Overdracht grond met melkquotum
Provinciale ploegwedstrijd
Noord-Brabant zeer geslaagd
Voorlopige leverbotvoorspelling
voor najaar en winter 1986-1987
Landbouwkundig onderzoek richt zich voor de periode
1987-1991 meer op nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden
Er is weer een nieuwe regeling van
kracht geworden voor de overdracht
van grond met melkquotum.
Melk volgt grasland voederge
wassen
Melk is niet vrij overdraagbaar maar
kan alleen in kombinatie met grond
verkocht worden.
Mag er nu een gedeelte van de opper
vlakte grond waarop een heffingsvrije
hoeveelheid melk rust worden
verkocht?
Ja, dat mag. Er kan echter nooit meer
heffingsvrije melk meegaan dan
20.000 kg per ha.
Voorbeeld: Iemand heeft 120.000 kg
heffingsvrije melk die rust op 10 ha.
Hij mag dan 6 ha grond verkopen met
daarop 20.000 kg heffingsvrije melk.
De overdracht van deze heffingsvrije
hoeveelheid gaat pas in nadat de
koopakte is ingeschreven in de open
bare registers.
En wat gebeurt er als er nu meer hef
fingsvrije melk op een ha zit dan
20.000 kg die wordt aangeboden?
Dan vervalt het meerdere aan de mi
nister voor een prijs die geldt voor de
dan geldende opkoopregeling.
Voorbeeld: Iemand heeft 4 ha grond
met een heffingsvrije hoeveelheid van
30.000 kg/ha. Bij verkoop gaat er
over naar de nieuwe eigenaar 4 ha x
20.000 kg is 80.000 kg. Het overige
10.000 kg x 4 ha 40.000 kg koopt
de minister en vervalt aan hem. Een
eigenaar-gebruiker ontvangt de volle
dige vergoeding. Bij pachtgrond is de
helft van de vergoeding voor de
eigenaar-verpachter en de andere helft
voor de pachter.
Wat gebeurt er als er een geheel be
drijf in eigendom, pacht of erfpacht
wordt overgenomen? Kan dan ook
het meerdere boven de 20.000 kg per
ha meegaan naar de nieuwe ge
bruiker?
Ja, maar slechts indien het gehele be
drijf wordt verworven door de echt
genoot, een kind, een pleegkind, een
afstammeling in de tweede graad, de
echtgenoot van een kind of kleinkind.
(Een pleegkind is diegene die*duur-
zaam als eigen kind is verzorgd en op
gevoed).
Mag een geheel bedrijf dat wordt ver
kocht of verpacht of uitgegeven in
erfpacht met een hogere heffingsvri
je hoeveelheid dan 20.000 kg per ha
aan een ander worden verkocht?
Ja, dat mag als aangetoond kan wor
den dat het bedrijf in de twee jaar
voor de overdracht (dit gaat pas gel
den 2 jaar na 5 september 1986) niet
substantieel is verkleind wat de melk
veehouderij betreft en het bedrijf vol
ledig als een zelfstandige eenheid
wordt voortgezet, dus niet wordt ge
bruikt ter vergroting van een reeds
bestaand bedrijf.
Wat gebeurt er bij het aangaan van
een door de Grondkamer goedgekeur
de pachtovereenkomst die geldt voor
een langere duur dan 1 jaar?
In overleg tussen de betrokken par
tijen kan bepaald worden hoeveel hef
fingsvrije melk (doch niet meer dan
20.000 kg per ha) er mee overgaat.
Hierbij is de ingangsdatum van het
pachtkontrakt bepalend voor de over
gang van de heffingsvrije hoe
veelheid.
Wat gebeurt er als iemand pacht
grond kwijtraakt door middel van
vrijwillige beëindiging of een rechter
lijke uitspraak?
Dan raakt hij de heffingsvrije hoe
veelheid kwijt die de betrokken par
tijen overeenkomen met een
minimum van het aantal ha in gebruik
voor de melkveehouderij gedeeld op
het quotum. 5 ha eigendom en 5 ha
gepacht en 100.000 kg quotum is mi
nimaal 10.000 kg per ha. Ook hier
geldt voor de overgang de datum van
beëindiging of ontbinding.
Kan er ook grond zonder heffingsvrije
hoeveelheid worden overgedragen?
Ja, dit kan inderdaad. Bij pachtgrond
kan dit gezien een recente uitspraak
van de Centrale Grondkamer aanlei
ding zijn dat men vindt dat een pach
ter wanprestatie pleegt als hij de aan
de pachtgrond gerelateerde heffings
vrije hoeveelheid vermindert. We ad
viseren dan ook iedere pachter over
een eventuele vermindering van het
quotum per ha eerst kontakt op te ne
men met zijn verpachter, dit om
moeilijkheden te voorkomen.
Kan men ook schijnkontrakten
maken?
