Verlies op Europese
suikerregeling verdubbeld
nieuws
uit
brussel
Verzet tegen ruimere
invoer graanvervangers
Landbouwkwaliteitswet en
Warenwet niet onder hetzelfde
ministerie
COPA boos op Euro-commissie
Landbouwschap in brief
aan Tweede Kamer:
Europees Parlement: voorzichtig met bio
technologie in landbouw
Aspergeteelt in België
neemt toe
Landbouwschap: Meer geld voor
platteland in Derde Wereld
Lr moet veel meer geld op tafel komen om de enorme tekorten op
de Europese marktordening voor suiker op te vangen. Specialisten van
de Europese Rekenkamer in Luxemburg hebben namelijk uitgerekend,
dat het verlies op de suikerregeling over de afgelopen vijf jaar ('81/'82
tot en met '85/'86) tweekeer zo hoog zal uitvallen als eerder dit jaar
bij het vaststellen van een nieuwe suikerverordening nog werd aan
genomen.
(R. Winkel, Brussel)
In eén nog niet gepubliceerd rapport
van de Rekenkamer staat dat het te
kort over de afgelopen vijf jaar zal
oplopen tot 812,7 miljoen ecu, bijna
2 miljard gulden. De ministers van
Landbouw gingen eerder uit van een
tekort van circa 400 miljoen ecu.
Bij de diensten van de Europese Com
missie houdt men officieel overigens
nog steeds aan deze raming vast. Of
ficieus valt in Brussel echter te verne
men dat landbouwkommissaris Frans
Andriessen zich wel degelijk zorgen
maakt over het oplopen van de te
korten.
Uit het rapport van de Rekenkamer
blijkt dat de Europese Commissie en
de ministerraad veel te optimistisch
zijn geweest over de ontwikkeling van
de suikerprijs op de wereldmarkt. Het
verschil tussen de door de producen
ten betaalde heffingen en de uitge
keerde exportrestituties is tweekeer zo
snel opgelopen als werd verwacht.
Over de eerste drie jaar van de rege
ring bedraagt het verschil nog 452 mil
joen ecu, maar over het verkoopjaar
'85/'86 alleen al is er een nadelig ver
schil van ruim 200 miljoen ecu.
De Europese ministers van landbouw
kwamen vorig jaar overeen om het
toen nog op 400 miljoen geschatte
verlies in te halen door middel van een
speciale aanvullende produktiehef-
fing, die 80 miljoen ecu per jaar zou
moeten opbrengen. Op die manier
zou het verlies na vijf jaar weer zijn
goedgemaakt.
Het is nu de vraag of de nieuwe te
korten op de sektor zelf moeten wor
den afgewimpeld, in de vorm van nog
hogere heffingen. Weliswaar is bij de
suikerverordening altijd als uitgangs-.
punt gehanteerd dat de regeling zelf
financierend moest zijn, maar als de
verwachtingen van de Rekenkamer
uitkomen, dreigt de financiële achter
stand aan het eind van de vijfjarige
periode wel erg groot te worden.
De vraag klemt te meer, omdat een
verbetering van de wereldmarktprijs
voor suiker op korte termijn niet erg
waarschijnlijk lijkt. De kans is daar
door groot, dat ook de huidige markt
ordening voor grote verliezen gaat
zorgen. Onder meer als gevolg van de
prijsdruk op andere akkerbouwpro-
dukten wordt het suikerbietenareaal
nog steeds uitgebreid. Ook in Neder
land kwam er vorig jaar weer ruim ze
venduizend hektare bij. Er zullen dus
steeds meer Europese suikerover
schotten moeten worden afgezet op
de wereldmarkt.
Voor de Nederlandse Euro
parlementariër Eisso Woltjer (PvdA)
is deze situatie aanleiding om opnieuw
te pleiten voor een beperking van de
suikerproduktie in de gemeenschap,
onder meer ten behoeve van de sui
kerproducenten in de derde wereld.
Woltjer heeft de Europese Commis
sie vorige week gevraagd nu reeds met
voorstellen te komen voor een wijzi
ging van de huidige verordening, en
niet pas over anderhalf jaar, zoals
aanvankelijk de bedoeling was.
