Bedrijfsekonomische boekhouding
kan het echte antwoord geven
Ondernemer Ekstra
Hoe goed ben ik als boer?
Landbouwschap ziet nog niet veel in houtteelt
SVTO
Hoe goed ben ik als boer? Het is een vraag die een ondernemer in
de landbouw zichzelf dient te stellen. Je kunt natuurlijk proberen om
dit na te gaan door naar de stand van je gewassen te kijken ten op
zichte van je buurman, door te kijken naar je produktie per koe ten
opzichte van je kollega's, maar dan nog? Goed boer zijn betekent im
mers dat je niet alleen naar de opbrengstenkant moet kijken maar ook
naar de kostenkant. In feite gaat het om de winst.
Hoe goed ben ik als boer? Er is meer voor nodig dan alleen naar de stand
van de gewassen te kijken. (Foto Ab Westerbeek).
Gemiddelde arbeidsopbrengst in gld. per ondernemer (pachlbasis)
Akkerbouw Grotere bedrijven Kleinere bedrijven
Noordelijk
Centraal
Zuidwest-
Veen
Klei
Veen
klei
klei
klei
koloniën
gebieden
koloniën
gebied
gebied
gebied
1980/'81
21800
64500
63400
21100
19100
5200
1981/*82
34200
73400
83700
43900
22800
18900
1982/'83
64000
71400
59800
40700
16500
16300
1983/'84
68300
173800
169000
27000
39900
- 1700
1984/'85 1)
40000
42000
44000
48000
10000
15000
1985/'86 2) 3)
5000
5000
10000
42000
- 10000
10000
6 jaarlijks gem.
38.885
72.684
72.650
37.117
19.717
10.617
Rundveehouderij
Grotere
bedrijven
Kleinere
bedrijven
Nrd.klei
Westelijk
Weide- Gemengde
Weide- Gemengde
en vee-
weide
bedr.,
bedrij
bedrij
bedrij
weide
gebied
zand
ven
ven
ven
gebied
gebieden
1980/!81
23000
17600
21400
4800
7700
1700
1981/'82
43200
24900
41400
34100
15200
9900
1982/'83
48200
32800
44900
37200
13400
5100
1983/'84
34300
20600
37800
21600
5900
2200
1984/*85 1)
36000
25000
30000
22000
5000
3500
1985/'86 2)
42000
34000
42000
28000
10000
5000
6 jaarlijks gem.
38.117
25,817
36.250
24.617
9.534
4.484
1) Voorlopige cijfers.
2) Prognose.
3) Bij aktuele opbrengstprijzen van vrije produkten. Uitgaande van genormaliseerde
opbrengstprijzen zou de arbeidsopbrengst bedragen: Noordelijk kleigebied ƒ42000,
Centraal kleigebied ƒ70000,Zuidwestelijk kleigebied ƒ63000,Veenkoloniën
ƒ42000,kleinere bedrijven kleigebieden ƒ12000,en kleinere bedrijven Veenkolo
niën ƒ10000,
Het is duidelijk dat hier een probleem
rijst. Zo langzamerhand weet een ie
der wel dat de fiskale winst niet als
maatstaf kan dienen voor de rentabi
liteit van het bedrijf. Iedereen weet zo
langzamerhand wel dat er naast een
fiskale boekhouding ook een bedrij fs-
ekonomische boekhouding kan wor
den gemaakt. In deze
bedrijfsekonomische boekhouding
wordt het netto-overschot veelal als
maatstaf genomen voor de bedrij fs-
uitkomsten. Vervolgens wordt dan in
deze bedrijfsekonomische boekhou
ding ook uitgerekend de zogenaam
de gemiddelde arbeidsopbrengst van
de ondernemer op pachtbasis door bij
het netto-overschot bij te tellen de
post berekend loon boer. Het zijn
juist deze cijfers die in de landbouw
politiek een rol spelen. Ze worden ie
der jaar door het LEI gepubliceerd.