Indien men schijnkontrakten maakt
kan men daar 3 jaar na overgang nog
over worden aangesproken door het
niet erkennen van het quotum. Dit be
tekent dat er boete moet worden be
taald over de dan te veel geleverde
melk. Ditzelfde geldt indien het gehele
bedrijf is overgenomen en niet meer
als een volledig zelfstandige eenheid
wordt voortgezet, dus toegevoegd
wordt aan een ander reeds bestaand
bedrijf dan zal de aanspraak op een
Melk is niet vrij overdraagbaar maar kan alleen in kombinatie met grond
verkocht worden.
heffingsvrije hoeveelheid van meer
dan 20.000 kg per hektare overgedra
gen grond niet worden erkend.
Tijdstip van overdracht grond met
heffingsvrije hoeveelheid belangrijk!
Als grondoverdracht plaats vindt tus
sen 1 november en 1 april gaat de hef
fingsvrije hoeveelheid pas over met
ingang van het volgende melkprijs
jaar. Voorbeeld: overdracht en regi
stratie gebeuren per 1 december. U
krijgt het quotum dat overgaat met de
grond pas met aanvang nieuw melk
prijsjaar. Indien de overdracht en re
gistratie plaats vindt tussen 1 april en
1 november kan in onderling overleg
bepaald worden, mits in een kontrakt
vastgelegd, de hoeveelheid die voor de
lopende periode over gaat. Bij over
dracht van een geheel bedrijf mag het
nog beschikbare quotum voor dat
jaar worden gebruikt door de nieuwe
gebruiker.
Wat moet er gebeuren als u grond mei
quotum overdraagt?
Van de hierboven omschreven over
dracht moet kennis worden gegeven
aan de DBH op een bij hem verkrijg
baar formulier. Bij dit formulier moet
u de overeenkomst voegen met be
trekking tot de overdracht waarop
vermeld de heffingsvrije hoeveelheid.
J. Markusse
Op de zaterdag 6 september gehouden
ploegwedstrijd om het kampioen
schap van Noord-Brabant was de pu
blieke belangstelling zeer goed. De 29
deelnemers in de verschillende kate-
gorieën streden in Dinteloord op het
bedrijf van de fam. Breure om de bes
te plaatsen, die een kans geven op een
plaats voor de nationale ploeg
wedstrijd in 1987.
Onder het deskundig oog van de ju
ry (en het publiek) werden de voren
getrokken, de ene recht de andere iets
minder recht. Bij de rondgaande ploe
gers stak de Nederlands en reserve we
reldkampioen Kees Breure er met kop
en schouders boven uit. Om de twee
de plaats werd fel gestreden door Do-
rinus Schoonen en Ad Buys. Deze
laatste liet het in de eindvoor afwe
ten en werd derde. Bij de tweeschaar-
wentelploegen ging de strijd om de
eerste plaats tussen 2 oude vedetten,
n.l. Jan de Pinth en Chris Ooms. Na
lange tijd op gelijke hoogte te hebben
gestreden was het Jan de Pinth toch
gelukt om met de eer te gaan strijken.
Bij de drieschaar-wentel was het voor
Loep Visser een geluk dat Ad Buys
was overgestapt naar de rondgaande
ploegers; nu stak hij alleen met kop
en schouders boven allen uit. Beste
nieuweling van alles werd P. de
Graaf.
Al met al was het een prachtige wed
strijd en ik wil de fam. Breure nog
maals bedanken voor het beschikbaar
stellen van de grond waar we onder
ideale weersomstandigheden dank
baar gebruik van hebben gemaakt.
Verder bedank ik de jury en het pu
bliek en zien we weer uit naar het vol
gende jaar.
Huub v.d. Lee,
Ploegkomité Noord-Brabant
Uitslagen
Rondgaand: 1. C. Breure - 237 pt.;
2. D. Schoonen - 221 'Apt.; 3. A. Buys -
2191/z pt.; 4. W. v.d. Pas - 215 '/z pt.; 5. C.
Wouters-212 pt.
3-schaarwentel: 1. L. Visser -234 Zi pt.;
2. L. Bierens - 212'/i pt.; 3. J. Potters -
211 pt.; 4. K. Hansch -198 Zi pt.; 5. J. v.d.
Mierden -1951/2 pt.
2-schaarwentel: 1. J. de Pinth - 223 Zi
pt.; 2. Chr. Ooms - 219Zi pt.; 3. T. v.d.
Heyden-211 pt.; 4. P. de Graaf-207 pt.;
5. H. Vogelaar - 203 pt.; 6. H. v.d. Win
kel-203 pt.
In de komende jaren zal het landbouwkundig onderzoek zich met na
me richten op een optimale ontwikkeling van een breed scala van
funkties van de landbouw, op nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden
voor de onder grote druk staande agrarische sektor, op de mogelijk
heden van een andere aanwending van grond, arbeid en uitrusting,
en op een versterking van de wisselwerking met het fundamentele on
derzoek, waarvan het landbouwkundig onderzoek sterk afhankelijk
is.
