Na ernstige aantasting 1985 gericht onderzoek
zwartnervigheid bij koolgewassen van start
Ziektebeeld en schade
Besmetting en
verspreiding
Bestrijding
Onderzoek
Zaadfirma's
Tuinbouwondernemersprijs
SITU pleit voor uniforme
automatiseringssystemen
Normale oogst van
appelen verwacht
Verenigde Staten nu
belangrijkste
afzetgebied voor
bloembollen
Zwartnervigheid bij koolgewas
sen wordt veroorzaakt door de
bakterie Xanthomonas cam-
pestris. In 1891 werd deze ziekte
voor het eerst in de Verenigde
Staten van Amerika opgemerkt.
Momenteel komt deze aantasting
over vrijwel de gehele wereld
voor, ook in Nederland.
Vorig jaar (1985) kwam in diver
se percelen spruitkool een dusda
nig zware aantasting voor dat
oogsten geen zin meer had. Ook
bij bloemkool was sprake van
veel aantasting. Bestrijding van
deze bakterieziekte op het veld is
niet mogelijk.
Zwartnervigheid kan in alle kool
gewassen optreden. Alleen van Chi
nese kool zijn geen meldingen be
kend. De bakteriën kunnen door
wondjes of hydratoden (soort huid
mondje aan de bladrand) het blad
binnendringen. Dan ontstaan aan de
bladrand gele min of meer driehoe
kige vlekken. Ook middenin het
blad kunnen vlekken ontstaan. Als
we een aangetast blad tegen het licht
houden zien we duidelijk de zwarte
nerven. Vandaar de naam: zwartner
vigheid.
Wat later raken de nerven verstopt
waardoor gedeelten van het blad
verdrogen.
Bij een ernstig aangetaste plant tref
fen we in de stronk zwarte vaatbun-
Bladeren van spruitkool, aangetast door zwartnervigheid
dels aan. Ook op het breukvlak tus
sen blad en stronk kan men dit
waarnemen.
Vooral tijdens warme, natte weers
omstandigheden kan zwartnervig
heid zich eksplosief uitbreiden.
De schade bestaat niet alleen uit het
wegvallen van een gedeelte van het
assimilatieoppervlak. Bij spruitkool
ontstaan dezelfde vlekken ook op de
spruiten, wat later wordt gevolgd
door rotting. Vooral bij de machina
le pluk bevuilen deze de gezonde
spruiten. Bij bloemkool kunnen
zwarte vlekken op het bloemdhoofd
ontstaan wat een ernstig kwaliteits
verlies is.
De bakteriën kunnen in gewasresten
die nog niet verteerd zijn overblij
ven. Als op zo'n perceel weer een
koolgewas wordt geplant dan kun
nen de bakteriën overgaan naar het
nieuwe gewas. Hier blijkt weer eens
hoe belangrijk een goede vruchtwis
seling is. Of deze vorm van besmet
ting veel voorkomt wordt be
twijfeld.
Een andere manier waarop aan
tasting kan ontstaan is door besmet
zaad. Als zaad gewonnen wordt van
besmette planten dan is de kans
groot dat het is besmet. Omdat veel
zaad van koolgewassen in het bui
tenland wordt geteeld is daar weinig
zicht op. Vorig jaar zagen we in de
praktijk meerdere percelen die
hoogstwaarschijnlijk door besmet
zaad ziek waren geworden.
Verspreiding binnen een perceel
vindt hoofdzakelijk plaats door re
gen, wind en werktuigen. De meeste
aantasting treft men in de spuitspo-
ren aan wat erop wijst dat met de
wielen van traktor en spuit de bakte
riën zijn verspreid. Zo kan de ziekte
ook van het ene perceel naar het an
dere overgebracht worden. Over be-
drijfshygiëne gesproken!!
Bestrijding van zwartnervigheid op
het veld met chemische middelen is
niet mogelijk. Ook verdere uitbrei
ding kan men met bespuitingen niet
tegengaan.
Omdat geen bestrijding mogelijk is
moet alles in het werk worden
gesteld om aantasting te voorko
men. Met een ruime vruchtwisseling
voorkomt men besmetting via oude
besmette gewasresten. Gezond zaad
zou een hele grote stap in de goede
richting zijn. Het probleem zou een
hele grote stap in de goede richting
zijn. Het probleem hierbij is dat er
geen gemakkelijk hanteerbare en
goede, betrouwbare methode
bestaat om zaadbesmetting aan te
tonen. Zwaar besmette partijen zaad
kan men wel vinden maar lichte
besmettingen niet. Dit betekent ook
dat men het resultaat van een warm
waterbehandeling, waarvan bekend
is dat het effektief is tegen zwartner
vigheid, niet betrouwbaar kan kon-
troleren. Er is dus een grote behoefte
aan een methode om besmet zaad op
te sporen.
