Zorg goed voor de huid van kalf en koe
anders brengt u ook het leer schade toe
Oproep kwaliteitskommissie Huiden:
Samen
verantwoordelijkheid
De waarde van de huid
Van huid tot leer
Hoe huidschade te
voorkomen
Samenstelling
Kwaliteitskommissie
Huiden
Kom en zie
Variatie huidenprijzen
Toch moet het maar even in dit
verhaal:
- Prikkeldraad berokkent veel scha
de en het is dan ook beter schrikdraad
te gebruiken. Zelfs voor gebieden met
hoogopstaande begroeiingen is er een
passende schrikdraadapparatuur.
- Verwondingen kunnen ontstaan
door prikstokken, rieken en al dat
materiaal dat de huid kapot maakt.
- Hoornstoten kunnen eveneens scha
de toebrengen, al heeft het onthoor-
nen van vee die schade al beperkt.
- Huisvesting, die scherpe en hoeki
ge uitsteeksels bevat of schuurplekken
oplevert, zijn voor veel huiden even
eens een bron van schade.
- Mestvervuiling is natuurlijk ook
slecht voor de huid en valt in veel ge
vallen te voorkomen.
- Brandmerken, merken ook het leer,
vandaar dat getracht wordt een ande
re identifikatie te vinden.
- Injekties en keizersneden laten
uiteraard ook hun sporen na op de
huid en daar moet vooral de dieren
arts op letten.
- En - ten slotte - zijn huidparasieten
als mijten en luizen en ook ringschurft
en schimmelinfekties oorzaken van
Uiteindelijke leerbeschadiging. Zelfs
als deze infekties bij het levende dier
behandeld en genezen zijn, laten ze
soms toch nog sporen in het leer na.
Het moet gezegd: de veehouder is niet
de enige die op de huid gezeten moet
worden, als het gaat om op de huid
van zijn dieren te letten. Bij het trans
port worden er ook de nodige huid
beschadigingen toegebracht. En de
slachter - in het groot of in het klein
- gaat in dit opzicht evenmin steeds
vrijuit. Maar net als bij het verbete
ren van onze wereld, gaat het er om
bij jezelf te beginnen.
De Kwaliteitskommissie Huiden is er
nog niet in geslaagd om iets te beden
ken dat een financiële prikkel zou
kunnen vormen om de zorg van de
huiden langs die weg te vergroten:
- omdat identifikatie van de huiden
tijdens het slachtproces uiterst moei
lijk is (althans op de slachterijen);
- omdat terugtraceren tot de veehou
der in de meeste gevallen niet lukt;
- omdat de beoordeling op kwaliteit
door de huidenhandel min of meer
subjektief is;
- omdat er felle konkurrentie is,
waardoor toeslagen en kortingen al
leen bij kollektieve toepassing kunnen
werken;
- omdat pas aan het eind van het pro
ces beoordeeld kan worden of de huid
best goed of slecht was.
Met die realiteit moet de leerindustrie
leren leven, waarmee natuurlijk niet
gezegd wil zijn, dat de boeren niets
willen doen, om wat meer op de huid
van hun vee te passen. Het samen ver
antwoordelijk zijn om een goed eind-
produkt te maken spreekt juist boeren
sterk aan. Als er één groep in onze sa
menleving is die niet altijd en uitslui
tend aan geld denkt, maar ook liefde
en zorg voor hun bezit toont - in dit
geval de levende have - dan zijn dat
onze boeren. En tenslotte is het na
tuurlijk nog altijd zo dat kwaliteit be
taald wordt. Als onze Nederlandse
runderhuiden slecht zijn en die uit het
buitenland beter, dan koopt de leerin-
De meeste mensen die schoenen, een
tasje of een jasje van leer kopen, let
ten meestal uitsluitend op het model,
de maat en de mode. Slechts weinig
mensen kennen de weg waarlangs in
de looierij nog steeds met ambachte
lijke zorg de ruwe huid wordt "op
gewerkt" naar het "warme" en
natuurlijke produkt leer. Een mooi-
gaaf-stuk leer ademt, is zowel soepel
als stevig, is sierlijk en stoer en wordt
met gratie en trots gedragen. De
meeste veehouders verkopen de huid
van hun runderen niet apart. Zij ver
kopen een dier met een huid erom
heen. Die huid wordt ook niet apart
betaald. Slechts weinig veehouders
weten dat een gezonde huid, meer
welzijn, produktie en groei kan geven.
