Suikerbieten oogsten is niet alleen
het werk van de loonwerker
Ervaringen met de
oogst van teunisbloem
Groeiverloop van suikerbieten:
Van der Have begint met veredelen
teunisbloem
De oogst van bieten met de bunkerrooier.
Bij het oogsten van een gewas wor
den alle resultaten verzameld van in
spanning en gemaakte kosten.
Dit werk, zonder eigen toezicht, ge
heel aan derden overlaten, is af te ra
den. Uw toezicht en aanwezigheid bij
het oogsten wordt goed beloond.
Hierbij zijn de volgende aan
dachtspunten van belang.
Kopwerk
Gemiddeld kan worden aangenomen
dat de bieten zonder tarra 110,
per ton opbrengen. Kop en blad ver
tegenwoordigen een handelswaarde
van ƒ15,— per ton. Bij 50 ton bieten
en 30 ton kop en blad per ha verte
genwoordigt dit een totale waarde van
ƒ5.950,Wordt er 1 cm dieper ge
kopt (8%) dan worden de bedragen
34 ton kop en blad en 46 ton suiker
bieten. Totale opbrengst ƒ5.060,
ƒ510,— ƒ5.570,—. Minder-
opbrengst per ha ƒ380,—.
Opmerking: bij eigen verbruik van de
koppen door b.v. te voeren aan jong
en mestvee, mag voor de ƒ15,— per
ha een hoger bedrag worden ingevuld.
Kopdiepte
Bij goed koppen mag nog 1 rij blad-
resten op de biet zichtbaar zijn. Kopt
men 1 cm dieper dan kost dit 8%; 2
cm te diep dan is het verlies 15% en
3 cm te diep 25% van de opbrengst.
Kopt men te ondiep dan zal er bij het
tarreren koptarra worden afgetrok
ken. Dus te diep koppen geeft altijd
extra verlies.
Machine-afstelling
De ontbladeraar mag maar een enkele
biet raken. Alle bieten dienen door
een scherp en een goed funktioneren-
de nakopper te worden nagekopt.
Wordt er gewerkt met een rooier met
kopper (b.v. W.K.M.) dan dient de
machine direkt goed en scherp te wor
den afgesteld.
Puntbreuk
De kans op puntbreuk wordt naast
een foutieve breedte- en diepte
instelling nog bevorderd door te hard
rijden (méér dan 5 a 51/2 km) en een
harde ondergrond. Bij een breuk-
doorsnede van
4 cm is het verlies 7% van de op
brengst;
6 cm is het verlies 14% van de op
brengst;
8 cm is het verlies 21% van de op
brengst;
meer dan 8 cm is het verlies 28% van
de opbrengst.
Kontrole op het rooiwerk
Laat de loonwerker in de rij stoppen,
de machine uit het werk zetten en 10
mtr. terugrijden. Alle onvolkomenhe
den worden dan goed zichtbaar. De
eventuele schade kan dan nog worden
beperkt.
Bedenk
Tussen zorgvuldig rooien en er maar
op los rijden zit een opbrengstvérschil
dat gelijk is aan de rooikosten.
Opslag en bewaring
Worden de bieten niet direkt op wa
gens verladen dan dient men gebruik
te maken van een gunstig gelegen
laadplaats welke liefst verhard dient
te zijn. Laden op een ongelijke onder
grond geeft extra grondtarra hetgeen
weer onnodige kosten met zich mee
brengt.
Wordt er gerooid in een periode dat
er vorst te verwachten is dan dient de
storthoop zo te worden gemaakt, dat
deze met geschikte afdekmaterialen is
af te dekken. Voor advies over de af
dekmaterialen kunt u het beste terecht
bij uw suikerbietenafnemer.
Demonstraties
Om het voorgaande beter zichtbaar te
maken, zullen er op een 2-tal plaat
sen in Oost-Brabant instruktiede-
monstraties worden georganiseerd.
Deze plaatsen en data zijn:
3 oktober te Rips op het bedrijf van
de heer B. Drenth;
8 oktober te Middelbeers op het be
drijf van de heer J. v. Vechel.
De demonstraties beginnen om 13.30
uur.
De specialist bedrijfsuitrusting,
J. Hogenboom,
C.A.T. Roermond
Bij de oogst van teunisbloem kan veel zaad verloren gaan. Door erva
ring en onderzoek is het inzicht in de oogsttechniek de laatste jaren
verbeterd.
Hoewel er altijd verliezen zullen blijven, moeten we ze wel tot het mi
nimum proberen te beperken.
Het oogsten m.b.v. de zelfbinder kan hieraan een bijdrage leveren.
In dit artikel wordt deze oogstmethode en de methode waarbij van
stam gedorst wordt behandeld.