Als in een perceel zwartnervigheid
voorkomt is het raadzaam om alleen
voor Jiet hoogstnoodzakekelijke
door dat perceel te lopen of te rij
den. Hang de spuitbomen voldoende
hoog zodat ze het gewas niet raken.
Spuit de besmette percelen of rassen
het laatst.
De ernstige aantasting door zwart
nervigheid in 1985 is voor de Over
heid aanleiding geweest om onder
zoek in die richting te starten.
Inmiddels zijn twee onderzoekers bij
het Rijksproefstation voor Zaadon-
derzoek te Wageningen voor een pe
riode van twee jaar aa ngesteld. Deze
onderzoekers zullen in eerste instan
tie trachten een bruikbare en be
trouwbare methode te ontwikkelen
om de ziekte vast te stellen. Ook me
dewerkers van I.P.O., P.D. en
N.A.K.-G zijn hierbij betrokken.
Wanneer en welke resultaten te ver
wachten zijn is niet te zeggen. Wel is
men van mening dat dit een vrij
moeilijke materie is die zeker enige
tijd in beslag zal nemen.
Ook de zaadfirma's proberen alles te
doen wat in hun vermogen ligt.
Bij deze bedrijven zit men ook te
springen om een goede detectieme-
thode want met gezond zaad liggen
de kansen op de afzetmarkt (zowel
binnenland als buitenland) beter.
J.P. vam Mourik,
CAT-Goes
Voor 1986 wordt een totale appe
loogst verwacht van 372 miljoen kg
Dit blijkt uit een raming, die het Cen
traal Bureau voor de Statistiek in sa
menwerking met prof. Winter t€
Bavendorf (Bondsrepubliek Duits
land) heeft opgesteld. Het Konsulent-
schap voor de fruitteelt in
Wilhelminadorp heeft daartoe op
fruitteeltbedrijven in het hele land tel
lingen en vruchtmetingen verricht.
Na de relatief kleine oogst van 1985
als gevolg van de vorstschade, is de
oogstverwachting nu weer normaal.
Nauwkeurige vergelijking met vorig
jaar wordt bemoeilijkt, omdat de ra
ming voor dat jaar (260 miljoen kg)
wellicht 10 a 15% te laag is geweest.
De veilingaanvoer tot nu toe wijst
daar op.
De verwachte produktie in 1986 in
min kg bedraagt voor appelen totaal
372, waarvan Golden Delicious 107,
Cox's Orange P 61, Schone van Bos
koop 74, James Grieve 26, Jonagold
26, Elstar 11 en overige rassen 67 mil
joen kg.
Groenteteelt onder plastik
neemt sterk toe in Marokko
De teelt van groenten in plastik kas
sen vindt in Marokko steeds meer op
gang. De belangrijkste voordelen
vindt men: hogere opbrengsten en een
betere kwaliteit van het produkt. Dit
moet dan leiden tot een verbetering
van het financiële resultaat.
De laatste 10 jaar is deze teelt sterk
uitgebreid. In het begin van de jaren
zeventig besloeg het areaal onder
plastik slechts 2 ha. In het seizoen
1984/1985 was dit al gegroeid tot 1130
ha, terwijl in het afgelopen seizoen
1450 ha onder plastik stond, waarvan
1250 ha tomaten en 200 ha overige
produkten.
Het belangrijkste produkt dat onder
plastik geteeld wordt is de tomaat.
De teelt van paprika's onder plastik
is wat teruggelopen. Daarentegen is
men nu aan het experimenteren met
o.a. ijsbergsla, Chinese kool, broccoli
en gele paprika's.
(PGF)
In 1986 is opgericht de Stichting Ne
derlandse Tuinbouwonderne
mersprijs (NTO). Zij wil met haar
aktiviteiten een stimulans bieden aan
de verdere ontwikkeling van de Ne
derlandse tuinbouw. De Stichting
heeft als doel jaarlijks een onder
scheiding toe te kennen aan het be
drijf, instelling of persoon die zich
op een bijzondere wijze heeft onder
scheiden ten behoeve van de ekono-
mische vooruitgang van de Neder
landse tuinbouw.
Daarbij zal in het bijzonder gelet
worden op de volgende aspekten:
teelt, techniek, innovatie, ekono-
misch rendement, onderzoek, afzet
en management. Jonge, veelbelo
vende bedrijven zijn een afzonder
lijk aandachtsgebied.
Aan de tuinbouw toeleverende be-
Sektiebestuur
Vollegrondsgroente N.T.S.
besprak prioriteit onderzoek
Jaarlijks stelt de N.T.S. een lijst op
met wensen en suggesties voor het
onderzoek in het komende jaar.
Tijdens haar laatst gehouden verga
dering heeft het sektiebestuur Volle
grondsgroente NTS genoemde lijst
met het PAGV en CADagv
besproken.
