Provinciale Raad Brabant bereidt Struktuurnota Landbouw voor: Landbouw moet zich offensiever opstellen Resultaten in melkveehouderij Noord-Brabant vallen mee KNLC-voorzitter M.J. Varekamp: Boeren moet fiscaal <Je helpende hand geboden worden KNLC-tuinbouwkommissie: versnippering bij voorlichting gaat te ver! AVEBE: Schade door droogte veertien miljoen gulden De prijs zal meer dan voorheen optreden als martkregulator. Dit heeft met name ingrijpende konsekwenties voor de (tot nu toe) rela tief 'beschermde' produktietakken. Voor bepaalde produkten kan dit leiden tot vermindering van de toename, resp. tot vermindering van het produktievolume. Tegen de achtergrond van het E.G.- uitgangspunt 'daar produceren waar dat 't beste kan' zullen produk ten, die elders goedkoper geproduceerd (kunnen) worden het ekstra moeilijk krijgen. Dit stelt de Provinciale Raad voor de Bedrijfsont wikkeling in Noord-Brabant, in het kader van de voorbereiding van de Provinciale Struktuurnota Landbouw. Ook over andere hoofdlijnen van beleid wordt een oordeel gegeven. Zo wordt gesteld dat kwaliteitsver hoging en (produktie-)kostenverla- ging binnen een 'marktvolumebe- leid' nog belangrijker worden dan voorheen. Voor kwaliteitsverhoging is, zeker op termijn, het behoud c.q. ontwikkelen van een schoon pro- duktiemilieu een basisvereiste. Van uit de landbouw zullen tegen deze achtergrond de randvoorwaarden voor de kwaliteit van bodem, water en lucht moeten worden gefor muleerd. Ekonomiseren Voor het instandhouden van de leef baarheid van het landelijk gebied moeten de daar aanwezige funkties zoveel mogelijk geëkonomiseerd worden, opdat aangesloten wordt bij de leefwereld van de plattelands ondernemer. Het gezinsbedrijf blijft hierbij centraal staan. Voorts stelt de Raad dat vanwege bezuini gingen steeds meer gelet zal worden op het rendement van aanwending van overheidsfinanciën. Tenslotte zal er meer dan voorheen sprake zijn van verscheidenheid en specialisme onder plattelandsondernemers: naast gewone agrarische aktiviteiten gaat men in toenemende mate zich bezighouden met sektoren als re- kreatie, landschap en dienstver lening. Prioriteiten stellen Bovengenoemde stellingen leiden tot konsekwenties voor de landbouw. Zo zal de landbouw zich minder ver dedigend tegenover andere sektoren moeten opstellen. Wensen en verlan gens moeten vroegtijdig in beeld ge bracht worden. In de Ruimtelijke Ordening zal in de toekomst steeds meer gestreefd moeten worden naar scheiding van funkties. De land bouw zal in deze prioriteiten moeten stellen met betrekking tot de speci fieke agrarische gebieden. Vanuit het landbouwbeleid dien zo mogelijk stimulerend te worden op getreden tegenover de ontwikkeling van niet-agrarische funkties, in ge bieden waar optimale agrarische produktie weinig perspektieven biedt. De rijksoverheid zal daarbij een groter aksent leggen bij het kreeëren van randvoorwaarden voor produktie, verwerking en afzet. Het instandhouden van de werkgele genheid zal minder hoge prioriteit krijgen als op zichzelf staand argu ment in de specifiek agrarische ge bieden. Bedrijfsvergroting en ver mindering van het aantal kleine be drijven zijn in dergelijke gebieden onlosmakelijk -aan elkaar ver bonden. De Raad kan zich vinden in de hoofdlijnen van de nota, hoewel zij die als uitdagend en gedurfd karak teriseert. Zij is zich bewust dat deze opstelling een beleidsommezwaai tot gevolg zal hebben. Tijdens de vrijdag 15 augustus jl. ge houden gekombineerde vergadering van de KNLC-kommissies Bloemen en Groenteteelt kregen met name de punten voorlichting in de tuinbouw, gasprijsaangelegenheden en bloeme- neksport de nodige aandacht. Voorlichting Besproken werden voorstellen m.b.t. opzet van de voorlichting in de tuinbouw. De versnippering van de voorlich ting in de tuinbouw dreigt steeds ver der te gaan en de overzichtelijkheid en eenheid wordt er niet door be vorderd. Er lijkt dan ook een groot koste- naspekt op de loer te liggen. Uit de besprekingen komen de vol gende konklusies: - Getracht moet worden weer te ko men tot een uniforme opzet voor het gehele land; - de overheidsvoorlichting moet blij ven bestaan'en in het geheel een we zenlijke taak blijven vervullen; - de doorstroming van de onder zoeksresultaten naar de praktijk van de voorlichting moet gewaarborgd worden; - het bedrijfsleven zal zelf ook moe ten mee