beperkt Houdt bij suikerbietenoogst verliezen en tarra Bietenkampagne start!5 september Welke opbrengsten bij beregening? korte wenken akkerbouw Bij de suikerbietenoogst spelen tarra en verliezen nog steeds de hoofdrol. Ondanks de steeds betere toegepaste technieken bij de oogstmachines zijn de gemiddelde tarra-cijfers de laatste jaren niet verlaagd. Van jaar tot jaar zijn er echter belangrijke verschillen. Dit wijst erop, dat niet alleen de oogstmachines de oorzaak zijn van de toch nog altijd te hoge tarra- en verliescijfers. Met name de weers- en grondomstandigheden spelen een belangrijke rol. Zo was het gemiddelde tarra-cijfer in 1984 (nat) 23% en in 1985 20%. Pas op voor te veel verliezen bij de lader Tijdstip van rooien Dat er nog steeds een vrij hoog tarra-cijfer uit de bus komt heeft ook als oorzaak, dat men op een steeds later tijdstip is gaan rooien. In 1985 moesten er bijvoorbeeld per 1 november nog 60.000 ha-n bieten worden gerooid. Toch blijkt uit veel onderzoeksgegevens, dat de groei na 1 november gemiddeld miniem is en niet opweegt tegen de veel grotere kans op slechte rooi- omstandigheden. Vaak ook worden de bewaarverliezen als reden ge bruikt om laat te rooien. Volgens IRS-gegevens blijken deze verliezen- afhankelijk van de temperatuur - zo rond de 0,3% per ton te bedragen. Om verliezen te voorkomen en wei nig tarra te rooien zal er gebruik moeten worden gemaakt van de 'rooibare' dagen, die voor 90% vóór 1 november liggen! Oogstverliezen De totale oogstverliezen bestaan glo baal uit 1/3 kopverlies, 1/3 punt- breuk en 1/3 verliezen op de grond. Bij metingen van een aantal jaren geleden bleken deze verliezen op kleigronden te variëren van 1.000 tot 9.000 kg per ha, gemiddeld was dit 4.000 kg. Men kan er gevoeglijk vanuit gaan, dat een verlies van 1.000 tot 1.500 kg niet te voorkomen is, de rest dus - door goed werk te le veren - wel. Kopverlies Kopverlies ontstaat door te diep koppen. Eén centimeter te diep kop pen geeft al gauw een verlies van 10%. Steeds meer wordt gebruik ge maakt van kopapparatuur met auto matische diepteregeling. Dit is een goede zaak, omdat hierdoor kopver lies tot een minimum kan worden beperkt. Bij ontbladeraars wordt steeds meer gebruik gemaakt van de lichtere en kompaktere types zonder poetser-as. Hierdoor worden goede nakoppers steeds belangrijker. Ge lukkig is er een sterke toename van het gebruik van nakoppers met auto matische kopdiepteregeling in kom- binatie met een eventuele centrale hoogteverstelling ten opzichte van de klepel-as. Puntbreuk Dit komt vaak voor door te ondiep rooien of te hard rijden. De loon werker en de boer moeten dan sa men goed bekijken wat kan en wat aanvaardbaar is. Dit geldt ook voor de toerentallen van de diverse zeef- en reinigingsraderen. Vaak zal een toerental van 75-100 toeren per mi nuut een juiste keuze blijken te zijn. Verliezen op de grond De meeste van dit soort verliezen ontstaan veelal door onzorgvuldig heid. Vaak zijn het hele bieten, waarbij bij het in- en uitzetten de rooi-elementen naast de rij hebben gewerkt, maar ook verloren bieten welke naast de meerijdende wagen zijn gevallen of bij het lossen uit de bunker op de wagen terecht komen. Nauwkeurig werken is hier de oplos sing. Verder komt verlies op de grond voor van stuk geslagen bieten door te hoge toerentallen van de zeef- raderen of door een te ruime afstel ling van de rekjes rond de zeefrade- ren. Soms is er een spijl verbogen of zelfs afgebroken, waardoor verlie zen ontstaan. De reparaties moeten dan zo snel mogelijk worden uit gevoerd. Tarra De laatste jaren is er aan de machi nes toch nogal wat gewijzigd om met name de grondtarra te trachten te verlagen. Maar, er is een aantal pun ten dat men toch steeds in de gaten moet houden, zoals de juiste rooi- diepte, de rijsnelheid van de rooier en de eksakte spoorbreedte van trek kers en machines. Het toerental van de zeefraderen dient tussen de 75 en 100 toeren per minuut te liggen. Naast deze punten, die men altijd in acht moet nemen, kan men de wijzi gingen aan de machines, waarvan gebleken is dat die de tarra beper ken, proberen toe te passen. Het rooigedeelte Gebleken is bijvoorbeeld, dat hoog liggende zeefraderen minder grond meenemen. Bovendien houdt