Zaoö
Hoofdbestuur ZLM:
Verlaging graanprijzen uitzichtloze weg"
zuidelijke landbouw maatschappij
Belangrijke mededeling voor
bezoekers Algemene
Vergadering ZLM
Varekamp: "Bij belangenbehartiging
geen tegenstelling tussen groot en klein"
VERVOLG PAG. 10
DÏÏD
VRIJDAG 5 DECEMBER 1986
74e JAARGANG NO. 3854
land- en
tuinbouwblad
Tijdens de maandag 1 december jl. gehouden hoofdbestuursvergadering van de Z.L.M. is aan een 5-tal aanwezigen
het Z.L.M.-bord uitgereikt als stoffelijke blijk van waarderinvoor hun inzet in en ten behoeve van de Z.L.M.-
organisatie. De vice-voorzitter A.H. Munters overhandigde voorzitter A.J.G.Doeleman het bord voor diens ver
diensten gedurende een 10-tal jaren als voorzitter van de Z.L.M. De heer Doeleman legt deze funk tie, zoals be
kend, per 1 januari 1987 neer. Per die datum verlaat ook hoofd- en dagelijks bestuurslid de heer M.J. Goud het
hoofdbestuur. Hij kreeg uit handen van voorzitter Doeleman het Z.L.M.-bord aangeboden. Bij gelegenheid van hun
afscheid als adviseur kregen tevens mevrouw J. Donken-Spoor en de heren W. Koster en Mr J.F.G. Schlingemann
een herinneringsbord. Wij komen de volgende week op deze gebeurtenis terug.
Op de foto staande van links naar rechts de heren M.J. Goud, W. Koster en A.J.G. Doeleman, zittend mevrouw J.
Donker-Spoor en mr. J.F.G. Schlingemann.
Het hoofdbestuur van de ZLM heeft maandag 1 de
cember jl. in haar maandelijkse vergadering in het
Landbouwhuis te Goes de diskussienota "Mogelijkhe
den van direkte vormen van produktiebeheersing voor
granen" besproken. Het hoofdbestuur onderstreepte
daarbij nogmaals zijn reeds eerder ingenomen stand
punt nl. dat een verlaging van de graanprijzen naar het
wereldmarktnivo een uitzichtloze weg is. Het hoofd
bestuur is zeker bereid mee te denken bij het oplossen
van de graanoverschottenproblematiek. Men opteert
voor de mogelijkheid van een Europees braakpremie-
regeling op vrijwillige basis, onder handhaving van het
huidige prijspeil. Het hoofdbestuur hecht er aan dit ei
gen geluid in de diverse beleidsorganen te laten ho
ren. "Het is nog veel te vroeg om het hoofd wat dat
betreft nu al in de schoot te leggen". Overigens moet
er de komende tijd nog een nadere invulling van de
eventuele vrijwillige braakpremieregeling komen.
In de diskussie werd met nadruk gewezen op het feit
dat door teeltverdringing ook de kleine akkerbouwbe
drijven, zij het in veel gevallen indirekt, toch betrok
ken zijn bij deze problematiek. Deze bedrijven zullen
daardoor onder druk komen te staan. De voorzitter
van de akkerbouwcommissie, de heer H.C. van der
Maas, ging vervolgens kort in op het bewaakte meng-
prijssysteem bij bieten. Het ging daarbij met name om
de nadere uitwerking van het bewaakt mengprijs-
systeem voor wat betreft de grondtransakties. Daar
over, zo bleek, ontstond begin deze week nog enige
onzekerheid. De werkgroep bietenaangelegenheden
~van de suikerbegeleidingskommissie heeft de defini
tieve tekst voor de regeling inmiddels vastgesteld.
Overigens is de regeling niet geworden wat het zuid
westen zich daarbij voor ogen heeft gestaan, ondanks
herKaalde pogingen daartoe van de betreffende verte
genwoordiger. (Zie voor nadere invulling van de
grondtransakties en de daarmee samenhangende bie
tenreferenties elders in dit nummer). Vervolgens
kwam de notitie "Zuivel Verder" van het Landbouw
schap aan de orde. Het schap bekommentarieert
daarin de voorstellen van de Europese kommissie om
tot een verdere produktiebeperking bij melk te komen.