betalen aan een deel van de in de tuinbouw gegeven voor lichting. De vraag is alleen hoe dit alles orga- Van de deelboekhoudingen van de rundveehouderij (DELAR) zijn inmiddels de voorlopige resultaten bekend geworden over het boek jaar mei 1985 tot en met april 1986. In Nederland maken ongeveer 4.000 bedrijven gebruik van het DELAR-systeem. Voor Noord- Brabant zijn op dit moment van ruim 500 bedrijven de resultaten be kend. De voorlopige resultaten van de Noordbrabantse bedrijven ge ven aanleiding tot de konklusie dat in het 1985/86 een zeer opmerke lijke positieve ontwikkeling is opgetreden in de melkveehouderij. Daardoor lijkt een belangrijk deel van de inkomensproblematiek ten gevolge van de superheffing te worden gekompenseerd. Het gemiddelde aantal melkkoeien daalde met 3,4 dieren van 72,3 in '84/'85 naar 68,9 in '35/'86 per be drijf. Het jaar daarvoor was het ge middelde aantal melkkoeien gedaald met 4,5. In twee jaar tijd een inkrim ping van de melkveestapel van ruim 10 procent. De gemiddelde melkproduktie per koe per jaar steeg van 5.514 kg naar 5.800 kg in '85/'86. Dit is een pro- duktiestijging per koe van l°Io. Resultaten Door de grote stijging van de melk produktie per koe en een kleine stij ging van de melkprijs per kg liep het melkgeld per koe op van ƒ4.128,— naar ƒ4.445,per jaar. De krachtvoerprijs is ook het afgelo pen boekjaar sterk gedaald ten op zichte van het jaar daarvoor. Kostte een kVEM uit krachtvoer in '84/'85 gemiddeld 56 cent, in '85/'86 werd er gemiddeld nog 52 cent voor betaald. De hogere melkproduktie, de hogere melkprijs en de lagere voerkosten le veren uiteindelijk een aanmerkelijk hoger saldo per koe op. Was dat in '84/'85 nog ƒ3.072,— in '85/'86 be draagt het voorlopige saldo ƒ3.613,—. Door deze sterke stijging van de op brengst min voerkosten per koe is gemiddeld genomen het bedrijfsre sultaat belangrijk gestegen, ondanks het feit dat het aantal melkkoeien per bedrijf is gedaal. Al kunnen de vrij gunstige resultaten met plezier worden begroet, het be tekent niet dat daardoor alle proble men ten gevolge van de superheffing zijn opgelost. Als het kwotum onre delijk lang is, dan brengt een hoger saldo per koe daarin geen veran dering. Het agrarische bedrijfsleven in ne- derland heeft geen mogelijkheid om in betere tijden geld te reserveren, waardoor het een periode van grote droogte of een extreem nat seizoen beter door kan komen. Het Neder landse fiscale systeem laat geen mo gelijkheden open voor boeren om aan eigen fondsvorming te doen. Daarom wil het Koninklijk Neder lands Landbouwcomité (KNLC) er bij de overheid op aandringen boe ren in dergelijke situaties meer fisca le mogelijkheden, dus meer financië le armslag te verlenen. Voorzitter van het KNLC, M.J. Varekmap, verklaarde dit maandagavond" in Groningen na afloop van een werk bezoek dat het comité die dag aan de Gr'oninger maatschappij van land bouw bracht, voorzitter van de Gro ninger maatschappij, J.D. Leeuw- ma, bepleitte bij deze gelegenheid een versoepeling van de rijksgroeps regeling zelfstandigen. De KNLC-voorzitter pleitte voor een risicofonds van de overheid, waaruit agrariërs kunnen putten wanneer er zich extreme ontwikkelingen voor doen, zoals een kernramp, een zwaar chemisch ongeluk of een over stroming. Het dagelijks bestuur van het KNLC kwam in Groningen voor de eerste keer na het zomer-reces weer bijeen. In de vergadering werd gesteld dat het voorstel om een tijdelijk accijns op aardgas te heffen het dagelijks bestuur wel heel slecht aanstaat. Het extra belasten van stookolie met zijn doorwerking verslechtert de concur rentiepositie van de Nederlandse glastuinbouw al voldoende. Ook bij een andere vereenvoudiging zette het dagelijks bestuur op zijn minst vraagtekens, n.l. bij het plan om de superheffingsregeling te wijzigen op het punt van overdracht van melk quotum met de grond. Zijn de exces sen zodanig in tal en last, dat zo'n afroming boven 20.000 kg. per ha. bij overdracht nodig is? Zo'n grens in hoeveelheid melk per hectare laat zich later gemakkelijk verlagen of voor andere doeleinden misbruiken. Geeft overigens de regeling geen aanleiding tot ander oneigenlijk ge bruik? Het dagelijks bestuur zou in elk geval eerst het plan nog eens kri tisch willen bijschaven. Waarom wordt b.v. eenjarige pacht niet "er kend" voor quotum-voordracht? Tabel. Resultaten deeladministratie rundveehouderij in Noord-Brabant (voorlopig) 1985/'86 1984/'85 1983/'84 ha grasland en voedergewassen 24,91 25,08 25,01 aantal melkkoeien gem. aanwezig 68,9 72,3 76,8 kg. melk per melkkoe 5.880 5.514 5.525 vet eiwitgrammen/melkkoe/dag 1.217 1.129 1.116 melkkoeien/ha grasl. voedergew. 