men na het rooien een vlakkere ligging van de grond over. Deze voordelen worden ook bereikt door de toepas sing van een derde zeefrad en men heeft minder grond in het nog te rooien gewas, omdat het linker zeef rad rechts-, in plaats van linksom draait. De automatisering van bij voorbeeld de besturing van de gehele machine, de besturing van de lich ters door het zijdelings verplaatsen ten opzichte van het frame/de trek ker en de automatisering van de diepteregeling van de lichter(s) dra gen ertoe bij, dat er nauwkeuriger kan worden gewerkt en er dus min der kans op tarra is. De lader Ook aan de laders is er de laatste ja ren nogal wat gewijzigd. Belangrijke verbeteringen zijn onder andere de laders met een kleine bunker (2-3 m3), waardoor bij het in- en uitrij den op de kopakker de naastrijden- de wagen niet mee hoeft te rijden. De chauffeur van de lader kan dan beter op het laden blijven letten. Veel laders hebben méér en grotere zeefraderen, waardoor er beter kan worden gereinigd. Ook de vervan ging van de opraapketting door twee kleine tegen elkaar in draaiende zeef raderen lijkt een verbetering. Met de meest ingrijpende verandering, de nieuwe lader van de firma Van Gemeren-Bijlsma, is de laatste jaren onderzoek uitgevoerd. In deze lader zijn de werkende delen achtereenvol gens: opraapkettingen, twee zeefra deren, reiniger met vinger- en ster rollen, transportkettingen en kleine verzamelbak. In de proefjaren zijn op zavel- en kleigronden van 30-50% afslibbaar diverse waarne mingen gedaan in vergelijking met praktijkladers. Gemiddeld over deze waarnemingen werd de hoeveelheid grondtarra met 30% verminderd. De laders uit de praktijk hadden ge middeld 19,5% grond-tarra en de la der van de firma Van Gemeren had gemiddeld 13,4% ofwel 6% minder. Namens de Projektgroep 'Suikerbie ten Z.O.N.', A. Peeters (specialist bedrijfsuitrusting CAT - Tilburg) Suiker Unie neemt uienbedrijven Gebr. Mol B.V. en Mol Products B.V. over v. Kuyk Tussen Suiker Unie Holding B.V. te Breda, de handelsmaat schappij Gebr. Mol B.V. en Mol Products B.V. in 's- Gravenpolder zijn besprekingen gaande omtrent de overname van alle aandelen van laatstgenoemde ondernemingen door Suiker Unie. Gebr. Mol is een ruim dertig jaar bestaand familiebedrijf dat han delt in uien, zilveruien, plantuien en in uiprodukten ten behoeve van de levensmiddelenindustrie. Mol Products is in 1985 gestart met het drogen van uien en de handel in deze produkten. De overname van de Mol- bedrijven past in het diversifica tieplan van Suiker Unie om ba sisverbreding van haar onderne ming vooral te zoeken in de in dustriële verwerking van akker- bouwprodukten. Bij het schrijven van dit stukje op maandag 17 aug. gaan de gedachten terug naar twee maanden geleden. Een periode waarin ook op THO- LEN EN ST. PHILIPSLAND de aren pas goed zichtbaar werden in de tarwe. Normaal gebeurt dat zo'n 14 dagen eerder. De achterstand t.o.v. andere jaren was het gevolg van de zeer strenge winter. Veel wor tels waren verdroogd, zodat de tarwe opnieuw moest beginnen. De ver- wachtinen waren dan ook niet hoog gespannen. De zeer droge en soms warme zomer deed het graan snel afrijpen. Voor een hoge opbrengst werd dan ook gevreesd maar vanwege de goede struktuur van de grond als gevolg van de strenge vorst, bleek de tarwe en ook andere gewassen voldoende diep te kunnen wortelen en voldoen de vocht te kunnen opnemen om een goede opbrengst te verkrijgen. Men hoort dan ook van opbrengsten van 9 tot rond 11 ton, per ha. Een zelfde verschijnsel konstateert men ook bij de gerst. In ons gebied wordt relatief weinig gerst geteeld en dan veelal nog op percelen waarvan de structuur in het najaar het niet toeliet om tarwe te zaaien. Nu de structuur zo goed was heeft de gerst zijn werkelijke opbrengstvermogen kunnen tonen. Opbrengsten van ruim 8 ton blijken mogelijk te zijn. Bij de opbrengsten van vroege aar dappelen en de wat later gepote Glo ria's is een zelfde tendens waarneem baar. Men staat er soms versteld van waar de hoge opbrengsten van de aardappelen vandaan komen in zul ke droge grond. Dit kan alleen maar het gevolg zijn van een goede struc tuur, de warmte en de hoge zuurstofgraad van de grond. De gedachten gaan nu uit naar het feit dat wij geen zoetwater tot onze beschikking hebben om te berege nen. Wat zou de opbrengst geweest zijn als er veel voetwater beschik baar was geweest? Was de struktuur van de grond dan verziekt door het beregenen? Immers vocht verlaagd de grondtemperatuur en doet het zuurstofgehalte dalen, factoren die opbrengstverlagend werken. In het verleden is altijd geadviseerdd om met grote hoeveelheden te bere genen. 