Landbouwverkeer neemt bijzondere positie in
Milieufederatie
sceptisch over
plannen Promest
Geen toekomst voor
bossen in de Peel
Automatisch weerstation op
Waiboerhoeve
Milieuorganisaties bekijken
mestfabriek met wantrouwen
Overmatige bemesting funest
Belgische milieu-organisatie vreest Nederlandse mest
Deelnemers aan het dagelijks verkeer op de openbare wegen vinden
landbouwwagens, trekkers en machines vaak maar lastig. Men vindt
dat de rijsnelheid laag is en veel ruimte van de weg in beslag wordt
genomen door het landbouwverkeer. Bovendien is het vaak slecht te
zien wanneer de chauffeur af wil slaan. Bij avond en slecht zicht over
dag vindt het niet-agrarische deel ook dat de landbouwvoertuigen on
voldoende verlichting voeren. Het landbouwverkeer moet beseffen dat
het een (legale) bijzondere positie inneemt in het verkeer en moet daar
ook naar handelen.
Wettelijk mogen voertuigen, die be
doeld zijn om buiten de openbare weg
te worden gebruikt (de wettelijke de
finitie van landbouwmotorvoertui-
gen) slechts 16 km/h rijden, mits het
motorvoertuig en de eventueel aange
koppelde aanhangwagen zijn voor
zien van een deugdelijke beremming.
Anders geldt 6 km/h als maximum.
Vrijwel alle landbouwtrekkers kun
nen (veel) sneller rijden dan 16 km/h
en dat gebeurt ook. In het overleg, dat
rondom deze verouderde eis in het
Wegenverkeersreglement wordt ge
voerd, wordt gepleit voor de invoe
ring van de EG-richtlijn, die 30 km/h
toestaat. Wel moet worden opge
merkt, dat dit tot gevolg zal hebben,
dat aanzienlijk hogere eisen aan het
remvermogen van vooral de aanhang
wagens zullen worden gesteld. Rijden
met 30 km/h met twee zwaar beladen
bietenwagens (transportgewicht 3-35
ton) zal alleen toegestaan worden, in
dien de wagens zijn uitgerust met hy
draulische of pneumatische remmen.
Wettelijk is de toegestane breedte
voor landbouwmotorvoertuigen en
aanhangwagen 2,60 m. Wanneer zich
op de aanhangwagens een lading be
vindt, mag deze niet breder zijn dan
3 m. Aangezien werktuigen bevestigd
in de driepuntshefinrichting worden
beschouwd als een lading, geldt daar
voor hetzelfde maximum van 3 m. Bij
overschrijding van de toegestane
breedten dient bij de wegbeheerder
(gemeente, provincie en rijk) een ont
heffing te worden aangevraagd. Als
deze is verleend, dient ze aanwezig te
zijn bij het betreffende voertuig. In
de praktijk zal voor zeer veel land
bouwmotorvoertuigen en voor werk
tuigen in de driepuntshef een
ontheffing moeten worden aange
vraagd. Immers, grote trekkers op
dubbellucht, of maaidorsers en zelf-
rijdende bietenrooiers zijn allemaal
breder dan 2.60 m, evenals getrokken
werktuigen met een werkbreedte van
3 m. Echter ook aanhangwerktuigen
met een werkbreedte van 3 m zijn in
transportstand vaak breder dan 3 m.
Wanneer een ontheffing is verleend,
De verlichting is met name van
belang wanneer met brede voer- of
werktuigen wordt deelgenomen aan
het verkeer.
betekent dit niet, dat men vervolgens
weer kan aanrommelen. Het betekent
dat men toestemming heeft gekregen
om met een obstakel op de weg te ko
men en dat men uitermate voorzich
tig moet handelen. Uiterst rechts
rijden en bij het ontstaan van fij^s
even uitwijken om de doorstroming
van het verkeer te bevorderen, zal ~u
vaak in dank worden afgenomen.
