Landbouw-organisaties en suikerindustriën willen met
bewaakt mengprijssysteem terug naar 130.000 hektare bieten
Export aardappelen op gang
Struktureel
Naar 130.000 ha
Referentiebasis
Voorbeeld
Kategoriën telers
Nieuwe telers
Hoge opbrengsten en suikerpercentage
leiden bij suikerbietenteelt
tot veel C-suiker
Vaste referentie
Beroepskommissie
Het areaal suikerbieten is in 1986
gegroeid tot boven de 139.000
ha. Dit levert een forse over
schrijding van het Nederlands
maksimumkwotum. Deze over
schrijding is niet langer aksepta^
bel. Het bietenareaal moet der
halve in 1987 terug naar 130.000
ha. Landbouworganisaties en
suikerindustriën zijn het erover
eens geworden, dat hiervoor het
bewaakt mengprijssysteem moet
worden ingevoerd. Voor de teelt
van 1987 vormen de afgelopen
vijf jaar, de periode 1982-1986,
de referentiebasis. Zij, die de
laatste vijf jaar geen bieten heb
ben geleverd, hebben geen refe
rentie en zullen voor 1987 geen
kwotum ontvangen.
Het bietenbedrijfsleven heeft over
eenstemming bereikt over het suiker
systeem voor 1987. De suikerin
dustriën en de centrale landbouwor
ganisaties zijn in de werkgroep bieten
aangelegenheden van de suikerbe-
geleidingskommissie tot de konklu-
sie gekomen, dat het mengprijs
systeem moet worden verlaten en
vanaf 1987 moet worden gekozen
voor een bewaakt mengprijssysteem.
Nu industrie en telers het hierover
eens zijn mag worden aangenomen,
dat het bestuur van het Landbouw
schap de minister overeenkomstig
zal adviseren. Het maksimumkwo
tum bedraagt voor Nederland
872.000 ton witsuiker. In 1986 is het
areaal opgelopen tot ca. 139.125 ha.
Volgens de laatste schattingen zal
ca. 1,1 miljoen ton witsuiker worden
geproduceerd.
We kunnen ons niet aan de in
druk onttrekken, dat mede sprake is
van een struktureel groter bietena
reaal bij ongewijzigd beleid. Dit is te
wijten aan de marktsituatie in ande
re produkten zoals de granen, maar
ook aan de situatie in de melkvee
houderij, waarvoor het scheuren van
grasland voor de bietenteelt wel eens
een alternatief zou kunnen zijn.
Het grote bietenareaal in 1986 en de
gesignaleerde ontwikkelingen zijn
dermate bedreigend voor de stabili
teit van het suikerbietenareaal, dat
het mengprijssysteem moet worden
verlaten.
Telers en industrie zijn het er over
eens, dat het bietenareaal in 1987 te
rug moet naar 130.000 ha. Een be
waakt mengprijssysteem biedt hier
voor de zekerheid. Voor een nadere
invulling gelden de volgende uit
gangspunten:
- vanaf 915.000 ton witsuiker wor
den de telers gekonfronteerd met C-
bieten. De mengprijs geldt dus voor
915.000 ton;
- een areaal van 130.000 ha bieten
kan verantwoord worden geteeld;
bij 7000 kg witsuiker per ha wordt
hef maksimumkwotum gevuld en is
er reserve voor tegenvallende
oogsten, hetgeen belangrijk is in ver
band met het behoud van het kwo
tum in Nederland;
- in 1982 is de uitspraak gedaan, dat
bij een eventuele terugkeer naar een
kwoteringssysteem per teler om re
den van een te hoge suikerproduktie,
de produktiereferenties van de sta
biele telers beschermd zullen
worden.
Bij de keus voor een bewaakt meng
prijssysteem dient allereerst de refe
rentiebasis voor 1987 te worden be
paald. In principe zal de referentie er
als volgt gaan uitzien. De jaren 1982
tot en met 1986 worden in de refe
rentie betrokken, waarbij 1986
wordt gemodificeerd (afgetopt).
