Alleen konsument staat toepassing
groeihormoon in de weg
Bij mest injecteren hogere bemestingswaarde
Konsekwenties
Bedenkingen
Zuivere zuivel
Het onderzoek naar het gebruik van het groeihormoon bij melkpro-
ducerende koeien is in een ver gevorderd stadium. Door de ontwikke
ling van recombinant DNA-technieken is het mogelijk geworden met
behulp van bakteriën grote hoeveelheden groeihormoon voor melk
vee in gekontroleerde omstandigheden te produceren. De zuivelin
dustrie ziet gelaten toe. Er lijkt geen weg terug meer te zijn.
Monsanto en andere industriën zien
een lukratieve markt in het gebruik
van een produktie-bevorderend
groeihormoon bij melkkoeien. Zij
hebben als eerste afzetgebieden met
name Europa en Nieuw-Zeeland op
het oog. In de VS bestaan wettelijke
maatregelen die de toepassing van
dit hormoonpreparaat de eerstko
mende jaren daar tegen zal houden.
Andere landen, waaronder zeker
ook Nederland, staan daarom als
eerste op de verzendlijst van de aan-
makers van het groeihormoon.
Dierenartsen, fokkerij- en zuiveldes-
kundigen buigen zich momenteel
over de gevolgen die het gebruik van
het groeihormoon heeft voor het
dier, de melk en de bedrijfstak als
geheel.
'Uiteindelijk zullen de veehouders
zelf moeten beslissen', zegt dieren
arts drs. J. Uweland van KI Mid-
West. 'Ik vrees als de boeren het al
leen aan de politici overlaten, dat de
ze ontwikkeling gewoon doorgaat.
De EG is, net als in de vleesveesek-
tor, waarschijnlijk niet bij machte
een oplossing op tafel te brengen
waar alle lidstaten zich in kunnen
vinden'. Hij wordt hierin on
dersteund door het gerucht dat En
geland zijn grenzen in principe open
zal stellen voor de verkoop van dit
groeihormoon. Ook Nieuw-Zeeland
zou weinig bezwaar aantekenen te
gen het op de markt brengen van het
preparaat, zo wordt in zuivelkringen
aangenomen.
Het onderzoek in Amerika bevindt
zich nog steeds in een eksperimentele
fase. Resultaten uit praktijkproeven
zijn tot dusver niet bekend. Binnen
afzienbare tijd verwacht men van
het kunstmatig verkregen produktie-
stimulerend hormoonpreparaat gro
te hoeveelheden op de markt. 'Je
kunt het vergelijken met de in
dustriële produktie van insuline',
zegt Uweland.
De Amerikaanse onderzoekers gaan
uit van een produktieverhogend ef-
fekt van 20-40%. Onder Nederland
se omstandigheden hoeft men vol
gens kritici op niet meer dan 20% te
rekenen.
Wil de veehouder een goed rende
ment van zijn ekstra gemaakte
kosten voor het toedienen van het
hormoonpreparaat, dan moet het
ruwvoer in ieder geval van uitsteken
de kwaliteit zijn.
Ook zal het gebruik hoge eisen stel
len aan de verzorging van de dieren,
verzekeren ons verschillende veteri
naire specialisten, waaronder prof.
Praktiserende dierenartsen vinden dat te weinig aan de orde is geweest of de
koeien de kunstmatige verhoging van de melkproduktie wel aankunnen
Brand van de Faculteit Diergenees
kunde in Utrecht. Eén van de vragen
die hij zich stelt, is of het gebruik
van zo'n groeihormoon de dieren
niet nog verder uitkleed gedurende
de lactatieperiode dan nu bij hoge
produkties al het geval is. Hij acht
het waarschijnlijk dat alleen op de
betere bedrijven enig rendement is te
behalen. Vooralsnog plaatst prof.
Brand een groot vraagteken bij een
mogelijk produktieverhogend effekt
van 20 tot 30 procent onder praktijk
omstandigheden. 'Het gebruik er
van is geen vervanging voor slecht
management', is zijn konklusie. Na
der praktijkonderzoek zal volgens
hem uitsluitsel kunnen geven om
trent de bedrijfstechnische vragen
die er nu nog zijn. 'Dat moeten we
niet langer voor ons uitschuiven'.
Praktizerende dierenartsen bij de ge
zondheidsdiensten in het noorden en
zuiden van het land vinden eveneens
dat het nog maar heel zijdelings ter
sprake is geweest of de melkkoeien
de kunstmatige verhoging van hun
melkproduktie wel aan kunnen. Het
huidige tempo van de produktie-
verhoging die de Nederlandse
veestapel doormaakt, kost veel vee
houders al voldoende hoofdbrekens.
De dieren moeten immers in topkon-
ditie zijn, willen ze hun hoge pro-
duktienivo vol kunnen houden over
meerdere laktaties.
