CLC-advies: schrap subsidie op kavelverbetering Braks blijft vaag over inkomens Behandeling Landbouwbegroting 1987 Rapport signaalwaarden milieukritische stoffen naar Kamer De Centrale Landinrichtingskommissie heeft de minister van Land bouw geadviseerd de subsidie op kavelverbeteringswerken te laten ver vallen. Hiermee wordt een strukturele bezuiniging van ƒ16,5 miljoen per jaar bereikt. De CLC adviseert de subsidie te schrappen voor die projekten, waarvoor op 15 november 1986 nog geen programma is vastgesteld dan wel geen voorontwerp-landinrichtingsplan is gepu bliceerd. In de landbouwbegroting voor 1987 is een bezuiniging op landinrichting opgenomen van ƒ18,6 miljoen in 1987 en ƒ16,5 miljoen in 1988 en volgende jaren. Deze begroting is op dit punt ongeschonden door de Tweede Kamer gekomen en de CLC was dus genood zaakt met haar voorstellen uit te ko men op een strukturele bezuiniging van ƒ16,5 miljoen per jaar. Landinrichting nog meer uitgekleed Het budget van landinrichting stond al onder zeqr zware druk. De jaarlijks geïnvesteerde bedragen zijn sinds 1970, reëel gezien, sterk gedaald. Be gin jaren 'zeventig bedroeg het jaar lijkse rijksaandeel in de investeringen ca. ƒ350 miljoen, in 1986 nog geen ƒ200 miljoen per jaar en na deze be zuiniging in 1987 rond ƒ180 miljoen per jaar. Ruilverkavelingen die van 1970 tot 1973 in uitvoering werden ge nomen konden rekenen met een ge middeld rijksaandeel van ruim ƒ8000 per ha. Dit bedrag komt nu gemid deld neer op ca. ƒ5.500,- per ha en zal door de nieuwe bezuiniging worden teruggebracht tot ca. ƒ5000 per ha. Al met al geen rooskleurig beeld en de ze nieuwe bezuinigingsronde komt dan ook zeer ongelegen. Eerder had het Landbouwschap en Tweede Kamer al laten weten dat de ze bezuiniging op landinrichting haaks staat op de noodzaak tot kost prijsverlaging. Landinrichting is een zeer belangrijk instrument voor de verbetering van de bedrijfsstruktuur in land- en tuinbouw. Een van de wei nige konkrete mogelijkheden tot kost prijsverlaging en verbetering werkomstandigheden. Dit pleidooi heeft evenwel niet mogen baten. Integendeel, het bezuinigings bedrag blijft overeind en de Tweede Kamer heeft uitgesproken een aparte diskussie te willen voeren over landin richting in de veenweidegebieden. De minister van Landbouw heeft dit toe gezegd en zal de CLC hierover gericht advies vragen. Dit CLC-advies en het voorlopige standpunt van de minister over de veenweidegebieden worden vervolgens besproken in de Tweede Kamer. Bezuinigingsmogelijkheden De strukturele bezuiniging kan als volgt worden ingevuld: a. Verlaging van de uitvoeringsop pervlakte Nu wordt jaarlijks 36.000 ha landin richting in uitvoering genomen. Be gin jaren zeventig bedroeg deze oppervlakte nog 55.000 ha. In 1983 werd besloten de oppervlakte te ver lagen van 40.000 ha naar 36.000 ha per jaar. Toen is ook besloten gedu rende 2Vi jaar vrijwel geen nieuwe projekten in voorbereiding te nemen. Pas in 1986 was het weer mogelijk ca. 36.000 ha op het voorbereidingssche ma te plaatsen. Dit voorbereidings schema is, met het oog op de nieuwe bezuinigingsronde, nog niet vast gesteld. De CLC overwoog dat de druk op het voorbereidingsschema groot is. Met de nieuwe landinrich tingswet zijn er tal van nieuwe verzoe ken tot landinrichting binnengekomen en er staan nog be hoorlijk veel projekten in de wacht kamer. Bovendien moeten de komende jaren nog grote delen van de herinrichting Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën en de rekonstruktie Midden-Delfland in de 36.000 ha worden ingepast. Ook zijn er nogal wat aanvragen rekonstruk tie oude glastuinbouw. Al met al achtte de CLC het bestuur lijk onjuist het uitvoeringsprogram ma te verlagen met 3000 ha per jaar. Ook al omdat dit tot gevolg zou heb ben dat het Voorbereidingsschema 1986 nagenoeg geheel opgeschort moest worden tot 1987. b. Verlagen van het investerings niveau Door een verlaging van het investe ringsniveau