Aangaande 1983 zal dit enige verba
zing kunnen oproepen, doch on
danks de geringe totale suikerpro
duktie in 1983 waren er toch nog
grote groepen telers voor wie 1983
een teeltjaar met redelijke tot goede
opbrengsten werd.
De eventuele problemen van indivi
duele telers worden verzacht door de
referentie voor 1987 voor de indivi
duele teler te bepalen op basis van de
gemiddelde suikerproduktie van de
drie beste jaren uit 1982, 1983, 1984
en 1985. Het jaar 1986 wordt afge
topt en wel als volgt. Indien 1986 een
hogere produktie gaf dan het gemid
delde van de drie beste jaren uit de
periode 1982-1985 dan komt voor
1986 het gemiddelde in de plaats van
de werkelijke polsuikerproduktie
van 1986. Is de produktie in 1986 la
ger dan het gemiddelde dan kan
1986 onveranderd worden mee
genomen.
De totale refentiehoeveelheid zal
hierdoor toenemen, omdat iedere te
ler z'n slechtste achterwege laat. Er
volgt derhalve een lager toewijzi-
gingspercentage. Dit is echter ver
antwoord, omdat hiermee eventuele
problemen van individuele telers
worden verzacht. Hierbij moet wor
den bedacht, dat hiervoor in het ver
leden 5% van het kwotum werd ge
reserveerd, wat eveneens een lager
toewijzigingspercentage betekende.
De aardappeloogst 1986 is van
een zodanig grote omvang dat
een flinke export de prijsvorming
in Nederland zal moeten on
dersteunen. Gelukkig is de kwali
teit aantrekkelijk voor
buitenlandse kopers.
Deze week is een begin gemaakt
met wat - hopelijk - een aanzien
lijke export naar Engeland gaat
worden. De sorteerbedrijven van
de Aardappel-B.V.' zijn door hun
ligging aan groot vaarwater bij
zonder geschikt om dat te realise
ren. Het produkt wordt in
jumbo-balen verladen en is reeds
enkele uren later bij de fritesin-
dustrie in Engeland. Zo zijn er de
laatste jaren uit Middelburg vele
schepen met aardappelen van de
Aardappel-B.V. de Noordzee over
gevaren. Gemiddeld één per
week.
Boer X verbouwt jaarlijks suikerbie
ten. In 1982 heeft hij 600 ton gele
verd, in 1983 300 ton, in 1984 500
ton, in 1985 400 ton en in 1986 700
ton.
In de periode 1982-1985 was 1983
het slechtste jaar, zodat dit afvalt.
Het gemiddelde uit de drie beste ja
ren (1982/600 ton, 1984/500 ton en
1985/400 ton) is 500 ton (y).
Nu wordt naar 1986 gekeken. De op
brengst in 1986 is 700 ton. Dit is
meer dan het berekende gemiddelde
(y) van 500 ton. Het jaar 1986 wordt
dan gelijkgesteld aan y: 1986/500
ton.
Daarna wordt het gemiddelde bere
kend uit de 3 beste jaren (1982/600
ton, 1984/500 ton en 1986/500 ton),
dit is 1600/3 533,3 ton bieten, de
referentie van boer X voor 1987.
Zoals u ziet is 1986 in de plaats geko
men van 1985.
1. Telers die steeds suikerbieten le
verden gedurende 1982-1986.
Op basis van de opbrengsten van de
drie beste jaren uit de periode
1982-1985 met 1986 gemodificeerd
wordt de referentie bepaald (zie
voorbeeld).
2. Telers die suikerbieten leverden
gedurende 4 jaren.
Wel geleverd in 1986: op basis van
de opbrengsten van de twee beste ja
ren uit de periode 1982-1985 met
1986 gemodificeerd wordt de refe
rentie bepaald. Niet geleverd in
1986: op basis van de opbrengsten
van de drie beste jaren uit de periode
1982-1985 wordt de referentie
bepaald.
3. Telers die suikerbieten leverden
gedurende 3 jaren.
Op basis van de produktiegegevens
van de twee beste jaren wordt de re
ferentie bepaald. Indien 1986 hierbij
zit, vindt aftopping plaats.
4. Telers die leverden gedurende 2
jaren.
De gemiddelde opbrengst van de
twee jaren is de referentie van 1987.
