tuMps
Coniferen, de altijd groene
basis van een tuin
Amateurfotograaf legt
veranderingen rond boerderijen vast
Oude boerderijen
Eigen gangetje
Streekarchief
Over toepassing, aanplant en verzorging
i c. j. nouse beveland bv.
Het aanzicht van het boerenleven
is de laatste jaren aan een snelle
verandering onderhevig. Paar
den werden vervangen door trak-
toren, machines werden steeds
groter, en de mooie zwartgeteer-
de schuren met hun rjeten daken
zijn niet zo efficiënt als de mo
derne bouwwerken. Karakte
ristieke oude wagenhuizen wor
den afgebroken omdat ze ge
woon in de weg staan en wordt er
nog wel eens iets in authentieke
stijl gerestaureerd, maar helaas
gaat er ook veel verloren.
Gelukkig wordt veel van dit al op
de foto vastgelegd, en er zijn
zelfs mensen die daar een hobby
van gemaakt hebben.
Zo iemand is B. (Ben) van de
Plasse uit Goes. Reden om deze
amateurfotograaf eens op te
zoeken.
Van de Plasse blijkt een bijna
69-jarige hobbyist te zijn. Hoe
wel hij pas een zware operatie
achter de rug heeft, en wat moei
te heeft met horen, is hij een en
thousiast verteller als het over
zijn foto's gaat:
'Toen ik een jaar of vijftien was',
vertelt hij, 'kreeg ik mijn eerste,
maar in die tijd ging mijn voor
keur meer uit naar sport. Toen ik
hier echter mee moest stoppen
vanwege een oogongeluk, ben ik
me bezig gaan houden met de fo
tografie'. Dat was rond 1962.'
Rond 1974 begon hij zich te spe
cialiseren in het maken van serie
van bepaalde onderwerpen.
'Dit kwam', merkt hij op, 'nadat
ik vanwege een ziekte veel in de
buitenlucht moest zijn van de
dokter'. In 1976 maakte hij een
serie foto's van Zeeuwse molens.
Rond die tijd kreeg hij ook het
boek 'Oude boerderijen in Zee
land' van W.E.P. van IJsseldijk
in handen. Hoewel hij het wel
leuk vindt iets van de geschiede
nis te lezen, wordt hij voorname
lijk geboeid door de foto's van
de diverse hofsteden. 'Ik ben
veertig jaar automonteur ge
weest', legt hij uit 'en heb slechts
zijdelings met de landbouw te
maken gehad. In de oorlog
bouwde ik gasgeneratoren op
trekkers en later had ik als chef
werkplaats nog wel eens te ma
ken met de schade-afdeling van
de Z.L.M. Maar toen ik op latere
leeftijd wat foto's rond mijn ge
boortedorp 's Heer Arendskerke
ging maken, viel het me op dat er
al zoveel veranderd was, met na
me op en rond de boerderijen.
In 1976 ondernam hij vele toch
ten gewapend met zijn kamera en
legde tal van oude hofsteden in
Zuid-Beveland op de gevoelige,
plaat vast. Ook in Noord-
Beveland, Walcheren en Schouwen-
Duiveland nam hij foto's, maar zijn
albums blijken ook afbeeldingen
van Groningse, Drentse en Lim
burgse boerderijen te bevatten.Dat
is leuk als kontrast', legt hij uit. 'De
foto's die ik maak zijn puur voor
mezelf, dus ik hoef me eigenlijk niet
druk te maken over foto-technische
zaken'. Het gaat hem dan ook niet
zozeer om de kunstzinnigheid van
de afbeelding, maar meer om die
dokumentatie.
Van één Hofstede neemt hij fo
12 VRIJDAG 10 OKTOBER 1986
Voorwaarde voor een geslaagde
aanplant is de aanwezigheid van
een goede wortelkluit met jonge
kiemwortels. Dat hebben van een
goed en aktief wortelstelsel is no
dig omdat de altijd groene coni
feren ook altijd water verdampen.
Bij het rooien van planten wordt
altijd een deel van het wateropne-
mend wortelstelsel afgestoken.