Woltjer heeft ook.schriftelijk vragen
gesteld over de dramatische financiële
achterstand die de afgelopen vijf jaar
is ontstaan. Hij wil met name weten
hoe de Commissie de hogere verliezen
denkt te dekken.
R. Winkel
De Europese boerenorganisatie CO-
PA en haar coöperatieve zusterorga
nisatie COGECA zijn niet bereid
verder te praten met de Europese
Commissie over produktiebeperken-
de maatregelen in de EG, als de Com
missie bij haar voornemen blijft veel
mèer ruimte te geven aan de invoer
van graanvervangende produkten.
COPA en COGECA hebben tot hun
verontrusting kennis genomen van het
feit, dat de Europese Commissie
voornemens is aan China een tarief-
vrij invoercontingent van 350.000 ton
maniok en 600.000 ton zoete aardap
pelen per jaar gedurende de eerstko
mende driejaren aan te bieden. Deze
hoeveelheden worden toegevoegd aan
de aanvullende koncessies van
575.000 ton maniok voor de periode
van 1987 tot 1990, die deze zomer aan
Thailand zijn toegekend.
Volgens COPA en COGECA is het
onbegrijpelijk, dat in een tijd dat de
Gemeenschap een begrotingskrisis
doormaakt en er overleg wordt ge
voerd over nieuwe maatregelen die de
produktie in bepaalde sektoren moe
ten kontroleren (inklusief het onttrek
ken van land) en de boeren grote
bijdragen moeten leveren om de
kosten van het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid te dekken, tegelij
kertijd aanvullende koncessies wor
den gedaan om tot de Gemeenschap
hoeveelheden toe te laten die bijna 2
miljoen ton graan zouden kunnen
vervangen. Dit is het equivalent van
ongeveer 400.000 ha land, gebaseerd
op de gemiddelde graanopbrengst in
de Gemeenschap. De uitvoer van de
ze hoeveelheden tegen de huidige we
reldmarktprijzen zou een bijdrage uit
de Gemeenschapsbegroting van onge
veer ƒ480 miljoen vergen.
Onder deze omstandigheden zijn CO
PA en COGECA niet bereid te pra
ten over mogelijke middelen, die de
produktie of afzet zouden kunnen
kontroleren. De boeren in de Ge
meenschap kunnen zich niet langer
opofferingen getroosten om een be
ter evenwicht tussen vraag en aanbod
in bepaalde produktensektoren te be
reiken, indien niet te zelfder tijd op
Gemeenschapsniveau maatregelen
worden genomen om een betere Ge
meenschappelijk preferentie te garan
deren, om daarmee de verzekering te
geven dat de Europese boeren niet de
enigen zijn die zich opofferingen moe
ten getroosten.
Om de belangen voor de volksgezond
heid en van de producent zo goed mo
gelijk tot hun recht te laten komen
moet de verantwoordelijkheid voor de
Landbouwkwaliteitswet en de Waren
wet in de toekomst niet onder een en
hetzelfde ministerie vallen. Dit heeft
het Landbouwschap geschreven aan
de Tweede Kamer in verband met het
overleg op 10 november aanstaande
tussen minister Braks van Landbouw
en Visserij en de Kamer over het
Landbouwkwaliteitsbeleid.
In de brief wijst het Landbouwschap
erop dat het agrarische bedrijfsleven
zelf al een belangrijke verantwoorde
lijkheid draagt voor de kwaliteit van
landbouwprodukten. Dit is echter niet
duidelijk genoeg naar voren gekomen
in de toelichting op de landbouwbe
groting 1987, zo meent het Land
bouwschap.
Volgens het Landbouwschap is het
belangrijk dat als een producent ex
tra inspanningen doet om een betere
kwaliteit te leveren dit ook tot uiting
komt in de prijs van het produkt. Een
goed keuringssysteem is hiervoor een
Vrijdag 7 november 1986
Nieuwe promotie-campagne
voor boerenkaas
"Wij vinden dat boerenkaas op de
tafel van iedere konsument hoort.
Om het produkt méér onder de
aan'dacht te brengen schakelen we
de winkelier in. Die kan het ver
haal rond de boerenkaas het best
aan de konsument vertellen".