per ha met ƒ650 kan de strukturele bezuiniging van ƒ16,5 mil joen ook worden ingevuld. Eerder is al aangegeven dat het in vesteringsniveau in de jaren zeventig rond de ƒ8000 ha bedroeg (rijksaan deel). Nu bedraagt dit ca. ƒ5500 per ha. Een extra verlaging van het rijks aandeel kan volgens de CLC niet worden ingevoerd zonder grote span ningen op te roepen. Het is dan nau welijks mogelijk voor landinrichtingskommissies een voor iedereen zoveel mogelijk acceptabel plan te maken. c. Toepassing profijtbeginsel Het profijtbeginsel blijkt sinds 1970 al zes keer te zijn toegepast. Genoemd kunnen worden: verlaging subsidie kavelverbeteringswerken, wijziging ruilkavelingsrente, beperking subsidie Tazelaar diende een motie in, waarin hij stelde dat de agrarische inkomens de komende twee jaar gemiddeld niet meer mogen dalen dan twee pro cent, en daagde vervolgens minister en Kamer uit om hun eigen cijfers in te vullen. De minister wilde 'dat spelletje niet meespelen', zoals hij het uitdrukte. Er zijn teveel onzeke re faktoren, meende Braks. De markt zelf in de eerste plaats, maar ook het weer kan meespelen. Wel wilde hij kwijt dat de inkomens daling 'niet op de pijngrens' zou lig gen. Het voortbestaan van de sektor Minister ir. G. Braks heeft op 16 ok tober jl. een rapport van de Land- bouwad vieskommissie Milieukriti sche Stoffen over signaalwaarden voor de gehalten van milieukritische stoffen in de grond naar de Tweede Kamer gestuurd. Het rapport maakt een koppeling tussen het gehalte van een milieu kri tische stof in de grond en de beteke nis daarvan voor de landbouwkun dige aktiviteit. De overheid en andere worden van tijd tot tijd gekonfronteerd met pro blemen in het landelijke gebied als ge volg van verontreinigde bodems. Cadmium in de Kempen en zware metalen in de uiterwaarden zijn daarvan bekende voorbeelden. De milieukritische stoffen, die in de bo dem aanwezig kunnen zijn als gevolg van verontreinigingsprocessen, kun nen allerlei funkties van die bodem in nadelige zin beïnvloeden. Grof weg kunnen de landbouwkundige funkties (akker, tuinbouw en vee teelt) tweeërlei wijze geschaad wor den: door opname door het produkt van verontreinigde stoffen en door produktieverlies. op boerderijverplaatsing en verlaging subsidie rekonstruktie oude glastuin bouw. Sinds 1970 is het rijksaandeel per ha ten opzichje van de totale kosten per ha relatief afgenomen met 25 procent en in absolute zin met 35 procent. De CLC is van oordeel dat een ver- dëre toepassing van het profijtbegin sel er toe kan leiden dat onvoldoende medewerking van de regio wordep verkregen. d. Schrappen van planonderdelen Uiteindelijk kiest de CLC voor deze mogelijkheid. Daarbij wordt als uit gangspunt genomen - net als bij de re cente bezuiniging op rekonstruktie oude glastuinbouw - dat kollektieve investeringen, gericht op de verbete ring van de infrastruktuur, gespaard moeten blijven. Zo komt de CLC tot het advies de subsidie op kavelverbetering te schrappen. Deze werken zijn vooral gericht op het belang van partiku- lieren. De agrarische leden in de CLC zagen in dat dit voorstel de aantrekkelijk heid van landinrichting voor de agra rische ondernemer zeker zal beïnvloeden. Deze ingreep laat echter de essentie van landinrichting: bete re ontsluiting, kavelkoncentratie en is niet in het geding, betoogde hij, en faillissementen vormen nu eenmaal een normaal ondernemersrisiko. Minister Braks zei o.m. dat het ak sent in de EG de laatste jaren teveel gelegd is op de inkomensvorming en te weinig op het funktioneren van de markt. Het beleid zal de komende tijd in het teken moeten staan van produktïe-afremming. Dat moet op langere termijn niet gebeuren door het middel van kwoteringen, dat te veel nadelen met zich brengt, maar door het prijsbeleid af te stemmen op efficiënte ondernemingen in gun- Voor het aangeven van de betekenis van een bepaalde verontreinigde bo dem voor de landbouw is gekozen voor de formulering