B 2000 projektgroep "Boerderij van de toekomst Meeste pluimveehouders ondanks problemen optimistisch Nederland behoudt positie in EG-varkenssektor Varkenspest in België Stierenmesterij in Nederland snel gegroeid korte wenken veehouderij B 2000, afkorting voor "Boerderij van het jaar 2000", is een uniek samenwerkingsprojekt van de bedrijven en instituten Nedap, Vicon, Philips, IMAG en NRS om te komen tot een integrale automatisering in de melkveehouderij. B 2000 beoogt op het moderne melkveebedrijf een kostprijsverlaging, alsmede een kwaliteitsverbetering van de dierlijke produktie te be reiken. Door middel van een integraal, mo dulair opbouwbaar systeem van pro cesautomatisering, bedrijfsbeheer en data-communicatie zullen de deelne mers aan het projekt deze doelen trachten te verwezenlijken. Onder dierlijke produktie valt hierbij te ver staan: melkwinning en vleesproduk- tie met de hiermee samenhangende voedertoediening en gezondheidsbe waking in relatie tot menselijk en dier lijk welzijn en het milieu. Na overleg van de partners in B 2000 met de Mi nisteries van Economische Zaken en Landbouw is van E.Z. een subsidie verkregen voor het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie. Achtergrond In de laatste decennia is het streven binnen de veehouderij sterk gericht geweest op een hogere melkproduk- tie per bedrijf. In veel gevallen dreig de deze groei in produktie ten koste te gaan van het welzijn van mens en dier. In 1984 is door de melkquote ring een rem gezet op het steeds groei ende melkoverschot. Kwaliteitsverbetering en kostenverla ging van de dierlijke produktie en ver betering van de arbeidsomstandigheden zijn nu nood zakelijk om het rendement van het boerenbedrijf op peil te houden of te verbeteren. Door de introduktie van systemen voor de individuele herken ning van dieren zijn er grote nieuwe mogelijkheden geschapen tot proces optimalisering en -automatisering in de veehouderij. Toekomstige stal Uit door het IMAG uitgevoerd onder zoek blijkt dat door meer dan twee keren per dag te melken en hierop de voedertoediening individueel af te stemmen een belangrijke produktie- verhoging per koe mogelijk is, waar door het per bedrijf vastgestelde quotum met minder koeien bereikt kan worden. Omdat vaker melken per dag overeenkomt met het natuurlij ke zooggedrag van kalveren, zal dit geen extra belasting voor het dier opleveren. Een proces van meerdere keren mel ken en individueel voeren leidt tot een sociaal onaanvaardbare situatie voor de veehouder, indien zijn aanwezig heid daarbij vereist is. Bovenstaande is de aanleiding geweest om de kennis en ervaring van ge noemde bedrijven en instituten te bundelen ten einde gezamenlijk te ko men tot een volledige procesautoma tisering, met eraan gekoppeld bedrijfsbeheer en automatische exter ne data-communicatie. Met deze haalbaarheidsstudie, die naar schat ting twee jaar gaat duren, is in het na jaar van 1985 een begin gemaakt. In het bedrijf van de toekomst wor den de volgende ontwikkelingen voorzien: 1Een melkrobot, welke automatisch de melkmachine aansluit aan de koe. Vooraf wordt de uier gereinigd en tij dens het melkproces worden mastitis- en tochtigheidsdetectie gedaan, als mede metingen ten behoeve van melk- hoeveelheid en ziekteverschijnselen. 2. Individuele automatische kracht- voertoediening en ruwvoerdosering, alsmede een geautomatiseerde ruw- voerkeuken. 3. Een operationeel management systeem voor het bedrijfsbeheer en de procesbesturing. 