Landbouwverkeer met een breedte
van meer dan 2.60 m is verplicht om
zowel overdag als 's nachts een geel
zwaailicht, dat rondom zichtbaar is,
te voeren. Als door de lading op de
aanhangwagen één zwaailicht niet
toereikend is, dienen er twee te wor
den gevoerd. (Bij wegtransport is dat
een normaal verschijnsel). Een
aspekt, dat daarbij ook een rol speelt,
is het uitzicht naar achteren. Juist bij
een hoge en brede lading laat dit vaak
te wensen over. Wettelijk dienen de
spiegels op zodanig brede bevesti
gingsbeugels te zijn gemonteerd, dat
het achteropkomende verkeer goed
kan worden waargenomen. Op de
meeste zelfrijdende landbouwwerk
tuigen zijn de spiegels wel aanwezig.
Op trekkers geeft deze bevestiging de
nodige problemen. Als men dan toch
met beladen aanhangwagens over de
weg moet en het waarnemen van het
achteropkomende verkeer wordt be
lemmerd, verdient het aanbeveling
zich te verzekeren van begeleiding
door een tweede persoon.
Onverwacht afslaan
Niet zelden gebeurt het dat landbouw
verkeer wegen inslaat die niet door
borden zijn aangegeven en/of op de
meest vreemde plaatsen liggen. Juist
daarom komen richtingsveranderin
gen voor de overige deelnemers vaak
onverwacht. Voor het landbouwver
keer is het een vereiste, dat goed wer
kende en bovendien schone
richtingaanwijzers op de trekker en
aanhangwagens aanwezig zijn. Hoe
wel remlichten niet verplicht zijn kun
nen deze de verkeersveiligheid
bevorderen. Een mogelijkheid, om
het overige verkeer er op attent te ma
ken, dat zij met landbouwverkeer te
maken hebben, is het inschakelen van
de knipperlichtinstallatie (alarminstal
latie). Dit is wettelijk toegestaan.
Slechte verlichting
De verlichting is met name van be
lang, wanneer met brede werktuigen
(in de driepuntshef of getrokken)
wordt deelgenomen aan het verkeer.
Een landbouwmotorvoertuig moet
voorzien zijn van stadslichten die hel
der wit licht naar voren uitstralen en
achterlichten die helder rood licht
naar achteren uitstralen. Beiden mo
gen op niet meer dan 40 cm vanaf de
buitenzijde van het voertuig zijn be
vestigd. Bij de toepassing van dubbel
lucht en brede werktuigen in de
driepuntshefinrichting zit de stan
daard verlichting op de trekker niet
op de juiste plaats. Zowel aan de
voor- als aan de achterzijde van het
brede werktuig dient dan een verlich-
tingsbalk te worden gemonteerd,
waarbij de lampen weer op de juiste
afstand zitten. Op trekkers kan men
gebruik maken van uitklapbare of uit-
schuifbare bevestigingssteunen. Een
en ander geldt evenzeer voor de re-
flektoren. Ook daarvoor zijn dezelf
de afstanden gesteld.
Ir. J.A. Hoenderken
CAD-Bedrijfsuitrusting
in de Akker- en Tuinbouw
'Het 3000 ha grote bosbestand in de
Brabantse Peel is dermate sterk door
zure regen en verontreiniging door
overmatige bemesting aangetast, dat
het op dit moment nauwelijks zinvol
is om de verplichting tot herplant
van gekapt bos te handhaven. Het
bos hier heeft geen enkele toekomst
verwachting'.
Met deze pessimistische woorden
luidde rentmeester Hooghiem van de
Heidemij Zuid-Nederland voor Om
roep Brabant de noodklok over het
Brabantse bosbestand, en dat met
name in het Peelgebied, dat dicht bij
vermoedelijk een van de meest inten
sieve bio-industriegebieden van Ne
derland ligt. Hooghiem uitte zijn
verontrusting tijdens een rondwan
deling door de Bakelse bossen, in ge
zelschap van bestuurders en ambte
naren van de Oostbrabantse ge
meente Bakel en Milheeze.
De rentmeester zei dat nog maar 10
procent van de bosopstanden in deze
streek vitaal mag worden genoemd,
en dat een groot deel in feite al in de
stervensfase verkeert. Vooral de
Corsicaanse den is op sterven na
dood. De inlandse eik verkeert in
grote moeilijkheden. 'De be-
Het Proefstation voor de Rundvee
houderij te Lelystad is overgegaan
tot de aanschaf van een elektronisch
weerstation dat is ontwikkeld door
AGIS te Harmeien (Utrecht). Op dit
moment vindt op het Proefstation
onderzoek plaats naar de praktische
gebruiksmogelijkheden van het
AGIS-weerstation voor zowel be
drijfsvoering als onderzoek. Het
weerstation is geplaatst op de Wai-
boerhoeve, de proefboerderij van
het PR.