Dat zijn de hoofdlijnen van het Meerjarenplan Landbouwkundig
Onderzoek 1987-1991 dat de Nationale Raad voor Landbouwkundig
Onderzoek (NRLO) heeft uitgebracht.
Het Meerjarenplan vormt een geza
menlijk aktieplan van een groot aan
tal Nederlandse onderzoekinstellin
gen: de instituten en proefstations
Volop ploegers aan het werk op de Brabantse ploegkampioenschappen.
15
De weersomstandigheden in de zo
mer en het najaar van 1985 hebben
ervoor gezorgd dat er de afgelopen
winter bij het vee een flinke leverbot-
infektie kon optreden. In feite erger
dan in de voorgaande dertien jaren
voor mogelijk werd gehouden.
Hoewel de winter vrij streng was,
was deze toch niet zodanig, dat er
veel slakken zijn gestorven. In het
voorjaar van 1986 tot half juni kwa
men daardoor vrij grote aantallen
slakken in de greppels voor.
Door de droogte vanaf half juni zijn
de slakken bijna geheel verdwenen.
Gezien het bovenstaande kan in de
maanden april, mei en juni zowel bij
runderen als bij schapen een lever-
botinfektie zijn opgetreden door
overwintering van de leverbot in de
slak of op het gras, hetgeen be
vestigd wordt door de hoge afkeu
ringspercentages van schapen- en
lammerenlevers.
Voorts blijkt uit mestonderzoek bij
de Gezondheidsdienst voor Dieren
dat er nog vrij veel runderen en scha
pen met leverbot besmet zijn. Vaak
zijn dit dieren die in de afgelopen
winter ten onrechte onbehandeld
zijn gebleven.
Uit het voorgaande blijkt dat op die
bedrijven waar in de herfst en winter
van 1985/1986 een leverbotinfektie
kon optreden, dit ook in het voor
jaar van 1986 mogelijk is geweest!
De Leverbotprognosekommissie ad
viseert op deze bedrijven, nu de bot
ten volwassen zijn, de runderen,
schapen en lammeren tegen leverbot
te behandelen.
Voor de bedrijven waar door een
slechte waterhuishouding kwel of
waterinlaat de gehele zomer een ge
schikt klimaat voor de slak aanwezig
was, zal naast de voorjaarsinfektie
ook een zomerinfektie mogelijk zijn
geweest. Op deze bedrijven zullen
vooral de schapen en lammeren be
handeld moeten worden met lever-
botmiddelen, die ook de jonge lever-
botstadia doden.
De bedrijven waar vorig jaar een in-
fektie was, worden geadviseerd
mest- en bloedmonsters naar de Ge
zondheidsdienst in te zenden voor
onderzoek op leverbot.
Ter preventie van een leverbotinfek
tie dient men - indien mogelijk - het
vee in het najaar niet op natte, lever-
botgevaarlijke percelen te weiden.
Bovenstaande adviezen en voorspel
lingen zijn opgesteld door de Lever
botprognosekommissie van de Stich
ting Gezondheidszorg voor Dieren.
van het Ministerie van Landbouw en
Visserij, de Landbouwhogeschool,
de Fakulteit der Diergeneeskunde,
TNO, de Rijksdienst voor de IJssel-
meerpolders, het Instituut voor Ra
tionele Suikerproduktie, het Neder
lands Instituut voor Zuivelonder-
zoek, het Internationaal Instituut
voor Lucht- en Ruimtekaartering en
Aardkunde, en het Limnologisch In
stituut. Intensief overleg tussen deze
onderzoekorganisaties en de gebrui
kers van de onderzoekresultaten
(overheden en maatschappelijke or
ganisaties) heeft geleid tot het uitein-
deliike plan.
Het Meerjarenplan gaat uitgebreid
in op de verschillende sektoren van
het landbouwkundig onderzoek.
Speerpunten zijn onder meer kwali
teitszorg, ontwikkeling van nieuwe
bedrijfssystemen, produktinnovatie,
informatietechnologie, modelstudies
en systeemanalyse, genetische mani
pulatie, celbiologie, biotechnologie
en toxicologie.
Onder het begrip 'landbouw' wor
den in het kader van het Meerjaren
plan overigens niet alleen de
produktie-landbouw, de agri
business en de visserij verstaan,
maar óók de behartiging van de be
langen van landschap, natuur en mi
lieu, bas en openluchtrekreatie.
Voor wat betreft de inzet van het on
derzoekpotentieel gaat het Meerja
renplan van de NRLO uit van een
versterking van de kwaliteit en ver
nieuwing door verschillende maatre
gelen, een verbetering van de benut
ting van de beschikbare onderzoek-
kapaciteit door een intensievere sa
menwerking en taakverdeling, een
selektieve, tijdelijke vergroting van
de kapaciteit voor speerpunten in
het onderzoek en het bij het onder
zoek betrekken van ook andere on
derzoekorganisaties dan die welke
reeds in de NRLO participeren, ten
einde de komplexe problemen van
de landbouw optimaal te kunnen
aanvatten.