4. De communicatie tussen systeem- delen alsmede' met externe databan ken, zoals zuivelfabrieken, NRS, KI-verenigingen e.a. Perspektieven Frequenter melken met aangepaste voeding lijkt 10 a 15% meer melk met dezelfde gehaltes per koe te kunnen leveren. Bij een zelfde quotum per be drijf betekent dat minder koeien en dus een ruime besparing op met na me onderhoudsvoer. Mastitis levert in Nederland gemiddeld een kostenpost en opbrengstderving op van ca. ƒ170,per koe/jaar. Vroegtijdige signalering en behandeling kan op dit punt veel verbeteren. Tijdig vaststel len van tochtigheid en op het juiste moment insemineren kan door temperatuur- en aktiviteitsmeting, ge koppeld aan visuele waarneming, een inseminatieskore leveren van ca. 90%. Dit is een belangrijke verbete ring t.o.v. de 63 a 70%-skore zoals die thans op praktijkniveau veelvuldig voorkomt. Optimalisering van de bo- demproduktie kan de ds-produktie op jaarbasis ca. 20% (mogelijk meer) doen stijgen. Bovendien geven bete re voederwinningsmethoden meer groeidagen (ca. 5 per snede), minder veldverliezen (5-10%), minder kon- serveringsverliezen (5-10%) en een hoge voederwaarde per kg ds (1000 VEM/kg ds). Voerstation met één gedemonteerde zijwand. Betere kwaliteit en smakelijkheid kunnen de ds-opname uit ruwvoer doen stijgen (mogelijk 2 kg), tegelijker tijd betekent dat een vervanging van een even grote hoeveelheid krachtvoer door eigen ruwvoer. De voordelen aan de voedings/melk- produktiekant van het bedrijf kunnen hierdoor honderden guldens/koe be dragen, terwijl de gezondheids- en re- produktiebewaking voor veel bedrijven eveneens aanzienlijke be dragen kunnen opleveren. Deze elementen, gepaard met het feit, dat het gehele management op een ho ger niveau komt, leiden tot de veron derstelling dat met name op de bedrijven met een betere tot uitsteken de bedrijfsvoering integrale systemen het inkomen kunnen verbeteren on der sociaal meer aanvaardbare kon- dities. De milieu-aspekten zijn voorts evi dent, omdat bij veel melk per koe en uitsluitend hoogwaardig voer de mest- produktie per kg melk minimaal is. De samenstelling van de mest is door de hoge ruwvoeropname gunstiger dan bij matig ruwvoer en veel krachtvoer. Dit alles wordt mogelijk met behulp van systemen waarmee alle dieren in dividueel en automatisch herkenbaar zijn. Met deze toekomstige ontwikke lingen is een verdere optimalisering van de melkveehouderij mogelijk met tegelijkertijd een kostenverlaging en kwaliteitsverbetering, terwijl boven dien het dierlijk en menselijk welzijn bevorderd wordt. De ontwikkeling is zowel op de Ne derlandse, als op de exportmarkt gericht. De meeste pluimveehouders zijn, ondanks soms grote problemen die zij thans hebben, optimistisch over de toekomst. Zo beoordeelt bijna de helft van de leghennenbedrijven in ons land de ontwikkelingen in het ei gen bedrijf dit jaar als slecht (over- produktie, lage prijzen), maar zegt tachtig procent toch vertrouwen in de toekomst te hebben. Van de slachtkuikenbedrijven ligt dat laat ste percentage zelfs op 92. Dit blijkt uit een woensdag gepubliceerd on derzoek van de Amrobank. Van de slachtkuikenbedrijven heeft bijna driekwart dit jaar geinvesteerd in modernisering van het bedrijfsge bouw of de stalinrichting. Eenderde heeft concrete investeringsplannen voor 1987. In de leghennensector ligt het percentage investeringen dit jaar op 43. De investeringen houden vooral verband met de mestproble matiek (grondaankoop, mestopslag en -verwerking). Tien procent heeft concrete plannen voor volgend jaar. De afvoer van mestoverschotten en de kosten die daarmee gemoeid zijn worden in beide sectoren nauwelijks als een probleem ervaren. Plannen voor investeringen in bedrijfsver- plaatsingen zijn er dan ook bijna niet. Automatisering blijkt slechts op tien procent van alle bedrijven te zijn ingevoerd. De meeste