Met het elektronische weerstation is
het mogelijk de geregistreerde weer
gegevens kontinu en automatisch
over te sturen naar de bedrijfskom-
puter, die ze vervolgens verwerkt.
Met deze toepassingsmogelijkheid
onderscheidt het AGIS-weerstation
mestingstoestand van de bodem is
hier volledig verstoord door de grote
hoeveelheden stikstof die hier als ge
volg van overbemesting neerslaan.
Ik voorzie dat we straks op grote op
pervlakten noodvellingen moeten
verrichten', aldus de heer
Hooghiem.
Behalve de Heidemij en Staatsbos
beheer raken hierdoor ook veel par-
tikuliere bosbouwers in de proble
men, want er zit ook een financieel-
ekonomische kant aan de zaak: het
bos levert minder inkomsten op en
vergt méér herplant, waarbij het
steeds meer onzeker wordt of herbe
bossing nog wel tot iets leidt. Vol
gens de Brabantse rentmeester wor
den nu bestanden van 35 jaar oud
omgedaan, die normaal 60 a 70 jaar
meegaan. Verontrustender is dat
zelfs heel jong bos van 10 a 12 jaar
oud al aangetast raakt. Daarmee is
meteen verklaard waarom bij de
plicht tot herplant van gekapt bos op
dit moment grote vraagtekens moe
ten worden gezet.
'De Heidemij onderzoekt momen
teel hoe het bosbestand kan worden
opgekrikt. Ik ben bepaald niet opti
mistisch over het resultaat', besluit
rentmeester Hooghiem.
zich van de tot nu toe bekende
weerstations. Door de automatische
overdracht wordt het mogelijk zeer
snel te beschikken over essentiële in
formatie voor een efficiënte be
drijfsvoering in de veehouderij. Im
mers, de komputer kombineert di-
rekt de meetgegevens, zoals wind
snelheid, lucht- en bodemtempera-
tuur, de relatieve vochtigheid, de
zonnestraling en de hoeveelheid
neerslag.
Het elektronische weerstation van
AGIS bestaat uit standaard meetap
paratuur van hoge kwaliteit, een
Commodore personal computer en
signaalkabel die in lengte kan varië
ren. Bij AGIS, gevestigd bij een
melkveebedrijf, is het mogelijk een
dergelijk elektronisch weerstation te
zien funktioneren.
De vorige week gepresenteerde plan
nen van Promest BV om de mestover
schotten in Zuid-Nederland te lijf te
gaan door het bouwen van een aan
tal grootschalige mestverwerkingsfa
brieken, zijn niet overal met gejuich
ontvangen. De Brabantse Milieu Fe
deratie (BMF) bijvoorbeeld plaatst le
vensgrote vraagtekens en meent dat
Promest de zaken nogal rooskleurig
voorstelt.
In een eerste reaktie noemt de milieu
federatie het een illusie, om te denken
dat volgens het Promest-model de
mestproblematiek totaal in het niets
zal verdwijnen. Mestfabrieken of
niet, er zullen pijnlijke maatregelen
nodig blijven om de veestapel in te
dammen. Wim Haalboom van de
BMF weet waarover hij praat; hij is
agrarisch specialist van de federatie.
Hij vat de zaak bondig aldus samen:
"Vóórdat die grote fabrieken er
staan, is de markt al verzadigd. Der
gelijke grootschalige mestverwerking
betekent dat de prijzen in elkaar zak
ken, waardoor het er dik in zit dat de
veehouders uiteindelijk aan het
kortste eind trekken".
Naast waarderende woorden voor de
wil om tot een oplossing voor het
mestprobleem te komen, heeft Wim
Haalboom vooral kritiek op de
"overdreven toekomstverwachtin
gen" van Promest. Hij konstateert
dat de woorden van minister Braks,
die vorige keer bij de opening van de
proefinstallatie al waarschuwde voor
een prijsval bij een gering aanbod
overschot van meststoffen, volledig in
de wind zijn geslagen. "Zowel voor
Nederland als voor de exportlanden
geldt, dat er absoluut onvoldoende af
zetmogelijkheden zijn voor een half
miljoen ton droge mest per jaar".