Doodspuiten
Wanneer van stam gedorst wordt,
dient het gewas eerst doodgespoten
te worden. Het tijdstip waarop dit
gedaait wordt is erg belangrijk.
Spuit men te laat dood dan kan dit
onnodig veel zaad verlies geven. Te
vroeg doodspuiten kan echter het
oliegehalte van het zaad sterk verla
gen. Met het oog op onze konkur-
rentiepositie kan dit oliegehalte wel
eens erg belangrijk worden. Het bes
te tijdstip om dood te spuiten is als
de onderste 3 zaaddozen open gaan
staan. Bij het omdraaien van deze
zaaddozen moet het zaad er uit
lopen.
Meestal zal twee keer gespoten moe
ten worden. Indien nodig moet dan
in tegengestelde richting gereden
worden. Als de toppen van de plant
snel verdorren kan de 2e bespuiting
vaak al 4 a 5 dagen na de eerste
bespuiting uitgevoerd worden.
Het verdorringsmiddel dat voor dit
doel wordt gebruikt, werkt het beste
op groene plantendelen. In tegen
stelling tot hetgeen in vergelijkbare
situaties vaak aangeraden wordt,
kan in dit geval daarom het beste
worden begonnen met een lage dose
ring (2 a 3 liter) om bij de tweede
bespuiting dan 3 a 4 liter te gebrui
ken. In beide gevallen 0.5 liter Agral
LN toevoegen.
Spuit met een fijne druppel en een
hoge druk. Gebruik bovendien veel
water, minstens 500 liter, wat in
houdt dat er langzaam gereden moet
worden.
Er is een lichte voorkeur voor het ge
bruik van een werveldop. De sproei-
bomen dienen voldoende hoog bo
ven het gewas uit te komen. Om
schade aan het gewas te voorkomen
zijn er goede ervaringen met het ge
bruik van de zelfrijdende sprui-
tensproeimachine.
Maaidorsen
Het tijdstip waarop gemaaidorst
wordt blijkt, wat de verliezen betreft
belangrijker te zijn dan de afstelling
van de maaidorser. Er kan gemaai
dorst worden als het gewas voldoen
de is afgestorven. Dit is meestal
10-14 dagen na de eerste bespuiting.
Soms duurt het wat langer. Te lang
wachten betekent een grotere kans
op uitwaaiverliezen.
Ook het verlies aan zaad, dat voor
het maaibord op de grond valt, stijgt
bij te laat dorsen aanmerkelijk.
Door snel te rijden, niet te hoog af te
maaien en de torpedo goed tussen de
rijen te houden, kan men de verlie
zen voor het maaibord vaak be
perken.
Verder kunnen over de afstelling vari
de maaidorser de volgende richtlij
nen gegeven worden:
1. Haspel
- zo hoog mogelijk
- zo ver mogelijk naar achteren
- omtreksnelheid gelijk aan of iets
sneller dan rijsnelheid
De oogst van teunisbloemen door de zelfbinder
Van der Have is in 1986 gestart met
de oriëntatie in de teunisbloem.
Voor dit vrij nieuwe akkerbouwge
was is op het VDH Kweekbedrijf een
nieuwe afdeling opgezet. Men is be
gonnen met het verzamelen van zo
veel mogelijk uitgangsmateriaal. Dit
staat te lezen in het personeelsblad
van Van der Have 'Kiemkracht'
(augustus '86).
Om inzicht te krijgen in zaken als
optimale zaaitijd, goede bemesting
en onkruidbestrijding zijn er dit
voorjaar teelttechnische eksperimen-
Vrijdag 19 september 1986
ten opgezet. In de zomermaanden is
de bonte kollektie nauwkeurig geob
serveerd.
Een deel van de veredeling bestaat
uit kruisingswerk. Talrijke kruisin
gen zijn er gemaakt om de interes
sante eigenschappen te kombineren.
Het ideale ras van Van der, Have
moet de volgende eigenschappen
hebben: resistentie tegen nachtvorst,
hoog gehalte aan gamma-
linoleenzuur, goed dichtblijvende
peulen, niet teveel vertakkingen, niet
te lange stengels, hoge zaadop
brengst en gelijke afrij ping.
Gewas en weer
Het sinds de vorige monstername gewijzigde weertype is terug te vinden in
de hieronder vermelde groeiverloopgegevens.
De gewichtstoename is iets boven gemiddeld geweest; het suikergehalte is
slechts weinig gestegen, voornamelijk ten gevolge van de terugval van het ge
halte in de gebieden die van de droogte hebben geleden.
Als gevolg daarvan is de suikergewichtstoename ook wat minder geweest dan
gemiddeld.
De gezondheidstoestand van het gewas is onverminderd goed te noemen.