pluimvee houders (69 procent) zijn ook niet van plan te automatiseren. Zij zien het als een te dure investering die zijn geld toch niet zal opbrengen. Nederland heeft zijn belangrijke po sitie in de EG-varkenssector ook het eerste halfjaar van 1986 weten te be houden. Vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar steeg de im portbehoefte in de varkenssector van de EG-lidstaten met bijna 118.000 ton tot ruim 1,2 miljoen ton. Nederland als belangrijkste le verancier in deze sector - met een jaarlijkse exportwaarde van bijna ƒ5,5 miljard - heeft dit half jaar zijn relatieve positie, met een aandeel in de voorziening van de importvraag met 44%, weten te behouden. Aldus de vorige week door het produkt- schap voor vee en vlees (pvv) afgege ven halfjaar cijfers varkenssector. Het Belgische ministerie van Land bouw heeft speciale maatregelen uit gevaardigd voor een aantal gebieden in de provincie Brabant, Limburg, Namen en Luik omdat daar in de voorbije weken haarden van klassie ke varkenspest zijn vastgesteld. De evolutie van die ziekte acht men "verontrustend" en daarom heeft het ministerie voor die gebieden een vervoersverbod voor varkens in gesteld. Ook mogen er geen varkens worden verzameld (bijvoorbeeld op markten). Slachtvarkens mogen in die gebieden wel naar slachthuizen worden overgebracht maar voor zul ke transporten is een schriftelijke toestemming nodig van een bij de in spectie werkende veearts. De stierenmesterij is in Nederland een vrij jonge, maar snel gegroeide tak binnen de vleesproduktie. Uit de meitellingsgegevens blijkt, dat sinds 1982 het aantal bedrijven, dat mest- vee houdt (excl. mestkalveren) met 1600 is toegenomen tot ca. 17.250 in 1985. Het aantal mestdieren is in die periode met ongeveer 28% toege nomen tot ruim 340.000 stuks. Het aantal meststieren is in die periode nog sterker toegenomen 35% t.o.v. 1982) en bedroeg in 1985 ca. 290.000 stuks. Hoewel het aantal grotere bedrijven toeneemt, blijft het percentage be drijven met tenminste 75 dieren on der de 5%. Deze bedrijven mesten wel 41,6% van de aanwezige stieren. Legt men de grens bij minimaal 150 dieren dan zijn er 327 bedrijven (1,9%), waar 25% van de dieren gemest worden. Van deze 327 be drijven zijn er 147 gespecialiseerde mestveebedrijven die maximaal zo'n 50.000 stieren mesten, dat wil zeggen ongeveer 15% van het totaal. Uit de ze gegevens volgt dus, dat 75 tot 85% van de stieren gemest wordt op bedrijven die dat combineren met nevenwerkzaamheden. De gespecia liseerde bedrijven vindt men voorna melijk in de provincies Brabant, Overijssel, Gelderland en Limburg. Concluderend kan gesteld worden, dat de stierenmesterij in Nederland de laatste jaren is gegroeid. Het aan tal gespecialiseerde stieren mesters is relatief klein en de financiële resulta ten zijn momenteel ongunstig. In november begint het VERGA- DERSEIZOEN weer. Allerlei vere nigingen, zoals standsorganisaties, studieklubs, voorlichting van handel e.d. proberen weer een leerzaam en aantrekkelijk programma te bren gen. Natuurlijk kunt u niet al die bij eenkomsten bezoeken. Maak daar om een verantwoorde keuze voor die bijeenkomsten, waarvan je het meeste kunt leren. Vooral de kon takten met kollega's en het uitwisse len van ervaringen zijn leerzaam. Door de konsulentschappen worden van begin november tot begin de cember een aantal bijeenkomsten ge organiseerd over de WETGEVING RONDOM DE MEST. Op deze bij eenkomsten zal worden toegelicht de stand van zaken van de regelgeving rondom de mest. Per 31 december 1986 zal moeten worden opgegeven hoeveel vee er op dat moment op het bedrijf is. Aan de hand hiervan zal het mestkwotum worden vast gesteld. Het