In hoeverre de samenstelling van de
melk beïnvloed wordt door het ge
bruik van het groeihormoon is nu
nog voldoende bekend. Het NIZO
kan op grond van een éénmalig on
derzoek geen harde konklusies trek
ken. Een andere nog zeer moeilijk in
te schatten faktor is de konsument.
De goede naam die zuivelprodukten
hebben zou door toepassing van het
groeihormoon in diskrediet gebracht
kunnen worden.
Tot op heden vormt de hoog ontwik
kelde zuivelkontrole in Nederland
een goede garantie voor de echtheid
en zuiverheid van de diverse melk-
produkten. Het gaat hier om een
duidelijke kwaliteitsgarantie naar de
konsument. Gevraagd naar de me
ning van twee zuivelgiganten moet
het oordeel van de konsument zwaar
wegen in de diskussie of je er wel
verstandig aan doet een produk-
tiestimulerend preparaat (groeihor
moon vindt men hier een foute bena
ming, omdat het eigenlijk een (snel
afbreekbaar) eiwitpreparaat is) te in
troduceren. Men is zeer beducht
voor de reaktie van dit preparaat in
de melkveehouderij. Toch houdt
men ook een duidelijke slag om de
arm.
'Boeren moeten zelf eerst maar eens
een oordeel vellen', zo wordt ons
door een zegsman van Campina
meegedeeld. 'We kunnen pas een na
der standpunt innemen als de fokke
rij met gerichte voorstellen komt'.
De melkkoöperatie Noord-
Nederland neemt een wat meer zelf
bewuste houding aan. 'Kommercieël
gezien kleven er aan toepassing van
het groeihormoon veel minpunten',
stelt men hier vast. Hoe schadelijk
of onschadelijk het ook mag zijn, de
konsument is daarmee niet over
tuigd, is het relaas.
Men ziet bij deze onderneming daar
om veel in een gezamenlijk stand
punt van de Nederlandse zuivelin
dustrie. Het op grote schaal toestaan
van het toedienen van zo'n groeihor
moon - hoewel wetenschappelijk be
redeneerd niet gevaarlijk voor de ge
zondheid - zou het imago van het
Nederlands zuivelprodukt behoor
lijk kunnen aantasten. 'Laat daarom
goed weten wat wel en niet aan
vaardbaar is als verwerkende in
dustrie', aldus de woordvoerder van
deze koöperatie, de heer
Posthumus.
Dat hoeft volgens hem niet zonder
meer in te houden dat deze nieuwe
techniek op een dood spoor
uitloopt.
Met de eerst op de markt zijnde mestinjecteurs waren er een aantal
praktische problemen: zodebeschadiging, verstoppingen in de machi
ne en een onregelmatige verdeling van de mest in de grond. Dit
brachten het IMAG en het proefstation voor de rundveehouderij er
toe om na nieuw onderzoek deze knelpunten uit de weg te helpen. Er
werd een geheel nieuwe injecteur ontwikkeld die onder uiteenlopende
omstandigheden wel goed blijkt te functioneren. Onderzoek naar de
werking van kali en fosfaat bij mestinjectie is nog gaande.
Rumptstadt heeft de injecteur inmiddels al op de markt
Het rechtstreeks toedienen van
mengmest in grasland neemt een
aantal belangrijke bezwaren van het
bovengronds uitrijden weg. Er
treedt geen ammoniakvervluchtiging
op en het gras wordt niet besmeurd.
Bij het onderzoek dat door het
IMAG en PR in 1982 is opgestart,
bleek dat de knelpunten van de be
staande mestinjecteurs niet waren
weg te nemen. Daarom werd beslo
ten een injecteur te ontwikkelen die
aan scherp opgestelde voorwaarden
moest kunnen voldoen. De nieuwe
machine mocht geen verstoppingen
en beschadiging van de graszode ge
ven. Regeling van de hoeveelheid
mest diende per injectietand nauw
keuriger plaats te vinden. Alle soor
ten mengmest moesten met dezelfde
injecteur op het land gebracht kun
nen worden. Andere technische ei
sen waren: een goede instelbaarheid
van de injectiediepte, geschikt op alle
grondsoorten, een grote capaciteit
(drie meter werkbreedte) en een ma
chine zonder kwetsbare delen. Met
dit pakket aan eisen is men aan de
slag gegaan, waarbij veel belangstel
ling van de industrie werd ge
constateerd.
Overdruk overbodig
Bij de nieuw ontwikkelde versie is
gebruik gemaakt van ruime door
gangen, een speciaal verdeelvat en
gestroomlijnde injectietanden. In
het mesttraject is een mestgeleider
het enige bewegende deel. In het ver
deelvat worden stenen en andere
zware materialen afgescheiden. De
mest stroomt aan de bovenkant van
het cilindervormige binnenvat via
het cilindervormige buitenvat naar
de zes slangen met de injectietanden.