De voorstellen van de kommissie moeten in de EG een
produktiedaling bewerkstelligen van 9,5 miljoen ton
melk. Wanneer dit gewenste produktienivo niet wordt
gehaald dan zou een verhoging van de medeverant
woordelijkheidsheffing overwogen worden. Zoals be
kend behoort tot de nieuwe voorstellen van de kom
missie ook een verhoging van de korting van 2% in
1987 tot 4% en van 1 in 1988 tot 2%; in totaal
6%. In een reaktie hierop bracht de voorzitter van de
veehouderijkommissie, de heer W. van Veldhuizen,
naar voren dat bij de oplossing van de overschotten-
problematiek in de zuivel vooral en in eerste instantie
moet worden uitgegaan van een optimale inspanning
om de bestaande zuivelvoorraden op te ruimen. Voor
wat betreft de korting op de produktie moet vervol
gens worden gestreefd naar een zo goed mogelijk be
nutten van de nationale en EG-opkoopregeling. Hier
deed de voorzitter van de veehouderijcommissie de
'suggestie om de kwota in het geheel niet meer over
draagbaar te maken. Alle vrijkomende kwota zouden
bij de minister ingeleverd moeten worden. Dan kun
nen alle bedrijven daarvan profiteren. Van Veldhuizen
stelde in dit verband verder dat verschillen in kor
tingspercentages tussen grote en kleine bedrijven on
gewenst zijn. "Waar blijven we als we daarmee be
ginnen want wie stelt vast wat een groot bedrijf en
wat een klein bedrijf is? De kleine bedrijven mogen
niet belast worden ten bate van de grote maar de gro-
De belangstelling voor de Algemene Vergadering van de
ZLM op maandag 8 december is buitengewoon groot.
Om organisatorische redenen kunnen daarom uitslui
tend bezoekers worden toegelaten die zich vooral' heb
ben gemeld èn in het bezit van de benodigde kaarten
(toegangsbewijs/lunchbon). Bezoekers zonder deze
kaarten zullen wij -overigens zeer tot onze spijt- moeten
teleurstellen. Wel is er nog de mogelijkheid om vanaf
16.30 uur de receptie te bezoeken. Diegenen die zich wel
hebben gemeld maar nog geen kaarten hebben ontvan
gen kunnen dit nog telefonisch melden op zaterdag 6 de
cember tussen 11.00 en 12.00 uur, tel nr. 01100 - 21010.
Ook personen die alsnog af (moeten) zien van deelname
worden verzocht dit te melden via het genoemde tele
foonnummer.
Mr. J. Oggel,
sekretaris ZLM.
Volgens de voorzitter van het Landbouwschap, de heer
Marius Varekamp, is het niet juist dat er op het punt van
de agrarische belangenbehartiging spanningen groeien
tussen grote en kleine bedrijven. "Er worden belangen
tegenstellingen gesuggereerd doe er in werkelijkheid niet
zijn", zei hij woensdag aan het begin van de openbare
bestuursvergadering.
Varekamp verklaarde dat het Landbouwschap bij de be
langenbehartiging streeft naar het scheppen van een si
tuatie waarin het individuele bedrijf zo veel mogelijk
ruimte wordt geboden om zich te ontplooien en zich aan
te passen aan nieuwe omstandigheden.
De georganiseerde landbouw is na langdurige en funda
mentele discussies tot de conclusie gekomen dat een meer
marktgericht landbouwbeleid het beste antwoord is op
de huidige landbouwpolitieke problemen. De door som
migen bepleit "bevriezing" van de bestaande situatie in
de Nederlandse land- en tuinbouw zou, aldus Varekamp,
op wat langere termijn de mogelijkheid op inkomen en
werk sterk beperken en het recht van de agrarische on
dernemers op ontplooiing en aanpassing ernstig frustre
ren.
De voorzitter van het Landbouwschap erkende overigens
dat bedrijven, zowel grote als kleine, door de technisch-
economische ontwikkelingen danig in de knel kunnen
komen. Hij betoogde dat het Landbouwschap dat pro
beert te ondervangen door zodanig te sturen en te kanali
seren dat abrupte effecten zoveel mogelijk worden ver
meden. naarmate de druk op de land- en tuinbouw toe
neemt, zullen wij op dit punt nog meer waakzaam moe
ten zijn, aldus Varekamp.
Vee-importen
In zijn openingswoord oefende de voorzitter van het
Landbouwschap forse kritiek op de import van runderen
die niet zijn voorzien van gezondheidscertificaten. Vare
kamp zei er begrip voor te hebben dat veehouders zich
door de tijdelijke aankoop van vee met betrekking tot de
Meststoffenwet voor de toekomst willen indekken.
"Maar dat begrip houdt op als daarbij grote en onver
antwoorde gezondheidsrisico's worden genomen waar
van de consequenties voor de sector als geheel niet zijn
te overzien", zo zei hij.
ten mogen en moeten niet gekort worden ten behoe
ve van de kleine".
De heer J. Hartgers merkte in een eerste reaktie op de
suggestie om een punt te zetten achter het over
draagbaar maken van de kwota nogal vérstrekkend te
achten. Omdat de konsekwenties van een en ander
nog onvoldoende konden worden overzien besloot
het hoofdbestuur om een kleine kommissie te vormen
die de suggestie van de heer van Veldhuizen verder
uit zal werken. De heer D. Hannewijk wilde tenslotte
nog eens onderstreept zien dat de minister soepel
dient te zijn bij het vaststellen van de mestproduktie
per bedrijf die wordt bepaald op basis van het aantal
aanwezige dieren op 31 december a.s. Op dat mo
ment zijn soms om verschillende redenen minder die
ren op het bedrijf aanwezig dan gewoonlijk en daar
van mag de veehouder niet de dupe worden.