Hoge energiekosten
De energiebehoefte van het door Pro
mest toegepaste systeem is zeer groot.
Per kubieke meter mest is in de vorm
van warmte een energieinjektie nodig
van zeker 400 megajoule, zo meent de
BMF. In dat geval moeten er specia
le stookeenheden worden bijge
bouwd, met alle milieugevolgen van
dien. Ook de prijs van 10 gulden, die
in de berekening van Promest de boe
ren moeten betalen voor fabrieksma
tige verwerking van een kubieke meter
drijfmest, roept vraagtekens op bij de
BMF. Haalboom: "Berekeningen van
zowel TNO en enkele ingenieursbu
reaus komen uit op een prijs van 20
De stichting Natuur en Milieu eri de
Brabantse milieufederatie bekijken
de donderdag gelanceerde plannen
voor een demonstratiefabriek voor
mestverwerking in Helmond met
wantrouwen. Zij betwijfelen of het
mestvraagstuk door technische ont
wikkelingen kan worden opgelost.
In plaats daarvan pleiten zij voor
een overheidsbeleid dat zich richt op
het terugdringen van de mestpro-
duktie zelf.
De plannen voor de mestverwer
kingsfabriek met een kapaciteit .van
ongeveer 100.000 ton varkensdrijf-
mest per jaar zijn volgens de organi
saties overigens nog te vaag om een
De Belgische bond beter leefmilieu is
bang dat de uitvoering van de Ne
derlandse meststoffenwet zal leiden
tot export van de Nederlandse mi
lieuproblemen naar België. De bond
heeft in brieven aan de ministers
Braks en Nijpels gevraagd de plan
nen in te trekken. Volgens een van
de voorstellen van Braks zou de hef
fing op mestoverschotten worden
gehalveerd als de betrokken produ
cent een sluitend exportcontract kan
tonen. De bond beter leefmilieu zegt
dat de uitvoer van drijfmest uit Ne
derland naar België op die manier
gulden, twee keer zoveel. Ik heb sterk
het idee dat Promest aa« zijn lage
prijs komt door bezuinigingen op de
reinigingskosten van het afvalwater.
Het is bekend dat waterzuivering een
dure aangelegenheid is". De woord
voerder van de BMF wijst tenslotte
ook nog op het residu met een hoog
zoutgehalte, dat na verwerking van de
mest overblijft.
Ir. Latijnhouwers van Promest wil
van een illusie niets weten. In een in
terview met Omroep Brabant noemt
hij de Promest-plannen het begin van
de oplossing. "Als we er geen vertrou
wen in zouden hebben, zouden we er
geen miljoenen guldens insteken. We
gaan eraan beginnen na veel probe
ren, veel onderzoeken en veel risiko
lopen".
milieuhygiënische beoordeling mo
gelijk te maken. Zo is het voor beide
niet duidelijk wat er gebeurt met de
uitstoot van ammoniak, de waterver
ontreiniging, uitworp van zware
metalen en het energieverbruik. Het
vermoeden bestaat dat bij uitbrei
ding van de kapaciteit tot een mil
joen ton per jaar, zoals de plannen
makers voorzien voor begin jaren
negentig, een nieuwe energiecentrale
nodig is. De ekonomische basis voor
de fabriek vinden beide wankel, om
dat er nog geen zicht is op de afzet
mogelijkheden van het eindprodukt
van de fabriek, mestkoek. Gezien de
vele plannen op dit punt is het niet
ondenkbaar dat er op den duur een
overproduktie ontstaat.
wordt gestimuleerd, met alle gevol
gen voor het Belgische milieu van
dien. Volgens officiële gegevens
voert Nederland nu al 150.000 ku
bieke meter mest per jaar uit naar
België. Het onwelriekende produkt
zal vooral in de Noorderkempen en
in de gebieden langs de Maas belan
den. De import van drijfmest is wel
iswaar formeel verboden in Vlaan
deren, maar er is een uitzondering
gemaakt voor "normale bemestings
doeleinden". Volgens de milieu
organisatie is dat een erg rekbaar
begrip.
Vrijdag 31 oktober 1986
17