'Zeeland moet akkerbouw en
fruitteelt verder versterken'
Jubilerend Landbouw
centrum in Goes
heeft mede toekomst
Akkerbouwkommissie ZLM: geen
uitrijverbod mest in akkerbouwgebieden!
Direkteur Lavo ir. C.A.C.J. Oomen:
Dr. C. Boertien ontvangt eerste
jubileumboek
Walcheren moet kiezen
De akkerbouwkommissie van de ZLM meent dat m.b.t. het uitrijver-
bod van dierlijke meststoffen ook de bedrijfstechnische variant uit de
voorstellen van de kommissie Wiggers veel problemen voor de akker
bouw op zal leveren.
Verwacht mag worden dat door een uitrij verbod het transport van
mest van overschot naar niet-overschotgebieden ernstig zal worden
bemoeilijkt. De akkerbouwkommissie is er een voorstander van dat
in de mestregelgeving geen uitrijverbod zal worden opgenomen in de
akkerbouwgebieden.
Ten aanzien van de onderwerkverplichting wil de akkerbouwkom
missie er voor pleiten de termijn van 36 uur te vervangen door de be
paling, dat de mest zo snel en adekwaat mogelijk wordt onderge
werkt. Een en ander kwam aan de orde tijdens de 23 september jl.
gehouden vergadering van de Akkerbouwkommissie van de ZLM.
Besluit bijdrage kleine
graantelers
In het sekretariaat van het Land
bouwschap is veel diskussie omtrent
de bijdrageregeling kleine graante
lers. Er gaan stemmen op om deze
regeling aan te passen door de on
dergrens (4 ha graan) te laten verval
len. De akkerbouwkommissie wil
deze gedachte ondersteunen en alle
kleine graantelers van de regeling la
ten profiteren. De akkerbouwkom
missie zal evenwel geen initiatieven
op dit punt ontplooien. Een voorstel
in deze richting zal zij ondersteunen.
Werkgroep bedrijfshygiëne
De werkgroep Bedrijfshygiëne richt
zich op bodemziektes en -plagen, die
vnl. middels grondtransport worden
verspreid. Het betreft met name de
Rhizomanie en de aardappel
moeheid.
De werkgroep wil naar de bedrijven
toe adviezen en aanbevelingen geven
ter voorkoming van besmetting. Een
belangrijk aspekt is ook, dat de ak
kerbouwer zich van het probleem
bewust wordt. Tevens zal de werk
groep beleidsvoorstellen formule
ren, die verwerkt kunnen worden in
de verordeningen en andere maatre
gelen teneinde besmetting te voorko
men. Tijdens de laatste vergadering
van de werkgroep zal het eindrap
port worden opgesteld.
AM-beleid
De Plantenziektenkundige Dienst
zal half oktober komen met voor
stellen ter verscherping van het AM-
beleid. De voorstellen behelzen het
niet meer verplicht stellen van grond-
ontsmetting in de niet-besmette ge
bieden. Gedacht wordt aan de ver
plichting om eens in de 12 jaar een
AM-resistent ras te telen bij de 1 op
4 teelt. De invoering zal in een be
paald tijdschema plaatsvinden.
Voor het zuidwesten zou de invoe
ring het langst op zich laten
wachten.
Niettemin wil de akkerbouwkom
missie er voor pleiten de keuze tus
sen grond ontsmetten of de teelt van
een resistent ras aan de boer te laten.
Tot op heden is er nog geen kom-
merciële vervanger voor het Bintje
gevonden. Mocht dit in de toekomst
wel gebeuren dan zal de boer daarop
wel inspelen. Het verdient aanbeve
ling de aardappelteler deze vrijheid
te laten.
Bovendien is de provincie Zeeland
voorzover bekend een 'schoon' ge
bied voor wat betreft de aardappel
moeheid. Voor West-Brabant en de
Zuidhollandse eilanden zal dit wor
den nagegaan.
De PD zal op de hoogte worden
gesteld van de mening van het be
drijfsleven in het Zuidwesten om
trent de AM, voordat zij een defini
tief standpunt heeft bepaald.