Indien 1986 hierbij zit dan vindt af
topping plaats.
Een nu veel voorkomend beeld:
vol te bietenwagens.
5. Telers die in de periode 1982-1985
eenmaal bieten hebben geleverd.
In de gebieden waar deze telers zijn
te vinden (m.n. Brabant en Lim
burg) wordt een totaal referentie ge
geven aan CSV en Covas die daar
binnen de problemen van deze groep
telers kunnen oplossen.
6. Dubbelleveranciers.
De suikerindustriën zullen de pro
duktie van de dubbelleveranciers sa
menvoegen, waarna de referentie
kan worden bepaald.
Zij die de laatste 5 jaar geen bieten
hebben geleverd, zullen niet in aan
merking komen voor een kwotum.
Een bijzondere groep vormen echter
de telers die in zuidelijk Flevoland
een akkerbouwbedrijf hebben toege-
De suikerbietenkampagne loopt in alle opzichten op rolletjes. Een
bijna ideaal groeiseizoen zorgde voor een prima produkt en al even
ideaal oogstweer geeft de boeren volop de gelegenheid de bieten met
weinig tarra van het land te krijgen. De opbrengst is dan ook niet
mis: gemiddeld 55 ton per hektare met tot nu toe een gemiddeld sui
kergehalte van 16,5% (maar met een top van 18%), een percentage dat nog
steeds stijgt. De 14% tarra gemiddeld is 'keurig' laag. De prijs zal uitko
men op rond de honderd gulden per ton.
Ondanks het feit dat de bieten ge
middeld 11 dagen later werden ge
zaaid dan de laatste tien jaar gemid
deld het geval is geweest lag het
groeipuntstadium 2 dagen eerder
dan bovengenoemd gemiddelde. De
groeipuntsdatum is de datum waar
op de biet 4 gram suiker bevat en de
diktegroei begint. Deze datum ligt
normaal op 30 juni, dit jaar, on
danks dus de (te) late zaai, op 28
juni.
Dat de bieten, en niet alleen dit ge
was, het zo goed hebben gedaan
heeft een aantal oorzaken. Ten eer
ste was de struktuur van de bodem
door de vorst van afgelopen winter
prima, ten tweede was er gedurende
!het groeiseizoen een zeer goede licht-
linstraling en een hoge temperatuur
die - tesamen met een regelmatige
vochtvoorziening hebben gezorgd
voor de vorming van een hoog dro
gestofgehalte.
Kampagneverloop
De woordvoerder van de Suiker
Unie, ing. A. Broere, vertelt enthou
siast dat de kampagne tot nu toe
'volgens plaatje' verloopt: de fabrie
ken verwerken zo'n 50.000 ton per
dag; de bieten worden met grote re
gelmaat aangevoerd, de kwaliteit is
uitstekend. Voor de Suiker Unie
geldt tot nu toe een gemiddeld tarra-
percentage van 16% en - ook weer
tot nu toe - een gemiddeld suikerge
halte van 16,5%. De heer Broere
verwacht zelfs dat, wanneer het weer
zo blijft een suikergehalte gehaald
kan worden van 17%.
De gemiddelde opbrengst per ha ligt
volgens hem zo rond 57 a 58 ton. Hij
verwacht dan ook dat het uiteindelij
ke saldo per hektare zeker niet min
der maar eerder hoger zal liggen dan
het saldo van vorig jaar
Men verwacht bij de Suiker Unie de
kampagne rond 20 december te kun
nen afsluiten, zeker als alles blijft lo
pen zoals het nu loopt. De kampag
ne heeft dan precies 14 weken
geduurd.
De heer W. van 't Sand van de CSM
is ook meer dan tevreden: hij deelde
desgevraagd mee dat de kampagne
geheel ongestoord en op schema ver
loopt. De CSM hoopt dan ook half
december klaar te zijn. Hij wil ech
ter nog wel een waarschuwing mee
geven voor de bietenrooier op de
zwaardere, droge gronden: niet te
snel rijden zodat er zo weinig moge
lijk wortelbreuk optreedt.