Dat zegt A. Hoogendoorn, de
voorzitter van de Bond van
Boerderij-Zuivelbereiders, naar
aanleiding van een nieuwe lande
lijke campagne voor boerenkaas.
Daarbij worden aan de kaaswin
kelier promotie-pakketten ter be
schikking gesteld. De eerste
pakketten werden gepresenteerd
op dinsdag 21 oktober. De cam
pagne wordt uitgevoerd door Het
Nederlands Zuivelbureau in op
dracht van de Bond van Boerderij-
Zuivelbereiders.
voorwaarde, aldus het Landbouw
schap. Van belang is tevens, om de
kostprijs voor de producenten zo laag
mogelijk te houden hetgeen betekent
dat ook de produktkeuringen zo be
perkt mogelijk moeten zijn. Een doel
matige opzet van keuringsinstellingen
en een overheidsbijdrage in de keu
ringskosten zijn hiervoor nodig. Voor
een groot aantal produkten is de over
heidsbijdrage inmiddels teruggebracht
naar 50 procent.
Het Landbouwschap is van mening
dat de overheid zich wat de kwaliteit
betreft dient te beperken tot een toe
zichthoudende taak op basis van de
verschillende kwaliteitswetten, waar
onder ook de Landbouwkwaliteits
wet. Dit betekent ook dat het
landbouwbedrijfsleven verantwoor
delijkheid draagt voor de zogenaam
de negatieve kwaliteitsaspekten van
een produkt, zoals het aanwezig zijn
van residuen van middelen die bij de
teelt gebruikt zijn. Een verdere in
vloed van de zijde van de overheid op
het kwaliteitsbeleid van afzetorgani
saties wijst het Landbouwschap van
de hand.
De landbouwkommissie van het Eu
ropees Parlement heeft onlangs een
rapport besproken van het West-
duitse Europarlementslid Grave,
waarin wordt gekonkludeerd dat ui
terste voorzichtigheid geboden is bij
de aanwending van biotechnologie
in de landbouw.
De tweede groene revolutie die in de
landbouw wordt verwacht door de
toepassing van de biotechnologie
zou weieens averechts kunnen wer
ken, aldus het rapport. De Europese
landbouw zou weieens kunnen ver
slechteren in plaats van verbeteren
door de kommerciële toepassing van
biotechnologie en genenmanipulatie
in de landbouw.
De auteur heeft zich bij de opstelling
van zijn rapport vooral bediend van
gegevens over hetzelfde onderwerp
die werden verwerkt in een rapport
van het Amerikaanse kongres. In de
VS heeft men berekend dat de pro
duktie in de landbouw door toepas
sing van de biotechnologie eksplo-
sief zal stijgen met onder meer als
gevolg dat rond het jaar 2000 de
helft van de landbouwbedrijven zal
zijn verdwenen.
Het parlementslid wijst er in zijn
rapport op dat de kennis van de ma
terie tot nog toe onvoldoende is om
alle gevolgen ervan te kunnen inven
tariseren. In ieder geval zal een en
ander leiden tot een nog grootschali
ger landbouw, met alle gevolgen
vandien voor het milieu. Het resul
taat kan ook zijn dat de multinatio
nals de wereldlandbouwmarkt onder
elkaar gaan verdelen.
EG onderzoek naar
kartelvorming zuivel
Tegen de vijf grootste zuivelonder
nemingen in Nederland loopt bij de
Europese Kommissie in Brussel een
onderzoek wegens kartelvorming. Dit
is maandag 13 oktober bevestigd in
kringen van de Kommissie.
Men verwacht daar dat het onder
zoek van de Kommissie binnen enke
le weken zal zijn afgerond. De Euro
pese Kommissie kan zeer forse boe
tes uitdelen als wordt vastgesteld dat
de Europese konkurrentieregels
worden overtreden.
Naar in Kommissie-kringen verluidt
verdelen de vijf ondernemingen -
Melkunie, DMV-Campina, Cober-
co, Noord-Nederland en Menken -
de Nederlandse markt en opereren
zij voor gezamenlijke rekening in
België.
