Regeling vetgehalte superheffing aangescherpt Koetoerisme is niet strijdig met superheffing Voorzitter FNZ verwijt Braks zigzag-beleid Van Dinter: Andere regels nodig tegen landbouwoverschotten Onlangs zijn de vetgehaltebepalingen in het kader van de superhef fingsregeling aangescherpt. Gebleken is dat over één en ander mis verstanden zijn gerezen. In verband met de konsekwenties die de nieuwe regeling heeft voor de huidige en volgende heffingsperiodes, brengt het Produktschap voor Zuivel het volgende onder de aandacht van de melkveehouders. Huidige heffingsperiode (1986/1987) Voor deze heffingsperiode is de vol gende overgangsregeling van toe passing: Voor het eerste halfjaar (6 april t/m 4 oktober 1986) is het maximaal toe gestane vetgehalte (het "vetreferentie- gehalte") het gemiddelde vetgehalte in het eerste halfjaar van de periode 1985/'86 (7 april 1985 t/m 5 oktober 1985), vermeerderd met een marge van 0,10% 1 gram per kg melk); Aan de overschrijding van dit vetre- ferentiegehalte zijn voor het eerste halfjaar evenals voor de periode 1984/'85 en 1985/'86 geen financiële konsekwenties verbonden als kan worden aangetoond, dat deze vetge haltestijging het normale gevolg is van de produktieomstandigheden. Voor het tweede halfjaar (5 oktober 1986 t/m 4 april 1987) is het maxi maal toegestane vetgehalte (het "vet- referentiegehalte") het gemiddeld vetgehalte in het tweede halfjaar van periode 1985/'86 (6 oktober 1985 t/m 5 april 1986), echter zonder marge. Uitsluitend indien met betrekking tot een overschrijding van het vetreferen- tiegehalte voor 1985/'86 niet kan wor den aangetoond dat de vetgehaltestijging het normale gevolg is van de produktieomstandigheden geldt voor het tweede halfjaar 1986/'87 als vetreferentiegehalte het vetgehalte van 1983. Overschrijding van het vetreferentie gehalte betekent voor het tweede half jaar 1986/'87 altijd dat voor de berekening van de (eventueel) ver schuldigde superheffing de feitelijke melkleveranties in die periode worden verhoogd, zoals aangegeven onder "verhoging feitelijke melkleve ranties". Heffingsperiodes 1987/'88 en volgende Voor de heffingsperiodes 1987/'88 en volgende geldt, dat het maximaal toe gestane vetgehalte ("het vetreferentie gehalte") het gemiddelde vetgehalte van de door de veehouders in de hef fingsperiode 1985/'86 geleverde melk is (dus zonder marge). Uitsluitend indien met betrekking tot een overschrijding van het vetreferen tiegehalte voor 1985/'86 niet kan wor den aangetoond dat de vetgehaltestijging het normale gevolg is van de produktieomstandigheden geldt voor de heffingsperiode 1987/'88 en volgende periodes als vet referentiegehalte het vetgehalte van 1983. Overschrijding van het vetreferentie gehalte betekent altijd dat voor de be rekening van de (eventueel) verschuldigde superheffing de feitelij ke melkleveranties in de desbetreffen de periode worden verhoogd zoals aangegeven onder "verhoging feite lijke melkleveranties". Verhoging feitelijke melkleveranties Met ingang van het tweede halfjaar van de (huidige) heffingsperiode 1986/'87 leidt een overschrijding van het vetreferentiegehalte altijd voor de bepaling van de eventueel verschul digde superheffing tot een verhoging van de feitelijk geleverde hoeveelhe den melk met 0,26% per 0,1 gram ex tra vet per kg. melk. Dit leidt ertoe dat iemand die al su perheffing verschuldigd is een hoger bedrag aan superheffing moet beta len dan voortvloeit uit de feitelijk ge leverde hoeveelheden melk. Voor een veehouder die zonder deze vetgehal testijging geen superheffing verschul digd zou zijn kan het betekenen dat hij alsnog superheffing moet betalen. Informatieverstrekking aan de veehouder door het produktschap In de berichten die door het produkt schap aan de individuele veehouders zijn toegezonden