Bovendien willen zij hun dieren er zo
zindelijk mogelijk doen uitzien. Dat
streelt hun oog en het is goed voor het
leer, dat er te zijner tijd van gemaakt
zal worden. Verder proberen zij be
schadigingen te voorkomen. Dat be
perkt dierenleed en houdt het leer
gaaf. Het blijkt dat de huid van kal
veren en koeien zo belangrijk is, dat
Nederland een kwaliteitskommissie
Huiden kent, die wil proberen om de
ƒ25 miljoen huidenschade - die ieder
jaar optreedt - terug te dringen. Dit
artikel is bedoeld om het belang van
een gezonde huid bij het vee extra on
der de aandacht van de veehouders te
brengen.
Een veehouder die naar zijn rundvee
kijkt, zal niet willen geloven dat de
politieke toestand in de wereld, de
schommelingen op de valutamarkt en
de grillige mode, de waarde bepalen
van de huid van zijn dieren. En toch
is het zo. Door deze drie faktoren kan
de prijs van de huid op de wereld
markt zeer sterk schommelen, hetgeen
blijkt uit het afgedrukte tabelletje. Be
halve de variatie van jaar tot jaar
blijkt er ook een duidelijk verschil in
prijspeil tussen koeienhuiden, stieren
huiden en vleeskalveren. Dat er best
wat omgaat, niet alleen in de huid van
het beestje maar ook met de huid er
van, blijkt uit het feit dat de wereld
handel in huiden zo'n 275 miljoen
stuks omvat (waarvan 25 miljoen uit
de EG en 2,5 miljoen uit Nederland).
In geld uitgedrukt gaat het op wereld
niveau maar liefst om 8 miljard gul
den. Het leer dat er van gemaakt
wordt vertegenwoordigd een waarde
van 16 miljard gulden en de eindpro-
dukten (schoenen - tasjes - jasjes etc.)
zijn 24 miljard gulden waard. Met de
ze cijfers moet iedereen de huid nu
wel wat hoger aanslaan. Natuurlijk is
de allereerste reaktie van de veehou
der hierop de vraag waar die 8 mil
jard gulden blijft die de huiden - op
wereldniveau - waard zijn. Het ant
woord is simpel. Vooral bij slagers en
slachterijen, die met de opbrengst van
"het vijfde kwartier" (huid - kop- po
ten - darmen etc.) de vleesprijs kun
nen drukken. Zouden zij de
opbrengst van het vijfde kwartier aan
de leverancier moeten uitbetalen, dan
zou de verkoopprijs van het vlees
moeten stijgen en zou de verkoopprijs
van het vlees een grotere afstand ver
tonen tot de inkoopprijs. Aangezien
op de vrije markt de verkoopprijs be
paald wordt door vraag en aanbod,
zou het apart afrekenen van de huid,
leiden tot lagere inkoopprijzen van
het vlees. Wel zou de doorzichtigheid
Het verwerkingsproces van huiden, die na schoongemaakt en gezouten kunnen
worden gekonserveerd.
van de handel er groter door worden,
maar daar staan weer extra moeite en
kosten tegenover.
Wie bij het vlees van een dier wil ko
men, moet eerst de huid er afsnijden
of aftrekken. Dat laatste geschiedt
machinaal. Die huiden brengen meer
op dan de huiden die met het mes ver
wijderd zijn. Een zegsman sprak over
een prijsverschil van 15% ten nadele
van de "slagershuiden". Hij voegde
daar overigens aan toe, dat de jonge
slagers minder goed kunnen onthui-
weidegebieden in het Noorden iets be
ter uit de bus komen dan de zandge
bieden in het Zuiden. Aangekomen
bij de leerfabriek begint de huid een
lange en kostbare weg. Het haar moet
er af en met chemische middelen in
grote trommels wordt de huid ge
looid. Dan wordt de huid in twee la
gen gesneden, de nerflaag - waar de
haren op zaten - en de splitlaag - die
de onderkant vormde. In een uit ver
schillende stappen bestaand proces
wordt de huid omgetoverd tot leer.
Schade die verborgen in of op de huid
aanwezig was, komt pas aan het eind
Gekoelde opslag van gezouten en in envelopvorm gevouwen runderen, gereed voor
export over de gehele wereld.
