Onverantwoord
zegge en schrijve
xco
zuidelijke landbouw maatschappij
Voor fruit- en groentetelers
West Zuid-Beveland
ZLM onderzoekt mogelijkheden aanvoer
zoet water uit Biesbosch
Administratieve verkaveling
Tot slot
VRIJDAG 24 OKTOBER 1986
74e JAARGANG NO. 3848
m
land- en
tuinbouwblad
Bij het oogsten van de maisproef veldjes heeft proefboerderij Rusthoeve dit najaar voor het eerst gebruik
gemaakt van een speciale op de proefveldoogst gerichte hakselaar. Tijdens de oogst wordt op ingenieuze
wijze elke partij bemonsterd en gewogen. Deze proefveldhakselaar voor mais, die voor de (drastische)
aanpassing gewoon in de praktijk werd gebruikt, is ontwikkeld door Leenpoel B. V. uit Kamperland in
samenwerking met de heer A.G. Ebbens van de Rusthoeve. Op de achtergrond (l) ziet u de heer Ebbens.
Als alles volgens plan is verlopen is deze week de
landbouwbegroting in de Tweede Kamer behandeld.
Helaas moet worden aangenomen dat de Kamer de
voorgestelde bezuinigingen heeft geaccepteerd. Op
deze pagina is vanuit de ZLM al eerder duidelijk aan
gegeven dat wij met die bezuinigingen de grootste
moeite hebben. Vooral ook de structurele bezuinigin
gen van 16,5 miljoen gulden per jaar op landinrichting
ligt ons zeer zwaar op de maag. Landinrichting is im
mers zeer essentieel voor de structurele verbetering
van de bedrijfsstructuur in de land- en tuinbouw en de
daarmee beoogde kostprijsverlaging voor de agrari
sche bedrijven is van levensbelang voor onze (toe
komstige) konkurrentiepositie. De minister heeft aan
de Centrale Landinrichtingscommissie (CLC) ge
vraagd hem op de kortst mogelijke termijn te advise
ren op welke wijze de bezuiniging op landinrichting
kan worden uitgevoerd. De CLC zal daarover vandaag
-vrijdag 24 oktober- een beslissing nemen. Uitgangs
punt bij die beslissing is dat de bezuiniging gevonden
moet worden in de kategorie integrale landinrichtings-
projekten. De mogelijkheden in deze kategorie zijn: 1
verlaging van de oppervlakte welke jaarlijks gemid
deld in uitvoering wordt genomen, 2. verlaging van
het gemiddelde investeringsnivo per hektare over het
geheel van maatregelen en voorzieningen, 3. het ver
lagen van de rijksbijdragepercentages en/of inkrim
ping van de financiering, 4. het geheel laten vervallen
van planonderdelen. Het sekretariaat van de CLC is
na afweging van deze verschillende mogelijkheden
tot de konklusie gekomen dat de bezuiniging gevon
den moet worden in punt 4 dus in het geheel laten
vervallen van planonderdelen. Daarbij wordt onder
scheid gemaakt tussen maatregelen en voorzieningen
die gericht zijn op verbetering van de infrastruktuur en
die maatregelen welke gericht zijn op het belang van
partikulieren. De onderdelen met een min of meer par-
tikulier karakter zijn boerderijverplaatsing, erf- en ka-
velgrensbeplantingen en kavelverbeteringswerken.
Om een lang verhaal kort te maken: het sekretariaat
van de CLC is van mening dat de strukturele bezuini
gingen van 16,5 miljoen gevonden moet worden in al
gehele beëindiging van de subsidie op kavelverbete
ringen. Dit moet dan gaan gelden voor projekten
waarbij het ontwerp-landinrichtingsplan nog niet is
goedgekeurd. Grensgevallen kunnen zich voordoen
voor projekten waar het ontwerp-plan wel is gepubli
ceerd - nog niet is goedgekeurd- maar wel gerecht
vaardigde verwachtingen zijn gewekt. Het sekretari
aat van de CLC zegt zich te realiseren dat afschaffing
van de kavelverbetering het enthousiasme van de be
trokkenen ongunstig zal beïnvloeden maar schat te
vens in dat één en ander bespreekbaar zal blijken te
zijn omdat alternatieven nog kwalijker zijn. Inmiddels
is duidelijk geworden dat (de kommissie grondgebruik
van) het Landbouwschap de redenering van het se
kretariaat van de CLC volgt en dus van lieverlee het
schrappen van de kavelverbetering als minste van alle
kwaden ziet. Als ZLM hebben wij in deze diskussie
een ander standpunt ingenomen. Gezien de specifie
ke situatie in het Zuidwestelijk kleigebied vinden wij
(algehele) afschaffing van de subsidie op kavelverbe
tering niet verantwoord. Onze leidraad daarbij is ge
weest dat wij kwaliteit boven kwantiteit stellen. Onze
voorkeur gaat daarom -met pijn en moeite- uit naar
vermindering van de oppervlakte welke jaarlijks in uit
voering wordt genomen. Eventueel is voor ons een
kombinatie van maatregelen (de kaasschaafmethode)
bespreekbaar. In het georganiseerd overleg is dit
ZLM-standpunt echter niet haalbaar gebleken. Als nu
ook de CLC in dezelfde zin aan de minister adviseert
staat ons alleen nog de weg naar de politiek open.