met betrekking tot hun heffingvrije hoeveelheden voor 1986/'87 is ook een maximaal vetge halte opgenomen. Het in deze mede deling vermelde percentage is gebaseerd op het gemiddelde vetge halte in de gehele heffingsperiode 1985/'86 vermeerderd met een mar ge van 0,10%In verband met de wij ziging van de vetgehalteregeling heeft deze informatie over het vetpercenta ge haar betekenis verloren. Het pro duktschap zal de individuele veehouders, nader informeren over hun vetreferentiegehaltes voor het eerste en voor het tweede halfjaar van de huidige heffingsperiode 1986/'87 alsmede over het vetreferentiegehal te voor de heffingsperiodes 1987/'88 en volgende. Hiertoe dienen eerst de nodige gegevens van de zuivelfabrie ken te zijn verkregen en verwerkt. Naar verwachting zal deze informa tie aan de veehouders plaatsvinden in december a.s. Enkele cijfervoorbeelden betreffende de heffingsperiode 1986/'87 (6 april 1986 t/m 4 april 1987) Voorbeeld 1 (de veehouder is onder- schrijder en blijft onderschrijder) - Heffingvrije hoeveelheid 200.000 kg- Eerste halfjaar heffingsperiode 1986/'87 (6 april t/m 4 oktober 1986) - feitelijke melkleveranties: 104.000 kg - maximaal toegestane vetgehalte: 4,28% Dit percentage is gebaseerd op het ge middelde vetgehalte in het eerste half jaar 1985/'86 (7 april 1985 t/m 5 oktober 1985), verhoogd met de door de EEG toegestane marge van 0,10%. - feitelijk vetgehalte: 4,22% De veehouder heeft geen overschrij ding van zijn maximaal toegestane vetgehalte van 4,28%; er vindt geen verhoging van zijn feitelijke melkle veranties plaats. Een verhoging van de feitelijke leve ranties vindt evenmin plaats bij een veehouder die wel een overschrijding heeft van dit maximaal toegestane vetgehalte, maar kan aantonen dat deze overschrijding het normale ge volg is van de produktieomstan digheden. Tweede halfjaar heffingsperiode 1986/'87 (5 oktober 1986 t/m 4 april 1987) - feitelijke melkleveranties: 93.000 kg - maximaal toegestane vetgehalte: 4,20% Dit percentage is in principe gelijk aan het gemiddelde vetgehalte in het twee de halfjaar 1985/'86 (6 oktober 1985 t/m 5 april 1986). (Uitsluitend indien niet kan worden aangetoond dat een overschrijding van het vetreferentiegehalte voor 1985/'86 het normale gevolg is van de produktieomstandigheden is het voor de tweede helft van het huidige hef fingsjaar maximaal toegestane vetge halte het gemiddeld vetgehalte van 1983). - feitelijk vetgehalte: 4,24% Voor het tweede halfjaar 1986/'87 worden de melkleveranties in dat half jaar voor de berekening van de super heffing over de heffingsperiode 1986/'87 verhoogd met (4,24-4,20) x 0,26 x 93.000 kg 967 kg. Gehele heffingsperiode 1986/'87 De melkleveranties voor de bereke ning van de superheffing bedragen voor de heffingsperiode 1986/'87: - feitelijke leveranties eerste halfjaar 1986/'87 104.000 kg - feitelijke leveranties tweede halfjaar 1986/'87 93.000 kg - verhoging melkleveranties tweede halfjaar 1986/'87 als gevolg van over schrijding van het maximaal toegesta ne vetgehalte 967 kg Totaal berekende melkleveranties 1986/'87 197.967 kg De in dit voorbeeld berekende melkle veranties blijven onder de heffingvrije hoeveelheid van 200.000 kg; er be hoeft dus geen superheffing te wor den betaald. Voorbeeld 2 (de veehouder is onder schrijder en wordt overschrijder) - Heffingvrije hoeveelheid 200.000 kg- Eerste halfjaar heffingsperiode 1986/'87 Zie voorbeeld 1. Tweede halfjaar heffingsperiode 1986/'87 - feitelijke melkleveranties: 95.500 kg - de vetgehalte gegevens zijn dezelf de als in voorbeeld 1. Voor het tweede halfjaar 1986/'87 worden de melkleveranties in dat half jaar voor de berekening van de super heffing over de heffingsperiode 1986/'87 verhoogd met (4,24-4,20) x 0,26 x 95.500 kg 993 kg. Gehele heffingsperiode 1986/'87 De