den dan de ouderen, hetgeen betekent
dat er bij de slagersopleiding nog een
extra taak ligt. De huiden worden ge
leverd of gehaald aan of door de hui
denkopers. De huiden worden aan de
binnenkant gezouten, maar omdat ze
op pellets worden opgestapeld, be
reikt het zout ook het haar aan de bui
tenkant. Meestal worden ze na twee
dagen nog eens gezouten. Bij de sor
tering wordt gekeken tot welke soort
de huiden behoren. Daarbij wordt ge
let op het gewicht, de afdoening
(hand- of machinale verwijdering) de
keus (le, 2e of 3e), het geschatte ver
liespercentage (veelal heftig diskussie-
punt) en het gebied waar de huiden
vandaan komen. Goede gebieden -
minder schade en uitval dus - zijn
Zuid-Duitsland, Scandinavië en delen
in het Verenigd Koninkrijk. Slechte
gebieden zijn Ierland, België en
Frankrijk, met uitzondering van Bre-
tagne. Een heel voorzichtige vraag
wat in Nederland nu goede en slech
te gebieden zijn, leverde het voorzich
tige antwoord op dat de
van dit proces tot uiting, tot schade
van de looier, die zijn eindprodukt in
waarde ziet dalen of zelfs waardeloos
worden. Niemand wil toch met spik
kels op zijn schoenen of met vreemd
gekleurde leerstrepen op zijn of haar
jasje lopen? Pas na het verven komt
de echte aap uit de mouw en heeft de
leerlooier succes met een prachtig
eindprodukt of krijgt hij ongenadig
op zijn huid..In dat geval trekt hij
sterk van leer, tegen die veehouders
die niet attent genoeg geweest zijn op
de huid van hun runderen en tegen
anderen, bijv. op slagers of slachte
rijmensen.
Je hoeft een aap geen lelijke bekken
leren te trekken. Je hoeft een veehou
der eigenlijk niet te vertellen welke
huidbeschadigingen bij zijn vee kun
nen voorkomen. Daarvoor zijn de
meesten te veel liefhebbers van vee en
kunnen zij logisch genoeg denken.
Voorzitter drs. C.C.J.M. v.d.
Meijs
Voorzitter: Drs. C.C.J.M. van der
Meijs, Voedings- en kwaliteitsaan
gelegenheden van het Ministerie
van Landbouw. Sekretaris-
penningmeester: Drs. J.J. Del-
laert, Fed. Ned. Lederfabrikanten
en Bedrijfschap voor de Lederin
dustrie. Leden: Dr. ir. J. Verhoef,
Instituut voor Leder en Schoenen
TNO; Ing. J. Steenbergen, Stich
ting Gezondheidszorg voor Die
ren; Dr. A.J.G. van 't Hooft,
Rijkskeuringsdienst voor Vee en
Vlees; Drs. A.J.G. Leijten, Be
drijfschap voor de Handel in Vee;
A.G.M. van Oijen, Amsterdam
se Huidenclub; D.J.G, van der
Kolk, Landbouwschap; J. den
Ouden, Centrale Organisatie voor
de Vleesgroothandel; Dr. W.M.L.
Hendrikse, Faculteit Diergenees
kunde van de Rijksuniversiteit te
Utrecht.
dustrie liever daar dan bij ons en dat
zal ongetwijfeld repercussies hebben
op de prijs die onze koeien en kalve
ren voor de boer opbrengen.
Alles overziende zou de Kwaliteits
kommissie Huiden kunnen overwegen
om te zijner tijd door middel van een
folder de huidige en de toekomstige
boeren te wijzen op het belang van
een goede huidverzorging van hun
runderen (en van hun schapen - die
in dit verhaal niet genoemd, maar na
tuurlijk ook in dit kader van belang
zijn). Daarnaast zouden exkursiepro-
gramma's aan leerlingen van agrari
sche scholen - met daarin opgenomen
een bezoek aan een slachterij (naar
keuze) en aan een leerlooierij - kun
nen worden aangeboden, want wie de
weg van "huid tot leer" heeft gezien,
zal geloven dat de huid meer verdient
dan alleen maar een tijdelijke verpak
king te zijn voor ons vee. "Kom en
zie" bezorgt je geen dikke huid. Leer
leer al in een vroeg stadium te ver
zorgen.
Piet Westra
In de jaren 1982 t/m 1985 varieer
de de prijs van machinaal afgeda
ne huiden als volgt:
- koehuiden:
1982: van ƒ70,— tot ƒ90,—
1983: van ƒ75,— tot ƒ135,
1984: van ƒ115,tot ƒ155,
1985: van ƒ92,50 tot ƒ142,50
- Stierhuiden:
1982: van ƒ90,— tot ƒ115,
1983: van ƒ90,— tot ƒ155,
1984: van ƒ150,— tot ƒ185,
1985: van ƒ137,50 tot ƒ170,—
- Vleeskalverhuiden:
1982: van ƒ63,tot ƒ87,
1983: van ƒ65,— tot ƒ105,—
1984: van ƒ95,— tot ƒ132,50
1985: van ƒ85,— tot ƒ117,50
12
Vrijdag 7 november 1986