Op korte termijn gaat de Zuidelijke Landbouw Maat
schappij bij de fruittelers en vollegrondsgroentetelers in
Zuid-Beveland aftasten of er belangstelling bestaat voor
zoet water dat geleverd kan worden door de Watermaat
schappij Zuid West Nederland voor de prijs van ca
1,15 per m\
Het dagelijks bestuur van de Z.L.M. heeft dit dinsdag
gezegd op een perskonferentie na afloop van een werk
bezoek aan het Uienverwerkingsbedrijf Gebr. Mol B.V.
te 's Gravenpolder en aan de in aanbouw zijnde veiling
van de CVZ in Kapelle.
De WMZ is momenteel bezig met de aanleg van een lei
ding waarmee vanuit de waterbekkens in de Biesbosch
industriewater zal worden getransporteerd naar het in
dustriegebied bij Terneuzen.
Mocht de interesse voor dit zoete water voldoende groot
zijn dan is de WMZ bereid een aftakking te maken naar
Zuid-Beveland. Jaarlijks zou dan 20 a 30 miljoen kubie
ke meter water voor druppelbevloeiing beschikbaar zijn.
Andere toepassingsmogelijkheden zijn te duur. Over het
wel of niet maken van de aftakking moet gezien de
voortgang van de werkzaamheden eind dit jaar reeds een
beslissing worden genomen.
Uit berekeningen door o.m. het waterschap Noord- en
Zuid-Beveland is gebleken dat aanvoer van zoet water
uit het Zoommeer voor de landbouw ten oosten van het
kanaal door Zuid-Beveland financieel rendabel is. Voor
het gebied ten westen van het kanaal is dat niet het geval.
Mogelijk dat het industriewater, dat van voldoende kwa
liteit is, een geschikt alternatief kan zijn voor het water
uit het Zoommeer.
Het dagelijks bestuur van de ZLM liet ook weten grote
bezwaren te hebben tegen het voornemen van minister ir.
G. Braks om geen subsidie meer te verlenen voor kavel
verbeteringswerken. Juist voor het Zuidwestelijke klei
gebied komt een dergelijke maatregel hard aan.
ZLM-voorzitter A.J.G. Doeleman zei zich voor de toe
komst dan ook bezorgd te maken over de belangstelling
voor de landinrichting hetgeen op langere termijn konse-
kwenties heeft voor de konkurrentiepositie van de be
drijven. Het dagelijks bestuur dat wel begrip heeft voor
de noodzaak van bezuiniging, zei het plaatsen van jaar
lijks wat minder hektares op het voorbereidingsschema
te prefereren boven een afschaffing van de subsidie op
kavelverbetering. Dat het Landbouwschap en de Centra
le Landinrichtings Commissie globaal reeds akkoord
zijn gegaan met de bezuinigingen van Braks op de kavel
verbetering is voor het bestuur van de ZLM geen reden
om het hoofd in de schoot te leggen. "Wij blijven op dit
punt onze invloed bij de politiek zoveel aanwenden om
het ongelukkige bezuinigingsbesluit ongedaan te
maken".
Afschaffing van de subsidie op kavelverbetering heeft
ook gevolgen voor de in ons werkgebied zo populaire
ruilverkaveling met administratief karakter. Zoals nu
voorgesteld werkt deze bezuiniging voor éénvijfde
door in de hektarebijdrage. Konkreet betekent dat een
verlaging met 130 gulden per ha. voor de administra
tieve verkaveling waardoor deze vorm van verkave
ling wel erg dicht bij de gewone vrijwillige kavelruil
komt te liggen. Natuurlijk hebben wij onmiddellijk op
deze konsekwentie gewezen. Aanvankelijk kregen
wij hoop dat de normbedragen voor de administratie
ve verkavelingen gehandhaafd zouden worden. In het
uiteindelijke voorstel is deze uitzondering echter niet
terug te vinden. Wel hebben wij de boodschap nog
meegegeven aan onze vertegenwoordigers in de CLC.
Gekonstateerd moet worden dat er wederom gepeu
terd wordt aan essentiële voorzieningen voor de land
en tuinbouw. Met het oog op de toekomst is dat on
verantwoord. Opvallend is ook dat de belangen voor
natuur en landschap in het kader van de landinrichting
konsekwent buiten de bezuinigingen zijn gehouden.
Voor de land- en tuinbouw is dat een nauwelijks te
verteren zaak. Wat mij betreft is het laatste woord
hierover dan ook nog niet gezegd.
Oggel.