Dit betekent dus dat het mogelijk is
om het resultaat van het eigen bedrijf
te vergelijken met de zogenaamde
LEI-gemiddelden van de diverse ge
bieden. Deze LEI-gemiddelden zijn
vermeld in de tabellen 1 en 2.
Ter nadere toelichting op deze tabel
len nog het volgende:
wij zien bijvoorbeeld dat de gemiddel
de arbeidsopbrengst van de boer op
de grotere akkerbouwbedrijven in het
Noordelijk kleigebied in de laatste 6
jaren heeft bedragen: ƒ38.885,Dit
betreft het resultaat bij een gemiddel
de bedrijfsgrootte van ongeveer 60
hektare. Voor het centrale kleigebied
is een gemiddelde bedrijfsgrootte van
±43 hektare aangehouden. Voor de
grotere Veenkoloniale bedrijven ging
men uit van een gemiddelde bedrijfs
grootte van ongeveer 53 hektare, voor
de grotere melkveehouderijbedrijven
in het Noordelijke klei- en veenwei-
degebied van ca. 35 hektare met 72
melkkoeien, voor de grotere weidebe-
drijven in het Westelijk weidegebied
van ca. 28,5 hektare met 68 melk
koeien.
Verschil met fiskale boekhouding
De verleiding is nu groot om de eigen
bedrijfswinst te vergelijken met de cij
fers in de tabel. Nemen we bijvoor
beeld de gemiddelde arbeidsopbrengst
van de boer in het Noordelijk kleige
bied van oogst 1984 dan zien we dat
volgens de voorlopige uitkomst van
het LEI de gemiddelde boer in het
Noordelijk kleigebied een arbeidsop
brengst heeft gehad van ƒ40.000,
Is het nu verantwoord om de eigen
fiskale winst te vergelijken met dit cij
fer? Het antwoord is duidelijk: dit
kan niet. Er zijn duidelijk verschillen
tussen de bedrijfsekonomische boek
houding en een fiskale boekhouding.
De voornaamste verschillen zijn:
1Bij de bedrijfsekonomische boek
houding wordt gewerkt op
pachtbasis.
2. Bij de bedrijfsekonomische boek
houding gaat het om kosten en op
brengsten; bij de fiskale boekhouding
gaat het om ontvangsten en uitgaven.
3. Bij de bedrijfsekonomische boek
houding worden interne leveranties,
bijvoorbeeld van het eigen bedrijf ge
wonnen stro, als kosten aangemerkt
voor de rundveehouderijsektor.
4. Bij de bedrijfsekonomische boek
houding wordt rente berekend over al
het werkzame vermogen. Bij de fis
kale boekhouding wordt alleen als
rentekosten geboekt de rente die men
werkelijk heeft betaald.
5. Bij de bedrijfsekonomische boek
houding wordt de arbeid van meewer
kende gezinsleden op geld
gewaardeerd.
Toch vergelijken?
Aangezien het voor iedere boer toch
interessant is om te weten of hij nu
relatief goed, danwel slecht boert is
de verleiding natuurlijk groot om toch
te gaan vergelijken met de officiële
LEI-cijfers. Het is duidelijk dat zon
der het aanbrengen van korrekties op
de fiskale winst dit beslist niet kan.
Wil men echter toch vergelijken dan
is het natuurlijk mogelijk om zelf eni
ge (globale) korrekties aan te brengen
op de fiskale winst ten einde na te
gaan of men werkelijk beter danwel
slechter boert dan de gemiddelde
LEI-boer.