Graanbeleid
Voorzitter de heer H.C. van der
Maas stelde dat in de konklusies en
aanbevelingen van een diskussienota
van het Landbouwschap datgene
valt te lezen waarvoor hij al vreesde,
namelijk het braak liggen van grond
gekoppeld aan een prijsverlaging.
Dit terwijl het idee van braak leggen
juist bedoeld is om het prijsnivo van
de granen in stand te houden. De
voorzitter vindt dit een slechte zaak.
Hij vraagt zich nu 3 dingen af:
a. moet er verplicht of vrijwillig
worden gebraakt.
b. uitvoering door de EEG alleen of
daarnaast nog een mogelijkheid
voor de nationale overheden om
ekstra te stimuleren.
c. moet de oppervlakte braak te leg
gen grond berekend worden over het
totale akkerbouwareaal of over het
graanareaal.
De akkerbouwkommissie acht het
niet haalbaar om de boeren verplicht
te laten braken. Het zal mogelijk
moeten zijn om op nationaal nivo
aanvullingen te geven op het EG-
beleid.
De laatste vraag blijkt niet zo een
voudig te beantwoorden aangezien
het graanareaal per bedrijf in Neder
land nogal wat lager is, dan in de an
dere EG-landen. Hierop zal nog
worden teruggekomen.
Bij de rondvraag wordt gekonsta-
teerd dat per ras de korreluitval nog
al verschilt. Nagegaan zal worden of
hierover iets in de rassenlijst is
vermeld.
Verder wordt uitgesproken dat de
vergaderingen van de akkerbouw
kommissie met een grotere regel
maat moeten worden gehouden
vooral met het oog op de inbreng in
de HB-vergadering en in de akker
bouwkommissie van het KNLC.
Met een sobere maar zeer stijlvolle en feestelijke bijeenkomst is don
derdag 9 oktober jl. het 25-jarig bestaan van het Landbouwcentrum
Zeeland te Goes gevierd. Naast vertegenwoordigers van alle in het ge
bouw gehuisveste diensten waren daarbij ook aanwezig zij die een
kwart eeuw aan het centrum verbonden zijn of zijn geweest. Voor
een aantal genodigden was het daarom tevens een verrassende reünie.
Hoogtepunt was de aanbieding van een ter gelegenheid van het jubi
leum samengesteld boek '25 jaar Landbouwcentrum Zeeland
1961-1986' aan de Kommissaris van de Koningin in Zeeland, dr. G
Boertien. Ook de burgemeester vart de gemeente Goes, mr. W. Blan
ken en de voorzitter van de Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwik
keling en van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap, de heer
A.J.G. Doeleman, kregen, in de smaakvol versierde zaal, een eerste
eksemplaar aangeboden.
Zeeland zal die sektoren verder moeten versterken en uitbouwen
waar ze nu ook al sterk in is en dat zijn de akkerbouw en de fruitteelt.
De positie van de veehouderij dreigt daarentegen in de toekomst nog
verder verzwakken en lijkt van een zodanige omvang te worden dat
ze door haar bestaansbasis heen zakt, dit ook gezien de relatief grote
belangstelling in Zeeland voor de melkopkoopregeling'.
Dit zei de direkteur Landbouw en Voedselvoorziening van het Minis
terie van landbouw, ir. C.A.C.J. Oomen bij de viering van het
25-jarig bestaan van het Landbouwcentrum te Goes 9 oktober jl.
De heer A.J.G. Doeleman neemt het le eksemplaar van het boekje '25
jaar landbouwcentrum Zeeland' uit handen van ir. Oomen (r)
De voorzitter van de jubileumkom
missie, ir. C.A.C.J. Oomen stelde in
zijn welkomstwoord vast dat de
hoogste genodigden op dezelfde
stoelen plaats bleken te hebben ge
nomen als die welke gebruikt werden
bij de officiële opening van het kan-
torenkomplex aan de Westsingel een
kwart eeuw geleden. 'Die stoel staat
model voor het landbouwcentrum,
stevig met 4 poten op de grond, wel
iswaar in de loop van de tijd aange
past maar het is deze stevige stoel ge
bleven. Ook in de toekomst zal het
model best nog wel weer van vorm
geving kunnen veranderen, waarbij
diensten kunnen verdwijnen en an
dere weer intrek nemen in het
komplex.