van een referen tiewaarde en een signaalwaarde per milieukritische stof. De referentie waarde geeft aan, welk gehalte van een stof in de bodem als 'normaal' mag worden beschouwd. In het algemeen zullen er op de 'normale' bodems geen problemen voor de landbouw optreden. De signaalwaarde geeft aan, bij welk gehalte van een stof in de grond de eerste problemen voor de landbouw gesignaleerd kunnen worden. Gezien de zeer beperkte beschikbare kennis over effekten van milieukriti sche stoffen in de bodem verschillen de gebruiksfunkties zijn alleen waar den ontwikkeld voor akker- en tuin bouw en (grondgebonden) vee houderij. Elk agrarisch produkt heeft zijn ei gen gevoeligheid voor een milieukri tische stof in de grond. Bij het for muleren van de signaalwaarden is al tijd uitgegaan van het produkt dat' het meest gevoelig is voor een be paalde stof. verbetering van de waterhuishouding overeind. Deze zaken kan een indivi duele ondernemer niet of nauwelijks zelf realiseren. Bovendien konstateer- den de agrarische CLC-leden dat po litiek Den Haag weinig goeds voor heeft met subsidies in de partikuliere sfeer. Ook de minister van Landbouw heeft daar, onder verwijzing naar Ekonomische Zaken, op gewezen. Met "bloedend hart" gingen de agra rische CLC-ers dan ook akkoord met het schrappen van de subsidiemoge lijkheid op kavelverbeteringswerken. Het was de beste keus uit vier slechte alternatieven. Oude glastuinbouw buitenschot Konkreet adviseert de CLC de minis ter van landbouw de subsidie op ka velverbeteringswerken te schrappen voor die projekten waarvoor nog geen programma is vastgesteld dan wel nog geen voorontwerp-plan is gepu bliceerd. De ingangsdatum is 15 november 1986. Toegangswegen naar boerderij en boven 50 meter blijven voor sub sidie in aanmerking komen. De rekonstrukties oude glastuinbouw blijven dit keer buiten schot. Onlangs stige regio's. Als dat in andere gebie den lerdt tot onaanvaardbare inko mensachteruitgang, dan moet er daar op een of andere manier aan in komensondersteuning worden ge werkt, zei de minister. Nochtans zal het uitschakelen van produktiekapa- citeit niet kunnen worden voorko men. Braks zag daarbij meer in het uit produktie nemen van grond dan in een overgang naar andere teelten. Dat leidt immers vroeger of later weer tot overschotten in andere pro- duktgroepen. Behalve grond uit pro duktie nemen, braken dus, zag de minister ook wel wat in een ekstensi- vering van de landbouw in bepaalde gebieden. Dat zou goed kunnen pas sen in het natuur- en landschapsbe- schermingsbeleid, waarvoor in Ne derland de Relatienota een belang rijk instrument is. Bijstellingen Deze uiteenzetting bracht de minis ter bij de noodzakelijke bijstellingen die het landbouwbeleid in de sekto ren zuivel, granen en in mindere ma te runderen, te wachten staan. Het zullen aanzienlijke bijstellingen zijn, waarschuwde Braks, richting een meer marktgeoriënteerd beleid. Maar het bijstellen van de interven tie vond de minister niet genoeg. Er is meer nodig. Dat kontingente- Minister Braks van landbouw en zijn ambtgenoot van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer, drs. E. Nijpels, hebben op 23 okto ber jl. de Memorie van Antwoord in zake de ontwerp-Meststoffenwet naar de Eerste Kamer gestuurd. De Twee de Kamer heeft het ontwerp op 13 mei jl. met algemene stemmen aanvaard. De Accountantsdienst van het minis terie van landbouw en visserij heeft een onderzoek gedaan naar de uitvoe ring van de Beschikking Bijdragen Werkgelegenheid in de Bosbouw 1984/1985, naar aanleiding van klachten uit het bedrijfsleven hier over. Minister ir. G. Braks heeft op 16 oktober jl. het onderzoekrapport aan de Tweede Kamer gestuurd. De Beschikking Bijdragen Werkgele genheid in de Bosbouw 1984/1985 maakte deel uit van het werkgelegen heidsprogramma van de overheid. Van de ƒ1 miljard, die het kabinet ter beschikking heeft gesteld voor addi- zijn de subsidienormen voor RROG- projekten