25-40 mm per keer, omdat anders geen goed wortelgestel ge vormd zou worden. Deze hoeveelhe den werken zeer waarschijnlijk toch. Met een onweersbui met die hoeveel heid is ook niemand gediend. Dat hebben wij vorig jaar in ons gebied nog eens kunnen ervaren. Hoeveel heden van enkele mm's kunnen in aardappelen al zorgen voor een gro te toename in de opbrengst, dat is in de vroege aardappelen weer duide lijk gebleken. Beregenen met b.v. 10 mm per keer en met een fijne druppel Maandag 15 september start bij de Suiker Unie de ontvangst van suiker bieten. Dit is afgelopen dinsdag besloten. Op grond van areaal en oogsttaxatie verwacht de Suiker Unie 14 kampagneweken nodig te hebben voor de gehele oogst, zodat als alles meezit de kampagne voor de Kerst beëindigd kan worden. De CSM besluit komende maandag (25 augustus) wanneer bij haar de kampagne start. Gezamenlijk verwerken Suiker Unie en CSM dit jaar 139.000 ha suiker bieten (landelijk), wat een toename van 7.000 ha betekent. In het Zuiden is de toename enkele procenten, el ders in het land iets meer. De oogst- verwachting tot nog toe is goed. "Suiker Unie gaat uit van een op brengst van gemiddeld 55.1 ton per ha, maar vlak voor de kampagne start zal een hertaxati plaatsvinden. De geschatte opbrengst is er op ge baseerd dat er in de komende weken nog wat regen valt. Blijft die regen uit dan zal de opbrengst 1: 1.5 ton/ha lager komen te liggen, wat in dat geval vooral op rekening van de lichtere, droogtegevoelige gronden moet worden geschreven. De op brengsten in de Zeeuwse bietenstre ken zal in ieder geval zo tussen de 52 en 56 ton per ha. komen te liggen. Het is niet voorspelbaar hoe hoog het suikergehalte ten tijde van de oogst zal zijn maar, afhankelijk van de stand van het gewas, lijkt die niet tegen te vallen. veroorzaakt geen struktuurbederf, verlaagd bodemtemperatuur en zuurstofgehalte hoegenaamd niet en moet dus bij een gewas wat over een goed wortelgestel beschikt voor een vergroting van de opbrengst kunnen zorgen. Als er niet te vroeg en met te grote hoeveelheden wordt beregend kan de uitkomst dus enkel maar po sitief zijn. Een zaak óm de komende winter nog eens goed over na te denken! WELKE TA R WE-RA SSEN gaan we deze herfst uitzaaien? Bij de keuze is de kg-opbrengst van belang evenals de geringe ziektegevoeligheid lagere kosten). De ontwikkeling in de richting van kwaliteitstarwe lijkt door te zetten. Voor de Duitse A6-rassen denkt men 10 a 15% 'ekstra' te gaan uitbetalen. VELDBEEMD in de tarwestop- pel reageert positief als deze wordt gecirkelmaaid. Belangrijk is om zo kort mogelijk (2 cm) te maaien. Roodzwenk reageert veel minder op cirkelmaaien. Bo vendien mag deze weer niet te kort worden gemaaid in verband met het groei punt. Spuit in UIEN niet meer tegen bladvlekkenziekte. Het gewas blijft dan te lang groen, hetgeen een late oogst betekent. De kwa liteit komt hierdoor ernstig in ge vaar. Het belang van kwaliteit hebben we vorig jaar aan den lij ve ondervonden. De bespuiting met een kiemremmer (MH) uit voeren bij begin strijken. Het effekt op de besmettings graad van de grond bij de teelt van KR UISBL OEMIGE GROENBEMESTERS is sterk afhankelijk van de zaaidatum. Bovendien zijn de nieuwe rassen Nemex bladrammenas en Maxi gele mosterd zeer goed resistent. Bij vroege zaai (half juni) kan de uitzieking erg groot zijn. Na 15 augustus zaaien, dan wordt het effekt minder duidelijk, doch e.e.a. blijft meestal positief. De maanden augustus en sep tember zijn vaak erg geschikt om te DRAINEREN. De omstandig heden hierbij zijn van groot be lang voor een goede werking van de drains. De keuze van het om hullingsmateriaal is afhankelijk van de grondsoort op de drain- diepte, alsmede het voorkomen van ijzerafzettingen in de grond. Vrijdag 22 augustus 1986 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 7