2-100 /s<^ /LffOd A<-~
Landbouwcentrum Goes viert 25-jarig jubileum
zegge en schrijve
<?V
zuidelijke landbouw maatschappij
Mest
m
VRIJDAG 26 SEPTEMBER 1986
74e JAARGANG NO. 3844
land- en
tuinbouwblad
De officiële opening van het Landbouwcentrum in 1961. Daarbij waren o.m. aanwezig Jhr. mr. A.F.C.
de Casembroot, Commissaris der Koningin in Zeeland (I.) en dr. J. W. Noteboom, burgemeester van
Goes.
"Ik ben dan ook niet van zins om de inspanningen (met
betrekking tot de landinrichting) die in het verleden wer
den gedaan voor de toekomst af te zwakken".
Dit citaat kan natuurlijk niet van minister Braks van
Landbouw zijn, want die wil alleen maar bezuinigen.
Nee, het citaat is van de Belgische minister van Exter-
neBetrekkingen Paul Deprez die ook is belast met land
inrichting. Hij deed dit statement maandag jl. tijdens
een toespraak tot de 38e algemene vergadering van
het Europees Verbond voor de Landbouw (CEA) in
Antwerpen. In zijn aanloop tot deze uitspraak gaf De
prez aan dat het een dwingende opdracht is om om
zichtig en zuinig met de landbouwgrond om te sprin
gen: "Wie dit ontkent en van oordeel is dat de huidige
overschotproblemen reden zijn om vanuit het beleid
de landbouw te verwaarlozen, miskent ook de belang
rijke ekonomische en landschappelijke funktie die de
landbouw vervult. De huidige problemen brengen in
tegendeel mee dat nog meer aandacht moet worden
gegeven aan reconversie, aan rationalisatie, aan
kosten- en tijdsbesparende teeltmethodes, aan de
strukturen zelf". Het hoeft waarschijnlijk geen be
toog dat deze woorden mij uit het hart zijn gegrepen.
Ik had het zelf geschreven kunnen hebben. In Neder
land waait de wind bepaald minder gunstig voor de
landbouw: naar verhouding is het ministerie van land
bouw één van de meest door de bezuinigingen getrof
fen departementen. Binnen de landbouwbegroting is
vooral ook de landinrichting het kind van de rekening.
En of het nog niet genoeg is heeft ook de minister van
landbouw duidelijk gemaakt niets te voelen voor de
inpoldering van de Markerwaard. Het is dan ook geen
wonder dat ik mij grote zorgen maak over de verdere
invulling van de landinrichting. In ieder geval moet
voorkomen worden dat het enthousiasme in met na
me het zuidwesten voor de (administratieve) ruilver
kaveling via - bijvoorbeeld - een verlaging van de hec-
tarebijdrage wordt bekoeld. Volgens mij zit daar geen
rek meer in en ik zou me al zeer sterk moeten vergis
sen als de praktijk er niet precies zo over denkt. En
ook de Belgen blijkbaar!
De voorgestelde maatregelen ten aanzien van het uit
rijden van mest en de uitwerking van de meststoffen
wet houden de praktijk danig bezig. Er zijn meer vra
gen dan antwoorden en het Landbouwschap heeft
van de minister bijna een hele maand gekregen
om op dit alles te reageren. Tijd om terug te koppelen
naar de praktijk - nog steeds een goede gewoonte bin
nen de georganiseerde landbouw - is er dan ook niet
of nauwelijks. Maar dat zal de minister blijkbaar een
zorg zijn. Vanuit de ZLM hebben we daarom zonder
raadpleging van het hoofdbestuur onze standpunten
ten aanzien van de mestmaatregelen op papier moe
ten zetten en aan het KNLC en het Landbouwschap
toegezonden. Het ZLM-standpunt ten aanzien van de
uitrijperiode is dat beperkingen voor de akkerbouw
volstrekt worden afgewezen. Wel kan worden in
gestemd met een inwerkplicht met dien verstande dat
het inwerken dient te gebeuren zo snel als de bedrijfs
omstandigheden dit redelijkerwijs toelaten. Daarin zit
een overmachtsclausule ingebakken. Wat de mestaf-
Het Landbouwcentrum aan de Westsingel in Goes
bestaat 5 oktober a.s. 25 jaar. Om aan dit jubileum ge
paste aandacht te schenken hebben alle in dit Rijksge
bouw aanwezige diensten gezamenlijk een feestprogram
ma opgezet. Een van de hoogtepunten zal de aanbieding
van een jubileumboek aan de Commissaris der Koningin
en aan de Burgemeester van Goes zijn. Bij deze feestelij
ke aanbieding die donderdag 9 oktober in de kantine van
het gebouw plaats zal vinden, zullen ook 18 personen
aanwezig zijn die 25 jaar of meer aan het landbouwcen
trum verbonden zijn geweest. De uit ca. 250 perso
neelsleden bestaande bezetting van het 6 etages tellend
gebouw viert 10 oktober het jubileumfeest met een ex
cursie en een feestelijke bijeenkomst.