is een belangrijke zaak. Kom daarom naar zo 'n bij eenkomst. Een GOEDE ONTWATERING is en blijft nog steeds bijzonder be langrijk. Want vooral in het najaar, winter en voorjaar moet er veel wa ter worden afgevoerd. Maar dan moeten wel de drains, greppels, slo ten e.d. goed open zijn. In een re- genrijke periode kunnen we goed kon troleren of ze nog voldoende lo pen. De eindbuizen of uitmondingen kunnen zijn verstopt of verzakt. Dit geldt ook voor greppels. Daarom, kon troleer deze zaken en zorg dat het water weg kan. Verschillende DRINK WA TER POMPJES moeten buiten overwin teren. Met wat geluk staan ze er vol gend jaar nog wel. Maar dan wel flink verroest, aanvoer slang bescha digd enz. Dat is jammer en kost weer ekstra geld. Haal daarom, na het opstallen van het vee, deze pompjes weer naar binnen. Maak ze schoon, eventueel repareren en met een kwastje verf en wat smeer vet kunnen ze probleemloos de winter in. Als het straks weer voorjaar is kunnen ze zo weer worden geplaatst. Het kalf van vandaag is de koe van morgen. Willen we dus 'morgen' een goede koe hebben, dan zullen we 'vandaag' dus nu onze KALVEREN goed moeten VERZORGEN. Want willen we een kalf in twee jaar tijd uit laten groeien tot een goede kalfvaars, dan moet de opfok en de groei goed verlopen. Soms moet het jongvee genoegen nemen met ruw voer en mindere kwaliteit. Zorg dan wel, dat er voldoende krachtvoer wordt gegeven. Door regelmatig de borstomvang te meten kan worden nagegaan of de dieren voldoende groeien. STOPPELBEWERKING is ook op maisland nodig. Dit najaar is de meeste mais onder ideale omstandig heden geoogst, waardoor er weinig struktuur is bedorven. Probeer dat zo te houden! Ploeg daarom klei grond onder gunstige omstandighe den op wintervoor en zandgrond voor een stoppelbewerking. Wan neer straks weer drijf mest wordt uit gereden, zul/en de omstandigheden weieens minder mooi kunnen zijn. Probeer echter zo veel mogelijk de gunstige omstandigheden te be nutten. GRASLAND mag niet ruig de win ter ingaan. Dat betekent, dat er op sommige percelen nog wel het een en ander moet gebeuren. Vooral bossen zijn funest. Probeer deze bossen te maaien, maar niet tekort. Bij goed weer wordt het afgemaaide spul nog wel opgevreten door het vee. Is dat niet het geval en ligt er vrij veel, dan moet dit nog worden opgeruimd. Probeer dit alles wel zo veel moge lijk onder droge omstandigheden te doen. Anders is het middel erger dan de kwaal! Veel werktuigen zouden op vakantie kunnen, maar de KUILVOERSNIJ- DER niet. Voor dit werktuig breekt de drukke tijd weer aan. Zorg daar om dat de messen scherp zijn, zodat het werk gemakkelijk en ook goed kan gebeuren. Kontroleer ook de hy draulische slang op verdikkingen, haarscheurtjes e.d. Probeer nooit lekkages tegen te houden, want de onder druk staande olie kan levens gevaarlijk verwondingen geven. Ver nieuw daarom op tijd deze slangen, zodat het werk vlot en veilig kan verlopen. Nieuwe vlugschriften Onlangs zijn er weer twee nieuwe vlugschriften verschenen te weten de nr. 414 "Beregening met regenslang- systemen" en nr. 415 "Voorkom let sel bij uitgelegde hennen". Deze vlugschriften zijn voor belangstel lenden gratis te verkrijgen bij het CAD-BV, Postbus 43, 6700 AA Wa- geningen. (Gaarne schriftelijk aan vragen). Ook is er een nieuw rapport "Richt lijnen voor de bouw en inrichting van ligboxenstallen" verschenen. Dit rapport is verkrijgbaar door storting van 10,op gironummer 88 60 49 ten name van het CAD- BV,Postbus 43, 6700 AA Wagenin- gen onder vermelding van "Richtlij nen v.d. bouw en inr. van lig boxenstallen". Vrijdag 31 oktober 1986 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 11