melkleveranties voor de bereke ning van de superheffing bedragen voor de heffingsperiode 1986/'87: - feitelijke leveranties eerste halfjaar 1986/'87 104.000 kg - feitelijke leveranties tweede halfjaar 1986/'87 95.500 kg 'Koetoerisme is niet strijdig met de regeling rond de superheffing', zo oordeelde de ekonomisch politie rechter mr. B.E.P. Myer van de Zutphense rechtbank naar aanlei ding van een 14 dagen geleden door de officier van justitie mr. L.R. Montijn geëiste boete 'wegens het niet goed bijhouden van de melkad- ministratie en het doorverkopen van melk'. Deze boete bedroeg ƒ1500 en een terugbetaling van de Staat van het zgn. verkregen voordeel van ƒ10.000. De term koetoerisme sloeg dan op het feit dat in de laatste week vóór het einde van de heffingsperiode van de superheffing vorig jaar door een "Met een forse prijsdaling van bij voorbeeld 15 cent per kg melk los je de aktuele situatie niet op. Het leidt niet op korte termijn tot een vermin dering van de melkproduktie. Wel is het zo, dat wanneer in '81/'82 de prij zen minder verhoogd waren er nu wel licht geen kontingentering van de produktie zou zijn". Met deze woor den waarschuwde drs. C.J. Francken, voorzitter van de Zuivelbond FNZ, Er is een struktuurpolitiek nodig in Nederland, zodat de zuivelproduktie via andere kriteria kan worden ver deeld dan nu het geval is. Omdat de superheffing afhankelijk is gemaakt van de melkproduktie op een bepaal de datum, mogen de bedrijven die het meeste hebben bijgedragen aan de overproduktie nu het meeste produ ceren. Dat is niet juist volgens mr. G.J. van Dinter, die vrijdag 24 okto ber sprak op de jubileumdag van de vakgroep Agrarisch Recht in het In ternationaal Agrarisch Centrum. De sekretaris-generaal van het minis terie van Landbouw signaleerde dat de produktiebeperkende regelgeving, zoals de superheffing, niet aan het doel beantwoordt. Door nieuwe tech nologische ontwikkelingen zal de overproduktie de komende jaren eer der toenemen, aldus Van Dinter. Vol gens hem moet er de komende jaren produktiekapaciteit worden weggeno men, maar van maatregelen als exten sivering en het uit de produktie nemen van grond verwacht hij weinig effekt. - verhoging melkleveranties tweede halfjaar 1986/'87 als gevolg van over schrijding van het maximaal toegesta ne vetgehalte 993 kg Totaal berekende melkleveranties 1986/'87 200.493 kg De in dit voorbeeld berekende melkle- verantie overschrijden de heffingvrije hoeveelheid van 200.000 kg; er dient over 493 kg superheffing te worden betaald. Voorbeeld 3 (de veehouder is over schrijder en wordt een grotere over schrijder) - Heffingvrije hoeveelheid 200.000 kg Eerste halfjaar heffingsperiode I986/'87 Zie voorbeeld 1. Tweede halfjaar heffingsperiode 1986/'87 - feitelijke melkleveranties: 97.000 kg - de vetgehalte gegevens zijn dezelf de als in voorbeeld 1. Voor het tweede halfjaar 1986/'87 worden de melkleveranties in dat half jaar voor de berekening van de super heffing over de heffingsperiode 1986/'87 verhoogd met (4,24-4,20) x boer uit Brummen 64 van zijn melk koeien aan een boerenmaatschap in Leuvenheim werden verkocht met gesloten beurs, dit om een boete we gens overschrijding van het melk- kwotum te ontgaan (de koeien wer den ook daadwerkelijk overgebracht en aangemeld bij de betreffende ver eniging). Eerstgenoemde was name lijk door zijn kwotum heen, terwijl de laatste nog 20.000 liter te kort kwam. 