De gestroomlijnde injectietand is
dan uiteindelijk de enige vernauwing
in het systeem.
Geen verstoppingen.
De minimale doorsnede van het bo
vengrondse gedeelte is tien cm. Het
door de grond bewegende deel van
de injectietand heeft een afmeting
van 80 x 20 mm. De mestgeleider
zorgt ervoor dat ook in deze vernau
wing een vlotte doorstroming van de
mest plaatsvindt. Hij beweegt met
een instelbare regelmaat van tien tot
zestien slagen per minuut op en neer
over een traject van 37 cm, waarbij
elk vertragend deeltje wordt mee
genomen.
Tijdens het onderzoek is de meng
mest van runderen, varkens en kip
pen verwerkt. De altijd aanwezige
verontreinigingen zoals voerresten,
klauwbekapsel en kippeveren had
den geen invloed op de werking van
de machine. Voor het onderzoek
naar het machine-effect werd vaak
opzettelijk gebruik gemaakt van niet
gehomogeniseerde mengmest. Van
uit bemestingsoogpunt is het echter
zeer belangrijk de mest vooraf goed
te roeren, voordat ze op welke ma
nier dan ook wordt gebruikt.
Injectie en zodebeschadiging.
Om zodebeschadiging te voorkomen
moeten enkele spelregels in acht
worden genomen. De trekker mag
absoluut niet slippen. Dit kan men
bij de combinatie van tank met aan-
bouwinjecteur voorkomen door de
wagenas zoveel mogelijk naar achte
ren te verplaatsen of de tank naar
Rechtstreeks toedienen van mengmest in grasland neemt een aantal
bezwaren aan bovengronds uitrijden weg.
voren om een zo hoog mogelijke
oplegdruk op de trekker te krijgen.
Verder dient de machine scherp af
gesteld te zijn. Dit betekent vooral,
dat het schijf kouter voldoende diep
en vooral zuiver recht voor de injec
tietand moet staan en dat de gehele
machine horizontaal loopt. Op veen
grond en op grasland met een door
strenge vorst beschadigde zode, mag
de veerspanning op de drukrollen
vooral niet te hoog zijn. Voorts
moet men onder erg droge omstan
digheden het injecteren uitstellen of
op kunstmatige wijze voor voldoen
de vocht zorgen.
De afvoergaten in het verdeelgat zijn zeer gestroomlijnd en hebben een
ruime doorsnede, zodat ook lange voerdelen kunnen passeren.
Hoeveelheidsregeling en injectie
diepte
In de aftakasaandrijving van de
wormpomp is een vertragingsbak
opgenomen. Dit soort pompen geeft
bij een hoger toerental een evenredig
hogere opbrengst.
De injectiediepte van deze machine
wordt ingesteld met een traploos in
stelbare aanslag. Men kan kiezen
tussen 8 en 20 cm diepte waarbij de
machine na het heffen op de wend
akker steeds op de ingestelde diepte
terugkomt. Dit kom alleen doordat
de hoeveelheid mest per tand gelijk
is. Tijdens het onderzoek is overwe
gend geïnjecteerd op acht en tien cm
diepte bij een gift van 35 m3 per ha.
Bij injecteurs met een ongelijke hoe
veelheid mest uit de tanden bepaalt
de pijp met de grootste hoeveelheid
de minimale diepte.
Grondsoort en trekkracht.
Tijdens het onderzoek is op zand-,
veen- en kleigrond gewerkt. De klei
grond varieerde van licht tot zeer
zwaar (komklei). Op deze grond
soorten werd onder voldoende voch
tige omstandigheden goed werk gele
verd. De trekkers hadden vierwiel-
aandrijving. De injecteur was ach
ter een tak van 6 m3 met enkel
wielstel bevestigd.
In de praktijk wordt doorgaans ge
bruik gemaakt van zeer zware trek
kers, die tóch nog zo nu en dan slip
pen. De oorzaak hiervan bestaat uit
de onvoldoende oplegdruk, waar
door de krachtsoverdracht op de
grond te gering is.
Hoger stikstofrendement.
Het injecteren van mengmest voor
komt vervluchtiging van ammoniak.
Hierbij komt in tegenstelling tot bo
vengrondse methoden alle stikstof in
de grond, hetgeen een hoger
stikstofrendement oplevert. Het PR
komt in haar proeven op een
stikstofrendement van 45°7o. Dit be
tekent dat als men 35 m3 per ha in
jecteert er van de aanwezige zuivere
stikstof circa 70 kg effectief door het
gras wordt gebruikt.
W.J. Buitink,
IMAG gestationeerde bij
het PR Lelystad.
Vrijdag 7 november 1986
11