Dit kan men met enig voorbehoud en
nogmaals slechts globaal doen op de
volgende wijze:
Ad. 1: Pachtbasis
Het LEI werkt op pachtbasis. In de
bovengenoemde gebieden worden
door het LEI voor de post grond en
gebouwen voor oogstjaar 1984 de vol
gende bedragen ingekalkuleerd:
kosten grond en gebouwen
(pachtbasis, inkl.
pachtersinvesteringen)
Akkerbouw: oogst 1984:
Noordelijk kleigebied: ƒ1095 per ha
Centraal kleigebied: ƒ1438 per ha
Zuid-Westelijk kleigebied: 925 per
ha
Veenkoloniën: 700 per ha
Rundveehouderij: 1984/1985:
Noordelijk klei- en veenweidëgebied:
ƒ1354 per ha
Westelijk weidegebied: ƒ1533 per ha
grotere weidebedrijven in de zandge
bieden: ƒ1490 per ha
Het is natuurlijk mogelijk om in de
eigen fiskale boekhouding de totale
kosten van grond en gebouwen te ver
vangen door bovengenoemde be
dragen.
Ad. 2: Kosten en opbrengsten tegen
over ontvangsten en uitgaven
Bij de fiskale boekhouding gaat het
om ontvangsten en uitgaven. Daarbij
is het mogelijk dat bepaalde ont
vangsten in een bepaald jaar in feite
betrekking hebben op het voorgaan
de jaar.-Ook kunnen uitgaven betrek
king hebben op het volgende
oogstjaar. In de bedrijfsekonomische
boekhouding worden de ontvangsten
omgezet in opbrengsten en de uitga
ven omgezet in kosten. Bij de fiskale
boekhouding kunnen er dus posten
aanwezig zijn die in feite betrekking
hebben op een voorafgaand dan wel
een volgend jaar. Het is mogelijk om
hier globaal korrekties op aan te
brengen.
Ad. 3: Interne leveranties
Bij de bedrijfsekonomische boekhou
ding worden interne leveranties zoals
bijvoorbeeld van het eigen bedrijf ge
wonnen stro, haver als kosten aange
merkt voor de rundveehouderij
sektor. Het is duidelijk dat daarmee
de uiteindelijke winst niet groter of
kleiner wordt. In feite gaat het bij de
bedrijfsekonomische boekhouding
om een beter inzicht in bijvoorbeeld
het niveau van voerkosten.
Ad. 4: Rente
In de fiskale boekhouding kunnen al
leen de rentekosten worden geboekt
die werkelijk worden betaald. Bij de
bedrijfsekonomische boekhouding
wordt de rente berekend over al het
werkzame vermogen. Wil men deze
post korrigeren in de fiskale boekhou
ding dan moet men alle betaalde ren
te uit de boekhouding schrappen en
voor wat betreft de kosten grond en
gebouwen inkalkuleren de hierboven
vermelde bedragen (pachtbasis, inkl.
pachtersinvesteringen). Daarnaast
dient er dan echter ook nog te wor
den berekend de zogenaamde bere
kende rente omlopend kapitaal op de
akkerbouwbedrijven. Het gaat hier
bij dus om de rentekosten die men
moet maken in verband met de voor
financiering van de komende oogst.
Het LEI hanteert hiervoor zoal de
volgende bedragen per hektare: zaai-
klaar verhuurd land ƒ20; snijmais,
wintertarwe, en graszaad ƒ90; suiker
bieten ƒ155; fabrieksaardappelen ok
tober geleverd ƒ245; pootaardappelen
oktober/november geleverd ƒ375 en
aardappelen ter velde verkocht ƒ200.
Op de akkerbouwbedrijven wordt
verder in de bedrijfsekonomische
boekhouding rente berekend over het
vermogen dat is vastgelegd in de
werktuigen en traktoren. Voor het
boekjaar 1984/'85 is 6'/2% rente be
rekend over de boekwaarde van de
werktuigen.
Voor de veehouderijbedrijven wordt
door het LEI in de bedrijfsekonomi
sche boekhouding ook rente berekend
over het vermogen dat is vastgelegd
in de veestapel. Daarbij is voor boek
jaar 1984/'85 6'/2% rente berekend
over gemiddelde van de waarde van
deze dieren volgens LEI normen.