2,77 2,88 3,07 opbrenstprijs 110 kg melk 75,45 74,76 75,98 prijs/kVEM krachtvoer 0,52 0,56 0,64 krachtv. kg/koe/dag weide resultaat 5,3 4,5 4,8 krachtv. kg/koe/dag weide norm 4,0 3,8 3,7 krachtv. kg/koe/dag stal resultaat 6,4 6,4 6,2 krachtv. kg/koe/dag stal norm 5,2 5,0 5,1 kg krachtv/melkkoe/jaar 2.112 1.995 2.008 melkgeld per koe 4.445 4.128 4.201 totaal opbrengsten per melkkoe 5.363 4.939 5.009 totaal bijkomende voerkosten per koe 1.750 1.867 1.863 opbrengst - voerkosten per koe 3.613 3.072 3.146 Het dagelijks bestuur van het KNLC konstateerde in het veld hoe ernstig de droogte in de Veenkoloniën plaatselijk is. Hier laat akkerbouwer P. Folkertsma (m.) aan KNLC-voorzitter M.J. Varekamp zien hoe de groei van de bieten is achtergebleven. Rechts ZLM-voorzitter A.J.G. Doeleman. nisatorisch opgezet moet worden en hoe de financiering ervan geregeld dient te worden. Gasaangelegenheden De per 1 november 1986 door de overheid aangekondigde accijnsver hoging op dieselolie, petroleum, huisbrandolie, benzine en zware stookolie is in wezen voor de glastuinbouw niet aanvaardbaar. Het plaatst de Nederlandse glastuin bouw immers in een slechtere kon- kurrentiepositie tegenover de buiten landse konkurrenten. Ook een op trekken van de 30.000 m3 grens naar 170.000 m3 voor de Nederlandse glastuinbouw is volstrekt onaan vaardbaar. De bijdrage-regeling kleine gasafna- me 1986 zal een bijdrage opleveren van 9 cent per m3. Dit betekent ver geleken met vorig jaar een verhoging met 4 cent. Op 18 december a.s. zal door het Europese Hof van Justitie te Luxem burg de openbare mondelinge be handeling plaatsvinden van beide procedures rond de tuinbouw- gasprijs (Landbouwschap, 2 tuin ders en de Staat tegen de Kommissie en van de Kommissie tegen de Staat). Maatregelen import-bloemen De klacht van de Amerikaanse bloe- mentelers dat de importerende lan den (waaronder Nederland, Israël, Kenia en Colombia) vanwege allerlei vermeende overheidssubsidies van dumping worden beschuldigd, is door de Internationale Trade Com mission ontvankelijk verklaard, het geen tot gevolg heeft dat er een on derzoek wordt ingesteld naar de aard en inhoud van de overheidssub sidies op de bloementeelt in de ver schillende landen. De overheid en organisaties in Ne derland zijn bezig met het invullen van de zeer (gedetailleerde) vragen lijsten. v.d.Toom Het aardappelzetmeelkonsern AVE- BE gaat er van uit dat de op brengsten van de aardappeloogst als gevolg van de droogte dit jaar aan zienlijk minder zullen zijn. De scha de door de droogte voor de leden- boeren samen bedraagt tot nu toe ongeveer veertien miljoen gulden. 'Dat is een reeële schatting. De scha de zal eerder groter blijken te zijn dan kleiner. Zelfs wanneer het nu gaat regenen is dat voor veel perce len te laat', aldus vrijdagmiddag woordvoerder D. Hoogerkamp. Bij het aardappelzetmeelkonsern zijn ongeveer 4700 boeren aangesloten die fabrieksaardappelen telen op een gebied van 60.000 hektare in de drie noordelijk^ provincies, Overijssel en Gelderland. Niet alleen door de droogte verwacht AVEBE een lagere opbrengst per hektare: door nacht vorst op 30 mei bevroren veel plan ten in de veenkoloniën in Groningen en Drente. Door de droogte groeien de aardappelplanten nu veel minder hard. 'Normaal is de opbrengst per hektare gemiddeld veertig ton. Bij sommige bedrijven zal de opbrengst 25 ton zijn, anderen zullen wel in de richting van de veertig ton komen. We gaan er nu vanuit dat de op brengst op 50.000 hektare twee ton per hektare minder is. Dat scheelt 100.000 ton, ofwel veertien miljoen gulden', aldus Hoogerkamp. Vol gens hem is er voor de landbouw als geheel geen sprake van een dramati sche situatie. 'Voor een aantal indi viduele boeren is er echter wel dege lijk sprake van een zware klap. Zij krijgen, bij gelijkblijvende kosten een aanzienlijk lagere opbrengst', al dus de woordvoerder. Hij schat het aantal AVEBE-boeren dat door de droogte een aanzienlijke strop zal lijden op ongeveer duizend. 4 Vrijdag 22 augustus 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 4