dominerende rol.
Dat betekent een grootschalig land
schap met een open karakter. Juist
de openheid van het landschap, af
gewisseld met zeearmen, trekt re-
kreatie aan.
In grote delen van Zeeland is na '53
een nieuw landschap ontstaan afge
stemd op de moderne landbouw.
Een landschap met belangrijke na
tuurgebieden en wegbeplantingen
die voor verschillende gebieden niet
passen bij het karakter van het land
schap. Daarbij komt dat het onder
houd van wegbeplanting duur is en
het effekt niet optimaal. Voor land
schapsbeheer en uit landbouwkun
dig oogpunt kan het een uitdaging
zijn in harmonie akkerbouwgebie
den nog aantrekkelijker te maken.
Ik denk daarbij aan een coulissen
landschap geaksentueerd door erf-
beplantingen rond boerderijen.
Harmonie tussen bewoning, in
dustrie, rekreatie, landbouw, natuur
en landschap is niet eenvoudig maar
met begrip voor de verschillende be
langen is veel te bereiken.
Is er voldoende inzicht hoe de bevol
king het landschap beleefd. Hoe de
mensen die met de sticker op de auto
rijden 'ik hou van mijn Zeeuwse
landschap' het landschap beleven.
En hebben zij er geld voor over.
Naast alle rapporten over het lande
lijk gebied zou het volgens Doele
man goed zijn een studie te verrich
ten hoe de "burger het landschap
beleeft.
In Brabant worden plannen bespro
ken om de provincie in 3 kategoriën
in te delen. De ZLM-voorzitter
vraagt zich af of het (op kaart) vast
leggen van gebieden met gescheiden
funkties mogelijk en uitvoerbaar is
gezien de verschillende belangen. De
landbouw heeft een belangrijke bij
drage geleverd aan de welvaart van
grote delen van Brabant waar nog
niet lang geleden armoe heerste op
toen - agrarisch gezien - waardeloze
grond. Met die situatie dient reke
ning gehouden te worden en verder
gewërkt. Naast welzijn dient ook de
welvaart behouden te worden.
Veel problemen hebben wij met de
begrenzing van het Nationale Park
in Oprichting de Biesbosch.
De bezwaren richten zich met name
tegen de opname van het Steurgat
binnen de begrenzing van het N.P.,
waardoor een wig gedreven wordt in
een geografisch goed verkavelde
landbouwgebied met op termijn ge
zien onvermijdelijke schadelijke uit
werkingen voor de landbouw in deze
gebieden. Dat ook de landbouw bij
moet sturen wordt erkend. Dat dient
evenwel op evenwichtige wijze te ge
beuren om te voorkomen dat de
landbouw schoksgewijs wordt ge
schaad.
Deze benadering past ook bij het re-
latienotabeleid. Onzekerheid blijft
er in de praktijk bestaan over de ma
te van vrijwilligheid van beheersover
eenkomsten.
Wat betekent vrijwilligheid met hel
bestemmingsplan als stok achter de
deur zo vraagt de praktijk zich af.
Getracht moet worden een beleid te
voeren waardoor het mogelijk is
naast een normale bedrijfsvoering
beheersovereenkomsten af te slui
ten. Bijsturen, ook waar nodig van
uit de landbouw. Terecht worden de
problemen van de mestoverschotten
nu aangepakt.
Wanneer de akkerbouw terughou
dend is bij het gebruik van drijfmest
mag dat niet negatief worden beoor
deeld. Veeleer moet dit een aanspo
ring zijn naar andere afzetmogelijk
heden te zoeken. Met voortvarend
heid moet gewerkt worden aan het
opstarten van proeffabrieken voor
de verwerking van mest. Initiatieven
die worden genomen door het be
drijfsleven in Brabant en gezamen
lijk in Gelderland, Overijssel en
Utrecht dienen positief beoordeeld
te worden.
De technische mogelijkheden voor
het gebruik van drijfmest in de ak
kerbouw zijn beperkt. Terecht heeft
de regering naar ons geluisterd en is
het tijdelijk uitrijverbod op klei
grond geschrapt. Beperkte mogelijk
heden die voor drijfmest gelden, gel
den evenzeer voor zuiveringsslib.
Het gaat hierbij vooral om de be
lasting van de bodem met zware me
talen. Wij zijn van mening dat zuive
ringsslib aangewend mag worden
mits voldaan wordt aan strenge kon-
trole op de aanwending van hoeveel
heden per ha en het percentage zwa
re metalen die het slib bevat.