Ad. 5: Arbeid meewerkende ge
zinsleden
Bij de bedrijfsekonomische boekhou
ding wordt de arbeid van meewerken
de gezinsleden en echtgenote op geld
gewaardeerd. Wil men dus de fiskale,
bedrijfswinst vergelijken met de ar
beidsopbrengst van de boer dan dient
men de fiskale bedrijfswinst eerst te
verlagen met het aantal uren dat de
echtgenote meewerkt maal (voor
1984/'85) ƒ25,05 per uur.
Nog meer korrekties
Hierboven zijn de voornaamste ver
schillen vermeld tussen de bedrijfs
ekonomische boekhouding en de
fiskale boekhouding. Er zijn nog
meer verschillen zoals bijvoorbeeld
tussen de fiskale post omzet en aan
was en de bedrijfsekonomische post.
Ook kan er verschil zijn tussen de fis
kale werktuigkosten en de bedrijfs
ekonomische (op vervangingswaarde).
Het is duidelijk dat wanneer men bo
vengenoemde korrekties heeft aange
bracht op de fiskale boekhouding, dat
men dan slechts een globale indruk
heeft van het eigen resultaat; in ver
gelijking met het LEI-gemiddelde van
de streek. Voor de ware reken
meesters kan het niettemin interessant
zijn om toch eens een poging te wa
gen om deze berekeningen te maken.
Hopelijk blijkt daaruit dat U boven
het LEI-gemiddelde skoort. Veel be
ter is het uiteraard wanneer U zelf een
bedrijfsekonomische boekhouding
aanschaft naast de fiskale boekhou
ding. Op die manier komt werkelijk
naar voren of U boven het gemiddel
de skoort danwel er onder.
Drs. P. Lanting
De letters SVTO staan voor So
ciale Vaardigheidstraining voor
Ondernemers. De SVTO-cursus
is gericht op het vergroten van de
sociale vaardigheid van de onder
nemer. Het is een cursus gericht
op de praktijk. Het gaat om het
verwerven van vaardigheden,
welke de ondernemer nodig heeft
voor het onderhouden van goede
contacten met iedereen in en bui
ten zijn bedrijf. Een ondernemer
kan o.a. leren adviezen van bui
tenstaanders op hun juiste waar
de te schatten. De cursus omvat
zes tweedaagse bijeenkomsten.
Opgave voor deze cursus is mo
gelijk via de centra voor agra
risch vervolgonderwijs in de
regio.
Het Landbouwschap staat gereser
veerd tegenover de mogelijkheid van
houtteelt op agrarische bedrijven.
Reden is dat de teelt te weinig op
brengt. Bovendien wil het Land
bouwschap eerst zekerheid hebben
dat de grond waarop hout wordt ge
teeld een agrarische bestemming
behoudt.
Dit heeft het Landbouwschap aan de
Tweede Kamer geschreven in een
reactie op het Meerjarenplan Bos
bouw van de overheid. Volgens het
schap blijft het risico bestaan dat ge
meenten grond met houtteelt achter
af een bestemming tot bos geven,
ook al heeft de boer een vrijstelling
van de plicht tot herinplanten. Te
rugkeer naar de gangbare landbouw
zou daardoof praktisch onmogelijk
worden. De boer kan grote schade
lijden.
Het Landbouwschap vindt dat de re
gering in het meerjarenplan terecht
geen rekening heeft gehouden met
het eventueel uit produktie nemen
van gronden, waarover de EG zich
momenteel beraadt. Mocht Neder
land de verplichting krijgen grond
aan de landbouw te onttrekken, dan
kan de overheid alsnog de rol van de
bebossing daarbij bekijken.
Bij de aanplant van nieuwe bossen is
het belangrijk rekening te houden
met al bestaande plannen voor land
inrichting van een gebied. Zo moe
ten de landbouwbelangen veel ge
wicht in de schaal leggen. Het Land
bouwschap vindt het een ernstige te
kortkoming dat dit belang niet ge
noemd wordt.
Vrijdag 5 december 1986
13