behoorlijk verlaagd en de CLC acht het ongewenst deze gebie den nog eens te belasten. De bezuiniging geldt evenmin voor het herinrichtingsgebied Oost- Groningen en Gronings-Drentse Veenkolonieën en het rekonstruktie- gebied Midden-Delfland. De subsidie op kavelverbeteringswerking is voor die gebieden al toegezegd in de door de minister van Landbouw vastgestel de programma's. Op verzoek van de agrarische leden adviseert de CLC de huidige bedra gen voor administratieve ruilverkave lingen op ca. ƒ1.100 rijksaandeel per ha te handhaven. De voorgestelde bezuiniging zal pas over ca. 14 jaar volledig doorwerken. Kavelverbeteringswerken worden na melijk vooral uitgevoerd rond het elf de en twaalfde jaar nadat de uitvoering is gestart en de projekten waarvoor nu een voorontwerp is ge publiceerd komen over ca. 2Vi jaar in uitvoering. In de komende 14 jaar ontstaat zo een oplopend tekort, doordat inkomsten en uitgaven pas in het jaar 2000 met elkaar in evenwicht zijn. Dit heeft tot gevolg dat de uit voeringsduur met gemiddeld 1,3 jaar verlengd wordt. Jan Brinkman ring niet de voorkeur van de minister heeft, is bekend. Een groot bezwaar van dit systeem is volgens Braks de praktische onmogelijkheid om de omvang van het kwotum zodanig vast te stellen en vast te houden, dat er een relatie is met de hoeveelheid die door de markt kan worden opge nomen. Hij verwees naar_ Zwitser land en Oostenrijk, landen die een kwotumsysteem hanteren, maar er nooit in geslaagd zijn dit marktge richt te houden. Een afschaffing van de verevening ziet Braks per 1 april volgend jaar wel gebeuren. Het kwoteringsstelsel zelf overigens, gaf hij wat meer tijd; volgens de minister zal dit systeem pas over 7 a 9 jaar uit de wereld zijn. Graan en mest Voor de graansektor zei de minister wel te voelen voor een opzet waarin het de teler vrij staat te kiezen tussen een (hoge) medeverantwoordelijk heidsheffing of het uit produktie ne men van een deel van zijn grond. Het 'afkopen' van de medeverant woordelijkheidsheffing door braak- leggen. Zo'n regeling kan snel ef- fektief werken, verwachtte de minis ter. Minister Braks wenst onverkort vast te houden aan het tijdschema dat is opgesteld voor de invoering van de mestwetgeving. die belast kunnen worden met de af voer van dierlijke mest en de organi satie daarvan. Tevens stelt de wet eer aantal regels, of schept de mogelijk heden daartoe, met betrekking tot dt uitbreiding van de mestproduktie, dt omwisseling tussen diersoorten, de verplaatsing van bedrijven en de be taling van een overschotheffing. tionele werkgelegenheidsprojekten in de bouw, kon ƒ26 miljoen worden be steed in de bosbouw. In het totaal heeft de Accountantsdienst 16 projek ten onderzocht. Uit het rapport blijkt onder meer dat meer dan de helft van de gesubsidieerde werkzaamheden bosbouwkundig niet verantwoord zijn uitgevoerd. Op basis van de resulta ten van dit onderzoek heeft minister Braks besloten een verdergaand intern onderzoek te laten verrichten naar alle 113 projekten, die in het kader van de Beschikking Bijdragen Werkgelegen heid in de Bosbouw 1984/1985 zijn uitgevoerd. Ook in zijn antwoorden in eerste termijn op de vragen van de Kamer leden bij de behandeling van de begroting van het Ministerie van landbouw, 21 en 22 oktober jl., bleef minister Braks zonder moeite overeind. Weliswaar werd hij door de PvdA'er Tazelaar uitgedaagd een uitspraak te doen over de gevolgen van zijn beleid voor de boeren- inkomens, maar de minister wenste daar niet op in te gaan. Memorie van Antwoord inzake Ontwerp Meststoffenwet naar Eerste Kamer Het ontwerp zal de nu geldende Meststoffenwet uit 1947 moeten gaan vervangen. De nieuwe wet biedt on der meer het kader voor een regeling van de afvoer van mestoverschotten. Hiertoe is voorzien in mestbanken, Onderzoek naar uitvoering beschikking bijdrage werkgelegenheid in de bosbouw 10 Vrijdag 31 oktober 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 10