Om te voorkomen dat coniferen
daardoor na het verplanten uit
drogen worden ze op het verplan
ten voorbereid door de vorming
van een wortelkluit. Op de kwe
kerij (maar als U in eigen tuin co
niferen wilt verplanten geldt
hetzelfde) worden vanaf augustus
de wortels in de grond met een
scherpe spade afgestoken. Binnen
de cirkel waarin ze zijn afgestoken
maken de wortels een grote hoe
veelheid nieuwe kiemwortels. Die
nieuwe kiemwortels in de wortel
kluit zorgen ervoor dat de plant na
het verplanten direkt voldoende
water kan opnemen.
De nieuwe teeltmethode van plan
ten in potten of plastic zakken
(containers) ondervangt het hele
probleem. Het feit dat in een pot
of container een kompleet funk-
tionerend wortelstelsel wordt mee
geleverd maakt het mogelijk om
planten nagenoeg zonder risiko
het hele jaar door te verplanten.
Het permanente verdampingspro
ces bij coniferen betekent dat de
wortels altijd water moeten kun
nen opnemen. Voor het planten
moet de wortelkluit goed nat wor
den gemaakt. Het plantgat dat we
zo ruim maken dat de wortelkluit
er gemakkelijk in past verbeteren
we door tuinturf door de aarde te
vermengen. Ook het plantgat ma
ken we goed vdthtig. Het eventu
ele gaaslinnen van de wortelkluit
snijden we aan de wortelhals los.
Na het plaatsen van de conifeer
drukken we aanvulaarde stevig,
maar niet te vast aan.
Snoeien
Het snoeien van coniferen beperkt
zich in hoofdzaak tot het scheren
van heggen met een heggeschaar.
Andere coniferen die we solitair of
in groepen aanplanten snoeien we
niet of nauwelijks. Het enige
snoeiwerk dat we aan solitair co
niferen kunnen doen is de vorm
zoals die op de kwekerij werd be
paald verder vervolmaken. Bij
schubconiferen zoals cypressen en
thuya knippen we de net gevorm
de groeischeutjes bij. Het zoge
naamde sporen. Bij naaldconiferen
knippen we verkeerd groeiende
scheuten bijvoorbeeld dubbele kop-
takken weg.
Om een mooie coniferenheg te
krijgen moeten we regelmatig
scheren. Coniferen kennen per
jaar twee groeiperioden, te weten
mei-juni en augustus-september.
Tijdens die groeiperiode moeten
we de heg bijknippen. Met uitzon
dering van taxus verdragen coni
feren snoei alleen in de jonge
scheuten. Snoeien we terug in het
oudere hout dan loopt de plant
niet meer uit en ontstaan er kale
plekken.
Snoeien van conifereheggen bete
kent het wegscheren van de jonge
scheutgroei in de genoemde groei
perioden.
Verzorging in de winter
De wat gevoeliger coniferesoorten
in de winter tegen vrieswind be
schermen door bijvoorbeeld het
plaatsen van een rietmat. Bij
sneeuwval de sneeuw van de tak
ken schudden om lelijk uitzakken
te voorkomen.
C.J. Nouse
to's van verschillende kanten,
waarbij hij dan probeert om
minstens één plaatje te krijgen
waar de komplete hoeve opstaat.
'Op de fotoklub waar ik sinds
een paar jaar lid van ben', vertelt
hij 'wordt veel gepraat over
verdwijnpunten en vlakinvulling,
maar ik voel me veel gelukkiger
als ik gewoon m'n eigen gangetje
kan gaan'. Aan wedstrijden doet
hij liever helemaal niet mee, hoe
wel hij in het verleden enige
fraaie prijzen heeft gewonnen.
Verdere gebeurtenissen op en
rond de boerderij hebben ook
zijn aandacht. Zo heeft hij foto's
van een enkeling die nog met
paarden erkt, maar eveneens van
achtscharige ploegen met knot
sen van trekkers. Op evenemen
ten zoals een ploegwedstrijd of
schapenscheerdersfeest is zijn ka
mera geladen, terwijl te natte
herfsten of te droge zomers hem
dankbare onderwerpen leveren
voor schitterende foto's.