'Ook al is overduidelijk sprake van een schijnovereenkomst, de konklu- sie is in zoverre niet strijdig met de regeling rond de superheffing, dat de uit de zich op het bedrijf van de maatschap bevindende koeien ge- vorige week dat een prijsverlaging het probleem van de overschotten niet oplost. Hij verwijt minister Braks een zigzagbeleid. Francken verwijt minister Braks een "inconsistent" ofwel een onsamen hangend beleid, als de bewindsman voor zowel lagere melkquota, lagere prijzen en een aangepast interventie systeem pleit. "Het is toch wBnder- Ook een drastische verlaging van de Europese garantieprijzen, die het landbouwsysteem onbetaalbaar heb ben gemaakt, acht Van Dinter onwen selijk en politiek onhaalbaar. De landbouwprijzen zouden meer moe ten worden afgestemd op de wereld markt, maar een verlaging van de melkprijs met twaalf procent, zoals de Europese Commissie voorstelde, zou leiden tot een "koude sanering" van veel bedrijven, aldus de sekretaris- generaal. Massey-Ferguson vergroot marktaandeel Massey-Ferguson is er in geslaagd om haar marktaandeel wereldwijd te vergroten. Met een marktaandeel van 17,4% heeft de onderneming haar positie als grootste trekkerfa brikant ter wereld verder gekonsoli- deerd ondanks een teruglopende markt. 0,26 x 97.000 kg 1.008 kg. Gehele heffingsperiode 1986/'87 De melkleveranties voor de bereke ning van de superheffing bedragen voor de heffingperiode 1986/'87: - feitelijke leveranties eerste halfjaar 1986/'87 104.000 kg - feitelijke leveranties tweede halfjaar 1986/'87 97.000 kg - verhoging melkleveranties tweede halfjaar 1986/'87 als gevolg van over schrijding van het maximaal toegesta ne vetgehalte 1.008 kg Totaal berekende melkleveranties 1986/'87 202.008 kg Op grond van de feitelijke leveringen moet over 1.000 kg superheffing wor den betaald; als gevolg van de vetge haltestijging dient over nog eens 1.008 kg superheffing te worden berekend. In totaal moet dus over 2.008 kg su perheffing worden betaald. Berekeningsmethode heffingsperiode 1987/'88 en volgende heffingsperiodes Voor de heffingsperiode 1987/'88 en volgende heffingsperiodes wordt een zelfde berekeningsmethode toegepast als voor het tweede halfjaar van 1986/'87. wonnen melk geacht moet worden te zijn geproduceerd door diegene op wiens bedrijf deze koeien staan', al dus rechter Myer. Er is geen sprake geweest van straf baar transport van melk of verkoop aan derden. Over het niet bijhouden van de melkstallijsten kwam de rechter tot de konklusie dat nergens staat ge schreven hoe en op welke wijze de boer zijn melkadministratie moet voeren c.q. hoeveel koeien die melk hebben geleverd. Alleen de hoevéél- heid melk moet op papier staan. De boer zal alleen wel grote schomme lingen in de produktie moeten kun nen verklaren, want hij moet kun nen bewijzen dat die schommelingen niet afkomstig zijn van ekstra melk, die hij heeft ingekocht of overschot ten, die hij heeft verkocht, aldus de rechter. Financieel Dagblad lijk om na invoering van contingentering nu de prijzen te wil len verlagen. Dat is een zigzagbeleid. Het is óf het een óf het ander", al dus Francken. Hij verzet zich fel te gen aantasting van het interventiesysteem: "Opschorten van interventie betekent dat bij een over aanbod een prijsval kan ontstaan die men niet meer in de hand houdt. De gevolgen kunnen heel ernstig zijn. De FNZ is er voorstander van om een verhoging van de medeverantwoorde lijkheidsheffing te gebruiken voor het ruimen van de voorraden. Francken stelt dat er zes procent te veel melk is in de EG. C.J. Francken Volgens de Zuivelbond valt nu niet te ontkomen aan strengere contingente ring. Als maatregelen worden ge noemd: het nationale contingent op 1 april a.s. niet met 2, maar meteen met 3 procent te verlagen; verhoging superheffing tot 100 procent van de richtprijs; afschaffing b-systeem; af schaffen mogelijkheid nationale ver evening en afschaffen mogelijkheid contingent direkte verkopen over te hevelen naar contingent fabrieksle- vering. Op de lange termijn beoordeelt Francken de mogelijkheden voor de Nederlandse zuivelsektor wel positief. Vrijdag 7 november 1986 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 17