Resultaten van de monsterneming d.d. 8 september 1986
Gebied
Wortelgewicht
kg/ha
Suikergehalte
Suikergewicht
kg/ha
I.
Zeeland
54.900
15.2
8.400
II.
W.Brab.klei-ZHollEil
55.300
15.2
8.410
III.
ZHvast-NHolland
65.800
15.6
10.290
IV.
Z. en O. Flevoland
73.600
15.6
11 .460
V.
Noordoostpolder
65.200
16.5
10.710.
VI.
Noordelijke klei
58.200
15.8
9.200
VII.
Noordelijke zandgronden
44.400
15.2
6.770
VIII.
Veenkoloniën
47.800
15.9
7.590
IX.
Rivierkleigebied
58.300
14.8
8.670
X.
Midden en Zuid zand
53.600
14.8
7.930
XI.
Löss
47.300
15.0
7.060
Nederland 1986
55.600
15.4
8.580
Nederland 1985
46.100
14.2
6.550
Nederland 1976 t/m 1985
48.800
14.9
7.280
Kommentaar:
Rekening houdende met bovenstaande wordt de eerder uitgesproken oogst-
verwachting van 55 ton per ha verhoogd tot 56 ton per ha.
2. Trommel
- afstand tot mantel wijd, stengels
heel houden, wel kontroleren of het
zaad uit de zaaddozen is
- toerental laag: 800-1000 t/min
3. Bij het afstellen met weinig wind
op de zeven beginnen. Er is vaak
maar weinig wind nodig
4. Eventueel gaas met een opening
van 4 a 5 mm op de schudders aan
brengen
5. Als onderzeef de graanzeef ge
bruiken
6. Is de maaidorser uitgerust met een
hakselaar dan moet deze altijd ge
bruikt worden
Om eventuele verliezen te kunnen
zien kan men wat van het uitge-
dorste stro opvangen. Als dit gedaan
wordt met een bakje met een witte
bodem is het donkere zaad goed
zichtbaar. Heel geschikt is daarvoor
de onderkant van een doorgezaagde
witte jerry-can.
Een droog en schoon produkt dor
sen is in vele gevallen niet mogelijk.
Men kan ook beter wat meer mate
riaal in de tank hebben dan dat er
zaad verloren gaat.
Zelfbinder
Kan er niet op tijd geoogst worden
dan kunnen de verliezen bij het van
stam dorsen hoog oplopen. Door het
gewas niet dood te spuiten maar te
binderen kan dit verlies beperkt
worden.
Met de methode: binderen en uit de
hokken dorsen is al wat ervaring op
gedaan. Dit jaar zullen nog enkele
nieuwe zelfbinders, afkomstig uit
Oost Europa, ingezet worden. De
verwachting is dan ook dat dit jaar
meerdere percelen volgens deze me
thode geoogst zullen worden. Het
binderen vindt op hetzelfde tijdstip
plaats als het doodspuiten.
Door de bossen niet te groot te ma
ken zijn ze beter hanteerbaar.
De voordelen van binderen zijn o.a.:
- minder verlies
- lagere droogkosten
- geen spuitkosten
- geen spuitsporen
Hiertegenover staan de kosten van
de zelfbinder, de arbeidskosten en
de ekstra dorskosten. Daarbij is vo
rig jaar, hoewel sporadisch, vogel-
schade, muizenschade, schot en
schimmelvorming opgetreden in de
hokken.
Wanneer we de methode binderen en
uit hokken dorsen nader bekijken
komen we tot de volgende bereke
ning voor 1 hektare teunisbloem.
Ekstra kosten:
zelfbinderen ƒ350,
langer gebruik maaidorser ƒ150,
10 manuren hokken ƒ250,
10 manuren dorsen ƒ250,
ekstra kosten ƒ1000,
Besparingen:
middel doodspuiten ƒ240,
lagere droogkosten ƒ300,
besparingen totaal ƒ540,
Het verschil tussen kosten en bespa
ringen is nu nog ƒ460,—. Dit moet
door de opbrengst goed gemaakt
worden. Vorig jaar was deze ekstra
opbrengst op drie proefpercelen ge
middeld 150 kg a ƒ7,56 ƒ1135,
per ha.
Hierbij dient nog opgemerkt te wor
den dat vorig jaar de weersomstan
digheden voor het op stam staande
produkt ideaal waren. In andere ja
ren zouden de verschillen wel eens
groter kunnen zijn.
Tot slot
De oogst van de teunisbloem vereist
nauwkeurigheid. Doodspuiten, bin
deren en maaidorsen dienen op het
juiste tijdstip te gebeuren. Te vroeg
of te laat kost opbrengst. Regelma
tig het gewas kontroleren is een ver
eiste om de juiste beslissingen te
kunnen nemen.
CAT Goes
W.J. in't Veld
13