Berekend is dat wanneer zuive
ringsslib op andere wijze verwerkt
moet worden dit een verzwaring van
de bijdrage aan zuiveringslasten be
tekent zo'n ƒ30,per gezin. De
kwaliteitsbewaking van landbouw
produkten mag echter niet door an
dere gemeenschappelijke belangen
beïnvloed worden.
Ook hier geldt dat de vervuiler be
taalt. Er mag niet met twee maten
gemeten worden nu de veehouderij
zelf een heffing moet betalen vooi
mestoverschotten, terwijl de proble
men van het zuiveringsslib eveneens
op de landbouw lijken te worden af
gewenteld. De landbouw zal deze
ontwikkelingen kritisch moeten blij
ven volgen.
Belangrijk voor de landbouw is ook
het toekomstig waterbeheer. Men
spreekt nu over een integraal water
beheer. Daarmee wordt bedoeld het
beheer van het oppervlakte water en
het grondwater. Tussen Zeeland en
Brabant zijn duidelijke verschillen te
onderkennen. In Brabant is het be
langrijk dat er voldoende grondwa
ter beschikbaar blijft voor de land
bouw. In Zeeland is grondwater ge
schikt voor drinkwater en landbouw
sowieso beperkt.
Dat de landbouw belang heeft bij
zoetwater komt duidelijk naar voren
bij de initiatieven die genomen zijn
vanuit de landbouw, meer inzicht te
krijgen in wat in Zeeland beschik
baar is aan zoetwater in de bodem.
De landbouw heeft duidelijk vooruit
gelopen op wat men nu met integraal
waterbeheer bedoeld met het infil
tratie projekt in Kapelle.
Het grondwater en het oppervlakte
water in Zeeland worden nu en in de
toekomst in sterke mate beïnvloed
door zoute kwel. In Zeeland zullen
wij dan ook (helaas) niet de knapste
jongen uit de klas kunnen spelen als
het gaat om integraal waterbeheer.
Vanuit deze situatie hebben wij initi
atieven genomen om in overleg met
de Watermaatschappij Zuidwest Ne
derland te onderzoeken of op grote
re schaal dan tot nu toe druppelbe-
vloeiing via de waterleiding mogelijk
is. Inspelen op wat praktisch moge
lijk en haalbaar is, is belangrijk.
Teveel worden wij in Mederland
beïnvloed door en bedolven onder
diklce rapporten en zogenaamde be
leidsvisies die door de gewone bur
ger niet meer zijn te volgen. Wij vra
gen ons af of dit nog wel mogelijk is
voor verantwoordelijke bestuurders,
ook in de politiek. Dit 'No nonsens
beleid' van deze regering heeft he
laas weinig effekt op het voornemen
tot deregulering. Juist daar zijn er
mogelijkheden tot bezuiniging. Dat
blijkt evenwel politiek te gevoelig te
liggen.
Zorg hebben wij vanuit de landbouw
over de konsentratieplannen voor de
waterschappen van Gedeputeerde
Staten van Zeeland. In Noord-
Brabant zijn er nog 34 waterschap
pen. Wel bestaat het voornemen via
konsentratie te komen tot 16 water
schappen. Het is maar dat men het
weet...
Ik zal vandaag geen konkrete uit
spraken doen over deze konsentra
tieplannen. Wel waarschuw ik voor
het gevaar van burokratisering. Wa
terschappen funktioneren praktisch
en via korte lijnen, in het belang van
de gemeenschap. Het is opmerkelijk
dat alleen politiek de konsentratie
van de waterschappen in de belang
stelling staat. Met daartegenover dat
direkte belanghebbenden als boer
en tuinder en instellingen als de Ka
mer van Koophandel tegen konsen
tratie zijn.
En uit de zeer geringe belangstelling
voor de Waterschapsverkiezingen
durf ik af te leiden dat ook de bevol
king van Zeeland vertrouwen heeft
in het beleid wat de waterschappen
voeren.
Dames en heren, zo vervolgde de
heer Doeleman, de georganiseerde
landbouw zal verantwoordelijkheid
moeten durven dragen. Dat is een
bijzonder moeilijke opgave met de
problemen van vandaag. Problemen
waar wij geen invloed op hebben.
Vanmiddag zal de heer De Zeeuw
10
Vrijdag 12 december 1986