Veel C-suiker
De schaduwzijde van deze prachtige
oogstresultaten is natuurlijk dat er
veel C-suiker zal komen. Het IRS
verwacht een landelijke witsuiker
opbrengst van 1.140.000 ton. Hier
van is 690.000 ton A-suiker, 182.000
ton B-suiker en de rest, 268.000 ton
C-suiker...
wezen gekregen, telers in ruilverka-
velingsgebieden die onder de nieuwe
omstandigheden de bietenteelt wil
len uitbreiden, telers die akkerbouw
grond aankopen c.q. bijpachten en
de nieuwe telers van 1986. De
Hoofdafdeling Akkerbouw van het
Landbouwschap zal zich over deze
groepen de komende week nader uit
spreken. De referentie zal worden
bepaald door middel van een percen
tage van het areaal, vermenigvuldigd
met het vijfjaarlijks distriktsgemid-
delde van dat gebied. Aangenomen
mag worden, dat het percentage 20 a
25% van het akkerbouwareaal zal
bedragen. Het is nog niet bekend of
dit percentage voor de genoemde
groepen gelijk zal zijn.
Voor aangekochte en bijgepachte
grond zal enkel een kwotum worden
verleend als het gaat om akkerbouw
grond, eksklusief snijmais, die in
1986 als akkerbouwgrond is ge
bruikt. Dit dient aan de hand van
cijfers van het distriktsburo te wor
den aangetoond.
De Hoofdafdeling Akkerbouw van
het Landbouwschap heeft zich in de
septembervergadering uitgesproken
voor een vaste referentie. Een voort
schrijdende referentie zou te veel lei
den tot het opjagen van de produk-
tie- De Hoofdafdeling zal zich
nogmaals over deze keus buigen.
Zij die bezwaren hebben tegen de
/toepassing van de regels van het ge
kozen systeem, kunnen in beroep
gaan bij een in te stellen beroeps
kommissie.
T.H.H. v. Vuren
ZLM-akkerbouwkommissie bij
suikersysteem 1987 voor
produktiegrens bij 910.000 ton
De voorzitter van de akkerbouw-
kommissie van de ZLM, de heer
H.C. van der Maas, konstateerde
tijdens de op 23 september jl. gehou
den vergadering van de kommissie,
dat er veel onzekere faktoren
bestaan die van invloed kunnen zijn
op de bietenteelt. Hoe de ontwikke
ling van het bietenareaal in de toe
komst zal zijn, valt dan ook nauwe
lijks te voorspellen.
Wel is er een duidelijke tendens
waarneembaar om de reguliere teler
te beschermen. In de Hoofdafdeling
Akkerbouw van het Landbouw
schap is men nagenoeg unaniem
voor het bewaakt mengprijssysteem.
De akkerbouwkommissie geeft even
eens de voorkeur aan dit systeem. In
de laatste notitie van het Landbouw
schap over het suikersysteem 1987
worden 2 varianten aangegeven. In
variant I wordt de produktiegrens
op 950.000 ton wit-suiker gesteld; de
produktie daarboven wordt als C-
suiker afgerekend bij de uitbreiders.
In variant II wordt de produktie
grens op 910.000 ton gesteld.
De akkerbouwkommissie is in grote
meerderheid voor een produktie
grens van 910.000 ton. Verder
spreekt zij zich unaniem uit voor een
referentiehoeveelheid uit de jaren
1982 t/m 1986 waarvan de 2 slecht
ste jaren mogen worden afgetrok
ken. De referentie zal voorshands
vast moeten zijn. In een later sta
dium kan de vaste referentie worden
heroverwogen, mocht daartoe aan
leiding zijn.
Verder tekent de akkerbouwkom
missie bij de Landbouwschapsnoti
tie nog aan, dat voor telers die alleen
in 1986 leverden, de referentiehoe
veelheid moet worden bepaald aan
de hand van het distriktsgemiddelde
ongeacht of de teler meer of minder
dan 20% van zijn areaal met bieten
beteelde. Dit meet de reden om nieu
we telers niet te bevoordelen.
Tot slot meent de akkerbouwkom
missie, dat er slechts één prijs voor
C-suiker dient te worden ge
hanteerd.
Vrijdag 17 oktober 1986
5