Enkele belangrijke punten vanuit de
NTS voor het onderzoek zijn: ver
vroeging en verlating van het teelt
seizoen om zo te komen tot een ver
lenging van het aanvoerseizoen. In
dit kader is ook gevraagd om meer
bewaaronderzoek. De mogelijkhe
den van paperpots verdienen meer
onderzoek. Dit geldt ook voor lang
zaam vrijkomende meststoffen. Pro-
duktvernieuwing blijft een belang
rijk iets. Dit moet dan ook ieder jaar
weer opgenomen worden in het on
derzoek. Hierbij hoort zeker ook de
teelt van kruiden.
Een hele lijst met problemen zijn er
op het gebied van gewasbescherming
doorgegeven aan het onderzoek.
Veel kan, aldus het sektiebestuur,
opgelost worden door resistenties.
Vandaar ook dat resistentieverede-
ling veel aandacht moet krijgen.
drijven komen eveneens voor de on
derscheiding in aanmerking.
Prijs
De tuinbouwondernemersprijs
wordt ieder jaar uitgereikt, tijdens
de openingsmanifestatie van de Ne
derlandse Tuinbouw Vakbeurs in
Bleiswijk. Voor de eerste maal zal
dit zijn op 3 februari 1987.
Aanmelding en selektie
Bedrijven, instellingen en personen
kunnen tot 1 oktober 1986 voorge
dragen worden bij het sekretariaat
van de Stichting.
Een jury van 4 deskundigen van ver
schillende vakgebieden zal het
bestuur adviseren in de selektie.
Adres van de Stichting: Phoe-
nixstraat 49, 2611 AL Delft.
Telefoonnummer: 015 - 143945.
Postbus 375, 2600 AJ Delft.
De Verenigde Staten zijn de grootste
buitenlandse afnemer van Neder
landse bloembollen geworden en
zijn daarmee West-Duitsland voor
bijgestreefd. Dit blijkt uit de
eksport-statistiek die het Produkt-
schap voor Siergewassen (PVS) dins
dag bekendmaakte.
In het achterliggende seizoen (najaar
1985-voorjaar 1986) is voor een be
drag van ruim 174 miljoen gulden
aan bloembollen naar de Verenigde
Staten geëksporteerd. Naar West-
Duitsland werd voor ruim 168 mil
joen gulden geëksporteerd, een da
ling met ongeveer 4 miljoen gulden
ten opzichte van het jaar daarvoor.
Het PVS meldt dat de omzet in het
afgelopen seizoen met ruim 5 pro
cent is gestegen van ruim 900 mil
joen naar ruim 950 miljoen gulden.
Deze landen waren het afgelopen
seizoen goed voor een totale ekspor-
tomzet van bijna 13 miljoen gulden.
De Stichting Informatieverwerking
Tuinbouw (SITU) gaat samen met
onderzoekers van de overheid werken
aan konkrete computerspecifikaties
voor uniforme automatiseringssyste
men in de glastuinbouw. Om de te
lers te behoeden voor verkeerde
investeringen zal bij het bedrijfsleven
aangedrongen worden op uitwisselba
re programmatuur. De hogere mate
van uniformiteit van toekomstige
systemen zal volgens de samenstellers
van het boekwerk "Informatiemodel
glastuinbouw" het gebruik van infor-
matica op glastuinbouwbedrijven be
vorderen.
Op dit moment zijn in de glastuin
bouw vooral de klimaat- en voedings-
funkties geautomatiseerd. Op basis
van het "Informatiemodel glastuin
bouw" kan nu ook de interne en ex
terne informatievoorziening voor het
tuinbouwbedrijf worden gestuurd.
Bedrijfsregistratie en boekhouding
zijn voorbeelden van interne informa
tievoorziening; extern gaat het onder
meer om analyseresultaten van grond
en watermonsters en veilingbrieven.
Het informatiemodel geeft een syste
matische beschrijving van de informa
tiestromen, de aktiviteiten en de
gegevensstruktuur van een individueel
bedrijf. Qit globale model wordt in de
volgende detailleringsfase verder uit
gewerkt door de SITU in samenwer
king met de drie Proefstations
(Aalsmeer, Lisse en Naaldwijk) en
met vertegenwoordigers van het mi
nisterie van Landbouw en het be
drijfsleven.
Voor de tuinbouw is het belangrijk
dat de gegevens die worden gere
gistreerd, en de wijze waarop ze in de
computer worden opgeslagen, gelijk
zijn bij computerprogramma's die
door verschillende firma's worden ge
leverd. Het eerste exemplaar van het
"Informatiemodel Glastuinbouw" is
juist bij de SITU op de juiste plek,
omdat een dergelijk model het uit
gangspunt van het beleid van deze
Stichting kan vormen.
Het eerste eksemplaar van het INFORM A TIEMODEL
GLASTUINBOUW werd uitgereikt aan SITU-voorzitter Koos Verbeek (r)
door ir. E. Kooistra (l), direkteur van het Proefstation voor Tuinbouw
onder Glas te Naaldwijk
Vrijdag 29 augustus 1986
15