Het markante bouwwerk werd indertijd gefinancierd
door de gemeente Goes die hiermee haar centrale positie
in agrarisch Zeeland wilde onderstrepen. Diverse Rijks
diensten die voordien verspreid gehuisvest waren over
stad en provincie kregen er een onderkomen. Zo kwam
de Cultuur Technische Dienst uit "De Zoutkeet" aan de
Grote Markt en moesten de ambtelijke diensten belast
met diverse ruilverkavelingen hun barakken verwisselen
voor een ruim en modern kantoor in het Landbouwcen
trum. Het gebouw dat enige jaren na de ingebruikne
ming werd overgenomen door de Rijksgebouwen-Dienst
is voorts tot op de dag van vandaag het domicilie van de
Landbouwvoorlichtingsdienst, het LEI, de Stiboca de
Plantenziektekundige Dienst, Domeinen, Staatsbosbe
heer, DBL, Faunabeheer, Landinrichtingsdienst en het
Konsulentschap voor de Openluchtrekreatie.
Funktioneel
Uit alle diensten die werkzaam zijn in of vanuit het ge
bouw is een kleine kommissie gevormd die de jubileum
viering heeft voorbereid. Woordvoerder ir. W.Z. van der
Meer is van mening dat de huidige medewerkers in het
gebouw tevreden zijn met de plaats ervan en de ruimtelij
ke indeling. "Het was eerst, zo heb ik begrepen, wel
moeilijk een goede plaats te vinden met tevens voldoende
parkeerruimte. Aan dat laatste ontbreekt* het nog wel
eens. Voor die tijd zo blijkt o.m. ook uit de bijdrage van
de oud-HID dr. ir. C.W.C. van Beekom was het een mo
dern strak ogend en funktioneel gebouw. Dat wordt, zo
meent van der Meer, in het algemeen nu zeker nog zo er
varen. Alleen is op een aantal plaatsen nu toch wel duide
lijk te zien dat linoleum en meubilair ook een kwart eeuw
bestaan. Voorts is de lift die traag en klein is een
knelpunt.
Uit bijdragen in het jubileumboek van de direkteur Lan
delijke Gebieden en Kwaliteitszorg ir. W.Z. van der Meer
en ir. C.A.C.J. Oomen direkteur Landbouw en Voedsel
voorziening blijkt dat het Landbouwcentrum de volgen
de 25 jaar met vertrouwen tegemoet kan zien. Van der
Meer: "Er moet de komende tientallen jaren in onze pro
vincie nog heel wat gebeuren ten behoeve van landbouw
en landschap en daarom zal het Landbouwcentrum als
vooruitgeschoven post van het Ministerie zijn centrale
funktie nog lange tijd blijven vervullen zij het dat er bin
nen de diensten in het gebouw mogelijk wel wat accent
verschuivingen zullen optreden.
zet betreft is het ZLM-standpunt dat het aangaan van
een afzetkontrakt in een tekortgebied gehonoreerd
dient te worden met een nulheffing in plaats van een
korting. Verder is de ZLM van mening dat de akker
bouwer niet gekonfronteerd dient te worden met al
lerlei rompslomp zoals mestboekhouding en perceels
registratie. Daar is ook geen reden toe omdat de ak
kerbouwer om bedrijfseconomische en -technische
redenen de normen niet zal en kan overschrijden.
Wanneer het de bedoeling is een redelijk deel van de
mest in de akkerbouw af te zetten moet men de boer
natuurlijk niet op zijn dak komen met een hele papier
winkel. Verder hebben wij nog maar eens van de gele
genheid gebruik gemaakt om te wijzen op het enorme
belang van de kwaliteitsbewaking van de dierlijke
meststoffen.
Ook zullen initiatieven om mest in te drogen krachtig
ondersteund moeten worden. Tenslotte hebben wij er
voor alle duidelijkheid nog maar eens de aandacht op
gevestigd dat niet de problematiek bij de akkerbouw
ligt maar wel een stuk van de oplossing. Bij alle
consternatie wordt dat wel eens uit het oog verloren.
Oggel.