In België neemt de belangstelling
voor de aspergeteelt de laatste jaren
weer toe. Het areaal is de afgelopen
3 a 4 jaar uitgebreid, nadat het vanaf
de zestiger jaren alleen maar was in
gekrompen. Het asperge-areaal ligt
voor het grootste gedeelte in de pro
vincie Brabant. Deze provincie is
dan ook voornemens door middel
van starterspremies en opleidingen
de belangstelling voor deze sterk te
ruggelopen teelt verder te be
vorderen.
Rond 1960 besloeg het areaal asper
ges in België 500 tot 600 ha. In 1982
was dit ingekrompen tot 95 ha. In
1985 was het inmiddels weer uitge
breid tot 170 ha en de raming voor
1986 is 190 tot 200 ha. De produktie
lag in 1984 rond de 400 ton. Daar
naast importeerde België 550 ton
asperges, waarvan 439 ton uit Ne
derland. In 1985 eksporteerde Ne
derland ruim 600 ton naar België, in
1986 t/m juni 245 ton.
Het ministerie van Ontwikkelingssa
menwerking moet extra geld uittrek
ken voor de ontwikkeling van het
platteland in ontwikkelingslanden.
Het Landbouwschap schrijft dit in
een brief aan de Tweede Kamer over
de begroting voor Ontwikkelingssa
menwerking in 1987.
Het ministerie vindt het tekort aan
voedsel een van de grootste proble
men in 1987 maar voor de verbetering
van de landbouw in de Derde Wereld
heeft het geen extra geld over, kriti
seert het Landbouwschap. Het schap
vindt ook dat boerenorganisaties ter
plekke bij de versterking van het plat
teland een vinger in de pap moeten
krijgen.
Door projekten voor verbetering van
de landbouw kan de enorme trek naar
de steden in ontwikkelingslanden be
perkt worden. Het ministerie moet bij
die projekten zoveel mogelijk de ken
nis van de Nederlandse boer benutten,
aldus het Landbouwschap.
Mogelijkheden voor
Nederlandse Agro-industrie in
Letland en Estland
In principe bestaan er goede moge
lijkheden voor Nederlandse agro-
industriële bedrijven uit een aantal
sektoren in de Sovjet-republieken
Letland en Estland. Dit is gebleken
uit afsluitende besprekingen van een
Nederlandse agro-industriële delega
tie met het Staatskomité van de
Agro-Industrie in Moskou.
De delegatie, bestaande uit elf be
drijven, heeft van 19-24 oktober een
bezoek gebracht aan de beide Balti-
sche staten. Het doel van het bezoek
was deze staten kennis te laten ma
ken met de mogelijkheden, die de
Nederlandse agrarische bedrijven
bieden.
Uit de gesprekken en de bedrijfsbe
zoeken is gebleken, dat men in Est
land en Letland, voornamelijk be
hoefte heeft aan koelings-,
verpakkings-, transport- en opslag
faciliteiten, pootaardappelen,tuin-
bouwzaaizaden, tuinbouwtechnolo-
gie en veevoedertechnologie.
Akkoord Braks-Vonhoff over
Avebe
De noordelijke provincies en enkele
betrokken gemeenten zullen samen
22,5 miljoen gulden moeten bijdra
gen aan een oplossing van de schuld
problemen van het aardappelzet-
meelkonsern Avebe. Het rijk zal
dertien miljoen gulden bijdragen en
daarnaast aan WIR-premies nog
vijftien miljoen gulden. De bijdrage
van Avebe zelf bedraagt 36 miljoen
gulden.
Alle bijdragen, samen 86,5 miljoen
gulden, worden gebruikt voor de
zuivering van Avebe in Ter Apelka-
naal en voor het wegwerken van een
schuld van Avebe aan de provincie
Groningen. Dit blijkt bij een nadere
uitwerking van de overeenkomst tus
sen minister Braks van landbouw en
kommissaris van de Koningin Von-
hoff van Groningen.
De benodigde zuiveringsinstallatie
vergt een investering van 72 miljoen.
Avebe heeft aan de provincie Gro
ningen nog een schuld van 14,5 mil
joen gulden wegens achterstallige
reinigingsheffing. Voor een oplos
sing van beide problemen is het be
drag nodig van 86,5 miljoen gulden.