Bezetting veranderd
De direkteur Landelijke Gebieden
en Kwaliteitszorg, ir. W.Z. van der
Meer, ging o.m. nader in op de ont
staansgeschiedenis van het Land
bouwcentrum, een geschiedenis die
overigens ook in het jubileumboek
uitvoerig uit de doeken wordt ge
daan. De voltooing van de Deltawer
ken 4 oktober jl., en de viering 5 ok
tober van de opening 25 jaar geleden
van het Landbouwcentrum, het eer
ste in Nederland, is geen toeval: de
inundatie van Walcheren en de Wa
tersnoodramp van 1953 zijn de di-
rekte aanleiding geweest tot de Del
tawet en tot 4 grote herverkavelin
gen. Deze laatste hebben geleid tot
de stichting van het Landbouwcen
trum, vanwege de grote aantallen
mensen en specialismen die daar
voor ingezet moesten worden.
De bezetting van het centrum is aan
zienlijk veranderd, zo signaleerde
Van der Meer. Een kwart eeuw gele
den was in feite alles in het centrum
gericht op de primaire landbouw en
op produktie in deze sektor. 'Nu
heet ruilverkavelen landinrichten en
hebben natuurbescherming, milieu
en openluchtrekreatie een grotere
inbreng'.
De direkteur Landelijke Gebieden
en Kwaliteitszorg zei de toekomst
van het Landbouwcentrum met ver
trouwen tegemoet te zien: 'Er is in
Zeeland nog veel werk te doen voor
bestemming, inrichting en beheer
van land en water'. Hij bood vervol
gens het eerste eksemplaar van het
boekje '25 jaar Landbouwcentrum
Zeeland' aan aan de Kommissaris
van de Koningin, dr. C. Boertien.
Deze zei het boekje van te voren al
even in te hebben gezien waarbij hij
tot de konklusie was gekomen dat
het een prima gids is waarin alles
met betrekking tot de geschiedenis
van het landbouwcentrum terug te
vinden is. 'Als gevolg van de high
tech-ontwikkelingen zullen er ge
weldige ontwikkelingen plaats vin
den maar de landbouw zal toch al
tijd blijven bestaan'.
Nadat de burgemeester van Goes,
mr. W. Blanken uit handen van ir.
Oomen een eerste eksemplaar van
het boekwerk in ontvangst had ge
nomen, onderstreepte deze de in
vloed van de vestiging 25 jaar gele
den van het landbouwcentrum voor
de verdere ontwikkeling van Goes
als dienstencentrum.
De heer Oomen onderstreepte de
grote betekenis van de landbouw in
het bijzonder in de provincie Zee
land. Een sektor die, hoewel ze mo
menteel in de problemen zit, zeker
nog toekomst heeft. Daarom heeft
ze meer aandacht nodig dan ze wel
licht recent heeft gehad, aldus de
heer Oomen, die vaststelde dat het
agrarisch bedrijfsleven zich samen
met de overheid zal moeten beraden
over de vorm en inhoud die in de
toekomst aan de sektor moet wor
den gegeven.
In een direkte reaktie zei de voorzit
ter van de Raad voor Bedrijfsont
wikkeling in Zeeland, de heer
A.J.G. Doeleman, dat de boer on
danks alle problemen gewoon door
gaat met zijn werk. 'Wel zijn we in
genomen met de positieve opstelling
van de provinciale direktie met be
trekking tot de huidige en toekom
stige positie van de agrarische sek
tor'. De heer Doeleman konstateer-
de verder in zijn toespraak dat wat
na de ramp in 1953 in nauwe samen
werking met het ministerie van land
bouw in Zeeland op vooral het ge
bied van de ruilverkavelingen tot
stand is gekomen van verstrekkende
betekenis is geweest voor de ontwik
keling van Zeeland en heel het Zuid
westen. 'Wij profiteren daar nu nog
van. Overigens deden we slechts dat
wat we gewoon vonden dat gedaan
moest worden'. Hij zei zich er niet
over te verbazen, gezien het vele
werk dat in de jaren gedaan moest
worden, dat in Zeeland het eerste
Landbouwcentrum van ons land
werd gesticht. De heer Doeleman
'Op Walcheren zullen bedrijfsle
ven en overheden een grondige
diskussie moeten voeren over hoe
de landbouw haar toekomst
ziet'.