Hoewel hij de foto's alleen voor
eigen gebruik maakt, wordt er
toch wel eens een beroep op hem
gedaan. Zo stelt het streekarchief
in Goes momenteel een serie fo
to's van hem ten toon, die de ver
anderingen aan het Goese Sas
weergeven. Ook andere opnames
van hem werden in het verleden
door het archief dankbaar aan
haar kollektie toegevoegd.
'Ik vind dat wel leuk', bekent hij,
'maar het gelukkigst ben ik als ik
's avonds lekker in m'n albums
kan bladeren, of wat dia's kan
bekijken op m'n viewer'.
Peter Dieleman
In ons landje waar de winters veel
al kaal en grauw zijn, is er een on
miskenbare behoefte om tuinen te
stofferen met blijvend groen. Dat
blijvende groen kan bestaan uit
wintergroene heesters of conife
ren. Over coniferen, hun toepas
sing, aanplant en verzorging gaat
dit verhaal.
Andere toepassingen
Andere coniferen zijn geschikt om
als markante solitair te worden
aangeplant. Heel bekend zijn de
blauwsparren Picea pungens
"Koster", "Moermeimii" of
"Hoopsii" en de blauwe ceder Ce-
drus atlantica "Glauca". Maar
ook zilversparren, dennen, jene-
tuin ruimten waarbinnen de leven
dige taferelen van groei, bloei en
vruchtdracht van de andere plan
ten zich afspelen.
Tenslotte is er nog de interessan
te groep van de zogenaamde
dwergconiferen die in rotstuinen,
patiotuinen, heidetuinen en
bloembakken voor altijd groene
elementen in soms heel bijzonde
re vormen zorgen. Haast iedere
coniferefamilie heeft meerdere le
den voor dit werk beschikbaar.
In tegenstelling tot veel andere
planten waarbij gedurende de ver
schillende seizoenen spektakulai-
re gedaanteverwisselingen optre
den, gedragen coniferen zich heel
kalm en statisch. Ze blijven onver
stoorbaar groen, geelachtig of
blauw-grijs en de enige momenten
waarop ze zich wat levendiger mani
festeren zijn de perioden waarin
nieuwe scheuten tot ontwikkeling
komen of als er interessante kegels
worden gevormd.
Toepassing van coniferen in tuinen
moet - maar dat geldt eigenlijk voor
alle planten - weloverwogen ge
beuren.
Teveel ervan kan tot een saai ver
tonen leiden en niet alle sociale
partners in de tuin krijgen extra
glans met coniferen als buur.
verbessen en cypressen hebben in
hun families interessante persoon
lij khedem die ze graag als solist
naar voren schuiven.
De minder opvallend groeiende en
neutraal gekleurde soorten kun
nen als altijd groene achtergrond
voor kleurrijke heesters, rozen of
vasteplanten worden aangeplant.
Door een goede toepassing van die
groene massieven ontstaan in de
Het aanplanten
In theorie heet het dat coniferen
eigenlijk alleen in de periode april-
mei of half augustus-september
ge- of verplant mogen worden.
Ofschoon dat ongetwijfeld de bes
te periode is wordt er in de prak
tijk van de tuinaanleg maar weinig
rekening mee gehouden. Conife
ren worden gewoon tegelijk met
de andere tuinplanten in voor- en
najaar aangeplant.
Coniferen als heg
Sommige coniferen laten zich uit
stekend gebruiken als heg. De
oudste en sterkste haagconifeer is
de venijnboom Taxus baccata of
de smaller groeiende Taxus media
"Hicksii". Het snelst groeit de
leylandcypres Cupressocyparis
leylandii en in beschutte situaties
op zandgrond voldoen verschillen
de soorten en cultivars van de le
vensboom of Thuya heel goed.
In "formele" tuin geschoren coniferen in strakke vormen.
Verandering in beeld, een oude trekker van J. Goense, en een moderne
trekker met ploeg in de WUheiminapolder. Beide foto 's gemaakt door B.
v.d. Plasse