Dit bepleitte ir. W.Z. van der
Meer, direkteur Landelijke Ge
bieden en Kwaliteitszorg van het
Ministerie van Landbouw don
derdag bij de officiële viering van
het 25-jarig bestaan van het
Landbouwcentrum te Goes.
'Niet alle boeren op
Walcheren kunnen groot akker
bouwer worden. Er gaan niet,
zoals bij de herverkaveling, 118
boeren naar de nieuwe polders.
We zullen op Walcheren moeten
kiezen anders worden we straks
gedwongen om te kiezen', aldus
Van der Meer, die er geen mis
verstand over wilde laten bestaan
dat Zeeland een landbouwpro-
duktieprovincie is en blijft.
stelde vast dat invloeden van binnen
uit en van buiten af de landbouw in
de afgelopen 25 jaar sterk hebben
veranderd. 'We hebben ons sterk
gespecialiseerd in de akkerbouw en
dat is, misschien wel te betreuren.
Aan dat soort processen kun je even
wel geen richting geven'.
Ook invloeden van buitenaf zijn on
miskenbaar. Zo heeft het ministerie
van landbouw ingespeeld op maat
schappelijke veranderingen. Natuur
behoud en openluchtrekreatie* zijn
bij landbouw ingetrokken en ruilver
kaveling is landinrichting geworden.
Toch zei de voorzitter van de Pro
vinciale Raad voor de Bedrijfsont
wikkeling en van de Gewestelijke
Raad van het Landbouwschap dat
het Ministerie zeker op provinciaal
nivo efficiënt en in openheid werkt
met korte lijnen naar de praktijk.
Die kontakten vinden plaats in we
derzijds vertrouwen en respekt ook
nu er de laatste tijd vreemde (maar
wel beschermde) eenden in het land
bouwcentrum binnen zijn komen
vliegen. De heer Doeleman doelde
hier o.m. op de Zeeuwse Milieu Fe
deratie. Wij hopen ook met deze
vreemden eenden op grond van goed
vertrouwen in het beleid een even
wichtige belangenafweging voort te
kunnen zetten. De heer Doeleman
zei zich zorgen te maken over het feit
dat de politiek bij de privatisering
van een aantal diensten onvoldoende
rekening houdt met het kleinschalige
karakter van de land- en tuinbouw.
Kleinschaligheid vraagt een specifiek
beleid waarbij de lijnen van en naar
het ministerie kort en duidelijk moe
ten zijn zodat regels en wetten op
een op de praktijk afgestemde ma
nier kunnen worden vastgesteld'.
De koördinator van de Zeeuwse Mi
lieu Federatie (de vreemde eend in de
bijt) drs. J. de Vries stelde tot zijn
tevredenheid vast dat er vanuit het
landbouwcentrum ook in het verle
den al baanbrekend werk is verricht
ten behoeve van milieu en natuurbe
houd. 'Vóór het relatienotabeleid
was vastgesteld werd er hier in De
Poel al mee geëksperimenteerd'. Hij
stelde vast dat er in de bejegening
door de ambtelijke diensten in het
landbouwcentrum jegens de milieu
federatie een aanzienlijke verbete
ring is opgetreden. 'De landbouw
staat in het algemeen welwillender
tegenover natuur en milieu en dat
biedt perspektieven voor wat betreft
de kontakten tussen de diverse be
langengroepen', zo stelde de Vries
tevreden vast.
4
Vrijdag 17 oktober 1986